TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    Het vrachtschip m.s. Kamikawa Maru werd in 1936 op stapel gezet voor de Kawasaki KKK, ook wel K'Line genoemd. Vrij snel na de afbouw werd het schip gevorderd door de Japanse Keizerlijke Marine. Aanvankelijk werd het schip in dienst genomen als vliegtuigtender en transportschip voor vliegtuigen. In 1939 werd het schip omgebouwd tot vliegtuigmoederschip voor drijvervliegtuigen. Op 29 mei 1943 werd het schip door de Amerikaanse onderzeeboot USS Scamp (SS-277) tot zinken gebracht.

    Gegevens


    Kamikawa Maru als vliegtuigmoederschip Bron: Public Domain (onbekend)
    Gebouwd door:
    Kiel gelegd:
    Te waterlating:
    Aflevering:
    Einde:
    Kawasaki,
    Kobe
    5 augustus 1936
    13 december 1936
    15 maart 1937
    29 mei 1943
    (gezonken)
    Bouwnummer : ?





    Indeling:
    Datum in:
    Datum uit:
    Gegevens:

    15 maart 1937
    18 september 1937
    Kawasaki Kisen K. K. Line

    18 september 1937
    1 oktober 1937
    Dai-Nippon Teikoku Kaigun (Keizerlijke Marine)

    1 oktober 1937
    1 februari 1938
    Dai-san Kantai (3e Vloot)

    1 februari 1938
    1 juli 1938
    3e Luchtflottielje, Dai-go Kantai (5e Vloot)

    1 juli 1938
    5 december 1938
    Dai-san Kantai (3e Vloot)

    5 december 1938
    15 december 1938
    Shina Homen Kantai (Chinese Gebiedsvloot)

    15 december 1938
    2 juni 1941
    16e Watervliegtuigtender Divisie

    2 juni 1941
    1 februari 1942
    vlaggenschip 12e Watervliegtuigtender Divisie

    1 februari 1942
    10 maart 1942
    Dai-san Kantai (3e Vloot)

    10 maart 1942
    20 mei 1942
    Dai-Yon Kantai (4e Vloot)

    20 mei 1942
    15 april 1943
    11e Watervliegtuigtender Divisie

    15 april 1943
    29 mei 1943
    Nanto Homen Kantai (Zuidoostelijke Gebiedsvloot)


    15 juli 1943
    geschrapt van marinelijst

    Definitielijst

    Divisie
    Bestond meestal uit tussen de een en vier Regimenten en maakte meestal deel uit van een Korps. In theorie bestond een Divisie uit 10.000 - 20.000 man.

    Geschiedenis

    De kiel voor de Kamikawa Maru werd op 5 augustus 1936 gelegd op de werf van Kawasaki in Kobe. Op 13 december 1936 werd het schip te water gelaten en op 15 maart 1937 afgeleverd aan de Kawasaki Kisen K. K. Line, kortweg K'Line. Het 6.863 ton metende vrachtschip met een lengte van 146 meter werd aangedreven door een MAN-Kawasaki D7Z-70/120T dieselmotor van 9.137 pk. Hiermee kon een snelheid van 19,5 knopen (36,1 km/u) worden behaald. Het schip was de naamgever van de uit vijf schepen bestaande Kamikawa Maru-klasse.[1]


    Kamikawa Maru nog in dienst van K'Line Bron: Public Domain (onbekend)

    Als reactie op het uitbreken van de 2e Chinees-Japanse oorlog, werd op 18 september 1937 de m.s. Kamikawa Maru gevorderd door de Japanse Keizerlijke Marine. Het schip werd in dienst gesteld als tender voor watervliegtuigen onder bevel van het Sasebo chinjufu (Sasebo Marinedistrict). Al op 1 oktober werd het schip overgeheveld naar de Dai-san Kantai (3e Vloot). Vanaf 5 oktober 1937 opereerde de Kamikawa Maru bij de centraal Chinese kust en op 9 oktober kreeg het de 22e Verkenningseenheid aan boord met Nakajima E8N2 drijvervliegtuigen. Op 1 december volgde overplaatsing naar de 3e Luchtflottielje en een nieuwe thuisbasis, Takeo op Taiwan waar het schip op 26 december aankwam. Op 28 december vertrok het schip voor operaties langs de Zuid-Chinese kust.

