De Ie Vliegtuiggroep bij het ML-KNIL was een bommenwerpereenheid in Nederlands-Indië en was uitgerust met de Martin model 139 WH-3/3A bommenwerper. De uit twee afdelingen van elk 9 toestellen bestaande vliegtuiggroep werd tijdens de strijd tegen Japan nagenoeg geheel uitgeschakeld.
Nadat op 19 januari 1937 de eerste Glen Martin model 139 WH-1 vanaf vliegveld Andir een eerste vlucht had uitgevoerd, was in april 1937 de gehele toenmalige 2e Vliegtuigafdeling overgeschakeld van de Fokker C.V op dit nieuwe type. Deze 2e Vliegtuigafdeling werd in 1940 gebruikt voor de formering van de 1e Afdeling, Ie Vliegtuiggroep ML-KNIL (1-Vl.G.I). Met ingang van 1 maart 1939 was van de 2e Vliegtuigafdeling een groep afgesplitst die de 4e Vliegtuigafdeling ging vormen. Deze 4e Vliegtuigafdeling werd in 1940 gebruikt ter formatie van de 2e Afdeling, Ie Vliegtuiggroep ML-KNIL (2-Vl.G.I). Ter voorbereiding op de formatie van de !e Vliegtuiggroep was in 1938 op vliegveld Andir al overgegaan tot de vorming van de staf voor deze vliegtuiggroep.[1]
De aldus geformeerde Ie Vliegtuiggroep (ML-KNIL) was van oorsprong gestationeerd op vliegveld Andir, Java en werd ingesteld als een bommenwerper eenheid. De eenheid werd uitgerust met Martin model 139 bommenwerpers, een exportmodel van de Martin B-10. Aanvankelijk waren de Martin model 139 toestellen van de ML-KNIL geschilderd in de kleuren lichtblauw met gele vleugels zoals ook bij het U.S. Army Air Corps de gewoonte was. Vanaf 1938 besloot de ML-KNIL de toestellen in geval van dreiging in een "camouflage-groene" verf te zetten. Tegen juli 1940 waren alle toestellen van de vlieggroep overgespoten in deze kleur.[2][3][4]
In december 1941 was de 1e Afdeling operationeel overgebracht naar vliegveld Samarinda II op Borneo en de 2e Afdeling naar vliegveld Singkawang II. De 2e Afdeling werd vooralsnog onder Brits bevel geplaatst in verband met de Japanse aanval op de Britse bezittingen en koloniën in de regio. Vanaf 13 december voerde de 2e Afdeling verkenningsvluchten uit en op 17 december voerde de afdeling een eerste bombardementsvlucht uit op de Japanse vloot bij Miri. Het lukte niet om enig doel te treffen. Op 18 december werd de Japanse vloot bij Miri wederom door de 2e afdeling aangevallen. Dit keer werd een groot Japans schip getroffen, waarschijnlijk een transportschip. Bij de aanval ging één bommenwerper verloren. De 1e Afdeling werd op 17, 18 en 19 december voor het eerst operationeel ingezet. Op 19 december vielen de Glenn Martin Model 139 bommenwerpers van de 1e Afdeling, Ie Vliegtuiggroep (1-Vl.G.-I) en de 2e Afdeling, Ie Vliegtuiggroep (2-Vl.G.-I) van het Nederlandse ML-KNIL de Japanse invasievloot voor Brits-Borneo aan. Vier Mitsubishi F1M2 probeerden de bommenwerpers te onderscheppen. Hierbij werd het neerschieten van de M-571 van de 2-Vl.G.-I geclaimd. Die dag werden door de bommenwerpers een transportschip en een torpedobootjager beschadigd. Op het vliegveld Tarakan waren aanvankelijk drie Glenn Martin B-10 bommenwerpers, de Ie Patrouille, Patrouillegroep 'Butner', (Ie Patrouille, 1e Afdeling, Ie Vliegtuiggroep, I-1-Vl.G.-I) en vier Brewster Buffalo jagers (1e Luitenant Philippus Anthonius Christiaan Benjamins, 1e Afdeling, Ve Vliegtuiggroep, 1-Vl.G.-V), van de Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (ML-KNIL), gestationeerd. De I-1-Vl.G.-I werd nu en dan afgelost door de IIe patrouille, Patrouillegroep 'Cook' van de 2e Afdeling (III-2-Vl.G.I). De bommenwerpers van Tarakan werden in december 1941 overgebracht naar Samarinda II op Borneo omdat het vliegveld Tarakan te klein voor de bommenwerpers werd gevonden. Hun rol werd overgenomen voor drie Dornier Do 24 K vliegboren van de Groep Vliegtuigen 7 der Marine Luchtvaartdienst. Nadat op 20 en 22 december het vliegveld Singkawang II door Japanse vliegtuigen werd gebombardeerd werd de 2e Afdeling de volgende dag teruggetrokken naar vliegveld Palembang I op Sumatra. Toestellen van de 1e Afdeling bombardeerden op 25 en 26 december de Japanse vloot bij Kuching, waarbij een Japanse mijnenveger tot zinken werd gebracht.. Op 28 december lukte het echter een Japans transportschip te treffen, er ging echter ook één bommenwerper verloren.[5]
