De Nederlandse Zeestrijdkrachten in Nederlands-Indië vormden een belangrijk onderdeel van de Nederlandse militaire aanwezigheid in de Indische archipel. Waar aanvankelijk de schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en later ondersteund door de Staatse Vloot de dienst op het water in de archipel uitmaakten, werd dit later een samenraapsel van de Koninklijke Marine, Koloniale Marine, Indische Militaire Marine en Gouvernementsmarine. In diverse perioden bestonden verschillende van deze marines naast elkaar, wat samenwerking en coördinatie vaak niet ten goede kwam. Uiteindelijk werden aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog alle onderdelen gemilitariseerd en operationeel ondergebracht bij de Koninklijke Marine.
In de tijd van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) werd de militaire aanwezigheid in de Indische archipel geheel overgelaten aan de VOC. Nagenoeg alle schepen van de VOC waren in die tijd bewapend en konden zich met menig oorlogsschip meten. Dit was nodig omdat de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden maar een relatief kleine oorlogsvloot had, de zogenaamde Staatse Vloot, en de Indische archipel geheel aan de verantwoordelijkheid van de VOC overliet. Als de VOC behoefte had aan oorlogsschepen dan werden deze vaak uitgeleend aan de VOC door de Staatse Marine. De VOC beschikte hierdoor over een dusdanig grote bewapende vloot dat in oorlogstijd zelfs schepen werden uitgeleend aan de Admiraliteiten voor de Staatse Vloot.[1]
Toen in de 18e eeuw de macht en kracht van de VOC afnam, werd de steun van de Nederlandse staat steeds groter en ook de Staatse Vloot ging zich steeds actiever met de archipel bemoeien. Tijdens de Franse tijd nam de macht van Nederland in de archipel af en namen Frankrijk en Engeland dit over. Speciaal voor Nederlands-Indië werd bij de stichting van het Koninkrijk der Nederlanden in 1813 het zogenaamde Auxiliair Eskader ingesteld als onderdeel van de Koninklijke Nederlandsche Zeemagt. De bevelhebber van dit eskader was de Commandant der Zeemacht bij Nederland-Indië. Rond 1867 was dit eskader opgebouwd rond zeven schroefstomers uit verschillende klassen. Dit werd de decennia daarna steeds verder uitgebouwd. Gemiddeld verbleef de helft van de Koninklijke Nederlandsche Zeemagt in Nederlands-Indië. Pas vanaf 1904 spreken we van Koninklijke Marine.
Het Auxiliair Eskader opereerde veelal naast en soms samen met de Koloniale Marine. Dit was een maritieme, bewapende vloot die onder de verantwoordelijkheid viel van de Gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Rond 1840 werd deze eenheid weer opgeheven, maar werd in 1866 als Indische Militaire Marine weer nieuw leven in geblazen. Rond 1867 bad deze marine de beschikking over 23 schepen van verschillend formaat en type. De schepen werden bekostigt door het Ministerie van Koloniën, maar het personeel was in dienst van de Koninklijke Marine. De belangrijkste taken van deze dienst was het vestigen, handhaven en vertegenwoordigen van het koloniale gezag in de Indische archipel.
Naast deze twee zuiver militaire zeemachten, werd in 1821 door het Gouvernement van Nederlands-Indië een civiele marine opgericht, uitgerust met bewapende, zogenaamde 'kruisboten'. Deze werden gebruikt voor transporten uit naam van het gouvernement en waren voornamelijk bedoeld als tegenmaatregel tegen zeeroverij. De scheepjes konden zowel met zeil als roeiend worden voortgedreven. Deze schepen werden aangevuld met bewapende schoeners voor met name waarde transporten over langere afstanden. In 1861 werden al deze schepen ondergebracht bij een nieuwe organisatie, de Gouvernementsmarine. Naast de eerdere taken ging deze marine zich ook bezig houden met politionele taken en lichte semimilitaire taken. Vanaf 1905 werd de Gouvernementsmarine onderdeel van de Dienst van de Scheepvaart maar bleef onafhankelijk opereren van de Koninklijke Marine en de Indische Marine. In de jaren 1930 werden de Koninklijke Marine en de Indische Marine organisatorische en operationeel samengevoegd waarna over één Koninklijke Marine in Nederlands-Indië gesproken kan worden. Kort voor de Tweede Wereldoorlog werd, vanwege de dreiging in het Verre Oosten, de Gouvernementsmarine gemilitariseerd en onder bevel van de Koninklijke Marine gebracht. Dit bleef zo tot na de Japanse overgave, waarna de Gouvernementsmarine tot de soevereiniteitsoverdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië in 1962 separaat bleef bestaan.[2]
Zeemacht
Nederlands-Indië (1882) |
Vice-Admiraal J. van Gogh |
|
Auxiliair Eskader |
||
Schroefstoomschip: |
Zr. Ms. Atjeh (1876) |
Kapitein-ter-zee J.A. Greve |
Zr. Ms. Watergeus (1864) |
Kapitein-luitenant ter zee
Cornelis Johannes Marinkelle |
|
Ramtorenschip: |
Zr. Ms. Prins Hendrik der
Nederlanden (1866) |
Kapitein-ter-zee H.J.S. van der
Sloot |
Zr. Ms. Koning der Nederlanden
(1874) |
Kapitein-ter-zee C.J. Smith |
|
Nederlands-Indische Militaire
Marine |
||
Wachtschip: |
Zr. Ms. Zeeland (1859) |
Kapitein-ter-zee Jhr. J.H.P. von
Schmidt auf Altenstadt |
Zr. Ms. Curacao (1863) |
Kapitein-ter-zee W.F. Meijen |
|
Kanonneerboot: |
Zr. Ms. Kanonneerboot No. 14 |
Luitneant-ter-zee 2e klasse J.
