De Fokker C.XIw werd speciaal ontworpen om dienst te doen als boordvliegtuig van grotere Nederlandse marineschepen. De 14 MLD toestellen deden dienst vanaf vliegpark De Mok in Nederland, Nederlandse kruisers en te Morokrembangan in Nederlands-Indië. Alle toestellen gingen verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog
Voor de kruiser Hr. Ms. de Ruyter, die was uitgerust met een katapult, was de Marine Luchtvaartdienst op zoek naar een drijvervliegtuig. Hiervoor werd de Fokker C.XIw ontworpen.[1]
De C.XIw was een verkenner ontwikkeld op basis van specificaties opgesteld in 1935. Het was opgebouwd uit een gelast buizenframe, overtrokken met linnen en houten vleugels, de typische Fokker constructie. Het prototype vloog de eerste vlucht op 20 juli 1935 en werd in 1935 in Duitsland getest op een proefkatapult.[2][3]
Uiteindelijk bestelde de Marine Luchtvaartdienst (MLD) naast het prototype nog 14 toestellen. De vliegtuigen werden bij de MLD geregistreerd met de nummering W-1 tot en met W-15. Op Marinevliegkamp Veere werden de W-3 (constr.nr. 5421), W-9 (constr.nr. 5427) en W-14 (constr.nr. 5465) als lesvliegtuig gestationeerd bij de Groep Vliegtuigen 3 (GVT 3). De rest ging naar Nederlands-Indië waar ze vanaf Morokrembangan opereerden en ingezet werden op grote marineschepen. Indien de toestellen niet dienst deden als boordvliegtuig waren ze ondergebracht bij de Groep Vliegtuigen 13 (GVT 13) of Groep Vliegtuigen 14 (GVT 14).[4][5]
Tijdens de Duitse inval in mei 1940 gingen op de W-14 na alle nog in Nederland aanwezig zijnde toestellen verloren. De W-9 was al op 13 april 1940 verongelukt en de W-3 ging bij een bombardement op de Mok op 12 mei 1940 verloren. De W-14 wist uiteindelijk Engeland te bereiken en werd van daaruit naar Nederlands-Indië gestuurd.
De W-2 (constr.nr. 5420) werd in januari 1939 afgeschreven te Morokrembangang en op 1 mei 1939 werd aldaar de W-5 (constr.nr. 5423) afgeschreven. De W-6 (constr.nr. 5424) verongelukte op hetzelfde vliegkamp op 7 augustus 1940. De W-7 (constr.nr. 5425) was op 26 september 1939 al verongelukt bij Blinjoe. In december 1941 waren in Nederlands-Indië nog acht toestellen operationeel. Geen van de toestellen overleefde de oorlog. De W-12 (constr.nr. 5463) was één van de boordvliegtuigen van de Hr. Ms. de Ruyter en werd op 18 januari 1942 bij Tjepoe door Japanse jagers neergeschoten. Op dezelfde dag verongelukte de W-13 (constr.nr. 5464). De W-4 (constr.nr. 5422) ging op 1 maart 1942 op vliegkamp Morokrembangang verloren en op 2 maart de W-10 (constr.nr. 5461). Op 2 maart 1942 gingen op het meer van Lengkong de W-1 (prototype, constr.nr. 5399), W-8 (constr.nr. 5426), W-11 (costr.nr. 5462), W-14 en W-15 (constr.nr. 5466) verloren door vernieling door het eigen personeel.[6][7][8]
Type: | Fokker C.XIw |
Taak: |
verkenner |
Bemanning: |
2 |
Spanwijdte: |
13,00 meter |
Vleugeloppervlakte: |
31,70 m2 |
Lengte: |
10,04 meter |
Hoogte: |
4,50 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1.720 kg Max. gewicht: 2.550 kg |
Motor: |
1x Bristol Pegasus motor ? pk (570 kW) |
Snelheid: |
Max. snelheid: 280 km/u Kruissnelheid: ? km/u |
Bereik: |
730 km |
Plafond: |
6.500 meter |
Bewapening: |
1x 7,9 mm FN Browning (vooruit
vurend) 1x 7,9 mm FN Browning (in achterste cockpit) |
Productie: |
15 |