Eind december had de groep drie toestellen verloren, een mijnenveger tot zinken gebracht en ten minste een transportschip en een torpedobootjager beschadigd. De toestellen van de 2e afdeling werden naar Andir overgebracht voor reparaties. Eén patrouille werd overgeheveld naar de 1e Afdeling, waardoor de sterkte van de 2e afdeling afnam tot twee patrouilles. Vanaf 4 januari was de 1e Afdeling weer op volle sterkte met 9 toestellen. Op 11 januari 1942 vielen Japanse troepen het ten noordoosten van Borneo gelegen olie eiland Tarakan aan en ontsprong de slag om Tarakan (1942).De ML-KNIL en alle overige Geallieerde luchtstrijdkrachten kwamen rond die tijd onder bevel van het nieuwe ABDA-Command te staan en daarbinnen onder ABDA-AIR (ABDAIR). Op 10 januari werd door de 1e Afdeling een eerste aanval op de Japanse transportvloot bij Tarakan uitgevoerd, zonder enig resultaat. Twee bommenwerpers raakten echter beschadigd. Op 12 januari kon de 1e Afdeling slechts één patrouille de lucht in brengen. Bij de aanval op de Japanse vloot kon een een 'near miss' geregistreerd worden bij een torpedobootjager welke daarbij slagzij maakte. Eem bommenwerper (M-545) raakte ernstig beschadigd door aanvallende Japanse vliegtuigen, waarvan er echter ook twee werden neergeschoten. De nog inzetbare toestellen van de 1e Afdeling, werden op 13 januari uitgeleend aan de IIe Vliegtuiggroep. De strijd boven Tarakan had de nodige verliezen opgeleverd en op 15 januari werden de op Samarinda II aanwezige bommenwerpers gereorganiseerd. De 1e Afdeling van de Ie Vliegtuiggroep zou op Samarinda II blijven, de rest zou vertrekken. Om op sterkte te blijven werden alle operationele toestellen van de IIe Vliegtuiggroep aan hen overgedragen. Hiermee konden vier patrouilles worden opgesteld.[6]
Op 20 januari begonnen Japanse troepen vanuit Brits Borneo over land met hun opmars in de richting van het in december ontdekte vliegveld Singkawang II. Deze opmars verliep niet vlot door de dichtbegroeide oerwouden van Borneo. Op 31 januari werd de volle aanval op Borneo ingezet toen Japanse troepen landden nabij Balikpapan. De vloot werd al op 23 januari ontdekt door een patrouille van de 1e Afdeling, die direct voor de aanval koos, zonder enige treffer te plaatsen. Diezelfde dag ondernam de gehele afdeling een vernieuwde bomaanval, die tevens geen succes bracht. Een tweede aanval hier kort achteraan resulteerde echter wel in treffers. Desondanks werd 'slechts' één transportschip, de s.s. Nana Maru, tot zinken gebracht tegenover het verlies van één bommenwerper. Op 24 januari werd bij een volgende bomaanval van de 1e Afdeling wederom een transportschip tot zinken gebracht. In de middag trok de afdeling er weer op uit, dit keer geen enkel succes boekend. Het vliegveld Samarinda II lag op datzelfde moment echter herhaaldelijk onder vijandelijk vuur van aanvallende Japanse jachtbommenwerpers. De op 25 januari uitgevoerde bomoperaties hadden eveneens weinig succes, dit keer door het steeds sterker wordende Japanse luchtoverwicht. De verliezen waren dusdanig dat men besloot de bommenwerpers van Borneo terug te trekken en men kreeg opdracht alle toestellen over te brengen naar vliegveld Mandai bij Makassar (Celebes). De situatie aldaar was echter zo slecht dat besloten werd om de 1e Afdeling door te laten gaan naar Andir.[7]