Lastdrager |
Schroefstoomschip: |
Zr. Ms. Padang (1877) |
Luitenant-ter-zee 1e klasse J.A.
Snoek |
Zr. Ms. Palembang (1874) |
Luitenant-ter-zee 1e klasse N.A.
de Vries |
|
Zr. Ms. Riouw (1872) |
? |
|
Zr. Ms. Deli (1873) |
Luitenant-ter-zee 1e klasse P.
le Compte |
|
Zr. Ms. Bandjermasin |
Luitenant-ter-zee 1e klasse
O.C.A.J. Moreau |
|
Zr. Ms. Batavia (1877) |
Luitenant-ter-zee 1e klasse M.A.
Medenbach |
|
Zr. Ms. Makasser (1877) |
Luitenant-ter-zee 1e klasse J.A.
Vening |
|
Zr. Ms. Bengkoelen (1879) |
Luitenant-ter-zee 1e klasse F.J.
Stokhuijzen |
|
Zr. Ms. Madura (1880) |
Luitenant-ter-zee 1e klasse
J.T.M. Lange |
|
Raderstoomschip: |
Zr. Ms. Soerabaja (1867) |
? |
Zr. Ms. Banka (1867) |
? |
|
Zr. Ms. Borneo (1867) |
Kapitein-luitenant ter zee E.L.
Ehnle |
|
Zr. Ms. Sumatra (1867) |
? |
|
Zr. Ms. Oenarang (1872) |
Luitenant-ter-zee 1e klasse H.
van der Meer |
|
Zr. Ms. Salak (1873) |
Luitenant-ter-zee 1e klasse
W.J.P. van Waning |
|
Zr. Ms. Sindoro |
Luitenant-ter-zee 1e klasse J.
Loost |
|
Zr. Ms. Soembing (1874) |
Luitenant-ter-zee 1e klasse
W.M.E. Bervoets |
|
Opnemingsvaartuigen: |
Zr. Ms. Hydrograaf |
Luitenant-ter-zee 1e klasse M.C.
van Doorn |
Zeemacht
Nederlands-Indië (1888) |
Vice-Admiraal J.W. Binkes |
|
Auxiliair Eskader |
||
Schroefstoomschip: | Zr. Ms. van Speijk (1882) |
Kapitein-ter-zee Jhr. A.J. Roëll |
Zr. Ms. de Ruijter (1885) |
Kapitein-ter-zee K.A. Stakman
Bosse |
|
Ramtorenschip: | Zr. Ms. Prins Hendrik der
Nederlanden (1866) |
Kapitein-ter-zee C.A. le Bron de
Vexela |
Zr. Ms. Koning der Nederlanden
(1874) |
Kapitein-ter-zee E.L baron van
Heekeren van Waliën |
|
Nederlandsch-Indische Militaire
Marine |
||
Wachtschip: |
Zr. Ms. Gedeh (1874) |
Kapitein-ter-zee Jhr. T.E. de
Brauw |
Zr. Ms. Soerabaja (1867) |
Kapitein-ter-zee C. ten Bosch |
|
Schroefstoomschepen: |
Zr. Ms. Batavia (1877) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse K.J.
Bal |
Zr. Ms. Bandjermasin |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse H.
Bernelot Moens |
|
Zr. Ms. Madura (1880) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse J.
Haremaker |
|
Zr. Ms. Pontianak (1867) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse S.T.
Land |
|
Zr. Ms. Banda (1872) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
H.L.C. Wolterbeek Muller |
|
Zr. Ms. Sambas (1874) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse Jhr.
J.C.R. Wetpalm van Hoorn van Burgh |
|
Zr. Ms. Bali (1878) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse B.
de Groot |
|
Zr. Ms. Samarang (1875) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse L.C.
Rovers |
|
Zr. Ms. Java (1885) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse A.G.
Ellis |
|
Zr. Ms. Makasser (1877) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse H.
Nijgh |
|
Radarstoomschepen: |
Zr. Ms. Bromo (1875) |
Kapitein-luitenant ter zee
M.C.J. Lucardie |
Zr. Ms. Merapi (1874) |
Kapitein-luitenant ter zee
W.J.H. de Kanter |
|
Zr. Ms. Salak (1872) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse J.R.
Eck |
|
Zr. Ms. Oenarang (1872) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse T.
Böthlink |
|
Zr. Ms. Onrust (1863) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
D.L.M.E. Keus |
|
Opnemingsvaartuig: |
Zr. Ms. Hydrograaf |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
A.W.F.C. van Woerden |
Zr. Ms. Blommendal (1882) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
J.W.A.F. van Maren Bentz van den Berg |
|
Zr. Ms. Melvill van Carnbee (882) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse A.H.
Hoekwater |
Zeemacht
Nederlands-Indië (1893) |
Vice-Admiraal Jhr. J.A. Roël |
|
Auxiliair Eskader |
||
Schroefstoomschip: | Hr. Ms. Atjeh (1877) |
Kapitein-ter-zee L.M.L. de Haan |
Ramtorenschip: | Hr. Ms. Prins Hendrik der
Nederlanden (1866) |
Kapitein-luitenant ter zee H.
van den Pauvert |
Hr. Ms. Koning der Nederlanden
(1874) |
Kapitein-ter-zee F.J. Stokhuyzen |
|
Nederlandsch-Indische Militaire
Marine |
||
Wachtschip: |
Hr. Ms. Gedeh (1874) |
Kapitein-ter-zee H. Quispel |
Hr. Ms. Bromo (1875) |
Kapitein-ter-zee L. Backer
Overbeek |
|
Schroefstoomschepen: |
Hr. Ms. Batavia (1877) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse G.J.
