Begin 1937, was de Mitsubishi A5M pas kort in dienst als de standaard jager voor de Japanse marine. Duidelijke werd al snel dat men hiermee een technische voorsprong had op landen in de omgeving, inclusief de Verenigde Staten. Japan wilde, op basis van de ervaringen uit de 2e Chinees-Japanse oorlog, deze voorsprong vergroten. Men besloot zo snel mogelijk een nog modernere jager te ontwikkelen voor de vliegkampschepen en de aan land gestationeerde marine squadrons. Dit werd uiteindelijk de Mitsubishi A6M Zero.
Op 7 december 1941 kwam voor de Amerikanen de schok dan ook hard aan. Bij de aanval op Pearl Harbor en de gevechten daarop volgend was geen enkele Amerikaanse jager opgewassen tegen dit toestel. De Amerikanen noemden dit toestel "Zeke" maar gebruikten ook vaak de Japanse benaming "Zero". Toch had deze schok niet zo groot hoeven te zijn. Al in China had Claire Lee Chennault, de Commandant van de Amerikaanse Flying Tigers die de Chinese luchtmacht ondersteunden, al kennis gemaakt met de wendbaarheid en kracht van de Mitsubishi A6M. Hij had dit tijdens een bezoek aan de Verenigde Staten in oktober 1940 ook al doorgegeven. Hier werd ogenschijnlijk niets mee gedaan.
De overmacht van dit toestel duurde totdat de Amerikanen vanuit China en de Aleoeten en van de bij Pearl Harbor neergeschoten exemplaren de informatie hadden verzameld. De studie hiervan bracht enkele ernstige zwakheden aan het licht. Toen was het snel over met de superioriteit.
Op 5 oktober 1937 werden door de Japanse marineluchtmacht aan Mitsubishi en Nakajima de specificaties verstrekt voor Prototype 12-Shi Vliegdekschip jager[1]. De ervaringen met de Mitsubishi A5M in China, deed de Japanse marine de eisen voor het prototype aanpassen. De maximale snelheid werd vastgesteld op 500 km/u op 4.000m hoogte. Gevraagd werd een jager geschikt voor vliegdekschepen, bewapend met twee 20 mm kanonnen, twee 7,7 mm machinegeweren en een bommenlast van twee 60 kg bommen[2].
Nakajima vond de nieuwe eisen, met de hen op dat moment beschikbare technieken, onhaalbaar en trok zich terug. Mitsubishi's ontwerper Jiro Horikoshi kwam echter met een ontwerp voor een geheel aluminium toestel, met door linnen overtrokken roeren. De gebruikte aluminium soort was van een speciaal licht concept ontworpen door Sumitomo Metal Industries in 1936. Het landingsstel werd intrekbaar en de cockpit boven de vleugel gesitueerd. Kenmerkend voor dit ontwerp waren de compactheid, het lichte gewicht, de aërodynamische vormen en het zeer goede uitzicht voor de piloot. Nadelig was het ontbreken van bepantsering voor vitale delen van het toestel zoals de cockpit en de brandstoftanks. Deze laatste waren tevens niet zelfdichtend.
De naam van dit toestel de Mitsubishi Marine Type 0 Vliegdekschip jager, in het Japans rei-shiki-kanjo-sentoki oftewel Mitsubishi A6M Rei-sen, was afgeleid van het jaar van in dienst treden. Raisen betekent namelijk nul jager, ofwel Zero. Het geplande jaar was 1940 wat in Japanse jaartelling het jaar 2600 was. Vanaf 1936 was Japan haar vliegtuigtypen gaan aanduiden met de laatste cijfers van het jaar volgens de Japanse, "koki" kalender. De A5M werd in 1936 in dienst genomen en kreeg de aanduiding type 96, naar het Japanse jaar 2596. Alle Japanse toestellen kregen naast hun fabriekstypering een dergelijk nummer. De fabriekstype aanduiding A6M was terug te voeren op de A voor een jachtvliegtuig gestationeerd aan boord van vliegdekschepen, de 6 voor het zesde operationele toestel in deze reeks en de M voor de fabrikant Mitsubishi. De verschillende typen kregen vervolgens een volgnummer achter de M waarbij voor de Mitsubishi A6M totaal acht typen zijn ontwikkeld. Varianten binnen een type kregen achter dit typenummer een kleine letter zoals a of b. Hiermee wordt in feite een modificatie binnen een type aangegeven.