De 1e Afdeling van de Ie Vliegtuiggroep had op 4 maart 1942 nog één toestel (M-542) over, welke echter in reparatie en derhalve niet meer inzetbaar was en pas vanaf 7 maart inzetbaar werd. De organisatorische structuur werd echter wel in tact gehouden, evenals van de 2e Afdeling. Doel was dat de verliezen zouden worden opgevangen door nieuwe North American B-25 C bommenwerpers. Deze zouden na een korte opleiding door eigen bemanningsleden worden overgevlogen uit Australië of Brits-Indië. Door de ontwikkelingen in Nederlands-Indië tijdens de Japanse invasie kwam hier niets meer van terecht.[8]
De traditie van de 2e Afdeling, Ie Vliegtuiggroep ML-KNIL werd vanaf 15 februari 1960 voortgezet door het No. 223 Squadron (Geleidewapensquadron), dat echter per 22 juni 1984 werd opgeheven.[9]
Ie Vliegtuiggroep |
Vliegveld Andir,
Bandoeng, Java (namen voor zover bekend) |
|
1e
Afdeling (1-VLG-I) |
9× Martin model 139 WH-3/3A (+2
reserve) |
vliegveld Andir, Java later
vliegveld Samarinda II, Borneo Commandant: Kapitein-vlieger Willem Frederik Hendrik van Rantwijk |
Piloten: |
Vaandrig-vlieger waarnemer A.J. Andriessen Sergeant-vlieger Peter Mathis Hendrikus Baten 1e Luitenant-vlieger waarnemer Johannes Cornelis Beckman (patrouillecommandant) Vaandrig-vlieger waarnemer René Belloni Sergeant-vlieger D.Th. de Bont Sergeant-vlieger Willem Pieter Borsje Vaandrig-vlieger waarnemer H.G. Bouwens Sergeant-majoor vlieger F. van den Broek Sergeant 2e bestuurder Bub 1e Luitenant-vlieger waarnemer Jan Andreas Butner Sergeant 2e bestuurder Buys Sergeant 2e Bestuurder Pieter Adriaan Cramerus (vanaf 27-12-1941) 1e Luitenant-vlieger waarnemer Christiaan Georg Philippus Dietz Sergeant-vlieger Dirk Greveling 2e Luitenant-vlieger waarnemer E.E. Harders (patrouillecommandant tot 20-12-1941) Sergeant-vlieger F.A. van Hien Vaandrig-vlieger Rudolf Jacobs Sergeant-vlieger W.E.F. Janssen (Dirk?) Sergeant-vlieger J. van Kruiselbergen (vanaf 27-12-1941) Sergeant-majoor-vlieger J.C.J.M. Lippman Vaandrig-vlieger waarnemer C.H. Nivo 1e Luitenant-vlieger waarnemer Frits Jan Willem den Ouden (20-12-1941: patrouillecommandant) Sergeant 2e bestuurder Roozeboom |
|
Waarnemers/Bommenrichters |
1e Luitenant-waarnemer
Karel Akkerman Sergeant-bommenrichter Albert Hendrik Cannoo Brig. bommenrichter T.C.L. Croes Sergeant-bommenrichter L.A. van den Eijk 1e Luitenant-waarnemer Reinier Emil Jessurun Kapitein-waarnemer Gerhard Sietse Vrijburg (12-01-1942 naar Commando ML-KNIL) |
|
Luchtvaart radiotelegrafisten |
Korporaal lvrt
Willem Marinus Dominicus van Dijk Brig. lvrt. C. van Haren Korporaal lvrt Adonick Wilhelm Kautz Brig. lvrt Jacobus Pierre Emile Knops Brig. lvrt. W.G. Kuyper (10-01-1942 naar grondstation) Sergeant-majoor P. Lok Korporaal lvrt. Z. Rambing Brig. lvrt. G.A. Stalpers Brig. lvrt. C.J. van der Weert Sergeant lvrt. H.G.J.A. van Weezel Brig. Lvrt. Marten IJzerman (vanaf 27-12-1941) |
|
Monteurs: |
Sergeant-monteur
P.J. Bakker Sergeant-monteur Dirk Jacobus Johannes Berkhout Sergeant monteur W. Bloemhof Sergeant-monteur M.B. Cloesmeijer Sergeant-monteur Wilhelmus Franciscus Hieronymus van Crasbeek (vanaf 27-12-1941) Sergeant-Majoor monteur W.H. Goudswaard Sergeant-monteur Gerrit Hendrik Horstman Sergeant-Majoor monteur K.B.A. Karssen (patrouillemonteur) Sergeant-monteur Jacobus Wilhelmus Korver Sergeant-monteur J.P.G. Krekelberg Sergeant-monteur Ebele van der Lei Sergeant-monteur Johan Adriaan Mol Sergeant-monteur Joachim Pieschel Sergeant-monteur A.A. Sitton Adjudant hoofdmonteur S.J. Snijders Sergeant-monteur Theodorus Marinus Snijders Brig. radiomonteur H.J.E. van der Ven Brig. radiomonteur A.A. Verduyn Lunel Brig. ll. mont. T.P. Weidema Sergeant-monteur M. Wijnands |
|
Helpers: |
Sergeant v.s.d. W.