Slijuterman |
Hr. Ms. Bandjermasin |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse C.A.
de Brouw |
|
Hr. Ms. Bengkoelen (1879) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse W.
Römer |
|
Hr. Ms. Madura (1880) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
P.S.R. Wolterbeek |
|
Hr. Ms. Sambas (1874) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse J.C.
van Wessem |
|
Hr. Ms. Samarang (1875) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse J.C.
Cramer |
|
Hr. Ms. Java (1886) |
Kapitein-luitenant ter zee
R.C.A.L. Jansen van Afferden |
|
Hr. Ms. Makasser (1877) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
J.H.M. Jansen |
|
Hr. Ms. Ceram (1887) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
J.A.H. Beck |
|
Hr. Ms. Flores (1887) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse J.
Wentholt |
|
Hr. Ms. Lombok (1892) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse M.F.
Tydeman |
|
Hr. Ms. Sumbawa (1892) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse W.H.
Souman |
|
Hr. Ms. Padang (1877) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse W.
Allirol |
|
Raderstoomschepen: |
Hr. Ms. Merapi (1874) |
Kapitein-luitenant ter zee P.
Heyning |
Hr. Ms. Oenarang (1872) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse I.
van den Bosch |
|
Hr. Ms. Sindoro |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse C.
Meijboom |
|
Torpedoboot: |
Hr. Ms. Cerberus (1888) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse A.
Seret |
Opnemingsvaartuig: |
Hr. Ms. Banda (1872) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
L.A.T.J.F. van Oijen |
Hr. Ms. Blommendal (1882) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse J.H.
van Hoogstraten |
|
Hr. Ms. Melvill van Carnbee
(1882) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
R.O.J. Verschoor |
Zeemacht
Nederlands-Indië (1904) |
Vice-Admiraal A.P. Tadema |
|
Nederlandsch-Indische Militaire
Marine |
||
Wachtschip: |
Hr. Ms. Koningin der Nederlanden
(1894) |
Kapitein-luitenant ter zee P.
van den Broeke |
Flottieljevaartuigen: |
Hr. Ms. Bali (1878) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse S.P.
l'honoré Naber |
Hr. Ms. Java (1886) |
Kapitein-luitenant ter zee F.J.
Stam |
|
Hr. Ms. Siboga (1898) |
Kapitein-luitenant ter zee G.A.
de Cocq |
|
Hr. Ms. Edi (1897) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse G.R.
van Nauta Lemke |
|
Hr. Ms. Nias (1895) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse J.
Albarda |
|
Hr. Ms. Assahan (1900) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse L.A.
Royen |
|
Hr. Ms. Sumbawa (1892) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
M.H.E. Sachse |
|
Hr. Ms. Ceram (1899) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse F.
Smit |
|
Hr. Ms. Koetei (1898) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse J.J.
Rambonnet |
|
Hr. Ms. Flores (1887) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
G.C.D. Baron van Hardenbroek van Ammerstol |
|
Hr. Ms. van Gogh (1898) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse F.
Both |
|
Vischtorpedoboten: |
Torpedodienst Hr. Ms. Cerberus (1888) Hr. Ms. Hydra (1900) Hr. Ms. Scylla (1900) Hr. Ms. Python (1902) Hr. Ms. Sphinx (1903) Hr. Ms. Minotaurus (1902) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse W.
Cornelis |
Opnemingsvaartuig: |
Hr. Ms. van Doorn (1901) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse H.M.
van Straaten |
Auxiliair Eskader |
||
Pantserschip: |
Hr. Ms. Koningin Regentes (1900) |
Kapitein-luitenant ter zee W.A.
Mouton |
Pantserdekschepen: |
Hr. Ms. Noord Brabant (1899) |
Kapitein-luitenant ter zee
H.J.F. Michelhoff |
Hr. Ms. Gelderland (1898) |
Kapitein-ter-zee J.H. Calmeijer |
|
Hr. Ms. Utrecht (1898) |
Kapitein-ter-zee B. Brutel de la
Riviére |
|
Hr. Ms. Holland (1896) |
Kapitein-ter-zee H.P. Netscher |
Zeemacht
Nederlands-Indië (1933) |
Vice-Admiraal J.F. Osten |
|
Eskader in Nederlands-Indië |
Kapitein-ter-zee M.H. van Dulm |
|
Kruisers: |
Hr. Ms. Java (1921) |
Kapitein-luitenant ter zee
J.T.A.J. Bruinsma |
Hr. Ms. Sumatra (1920) |
||
Groep
Torpedobootjagers: |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse K.W.F.M. Doorman | |
Hr. Ms. Witte de With (1928) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse Karel Willem Frederik Marie Doorman | |
Hr. Ms. van Galen (1928) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse H. Pitloo | |
Divisie
Onderzeeboten: |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse A.S. Pinke | |
Hr. Ms. K IX (1922) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
H.C.W. Moorman |
|
Hr. Ms. K X (1923) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
P.J.G. Huijer |
|
Hr. Ms. K XI (1924) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse A.S.
Pinke |
|
Hr. Ms. K XIII (1924) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Antonie Jacobus Bussemaker |
|
Commandement der Marine |
Kapitein-ter-zee D. Scalongne |
Soerabaja |
Dienst
conservatie torpedobootjagers: |
Kapitein-luitenant ter zee P.
Eikenboom |
|
Hr. Ms. Piet Hein (1927) |
||
Hr. Ms. Evertsen (1926) |
||
Hr. Ms. de Ruijter (1926) |
||
Hr. Ms. Kortenaer (1927) |
||
Artillerie Instructieschip: |
Hr. Ms. De Zeven Provinciën
(1909) |
Kapitein-luitenant ter zee J.J.