Naast deze typering werd er vanaf 1942 een "Model" systeem ingevoerd. Het nummer dat hierbij werd gebruikt geeft in feite aan welk frame type en welke motortype er werd gebruikt. Model 21 bijvoorbeeld moest in dat geval dan worden gelezen als 2e productietype frame en 1e motortype[3].
Toen de Amerikanen vanuit China en de Aleoeten intacte en nagenoeg intacte toestellen in handen kregen en de bij de aanval op Pearl Harbor neergeschoten toestellen waren geborgen en onderzocht, kon men maatregelen nemen. Men ontdekte dat de lichtgewicht constructie beperkingen op legde aan de duiksnelheid. De grote stabilisatievinnen, voordelig voor de wendbaarheid op lagere snelheden, gingen juist weer tegenwerken bij hogere snelheden. Tevens ontdekte men dat de brandstoftanks niet zelfdichtend waren en dat de cockpit slecht bepantserd was. Hoewel diverse van dergelijke problemen zich ook bij Geallieerde toestellen voordeden, lukte het vooral om tactieken te ontwikkelen waarmee piloten de achterstand op ervaring ten opzichte van de Japanse piloten konden inlopen[4]. De A6M bleek zo in aanvang een superieur toestel te zijn. Het was het eerste jachtvliegtuig gestationeerd aan boord van vliegdekschepen, dat beter was dan welk aan land gestationeerde jager dan ook. Een superioriteit, welke Japan duur zou komen te staan. Japan dacht een zo oppermachtig wapen te bezitten, dat ontwikkelingen voor een vervanger op de lange baan werden geschoven en toen in 1943 bleek dat de "Zero" verouderd was, had men geen vervanger voor handen. De gedoodverfde opvolger, de Mitsubishi A7M was wel in ontwikkeling, maar was het stadium van prototype nog niet voorbij. Hierdoor moest de Mitsubishi A6M tot het eind van de oorlog dienst blijven doen, waardoor de totale productie uitkwam op maar liefst 10938 toestellen, het meest gebouwde Japanse toestel ooit.
Het heeft dienst gedaan op alle Japanse vliegdekschepen en bij nagenoeg alle aan land gestationeerde vliegtuigeenheden van de Japanse Marine. Bij aanvang van de vijandelijkheden in de Pacific waren nog maar enkele eskaders met het toestel uitgerust en vertrouwden nog vele marinejagerpiloten op de oude Mitsubishi A5M "Claude".
De Zero werd echter in een hoog tempo ingevoerd en zou de gehele Tweede Wereldoorlog een belangrijke kracht blijven bij de Japanse marine. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werden diverse toestellen van dit type nog ingezet bij Kamikaze operaties[5].
Typen[6]
A6M1 | Mitsubishi Marine Type 0 Vliegdekjager | Mitsubishi (2) |
A6M2a | Mitsubishi Marine Type 0 Vliegdekjager Model 11 | Mitsubishi (64) |
A6M2b | Mitsubishi Marine Type 0 Vliegdekjager Model 21 | Mitsubishi (864), Nakajima (2882) |
A6M2-N |
MItsubishi Marine Type 2
Drijverjager Model 11 |
Nakajima (327) |
A6M2-K |
Tweezitstrainer Model 21 |
Hitachi (279), Sasebo (238) |
A6M3 | Mitsubishi Marine Type 0 Vliegdekjager Model 32 | Mitsubishi (343) |
A6M3 | Mitsubishi Marine Type 0 Vliegdekjager Model 22 | Mitsubishi (560) |
A6M3a |
Mitsubishi Marine Type 0
Vliegdekjager Model 22-Koh |
Mitsubishi (?) |