    Op 1 februari 1938 volgde een overheveling naar de 3e Luchtflottielje onder bevel van de Dai-go Kantai (5e Vloot) en halverwege maart bevond het schip zich in Mako op de Pescadores. Vanaf 10 mei 1938 nam de Kamikawa Maru deel aan de invasie bij Amoy (Xiamen) waarbij haar vliegtuigen luchtsteun verzorgden. Vanaf 1 juli werd het schip weer ondergebracht bij de Dai-san Kantai (3e Vloot). Op 24 juli werd door de vliegtuigen van de Kamikawa Maru luchtsteun gegeven bij Japanse landingen op de oevers van de Yangtze rivier. De periode hier op volgend blijft het schip opereren bij de Chinese kust en op 5 december 1938 ontvangt de Kamikawa Maru een nieuwe rol als vliegtuigtansportschip bij de Shina Homen Kantai (Chinese Gebiedsvloot). Op 15 december echter werd het schip ingedeeld bij de nieuw gevormde 16e Watervliegtuigtender Divisie bij de 14 Kokutai (14e Marine Luchtgroep), weer bij de Dai-go Kantai (5e Vloot). In deze hoedanigheid opereerde het schip vanuit Hainan.


    Kamikawa Maru, Amoy, China, 16 juli 1939 Bron: Naval History and Heritage Command NH 82154

    Naast de Nakajima E8N2, opereerden nu ook Kawanishi E7K2 toestellen vanaf het schip. In de loop van 1939 werd de Kamikawa Maru volledig omgebouwd tot een water-vliegtuigmoederschip. Het schip ontving zes stuks 120 mm / 45 kaliber Type 10 geschut. De luchtvloot aan boord bestond nu uit vier Kawanishi E7K2 en acht Nakajima E8N2 toestellen. Het schip ontving nu een 'callsign' en wel JNJL en de vliegtuigen ontvingen de staartcode "Zl-xx". Het schip werd aanvankelijk ingedeeld bij het Sasebo chinjufu (Sasebo Marinedistrict) en op 1 april 1940 werd het ingedeeld bij de Dai-Ni Kenshi Kantai (2e Chinese Expeditievloot) tot het schip op 15 november 1940 onder bevel van de 6 Kokutai (6e Marine Luchtgroep) werd gebracht onder direct bevel van de Rengo Kantai (Gecombineerde Vloot). Op 1 december 1940 ging het schip in onderhoud in het droogdok te Nagasaki bij Mitsubishi wat tot 20 december duurde. Op 10 april 1941 volgde overplaatsing naar de 12 Kokutai (12e Marine Luchtgroep), samen met het vliegtuigmoederschip Sanyo Maru (1930) waarmee wordt geopereerd in de omgeving van Shanghai. Tussen 4 en 15 mei 1941 werd het schip voor onderhoud in het droogdok van de marinewerf in Sasebo gedokt. De Kamikawa Maru vertrok op 22 november vanuit Sasebo naar Hainan met aan boord veertien Aichi E13A1 en Mitsubishi F1M2 drijvervliegtuigen. Op 27 november kwam het schip aan in Samah en werd het weer ingedeeld bij de 12 Kokutai (12e Marine Luchtgroep) met als thuisbasis Camranh Bay in voormalig Frans Indochina.[2][3]