Dikkers |
Mijnendienst: |
Kapitein-luitenant ter zee
C.C.F. Jager |
|
Hr. Ms. Krakatau (1924) |
Kapitein-luitenant ter zee C.C.F. Jager | |
Hr. Ms. Serdang (1897) |
||
Hr. Ms. Prins van Oranje (1931) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
F.S.W. de Ronde |
|
Hr. Ms. Hercules (1910) |
||
Hr. Ms. Pro Patria (1922) |
||
Hr. Ms. A (1929) |
||
Hr. Ms. B (1929) | ||
Hr. Ms. C (1929) | ||
Hr. Ms. D (1929) | ||
Onderzeedienst: |
Kpitein-luitenant ter Zee E.A.
Vreede |
|
Hr. Ms. K II (1919) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
C.J.W. van Waning |
|
Hr. Ms. K IV (1920) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse J.H.
Solkesz |
|
Hr. Ms. K XII (1924) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse J.C.
d'Engelbronner |
|
Hr. Ms. K V (1919) |
||
Hr. Ms. K VI (1920) |
||
Hr. Ms. K VII (1921) |
||
Hr. Ms. K VIII (1922) |
||
Torpedo-Motorboten: |
Hr. Ms. TM I (1927) |
|
Hr. Ms. TM II (1927) | ||
Hr. Ms. TM III (1927) | ||
Hr. Ms. TM IV (1927) | ||
Inrichtingen: |
Marinekazerne-Oedjoeng |
Kapitein-luitenant ter zee
W.J.D. Postumus |
Marinekazerne-Goebeng |
Luitenant-kolonel der Mariniers
C.J.O. Dorren |
|
Marinevliegkamp Soerabaja |
||
Marinevliegkamp Tansjoengpriok |
||
Flottieljevaartuigen |
Hr. Ms. Flores (1925) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse H.
Vreedenberg |
Hr. Ms. Soemba (1925) |
||
Opnemingsvaartuigen |
Hr. Ms. Tydeman (1916) |
|
Hr. Ms. Willebrord Snellius
(1928) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse J.
Tissot van Patot |
|
Kweekschool voor Inlandse
Schepelingen |
Kapitein-luitenant ter zee J.A.
Kruijs |
Makassar |
Schepen voor bijzondere Diensten |
Hr. Ms. Pelikaan (1921) |
|
Hr. Ms. Draak (1907) |
||
Hr. Ms. Krokodil (1907) |
||
Hr. Ms. Zeeslang (1907) |
||
Hr. Ms. Panter (1914) |
Zeemacht
Nederlands-Indië (1939) |
||
Eskader in Nederlands-Indië |
||
Opleidingsschip: |
Hr. Ms. Soerabaja (1909) |
|
Kruisers: |
Hr. Ms. De Ruyter (1935) |
|
Hr. Ms. Java (1921) |
Kapitein-ter-zee
Henri Jan Bueninck |
|
Kanonneerboten: |
Hr. Ms. Flores (1925) |
Luitenant-ter-zee 1e klasse
Jacques Corneille Albert Scholte |
Hr. Ms. Soemba (1925) |
||
Torpedobootjagers: |
Hr. Ms. van Ghent (1926) |
|
Hr. Ms. Evertsen (1926) |
Luitneant-ter-zee 1e Klasse
Lambert Jan Goslings |
|
Hr. Ms. Kortenaer (1927) |
||
Hr. Ms. Piet Hein (1927) |
||
Hr. Ms. van Galen (1928) |
||
Hr. Ms. Witte de With (1928) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Meynard Margaretus Merens |
|
Hr. Ms. Banckert (1929) |
||
Hr. Ms. van Nes (1930) |
||
Mijnenleggers: |
Hr. Ms. Serdang (1897) |
|
Hr. Ms. Pro Patria (1922) |
||
Hr. Ms. Krakatau (1924) |
||
Hr. Ms. Prins van Oranje (1931) |
||
Hr. Ms. Gouden Leeuw (1931) |
||
Onderzeeboten: |
Hr. Ms. K VII (1921) |
|
Hr. Ms. K VIII (1922) |
||
Hr. Ms. K IX (1922) |
||
Hr. Ms. K X (1923) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Carel Wessel Theodorus baron van Boetzelaer |
|
Hr. Ms. K XI (1924) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Henri Charles Besancon |
|
Hr. Ms. K XII (1924) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Martinus Albert Johan Derksema |
|
Hr. Ms. K XIII (1924) |
||
Hr. Ms. K XIV (1932) |
||
Hr. Ms. K XV (1932) |
||
Hr. Ms. K XVI (1933) |
||
Hr. Ms. K XVII (1932) |
Luitenant-ter-zee 2e klasse
Armand van Karnebeek |
|
Hr. Ms. K XVIII (1932) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Carel Adrianus Johannes van Well Groeneveld |
|
Opnemingsvaartuigen: |
Hr. Ms. Tydeman (1916) |
|
Hr. Ms. Willebrord Snellius
(1928) |
||
Mijnenvegers: |
Hr. Ms. A (1929) |
|
Hr. Ms. B (1929) | Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Cornelis Johannes Rameau |
|
Hr. Ms. C (1929) | Luitenant-ter-zee 2e Klasse S.N.