A6M4 | Mitsubishi Marine Type 0 Vliegdekjager Model 32 | Yokosuka (1) |
A6M5 |
Mitsubishi Marine Type 0 Vliegdekjager Model 52
|
Mitsubishi (747), Nakajima (?) |
A6M5a |
Mitsubishi Marine Type 0
Vliegdekjager Model 52-Koh |
Mitsubishi (391), Nakajima (?) |
A6M5b |
Mitsubishi Marine Type 0 Vliegdekjager Model 52-Otsu | Mitsubishi (470), Nakajima (?) |
A5M5c |
Mitsubishi Marine Type 0
Vliegdekjager Model 52-Hei |
Mitsubishi (93), Nakajima (?) |
A6M5-K |
Tweezitstrainer |
Sasebo (7) |
A6M6 | Mitsubishi Marine Type 0 Vliegdekjager Model 53 |
Mitsubishi (1) |
A6M7 | Mitsubishi Marine Type 0 Vliegdekjager Model 63 |
Mitsubishi (?), Nakajima (?) |
A6M8 | Mitsubishi Marine Type 0 Vliegdekjager Model 54 | Mitsubishi (2) |
Het toestel was ontwikkeld rond de Mitsubishi MK-2 Zuisei 13 motor met een vermogen van 780 pk. In januari 1939 had het team het ontwerp rond en werd een prototype overgedragen aan de marine voor structurele kracht testen[7]. De testresultaten gaven aan dat de gewicht beperkende maatregelen geen nadelige gevolgen hadden voor de constructie. Het constructieteam van Mitsubishi kon nu voortgaan met de totaalconstructie van de prototypen. Op 17 maart 1939 kon in Nagoya het eerste complete prototype aan een inspectie onderworpen worden[8]. Het op dat moment nog te boek als 12-Shi staande model woog op dat moment 1566 kg, slechts iets meer dan het beoogde ontwerp. Het tweede prototype was slechts korte tijd later al gereed.
De prototypen werden uitgerust met een twee bladige in licentie gebouwde Hamilton propellers. De bewapening werd gevormd door twee in licentie gebouwde Oerlikon 20 mm kanonnen (Type99) in de vleugels en twee 7,7 mm Type 97 mitrailleurs in de neus. Op 1 april 1939 om 17.30 uur steeg testpiloot Katsumo Shima met het eerste prototype op van de vliegbasis Kagamigahara[9]. De periode er na werd het toestel door Katsumo Shima en Harumi Aratani aan vele proefvluchten onderworpen. Op basis van hun ervaringen rond vibraties met het toestel, werd besloten de twee bladige propeller te vervangen door een drie bladige. In mei 1939 werd besloten dat de motor vervangen zou worden door de Nakajima Sakae 12 en dat de productie met die motor als Mitsubishi A6M2 mocht worden aangevangen.
Op 14 september 1939 werd het eerste prototype officieel door de marine goedgekeurd en overgenomen van de fabriek[10].
Het tweede prototype vloog voor het eerst op 18 oktober 1939[11] en ging toen volop aan de proefvluchten deelnemen. Een belangrijke terugval viel de ontwikkeling ten deel toen op 11 maart 1940 het tweede prototype, op dat moment gevlogen door Masumi Okuyama, een marine testpiloot, verongelukte. Onderzoek van de marine wees uiteindelijk uit dat het ongeluk te wijten was aan een probleem met de balans met de hoogteroeren, wat Mitsubishi oploste met enkele herontwerpen[12]. Dit resulteerde in een afwijkende vorm van het staartgedeelte bij de A6M2 ten opzichte van de prototypen.
Een derde prototype dat zou worden gebouwd, is niet overgedragen aan de marine maar heeft gelijk als prototype gediend voor de nieuwe versie, de A6M2.