    Vanaf 4 december 1941 werd de Kamikawa Maru ingezet bij de invasie van Malakka en ondersteunde het de landingen van de Dai-go shidan (5e Divisie). Op 6 december werd de invasievloot ontdekt door drie Lockheed Hudson bommenwerpers van No. 1 Squadron (RAAF) bij een routinevlucht over de Zuid Chinese Zee. Vanaf de Kamikawa Maru werd een vliegtuig gelanceerd om de bommenwerpers aan te vallen, maar deze wisten zich in de wolken te verschuilen. Op 7 december werden alle toestellen van de Kamikawa Maru de lucht in gezonden voor verkenningspatrouilles ten behoeve van de landingen van de infanteristen. Hierbij ontdekte de Aichi E13A1 Zl-26 de Consolidated Catalina W8417, FY-W van No. 205 Squadron. De Catalina werd verjaagd door de Aichi en geschaduwd tot vijf Nakajima Ki-27 jagers arriveerden en de Catalina neerschoten. De bemanning van de vliegboot werden hiermee de eerste slachtoffers van de oorlog in de Pacific.[4]

    Bij de hierop volgende operaties ten behoeve van de landingen in Malakka ging één drijvervliegtuig van het schip verloren. Op 11 december werd Camranh Bay weer aangedaan voor bevoorrading en op 13 december vertrok het schip richting Borneo voor ondersteuning van de landingen op Brits Borneo. Op dat moment waren het KNIL en de MLD eveneens volop betrokken bij de strijd. Hierbij werd de vloot op 17 december 1941 aangevallen door twee Dornier Do-24 K-1 vliegboten van Groep Vliegtuigen 7 (GVT-7), de Nederlandse X-32 en X-34. De X-32 wist hierbij de Japanse torpedobootjager Shinonome (Dai-40) tot zinken te brengen. De X-34 werd door twee Mitsubishi F1M2 toestellen van de Kamikawa Maru tot een noodlanding gedwongen. Op 19 december werd de vloot aangevallen door ML-KNIL Glenn Martin Model 139 bommenwerpers van de Ie Vliegtuiggroep ML-KNIL. Vier Mitsubishi F1M2 probeerden de bommenwerpers te onderscheppen. Hierbij werd het neerschieten van de M-571 van de 2-VLG-I geclaimd. Op 20 december vielen wederom Martin Model 139 bommenwerpers, dit keer zes stuks geëscorteerd door twee Brewster Buffalo jagers, de vloot aan. Wederom werden Mitsubishi F1M2 toestellen gestuurd om de bommenwerpers te onderscheppen. Wederom werd het neerschieten van een bommenwerper geclaimd. Op dezelfde dag keerde een Aichi E13A1 niet terug van een verkenningsvlucht. Op 27 december 1941 moest een Aichi E13A1 een noodlanding maken bij het schip maar ging hierbij verloren. De Kamikawa Maru vertrok deze dag naar Camranh Bay.[5]

    Op 4 januari 1942 kwam het schip aan in Camranh Bay voor bevoorrading, waarna het op 20 januari vertrok om luchtbescherming te bieden voor een konvooi met eenheden van de Dai-juhachi Shidan (18e Divisie), op weg naar Singora en Patani. Op 1 februari werd de 12e Watervliegtuigtender Divisie opgeheven en werd de Kamikawa Maru ingedeeld bij de Dai-san Kantai (3e Vloot) en vanaf 13 februari ingezet tijdens de invasie bij Palembang, Sumatra. Hierbij werd op 16 februari met een aantal Mitsubishi F1M2 toestellen ondersteund door op land gestationeerde Nakajima Ki-27 een vlucht Glen Martin Model 139 bommenwerpers van de 3e Afdeling, IIIe Vliegtuiggroep (3-VLG-III) onderschept. Eén bommenwerper en een Mitsubishi F1M2 gingen hierbij verloren. Vanaf 1 maart 1942 werd luchtsteun gegeven aan de landingstroepen bij Bantam Bay, Merak en Ereten Wetan op Java. Hierbij raakten vliegtuigen van de Kamikawa Maru slaags met Hawker Hurricane toestellen van No. 605 Squadron. Hierbij werd het neerschieten van drie Hawker Hurricane toestellen geclaimd. Na de strijd rond Nederlands-Indië werd de Kamikawa Maru op 10 maart 1942 overgeheveld naar de Dai-Yon Kantai (4e Vloot) te Rabaul.[6]