Scheltema |
|
Hr. Ms. D (1929) | Luitenan-ter-zee 2e Klasse
Johannes Jacobus Sem "Han" van Alphen |
|
Hr. Ms. Jan van Amstel (1936) | ||
Hr. Ms Pieter de Bitter (1936) | ||
Hr. Ms. Abraham Crijnssen (1936) | Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Eugenius Cornelis Johannes van der Horst |
|
Hr. Ms. Eland Dubois (1936) | Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Johannes Abraham Agelink van Rentergem |
|
Torpedomotorboten: |
Hr. Ms. TM I |
|
Hr. Ms. TM II |
||
Hr. Ms. TM III |
||
Hr. Ms. TM IV |
Koninklijke Marine in Nederlands-Indië
(1941) |
||
Opperbevel: |
Vide-admiraal
Conrad Emil Lambert Helfrich |
Batavia, Java |
Marine Departement: |
Batavia, Java |
|
Afdeeling Personeel der Zeemacht
(1e Afdeeling) |
Kapitein-ter-zee W.A. de Jong |
|
Afdeeling Materieel der Zeemacht
(2e Afdeeling) |
Kapitein-ter-zee Abraham Gerard
Vromans |
|
Afdeeling Administratieve Dienst
der Zeemacht (3e Afdeeling) |
Hoofdofficier van Administratie
1e Klasse J.G. van Kregten |
|
Afdeeling Geneeskundige Dienst
der Zeemacht (4e Afdeeling) |
Hoofdofficier van Gezondheid 2e
Klasse V.M.J. Kettlitz |
|
Afdeeling Burgerlijke
Administratie (7e Afdeeling) |
Administrateur J.H. Fockens |
|
Afdeeling Staf der Zeemacht |
Kapitein-ter-zee
Johan Jasper Abraham van Staveren |
|
Afdeeling Handelsbescherming van
het Bur. Zeeverkeer |
Kapitein-luitenant ter Zee
Johannes Jakobus Lukas Willinge |
|
Commandement der Marine: |
Soerabaja |
|
Commandant |
Kapitein-ter-zee Pieter Koenraad |
|
Adjudant |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse J.J.
Quéré |
|
Chef van de Staf |
Kapitein-luitenant-ter-zee Jan
Hajo Solkesz |
|
1e Stafofficier |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Christiaan Jan Willem van Waning |
|
Gasdienst der Marine |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Gijsbertus Petrus Küller |
|
Geneeskundige Dienst der Marine |
Hoofdofficier van Gezondheid 2e
Klasse V.M.J. Kettlitz |
|
Onderzeedienst |
Kapitein-ter-zee Hermanus Pitlo |
|
Torpedo-atelier |
Kapitein-luitenant-ter-zee
Johannes Jan van der Have |
|
Marinekazerne Oedjoeng |
Kapitein-ter-zee A.M. Hekking |
|
Marinekazerne Goebeng |
Luitenant-kolonel der Mariniers
Mattheus Reindert de Bruyne |
|
Dienst der Torpedo-Mootorboten |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse P.A.
Riedel |
|
Onder direct bevel
Opperbevel: |
Vide-admiraal
Conrad Emil Lambert Helfrich |
|
Commandant Maritieme Middelen
Tandjongpriok |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
P.F.M. van de Lint |
|
Commandant Maritieme Middelen
Tjilatjap |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
B.J.G. Schokking |
|
Commandant Maritieme Middelen
Balikpapan |
Kapitein-luitenant-ter-zee H.C.
Nieuwenhuisen |
|
Commandant Maritieme Middelen
Tarakan |
Kapitein-luitenant-ter-zee
Frederik Hendrik Vermeulen |
|
Commandant Maritieme Middelen
Ambon |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse J.
Luske |
|
Radiodienst der Marine |
Kapitein-luitenant-ter-zee J.B.
Meyer |
|
Mijnendienst |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse J.H.
van Rinkhuyzen |
|
Inspectie van de
Marinestoomvaartdienst |
Hoofdofficier 2e Klasse M. de
Vries |
|
Sociale Zaken |
Kapitein-ter-zee H. Spits |
|
Vlootpredikant |
Ds. S. Oegema |
|
Vlootaalmoezenier |
J.J. Bruno |
|
Vlootgodsdienstleraar |
J.J. Westplat |
|
Koninklijk Instituut voor de
Marine |
Schout-bij-nacht Gerhard Wilhelm
Stöve |
|
Marine Etablissement |
Directeur C.W. Heringa |
|
Eskader in Nederlandsch-Indië |
||
Opperbevel: |
Vice-Admiraal Karel
Doorman |
Batavia, Java |
Adjudant: |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Rudolph Maximiliaan Crommelin |
|
Chef van de Staf: |
Kapitein-ter-zee L.G.L. van der
Kun |
|
1e Stafofficier: |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse L.G.
Veldman |
|
Secretaris: |
Officier van Administratie 1e
Klasse J.F. Staverman |
|
Kruiserdivisie: |
||
Hr. Ms. De Ruyter (1935) |
Kapitein-luitenant-ter-zee
Eugène Edouard Bernard Lacomblé |
|
Hr. Ms. Tromp (1937) |
Kapitein-luitenant-ter-zee Jan
Balthazar de Meester |
|
Hr. Ms. Java (1921) |
Kapitein-ter-zee
Philippus Bernardus Maria van Straelen |
|
Hr. Ms. Sumatra (1920) |
Kapitein-luitenant-ter-zee Johannes Jakobus Lukas Willinge | |
Torpedobootjagerdivisie: |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Frits Johan Everhardus Krips |
Soerabaja, Java |
Hr. Ms. van Ghent (1926),
vlaggenschip |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Pieter Schotel |
|
Hr. Ms. Kortenaer (1927) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Antonie Kroese |
|
Hr. Ms. Witte de With
(1928) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Pieter Schotel |
|
Hr. Ms. Piet Hein (1927) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Jan Marie Lodewijk Ignatius Chömpff |
|
Hr. Ms. Banckert (1929) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Lambert Johan Goslings |
|
Hr. Ms. Evertsen (1926) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Walburg Marius de
Vries |
|
Hr. Ms. van Nes (1930) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Charles Albertus Lagaay |
|
Onderzeebootflottielje: |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Antonie Jacobus
Bussemaker |
Soerabaja, Java |
Hr. Ms. Zuiderkruis (1923) |
Gezaghebber W.F. van Rooy |
|
Hr. Ms. K VII (1921) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Petrus Johannes Mulder |
|
Hr. Ms. K VIII (1922) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Martinus Albert Johan Derksema |
|
Hr. Ms. K X (1923) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Paul Gijsbertus de Back |
|
1e Onderzeebootdivisie |
||
Hr. Ms.