Technische gegevens:
Model: |
Mitsubishi A6M1 |
Taak: |
Prototypen voor Marine jager |
Bemanning: |
1 |
Afmetingen: |
Spanwijdte: 12,00 m Vleugeloppervlak: 22,44 m2 Lengte: 9,06 m Hoogte: 3,05 m |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1652 kg Geladen gewicht: 2343 kg |
Motor: |
Mitsubishi Zuisei 13 motor, 780
pk |
Prestaties: |
Standaard bereik: 1820 km Maximum bereik: 3000 km |
Bewapening (2e prototype): |
2 x 7,7 mm type 97 mitrailleurs
in de neus 2 x 20 mm Type 99 Model 1 Mk 3 kanonnen in de vleugels |
Aantal: |
2 |
Het derde prototype werd uitgerust met een Nakajima NK1C Sakae 12 motor van 940 pk en werd het standaardontwerp voor de eerste serieproductie, de A6M2. De eerste productie vond plaats in december 1939[13]. De bedoeling was om de snelheid op te voeren. Vliegtests begonnen op 18 januari 1940. De tests gaven duidelijk verbeteringen te zien met het oorspronkelijke ontwerp. Aan het derde toestel (eerste A6M2) tot en met het vijfde toestel werden een aantal structurele wijzigingen aangebracht. Het staartgedeelte van de romp werd breder en langer dan bij het prototype. Ook het staartstuk zelf werd aangepast. De verticale stabilisator en het roer werden opnieuw ontworpen en de horizontale stabilisatoren hoger geplaatst[14].
Vanaf het zesde toestel werd de positie van de inlaat voor de oliekoeler en de carburator gewijzigd. Vanwege de nieuwe motor was deze inlaat al verplaatst naar de onderzijde van de romp. De eerste vijf toestellen (A6M1 en A6M2) hadden één koelinlaat voor beide systemen, gescheiden door een wand in de inlaat. Vanaf het zesde toestel kregen beide systemen een eigen inlaat[15]. In juni 1940 rolden de eerste productie toestellen gebruiksklaar uit de fabriek.
Een groep van 15 voorproductietoestellen was al besteld voordat de definitieve testfase van het prototype was afgerond. De toestellen werden voor operationele tests ingezet in de 2e Chinees/Japanse oorlog. De groep ging in juli 1940 naar Mantsjoerije waar ze werden ingedeeld bij de 12 Rengo Kokutai vliegend vanaf de vliegbasis Hankow[16]. De toestellen kwamen in augustus bij Chunkin voor het eerst in actie. Op 13 september 1940 scoorde de A6M2 haar eerste luchtoverwinningen toen 13 A6M2 toestellen, onder leiding van Luitenant Saburo Shindo een groep van 27 Chinese Polikarpov I-15 en Polikarpov I-16 toestellen aanvielen. Hierbij werden alle Chinese toestellen neergeschoten zonder verlies van een Zero[17]. Omdat veel van de eerste A6M2 toestellen bestemd waren voor de strijd in China, kregen deze ook geen grijphaak die nodig was voor gebruik aan boord van vliegdekschepen.
Na deze voorserie volgden in juli 1940 de A6M2 productietoestellen voor de keizerlijke marine. Een aantal van deze toestellen werd ingezet bij de acties tijdens de invasie van Malakka en de val van Singapore. Vanaf het 34e toestel werd de uitlaat lager aangebracht (onder vijfde koelingskap)[18]
Van de A6M2 zou Mitsubishi uiteindelijk 64 toestellen bouwen. Vanaf het 25e toestel werd aan de achterzijde van de cockpit minder glas verwerkt om het afnemen van het staartstuk voor transportdoeleinden te vereenvoudigen[19]. Toen een nieuwe variant van de A6M2 werd ontwikkeld, met een aangepast frame, werd de eerste serie tot A6M2a vernoemd. Bij de invoer van de Model aanduiding werd de serieaanduiding aangevuld met Model 11, frametype 1, motortype 1(Sakae 12).
Technische gegevens
Model: |
Mitsubishi A6M2a |
Taak: |
Marine jager |
Bemanning: |
1 |
Afmetingen: |
Spanwijdte: 12,00 m Vleugeloppervlak: 22,44 m2 Lengte: 9,05 m Hoogte: 3,05 m |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1695 kg Max. Gewicht: 2338 kg |
Motor: |
Nakajima Sakae 12, 940 pk 518 liter brandstof intern (190 liter per vleugeltank en 138 liter in de romptank) 330 liter brandstof extern (droptank) |
Prestaties: |
Max. snelheid: 533 km/u Kruissnelheid: 333 km/u Plafond: 10800 m Bereik: 1609 km |
Bewapening: |
2 x 7,7 mm type 97 mitrailleurs
in de neus 2 x 20 mm Type 99 Model 1 Mk 3 kanonnen in de vleugels 2 bommen van 60 kg onder de vleugels |
Aantal: |
64 |
Hoewel zeer populair bij de piloten, volgde na het 22e A6M2 toestel de eerste aanpassing door het achterdeel van de vleugel te versterken. Na de deklandingsproeven werd eind 1940 vanaf het 65e exemplaar de buitenste halve meter van de vleugels opvouwbaar uitgevoerd[20] om de vliegtuigen beter te doen passen in de 11 meter liften van de Japanse vliegdekschepen.