    Op 11 maart werd naar Kure vertrokken, waarna naar Sasebo werd doorgevaren. Op 27 maart 1942 ging het schip in Sasebo in het droogdok. Op 18 april was het schip weer vertrek gereed en werd de tocht naar Truk aangevangen. Hier werd het schip ingedeeld bi de ondersteuningsvloot voor Port Moresby. Het schip deed hierbij mee aan operaties rond de Solomon eilanden en ontving het schip op 3 mei 1942 de vliegtuigen van de vliegtuigeenheid van de Kiyokawa Maru (1937) die zelf in reparatie lag. Hiermee werd luchtbescherming gegeven boven Guadalcanal. Op 6 mei 1942 werd de RAAF Consolidated Catalina A24-20 bij Port Moresby neergeschoten. Dit was vrijwel zeker een slachtoffer van twee Mitsubishi F1M2 toestellen van de Kamikawa Maru. Op 13 mei 1942 werd het schip overgeheveld naar de Dai-Yon Kantai (4e Vloot) en kwam op 24 mei 1942 aan te Saipan.[7][8][9]


    Kamikawa Maru, 1942, mogelijk gezien vanaf Kimikawa Maru Bron: Public Domain (onbekend)

    Op 28 mei 1942 werd de Kamikawa Maru met de 11e Watervliegtuigtender Divisie ingedeeld bij de invasiemacht voor Midway. De Kamikawa Maru was hiervoor uitgerust met veertien Mitsubishi F1M2 en vier Nakajima E8N2 drijvervliegtuigen. Het doel was een basis op Paaseiland te vestigen. Op 3 juni werd het konvooi door drie Boeing B-17 bommenwerpers gebombardeerd zonde dat de Kamikawa Maru werd geraakt. Op 6 juni 1942 ontving het schip bevel zich te bevoorraden en te vertrekken voor ondersteuning van de invasie van de Aleoeten. Hiertoe werd het schip met haar divisie ingedeeld bij de Rengo Kantai (Gecombineerde Vloot) en vertrok naar Kiska waar het 15 juni aankwam. De vliegtuigen van de Kamikawa Maru werden hierbij aan land gestationeerd op een basis voor watervliegtuigen. Het schip zelf moest een schuilplaats zoeken vanwege de vele luchtaanvallen. Op 27 juni werd Ominato in Japan aangedaan voor bevoorrading, waarna het schip weer naar de Aleoeten vertrok. Op 3 juli 1942 werd de ligplaats van het schip bij Agattu foor Consolidated B-24 bommenwerpers aangevallen. Hoewel het schip zelf niet werd geraakt, vielen aan boord verschillende slachtoffers door bommen die in de nabijheid van het schip explodeerden. Op 14 juli 1942 werd het schip met haar divisie ingedeeld bij de Dai-ni Kantai (2e Vloot) en vertrok voor onderhoud naar Sasebo. De vliegtuigen van het schip kregen nu een andere staartcode en wel "YII-xx". Op 15 juli aangekomen in Sasebo ging het schip in onderhoud en ontving het nieuwe Nakajima E8N2 en Mitsubishi F1M2 toestellen. Op 9 augustus 1942 kwam de Kamikawa Maru aan in Yokosuka en voegde zich weer bij de divisie. Op 28 augustus kwam het schip aan op Shortland Island, Bougainville en op 1 september werd Rabaul aangedaan. Op 4 september weer op Shortland Island werd de vliegtuiggroep gemoderniseerd. Vanaf 12 september bestond deze uit elf Mitsubishi A6M2-N en twee Mitsubishi F1M2 toestellen.[10][11][12][13]