O 16 (1936) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Antonie Jacobus
Bussemaker |
|
Hr. Ms.
K XVII (1932) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Henri Charles
Besancon |
|
Hr. Ms.
K XVIII (1932) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Carel Adrianus Johannes van
Well-Groeneveld |
|
2e Onderzeebootdivisie |
||
Hr. Ms.
K XIII (1924) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Martinus Albert Johan Derksema |
|
Hr. Ms.
K XII (1924) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Henry Christopher John
Coumou |
|
Hr. Ms.
K XI (1924) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse A.H.
Derketh |
|
Hr. Ms.
K IX (1922) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Paul Gijsbertus de Back |
|
3e Onderzeebootdivisie |
||
Hr. Ms.
K XIV (1932) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Pieter Andréa Mulock van der Vlies Bik |
|
Hr. Ms.
K XV (1932) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Carel Wessel Theodorus Baron van
Boetzelaer |
|
Hr. Ms.
K XVI (1933) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Louis Jan Jarman |
|
4e Onderzeebootdivisie |
||
Hr. Ms.
O 19 (1938) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Frederik Johan Adolf
Knoops |
|
Hr. Ms.
O 20 (1939) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Pieter Gerardus Johan
Snippe |
|
Nederlands-Indië Dienst der Scheepvaart |
||
Hoofdkwartier |
Chef Inspecteur J. Kuyper |
|
Dienst der Gewestelijke
Vaartuigen |
||
Hr. Ms. Albatros (1912) |
||
Hr. Ms. Aldebaran (1913) |
||
Hr. Ms. Bellatrix (1915) |
||
Hr. Ms. Deneb (1939) |
||
Hr. Ms. Canopus 1916) |
||
Hr. Ms. Eridanus (1922) |
||
Hr. Ms. Fomalhaut (1923) |
||
Hr. Ms. Gemma (1920) |
||
Hr. Ms. Valk (1930) |
||
Hr. Ms. Wega (1923) |
||
Hr. Ms. Castor (1915) |
||
Hr. Ms. Orion (1912) |
||
Hr. Ms. Tarakan (Loodslichtschip
Tarakan ?) |
Luitenant ter zee 2e klasse
H.J.A. Deijmann |
|
Hr. Ms. Tydeman (1916) |
||
Hr. Ms. Willebrord Snellius
(1928) |
||
Hr. Ms. Zeefakkel |
||
Dienst der Bebakening
en Kustverlichting |
||
Hr. Ms. Digoel (1941) |
||
Hr. Ms. Hoofdinspecteur Zeeman
(1909) |
||
Hr. Ms. Pollux (1922) |
||
Gemilitariseerde Gouvenementsmarine |
Vice-admiraal Helfrich |
Batavia, Java |
Hr. Ms. Soemba (1925) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Petrus Johannes Gerrit Huijer |
|
Hr. Ms. Batak (1931) |
||
Hr. Ms. Belang (1936) |
||
Hr. Ms. Biaro (1936) |
||
Hr. Ms. Boenakan (1936) |
||
Hr. Ms. Kasuaris (1938) |
||
Hr. Ms. Pehe (1941) |
||
Hr. Ms. Semarang (1933) |
||
Hr. Ms. Simson (1932) |
||
Hr. Ms. Tamako (1938) |
||
Hr. Ms. Koning der Nederlanden
(1874) |
||
Hr. Ms. TAN 1 (ms Paula (1927)) |
||
Hr. Ms. TAN 2 (ms Juno (1912)) |
||
Hr. Ms. TAN 3 (ss Djirak (1928)) |
||
Hr. Ms. TAN 4 (ss Pendopo (1930)) |
||
Hr. Ms. TAN 5 (ms Aldegonda
(1931)) |
||
Hr. Ms. TAN 6 (ms Josefina
(1928)) |
||
Hr. Ms. TAN 7 (ss Benakat (1935)) |
||
Hr. Ms. TAN 8 (ms Petronella
(1927)) |
||
Hr. Ms. BEN 1 (ms Minjak (1937)) |
||
Hr. Ms. BEN 2 (m.s. Moesi (1930)) |
||
Hr. Ms. BEN 3 (ms Asahan (1933)) |
||
Hr. Ms. BEN 4 (ms Mampawa (1929)) |
||
Hr. Ms. Flip |
||
Hr. Ms. Gina | ||
Hr. Ms. Jules |
||
Hr. Ms. Hector |
||
Hr. Ms. Nolly |
||
Hr. Ms. Paul |
||
Hr. Ms. Pief |
||
Hr. Ms. Rolf |
||
Hr. Ms. Tata | ||
Hr. Ms. Teddy |
||
Hr. Ms. Schouten (1941) |
||
Hr. Ms. Sloet van de Beele (s.s.