Vanaf dit 65e toestel ontstond zo de A6M2b. Een groot deel van de A6M2b jagers is door de Nakajima fabrieken gebouwd tussen voorjaar 1942 en februari 1943. Naast de genoemde verbeteringen had dit type ook grotere vleugeltanks (520 liter) en externe 'droptank' (320 liter) welke het bereik aanzienlijk verbeterde[21]. Vanaf het 127e gebouwde toestel werden beweegbare uiteinden aan de rolroeren toegepast[22] wat na een ongeval in april 1941 vanaf het 326e toestel alweer werd verwijderd[23].
De A6M2 Model 21 (fabrieksnummer 3372), V-172, gevlogen door Luitenant Kikuichi Inano van de Tainan Kokutai, onderdeel van de 22 Koku Sentai, onderweg van Tainan naar Saigon, crashte bij Leichou Pantao, nabij Qian Shan, China en werd op 26 november 1941 nagenoeg intact door Chinese troepen gevonden. Het toestel werd door de AVG met Chinese kentekens en nummer P-5016 getest en later naar de Verenigde Staten gezonden[24]
Het waren de A6M2b toestellen die het meest werden ingezet bij de aanvallen op Pearl Harbor[25] en de Filipijnen. Na de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941, wisten de Amerikanen een aantal neergehaalde A6M2b toestellen te bergen. Enkele hiervan waren de Al-154 (fabrieksnummer 5289), gevlogen door Takeshi Hirano vanaf de Akagi, de BII-120 (fabrieksnummer 2266) gevlogen door Shigenori Nishikaishi vanaf de Hiryu en de BI-151 gevlogen door Luitenant Fusata Iida vanaf de Soryu.[26]
Veel kennis haalden de Amerikanen uit de A6M2b welke op 4 juni 1942 tijdens een aanval op Dutch Harbor, Aleoeten. Bij deze aanval werd de Zero, gevlogen door Tadayoshi Koga (fabrieksnummer 4593, afkomstig van de Ryujo), geraakt door Amerikaans afweer. Bij een poging een noodlanding te maken op Akutan, sloeg het toestel over de kop waarbij Koga om het leven kwam. Het toestel bleek redelijk in tact en zou, bekend staand als de Akutan Zero, de Amerikanen veel informatie verschaffen.
Mitsubishi bouwde uiteindelijk 864 A5M2b toestellen, terwijl Nakajima er 2882 fabriceerde. Nakajima had vanaf november 1941 door de Japanse marine de opdracht gekregen de A6M te gaan produceren. De Nakajima toestellen hadden een iets spitser spinner op de propeller en waren iets lichter van kleur. Beter onderscheid ontstond echter doordat Nakajima rond de Japanse rode cirkel een witte rand aanbracht[27]. Dit laatste onderscheid verviel echter toen vanaf najaar 1943 Mitsubishi de rode cirkel eveneens van een witte rand ging voorzien.
Toen de Model aanduiding werd ingevoerd, kreeg dit type de aanvullende aanduiding Model 21, frametype 2 en motortype 1 (Sakae 21)
Technische gegevens
Model: |
Mitsubishi A6M2b model 21 |
Taak: |
Marine jager |
Bemanning: |
1 |
Afmetingen: |
Spanwijdte: 12,00 m Vleugeloppervlak: 22,44 m2 Lengte: 9,06 m Hoogte: 3,05 m |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1680 kg Max. Gewicht: 2410 kg |
Motor: |
Nakajima NK1C Sakae 12, 940 pk |
Prestaties: |
Max. snelheid: 534 km/u (op 4551 m) Kruissnelheid: 333 km/u Plafond: 10000 m Bereik: 3107 km |
Bewapening: |
2 x 7,7 mm Type 97 mitrailleurs
in de neus 2 x 20 mm Type 99 Model 1 kanonnen in de vleugels 2 bommen van 60 kg onder de vleugels |
Aantal: |
3368 (740 Mitsubishi en 2628 Nakajima) |
Toen de Japanse marine behoefte kreeg om de Aichi D2A duikbommenwerpers te vervangen, werden diverse A6M2b toestellen verbouwd om als duikbommenwerper te worden ingezet. Deze toestellen kregen de toevoeging A6M2b Marine Type 0 Vliegdekschipjager Model 21-Bakusen[28]. De meesten werden ver- of gebouwd door Nakajima en velen zijn later in de oorlog ingezet bij Kamikaze acties.