    Vanaf 13 september was het schip operationeel rond Guadalcanal. Hierbij verleende de vliegtuigen van de Kamikawa Maru luchtsteun aan de diverse Japanse troepen op de grond en voerden ook luchtaanvallen uit op Amerikaanse troepen zoals op Henderson Field. Tijdens deze operaties gaan veel toestellen van de Kamikawa Maru verloren. Op 19 september vertrok het schip richting Japan voor reparaties en onderhoud en kwam op 1 oktober 1942 aan in Yokosuka. Tijdens de onderhoudsperiode aldaar ontving het schip een radar installatie. Op 12 oktober was het schip weer gereed en vertrok wederom richting Bougainville, waar het op 19 oktober aankwam in Buin. Tijdens het verblijf te Buin werd de haven diverse malen gebombardeerd waarbij het schip lichte schade opliep. In november 1942 werd de staartcode van de vliegtuigen weer veranderd, dit keer naar "L1-xx". Vanaf dat moment nam de Kamikawa Maru deel aan de zogenaamde Tokyo Express, de bevoorrading van Guadalcanal. Eind november vertrekt het schip naar Yokosuka voor bevoorradingen om half december weer in de omgeving van Shortland en Buin te zijn. Aangezien de vliegtuigen opereerden vanaf een landbasis werd het schip ingezet als tenderschip voor de 802 Kokutai (802e Marine Luchtgroep). Na deze inzet vertrok het schip via Truk naar Sasebo voor onderhoud waar het op 27 december 1942 in het droogdok ging.[14]

    Op 21 januari 1943 vertrok de Kamikawa Maru weer uit Sasebo, met als einddoel Shortland waar het op 29 januari aankwam. Hier raakte het schip beschadigd tijdens een bombardement door Boeing B-17 bommenwerpers op 1 februari. Het schip vertrok vervolgens naar Yokohama voor reparaties waar het op 18 februari in het dok ging. Vanaf 1 maart 1943 werd de Kamikawa Maru aangewezen als transportschip voor vliegtuigen van de 938 Kokutai (938e Marine Luchtgroep). Op 22 maart kon het schip richting Rabaul vertrekken waar het op 1 april 1943 aankwam en werd weer toegewezen aan de 11e Watervliegtuigtender Divisie. Op 15 april werd het schip onder direct bevel geplaatst van de Nanto Homen Kantai (Zuidoostelijke Gebiedsvloot) waarna het op 18 april uit Rabaul vertrok. Op 29 april 1943 werden voorraden geladen in Yokosuka en op 14 mei werd uitgevaren met Konvooi 3415 voor Truk waar het schip op 23 mei aankwam.[15]

    Op 26 mei 1943 vertrok de Kamikawa Maru uit Truk met voorraden voor Palau onder escorte van de onderzeebootjagers CH-12 en CH-37. Op 28 mei werden de schepen aangevallen door een Consolidated B-24 bommenwerper welke men met luchtafweer wist te verjagen. Nabij Kavieng, New Ireland, werd de Kamikawa Maru aangevallen door de Amerikaanse onderzeeboot USS Scamp (SS-277) welke het schip met drie torpedo's wist te raken. De Kamikawa Maru begon gelijk vol te lopen en zonk waarop de bemanning het schip verliet. Net na middernacht op 29 mei 1943 bleek het schip nog steeds rond te drijven en USS Scamp torpedeerde het nogmaals waarna het om 00.21 uur zonk. Bij het treffen kwamen 39 bemanningsleden (waaronder Kaigun Daisa (Kapitein-ter-Zee) Seitaro Hara) en drie leger militairen om het leven. Op 15 juli 1943 werd het schip geschrapt uit het marine register.[16]

    Definitielijst

    Divisie
    Bestond meestal uit tussen de een en vier Regimenten en maakte meestal deel uit van een Korps. In theorie bestond een Divisie uit 10.000 - 20.000 man.
    Guadalcanal
    Eerste eiland in de grote oceaan dat de VS veroverden op Japan tijdens WO II. Tussen augustus 1942 en februari 1943 vindt een aantal confrontaties te land, ter zee en in de lucht plaats op het eiland.
    invasie
    Gewapende inval.
    kaliber
    De inwendige diameter van de loop van een stuk geschut, gemeten bij de monding. De lengte van de loop wordt vaak aangegeven in het aantal kalibers. Zo is bv de loop van het kanon 15/24 24 ×15 cm lang.
    KNIL
    Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger (1830-1950) Benaming van het Nederlandse leger in Indonesië.
    Nagasaki
    Japanse stad waarboven de VS op 9 augustus 1945 de tweede atoombom afgooide.
    radar
    Engelse afkorting met als betekenis: Radio Detection And Ranging. Systeem voor het met elektromagnetische golven vaststellen van de aanwezigheid, afstand, snelheid en richting van voorwerpen als schepen, vliegtuigen, enz.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.
    torpedobootjager
    (Engels=destroyer) Zeer lichtgebouwd, snel en wendbaar oorlogsschip, bestemd om door verrassingsaanvallen grote vijandelijke schepen met de torpedo tot zinken te brengen.