Maspaitella (Chef helpers) |
|
Geweermaker: |
Sergeant geweermaker
Tanom |
|
Hulpmagazijnmeester: |
Sergeant hulp magazijnmeester
F.J. Croqué |
|
Luchtvaart-fotografen: |
Brig. Lufot H.R.
Jahn Sergeant Lufot H. Schenkel |
|
Mitrailleurschutters: |
Sergeant I mitrailleurschutter
A.F. van den Berg Soldaat mitrailleurschutter W. Bohré Sergeant I mitrailleurschutter D. Brouwer Brig. mitrailleurschutter P. Koopman Soldaat mitrailleurschutter Alfred Albertus Maaskamp Soldaat mitrailleurschutter F. Pfefferkorn Soldaat mitrailleurschutter C.W. Tampi Soldaat mitrailleurschutter van West |
|
2e
Afdeling (2-VLG-I) |
9× Martin model 139 WH-3/3A (+2
reserve) |
Commandant: Kapitein-vlieger waarnemer R. de Senerpont Domis |
Piloten: |
Vaandrig-vlieger warnemer
Jan Beens Sergeant-vlieger Louis Nicolaas Bieger 1e Luitenant-vlieger waarnemer H. van den Broek (patrouillecommandant) 1e Luitenant-vlieger waarnemer G. Cooke (patrouillecommandant) Sergeant 2e Bestuurder Pieter Adriaan Cramerus (27-12-1941 naar 1e Afdeling) Vaandrig 2e Bestuurder H. Creutzberg Sergeant-vlieger L. Davids Vaandrig-vlieger waarnemer P.C. Farret Jentink 1e Luitenant-vlieger-waarnemer Johannes Hendrik Groeneveld Sergeant-vlieger H.C. Keim Sergeant-vlieger J. van Kruiselbergen (27-12-1941 naar 1e Afdeling) Vaandrig-vlieger waarnemer J.A. Kuneman Vaandrig-vlieger waarnemer H.A.A. Pijl Sergeant-majoor-vlieger L.G. Reijns Sergeant 2e Bestuurder F. Stapel 1e Luitenant-vlieger waarnemer Jan Lodewijk Marie Theunissen (patrouillecommandant) Sergeant 2e Bestuurder J.C. van der Touw |
|
Waarnemers/Bommenrichters: |
Brig. bommenrichter
H. Calf Sergeant-bommenrichter Christiaan Francois Gobus Sergeant-waarnemer W. de Groot Kapitein-waarnemer P.J. de Jager 1e Luitenant-waarnemer J. van Loggem |
|
Luchtvaart Radiotelegrafisten: |
Brig. Lvrt. Paul
Fake Breekveldt Brig. Lvrt. Franciscus Hubertus Peter Gommans Sergeant Lvrt. J. Oosterveen (chef radiotelegrafist) Brig. Lvrt. Hendrikus Johannes Prinssen Brig. Lvrt. R. Rijnja Brig. Lvrt. J.H. Rouvroye Brig. Lvrt. Marten IJzerman (27-12-1941 naar 1e Afdeling) |
|
Monteurs: |
Sergeant-majoor monteur
J.A. Claus (patrouillemonteur) Sergeant-monteur Wilhelmus Franciscus Hieronymus van Crasbeek (27-12-1941 naar 1e Afdeling) Sergeant-monteur T. van den Dolder (patrouilemonteur) Sergeant-monteur Hendricus Joseph Theodorus Engelbert Sergeant-monteur B. Erkelens Sergeant-monteur Willem Haacke Sergeant-monteur Antonius Martinus Hage Sergeant-monteur M. Jassies Sergeant-monteur A.F. Kahle Sergeant-majoor monteur Napoleon Wilhelm Martinus Kessels (patrouillemonteur) Sergeant-monteur D. Lubach Sergeant-monteur Andreas Maarschalkerweerd Sergeant-monteur R.A. Maassen Sergeant-monteur van Muyen Sergeant-monteur Theodorus Jacobus Sebertus van der Sluijs Hoofdmonteur W. Stolk Sergeant-monteur G.N.A. Toeter Dienstplichtig hulpmonteur Soldaat W. Trebels Sergeant-monteur C.A. Utrecht Sergeant-monteur H.E. van Wijk |
|
Helpers: |
Soldaat J.