Sloet van de Beele (1914)) |
Kapitein C.L. van Dierendonck |
|
Hr. Ms. Barentsz (1941) |
||
Hr. Ms. Roggeveen (1941) |
||
Hr. Ms. Op ten Noort (1941) |
||
Hr. Ms. P1 (1939) |
||
Hr. Ms. P2 (1939) | ||
Hr. Ms. P3 (1939) | ||
Hr. Ms. P4 (1939) | ||
Hr. Ms. P5 (1939) | ||
Hr. Ms. P6 (1939) | ||
Hr. Ms. P7 (1939) | ||
Hr. Ms. P8 (1939) | ||
Hr. Ms. P9 (1940) |
||
Hr. Ms. P10 (1940) | ||
Hr. Ms. P11 (1940) | ||
Hr. Ms. P12 (1940) | ||
Hr. Ms. P13 (1940) | ||
Hr. Ms. P14 (1940) | ||
Hr. Ms. P15 (1940) | ||
Hr. Ms. P16 (1940) | ||
Hr. Ms. P17 (1941) |
||
Hr. Ms. P18 (1941) | ||
Hr. Ms. P19 (1941) | ||
Hr. Ms. P20 (1941) | ||
Hr. Ms. P21 (1941) | ||
Hr. Ms. P22 (1941) | ||
Hr. Ms. P23 (1941) | ||
Hr. Ms. P37 (1941) | ||
Hr. Ms. P38 (1941) | ||
Hr. Ms. P39 (1941) | ||
Hr. Ms. P40 (1941) | ||
Onderzeebootjagerdivisie: |
||
Hr. Ms. OJR 1 (1941) |
||
Hr. Ms. OJR 2 (1941) | ||
Hr. Ms. OJR 3 (1941) | ||
Hr. Ms. OJR 4 (1941) | ||
Hr. Ms. OJR 5 (1941) | ||
Hr. Ms. OJR 6 (1941) | ||
Torpedobootdivisie: |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Herman Cornelis Jorissen |
|
Hr. Ms. TM III (1938) |
||
Hr. Ms. TM 4 (1940) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Johan Emile Gobée |
|
Hr. Ms. TM 5 (1941) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse Jan
Gerrit Treffers |
|
Hr. Ms. TM 6 (1941) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Albertus Marinus Thomas |
|
Hr. Ms. TM 7 (1940) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Herman Cornelis Jorissen |
|
Hr. Ms. TM 8 (1940) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Eduard Herman van Rees Luitenant-ter-zee 3e Klasse A.A.F. Schmitz |
|
Hr. Ms. TM 9 (1940) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse Jan
Arend van Beusekom |
|
Hr. Ms. TM 10 (1941) |
Luitenant-ter-zee 3e Klasse
Jan Wilhelm Boon |
|
Hr. Ms. TM 11 (1941) |
Luitenant-ter-zee 3e Klasse E.J.
Hoeksel |
|
Hr. Ms. TM 12 (1941) |
Luitenant-ter-zee 3e Klasse F. Kleyn | |
Hr. Ms. TM 13 (1941) |
||
Hr. Ms. TM 14 (1941) |
||
Hr. Ms. TM 15 (1942) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Herman Cornelis Jorissen |
|
Mijnendienst: |
Commandeur J.H. van Rinkhuijsen |
|
Hr. Ms. Gouden Leeuw (1931) |
||
Hr. Ms. Prins van Oranje (1931) |
Luitenant ter zee 1e klasse
Antonie Catharinus van Versendaal |
|
Hr. Ms. Krakatau (1924) |
||
Hr. Ms. Pro Patria (1923) |
||
Hr. Ms. Serdang (1897) |
||
Hr. Ms. Willem van der
Zaan (1939) |
Luitenant ter zee der 2e klasse
Anthonie van Miert |
|
Hr. Ms. Rigel (1931) |
||
Hr. Ms. Bangkalan (1926) |
||
Hr. Ms. Soemenep (1931) |
||
1e Mijnenvegerdivisie: |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Bernardus Poortman |
|
Hr. Ms.
A (1930) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Johannes Pieter Rotgans |
|
Hr. Ms.
B (1930) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Cornelis Johannes Rameau |
|
Hr. Ms.
C (1930) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse S.N.
Scheltema |
|
Hr. Ms.
D (1930) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Johannes Jacobus Sem van Alphen |
|
2e Mijnenvegerdivisie: |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Joseph Remy Louis
Lebeau |
|
Hr. Ms.
Jan van Amstel (1937) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Peter van Willigen |
|
Hr. Ms.
Pieter de Bitter (1937) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Johannes Pieter Albertus Dekker |
|
Hr. Ms.
Abraham Crijnssen (1937) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Johannes Abraham Agelink van Rentergem |
|
Hr. Ms.
Eland Dubois (1937) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Hendrik de Jong |
|
3e Mijnenveegdivisie: |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Wilhelmus Theodorus Leonardus van
den Berg |
|
Hr. Ms.
Alor (1938) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Willem Frederik Karel Bik |
|
Hr. Ms.
Aroe (1940) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse P.
Hokke |
|
Hr. Ms.
Bantam (1938) |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
Jules Alphonse Wasch |
|
Hr. Ms.
Bogor (1940) |
Luitenant-ter-zee 3e Klasse M.A.
Mooij |
|
Hr. Ms.
Ceram (1940) |
Luitenant-ter-zee 3e Klasse
Eduard Johannes Wilhelm Jonkers Both |
|
Hr. Ms.
Cheribon (1940) |
2e Officier J.P.C.K. Vermeulen |
|
4e Mijnenveegdivisie: |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse
J.J.C.K.
Altes |
|
Hr. Ms.
Ardjoeno (1940) |
Luitenant-ter-zee 3e Klasse J.
Monteiro |
|
Hr. Ms.
Kawi (1937) |
||
Hr. Ms.
Salak (1937) |
||
Hr. Ms.
Merbaboe (1941) |
Luitenant-ter-zee 3e Klasse
P.A.H. Roozen |
|
Hr. Ms.