    Technische gegevens

     Naam: Kamikawa Maru (1937)
     Callsign/Registratie:
    JNJL
     Bouwer:
    Kawasaki, Kobe
     Bouwnummer:
    ?
     Type/Klasse:
    Vrachtschip, Vliegtuigmoederschip / Kamikawa Maru-klasse
     Waterverplaatsing:
    6.853 t (standaard)
     Lengte:
    146,00 meter
     Breedte:
    19,00 meter
     Diepgang:
    9,00 meter
     Aandrijving:
    1x MAN-Kawasaki D7Z-70/120T dieselmotor
    9.137 bhp
    1 schacht
     Snelheid:
    19.5 knopen (36,1 km/u)
     Bereik:
    ? km bij ? knopen (? km/h)
     Bewapening:
    1937:
    2x1 120 mm / 45 kaliber luchtafweergeschut
    1x1 7,7 mm machinegeweren
    later:
    6x1 120 mm / 45 kaliber luchtafweergeschut
    2x1 13,3 mm machinegeweren
    12 drijvervliegtuigen
     Bemanning
    >65

    Definitielijst

    kaliber
    De inwendige diameter van de loop van een stuk geschut, gemeten bij de monding. De lengte van de loop wordt vaak aangegeven in het aantal kalibers. Zo is bv de loop van het kanon 15/24 24 ×15 cm lang.

    Bevelhebbers

    Kaigun Daisa Sentaro Omori (Kapitein-ter-Zee)
    18 september 1937
    Kaigun Daisa Masafumi Arima (Kapitein-ter-Zee)
    1 december 1937
    Kaigun Daisa Ichihei Yokokawa (Kapitein-ter-Zee)
    1 september 1938
    Kaigun Daisa Shigeaki Ando (Kapitein-ter-Zee)
    15 november 1939
    Kaigun Daisa Michiyuki Yamada (Kapitein-ter-Zee)
    1 juli 1940
    Kaigun Daisa Katsugi Hattori (Kapitein-ter-Zee)
    15 november 1940
    Kaigun Daisa Tarohachi Shinoda (Kapitein-ter-Zee)
    20 september 1941
    Kaigun Daisa Tskstomo Matsuda (Kapitein-ter-Zee)
    1 oktober 1942
    Kaigun Daisa Seitaro Hara (Kapitein-ter-Zee)
    26 april 1943 - 29 mei 1943 (omgekomen)

    Noten

    1. Gogin, 2021, pag. 54
    2. Gogin, 2021, pag. 54
    3. Bertke, 2012, pag. 395, 398
    4. Bertke, 2013, pag. 68-69, 74-75
    5. Bertke, 2013, pag. 77-85
    6. Bertke, 2013, pag. 200-209, 330-347, 360-368, 462-472
    7. Bertke, 2013, pag. 486, 494
    8. Bertke, 2014, pag. 78-105, 182-211
    9. Keith, 2015, pag. 220
    10. Herder, 2019, pag. 42-43
    11. Gogin, 2021, pag. 54
    12. Bertke, 2014, pag. 212, 307-319, 403-418
    13. Bertke, 2014 (7), pag. 96-100
    14. Bertke, 2014 (7), pag. 100-114, 207-230, 366-370, 400-404
    15. Smith, 2012, pag. 111-112, 120-122, 134-139, 153, 239-245, 268, 274
    16. Smith, 2012, pag. 367, 399-400

    Informatie

    Artikel door:
    Wilco Vermeer
    Geplaatst op:
    23-04-2022
    Laatst gewijzigd:
    11-04-2023
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde bezienswaardigheden

    Gerelateerde boeken

    Gerelateerde bezienswaardigheden