Mahulete Segeant v.s.d. Mauwa (Chef helpers) Korporaal Soekoer |
|
Geweermaker: |
Sergeant-majoor geweermaker
J.W. Derksen |
|
Officier v.b.d.: |
2e Luitenant v.b.d.
G. van Rijn |
|
Mitrailleurschutters: |
Soldaat mitrailleurschutter
van Boven Soldaat mitrailleurschutter P.A. Gemani Soldaat mitrailleurschutter C.J. Gilin Soldaat mitrailleurschutter E.C.W. Vijsma |
Ie Vliegtuiggroep |
Vliegveld Andir,
Bandoeng, Java (toestellen voor zover bekend) |
|
1e
Afdeling (1-VLG-I) |
9× Martin model 139 WH-3/3A (+2
reserve) |
vliegveld Andir, Java later
vliegveld Samarinda II, Borneo |
Toestellen: |
M-515 M-540 (+20-02-1942: verloren op de grond) M-544 (+20-02-1942: verloren op de grond) M-545 (+24-02-1942: verloren op de grond) M-547 (+10-01-1942: Bouwens, Korver, Sitton, Yzerman) M-548 M-551 (+18-12-1941:) M-554 (+05-02-1942: Nivo, v.d. Berg, Snijders, ?) M-558 (+27-01-1942: verloren op de grond) M-560 (+20-02-1942: verloren op de grond) M-573 M-579 (+25-01-1942: Samarinda II op de grond) M-5115/M-615 (+28-12-1941: Borsje, Dietz, v.d. Lei, Rambing) |
|
Secties/patrouillegroepen: |
||
Patrouille I Commandant Beckman |
M-560 M-540 M-5115 |
|
Patrouille II Commandant Butner |
vliegveld Tarakan, Oost-Borneo vliegveld Samarinda II, Oost-Borneo M-545 M-544 M-554 |
|
Patrouille III Commandant Vrijburg |
M-573 M-558 |
|
2e
Afdeling (2-VLG-I) |
9× Martin model 139 WH-3/3A (+2
reserve) |
vliegveld Andir, Java later
vliegveld Singkawang II, Borneo later Palembang I, Sumatra |
Toestellen: |
M-542 (19-03-1942: in Japanse
handen gevallen) M-555 (+23-12-1941: Beens, Engelbert, v.d. Sluys, Gommans) M-559 (+24-12-1941: verloren op de grond) M-564 (+27-01-1942: verloren op de grond) M-568 (+03-03-1942: verloren op de grond) M-571 (+18-12-1941: Groeneveld, Haacke, Gobus, Prinssen) M-578 (+16-02-1942:) M-5105/M-605 (09-03-1942: in Japanse handen gevallen) M-5114/M-614 (01-03-1942: in Japanse handen gevallen) |
|
Secties/patrouillegroepen: |
||
Patrouille I Commandant: van den Broek |
M-5114 M-571 M-578 M-571 M-542 |
|
Patrouille II Commandant Theunissen |
M-555 M-568 |
|
Patrouille III Commandant: Cooke |
vliegveld Samarinda II,
Oost-Borneo M-5105 M-559 M-564 |