De Fokker C.VIIw was een drijvervliegtuig dat in 1928 was aangeschaft door de Marine Luchtvaartdienst (MLD). De toestellen deden dienst in Nederland en Nederlands-Indië. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog waren nog diverse toestellen in dienst in Nederland en in Nederlands-Indië. Enkele in Nederland gestationeerde toestellen wisten na de meidagen nog naar Engeland uit te wijken.
In 1928 bestelde de Marine Luchtvaartdienst 30 Fokker C.VIIw drijvervliegtuigen. De toestellen waren bedoeld voor de vervanging van de verouderde Berkel W-A. Het toestel was uitgerust met houten of aluminium drijvers en had een dubbele besturing om het als lesvliegtuig te kunnen gebruiken. De bovenste van de twee vleugels was vrij groot en opgebouwd uit één stuk. Het toestel bestond uit een gelast buizenframe, met linnen bekleed en houten vleugelconstructie. Er werden twee prototypen geproduceerd, deze werden met gewijzigde staart later de V-1 en V-2.[1]
De levering begon al gelijk in 1928 en de meeste toestellen werden afgebouwd op het Marine Vliegkamp Schellingwoude. Dit vliegkamp lag vlak bij de Fokkerfabriek in Amsterdam Noord waar de toestellen werden geproduceerd.
Fokker C.VIIw |
prototypen |
2 |
Fokker C.VIIw verkenner |
verkenner als boordvliegtuig |
12 (inclusief 2 prototypen) |
Fokker C.VIIw lesvliegtuig |
opleidingsvliegtuig |
18 |
De eerste bestelling volgde in mei 1928 voor twaalf verkenners. Deze twaalf Fokker C.VIIw toestellen werden naar Nederlands-Indië gezonden en werden aangedreven door een 250 pk Armstrong Siddeley Lynx motor.[2][3]
De verkenners ontvingen de registraties V-1 tot en met de V-12. De meesten dienden als boordvliegtuig aan boord van schepen van de Koninklijke Marine en kregen in Nederlands-Indië als thuisbasis Morokrembangan.
Vier toestellen werden afgeschreven voordat Japanse troepen Nederlands-Indië binnen vielen. Dit waren de V-1, V-6, V-10 en V-11. De V-13 werd in maart 1942 afgeschreven zonder oorlogsschade. De overige zeven van deze toestellen was nog in gebruik ten tijde van de Japanse inval in Nederlands-Indië. Voor zover bekend zijn deze allen verloren gegaan door gevechtshandelingen of door eigen personeel vernield.
De tweede bestelling voor lesvliegtuigen werden in 1930 en 1931 gedaan. Deze 18 toestellen met een 280 pk Lorraine Mizar motor werden gestationeerd in Nederland op het Marinevliegkamp De Mok op Texel.[4]
De lesvliegtuig gebruikte toestellen kregen de aanduidingen L-1 tot en Met L-18. Een aantal toestellen waren nog in gebruik toen op mei 1940 Duitsland ons land binnen viel. De L-6 tot en met L-9, L-11 en L-16 waren al voor of op 10 mei 1940 afgevoerd of afgeschreven. De L-1 was al in 1938 uit dienst gegaan en de L-10, L-12 en L-15 waren al eerder door ongevallen vernield. De toestellen L-2 t/m L-5, L-13, L-14 en L-18 werden op Marinevliegkamp De Mok vernield bij een luchtaanval door de Duitsers op 10 mei 1940. De L-17 was op 10 mei 1940 nog in gebruik als lesvliegtuig. Wat met dit toestel is gebeurd is nog onbekend.
Type: | Fokker C.VIIw |
Taak: |
verkenner / trainer |
Bemanning: |
2 |
Spanwijdte: |
12,09 meter |
Vleugeloppervlakte: |
37,00 m2 |
Lengte: |
9,55 meter |
Hoogte: |
4,01 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1.200 kg Max. gewicht: 1.700 kg |
Motor: |
1x Lorraine Mizar motor
(Nederland) 280 pk (280 kW) 1x Armstrong Siddeley Lynx motor (Nederlands-Indie) 250 pk |
Snelheid: |
Max. snelheid: 160 km/u Kruissnelheid: 130 km/u |
Bereik: |
800 km |
Plafond: |
3.600 meter |
Bewapening: |
1x 7,7 mm MG Browning (naar
voren vurend) 1x 7,62 mm MG Lewis (acterste cockpit) |
Productie: |
30 |