Rindjani (1941) |
Luitenant-ter-zee 3e Klasse
Henry Jedeloo Luitenant-ter-zee 3e Klasse L. Kuiper |
|
Hr. Ms.
Smeroe (1941) |
Luitenant-ter-zee 3e Klasse
Masselink |
|
5e Mijnenveegdivisie: |
Luitenant-ter-zee 2e Klasse J.J.
de
Wolff |
|
Hr. Ms.
Djember (1941) |
2e Officier H. van Gulpen |
|
Hr. Ms.
Djombang (1941) |
2e Officier G.J. van Loopik |
|
Hr. Ms.
Djampea (1941) |
2e Officier P.T. Geelhoed |
|
Hr. Ms.
Enggano (1941) |
2e Officier H.L.W. Kraal |
|
Hr. Ms.
Endeh (1941) |
Luitenant-ter-zee 1e Klasse
Pieter Rouwenhorst |
|
Marine Luchtvaartdienst in Nederlands-Indië |
||
Opperbevel: |
Kapitein-luitenant-ter-zee G.G.
Bozuwa |
Marinevliegstation Morokrembangan 10x Dornier Do 24K 1x Fokker T.IV 6x Fokker C.VIIw |
Reserve: |
30x Consolidated Model 28-5MNE 10x Ryan STM-S2 |
|
Vliegtuigtenders: |
||
Hr. Ms.
Arend (1930) |
||
Hr. Ms.
Fazant (1932) |
||
Hr. Ms.
Merel (1928) |
||
Hr. Ms.
Reiger (1930) |
||
Hr. Ms.
Sirius (1923) |
||
Groep-Vliegtuigen 1 |
Sambas, West-Borneo |
3x Dornier Do 24K |
Groep-Vliegtuigen 2 |
Sorong, Nieuw Guinea |
3x Dornier Do 24K |
Groep-Vliegtuigen 3 |
Morokrembangan, Java |
3x Dornier Do 24K |
Groep-Vliegtuigen 4 |
Sambas, West-Borneo |
3x Dornier Do 24K |
Groep-Vliegtuigen 5 |
Tenate, Molukken |
3x Dornier Do 24K |
Groep-Vliegtuigen 6 |
Morokrembangan, Java |
3x Dornier Do 24K |
Groep-Vliegtuigen 7 |
Tarakan, Tarakan |
3x Dornier Do 24K |
Groep-Vliegtuigen 8 |
Samboe, Sumatra |
3x Dornier Do 24K |
Groep-Vliegtuigen 11 |
aan boord van kruisers |
4x Fokker C.XIw |
Groep-Vliegtuigen 12 |
Morokrembangan, Java |
6x Fokker T.IV a |
Groep-Vliegtuigen 13 |
aan boord van torpedobootjagers |
4x Fokker C.XIw |
Groep-Vliegtuigen 14 |
Morokrembangan, Java |
5x Fokker T.IV |
Groep-Vliegtuigen 16 |
Tandjong Priok, Java |
3x Consolidated PBY-5 |
Groep-Vliegtuigen 17 |
Halong, Ambon |
3x Consolidated PBY-5 |
WH-1 Patrouille (Militaire Luchtvaart KNIL) |
Andir, Java |
3x Martin Model 139 WH-1 |
Commandant der Zeemacht in Nederlands-Indië
(CZMNI): (lijst is nog niet compleet) |
|
Vice-admiraal Engelbertus Lucas |
1 augustus 1838 - 1 maart 1942 |
Schout-bij-nacht Engelbertus
Batavus van den Bosch |
1 januari 1845 - 4 april 1848 |
Vice-admiraal Engelbert George
van der Plaat |
1852 - 1855 |
Vice-admiraal Gerhardus Fabius |
juli 1863 - januari 1868 |
Vice-admiraal Frederik Lambertus
Geerling |
1874 - 1877 |
Vice-admiraal Johannes van Gogh |
1 juni 1880 |
Schout-bij-nacht Frederik Herman
Pieter van Alphen |
31 mei 1883 - mei 1885 |
Vice-admiraal Johan Willem Binkes |
1885 - 1888 |
Schout-bij-nacht Pieter ten Bosch |
maart 1888 - 1891 |
Vice-admiraal Jhr. Jacob
Alexander Roël |
1 januari 1891 - 1 november 1894 |
Vice-admiraal Gerhardus Kruys |
1 maart 1894 - 1 december 1898 |
Schout-bij-nacht Frederik Jan
Stokhuyzen |
1898 |
Vice-admiraal A.P. Tadema |
16 maart 1902 |
Schout-bij-nacht Anthony Hendrik
Hoekwater |
1905 - 1906 |
Schout-bij-nacht J.G. Snethlage |
16 januari 1906 |
Vice-admiraal Anthony Hendrik
Hoekwater |
1909 - 1912 |
Vice-admiraal Frederik Pinke |
1914 - 1916 |
Vice-admiraal Johannes Antonius
Marinus Bron |
1916 - 1920 |
Schout-bij-nacht J.F. Osten |
20 januari 1931 |
Schout-bij-nacht Maarten Hendrik
van Dulm |
april 1934 - maart 1936 |
Vice-admiraal Hendrikus Ferweda |
1936 - 1939 |
Vice-admiraal
Conrad Emile Lambert Helfrich |
18 oktober 1939 - 2 maart 1942 |
Vice-admiraal Pieter Koenraad |
6 oktober 1945 - 21 januari 1946 |
Vice-admiraal Jacobus Lukas
Willinge |
12 januari 1946 - 25 januari 1946 |
Vice-admiraal Albertus Samuel
Pinke |
25 januari 1946 - 1 oktober 1949 |
Schout-bij-Nacht Frederik Jentje
Kist |
1 oktober 1949 - 27 december 1949 |