Japan was één van de weinige landen die gebruik maakte van speciale tweepersoons trainerversies van haar toestellen. Met dit doel werden vanaf maart 1944[29] totaal 608 toestellen van dit type gebouwd. De A6M 2-K was ontwikkeld door de staf van 21e Dai-Nijuichi Kaigun Kokusho ofwel het 21e Marine Depot te Sasebo. Het eerste exemplaar ging in november 1943 omhoog. Het toestel bezat een tweepersoonscockpit, met dubbele bediening en de twee 20 mm kanonnen waren weggelaten om gewicht te sparen. Om de Japanse piloten discipline bij te brengen had men iets vreemds bedacht. De zitplaats voor de leerling was open gelaten en die van de trainer was afgesloten met een cockpitdak. De toestellen werden gebouwd door het Marine Depot Sasebo (238) zelf en door de Hitachi (279) fabriek[30].
Technische gegevens
Model: |
Mitsubishi A6M2-K |
Taak: |
Jagertrainer |
Bemanning: |
2 |
Afmetingen: |
Spanwijdte: 12,00 m Vleugeloppervlak: 22,44 m2 Lengte: 9,15 m Hoogte: 3,05 m |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1819 kg Max. Gewicht: 2627 kg |
Motor: |
Nakajima Sakae 12, 940 pk |
Prestaties: |
Max. snelheid: 476 km/u Kruissnelheid: 345 km/u Plafond: 10180 m |
Bewapening: |
2 x 7,7 mm type 97 mitrailleurs
in de neus 2 bommen van 60 kg onder de vleugels |
Aantal: |
508 |
In de herfst van 1940 had de Japanse marine dringend behoefte aan een jager op drijvers voor de ondersteuning van amfibische landingen en de bescherming van bases op kleine eilanden. De Kawanishi N1K was hier zeker de beste keus voor, maar zou nooit op tijd klaar zijn voor de aanval op de Verenigde Staten. De productiepartner van Mitsubishi, Nakajima kreeg de opdracht om een drijverversie van de A6M te ontwerpen[31]. Dit werd de A6M 2-N op basis van een A6M2 model 11. De Type 2 Drijverjager Model 11, zoals het toestel later zou worden genoemd had één grote centrale drijver onder de romp en twee stabiliserende drijvertjes onder de vleugels. Het drijverprincipe werd gekopieerd van de Nakajima E8N verkenner. De staart werd voor betere stabiliteit enigszins gewijzigd. Op 7 december 1941 (8 december in Japan) vloog het eerste prototype haar proefvlucht. Er werden in totaal 327exemplaren gebouwd bij Nakajima, die door de geallieerden de codenaam "Rufe" kregen. Het eerste exemplaar vloog op de dag dat Japan de aanval op de Verenigde Staten opende. Alhoewel de prestaties omlaag gingen, voldeed het toestel aan de verwachtingen en ze deden de gehele oorlog over het volledige strijdtoneel dienst. De productie werd beëindigd toen de Kawanishi N1K Kyofu gereed kwam[32]
De "Rufe"'s hebben gevlogen bij de 5e, 36ste, 452ste, Otsu, Yokohama en Yokosuka vliegtuiggroepen.
Technische gegevens
Model: |
Mitsubishi A6M2-N "Rufe" |
Taak: |
Drijverjager/verkenner |
Bemanning: |
1 |
Afmetingen: |
Spanwijdte: 12,00 m Vleugeloppervlak: 22,44 m2 Lengte: 10,13 m Hoogte: 4,30 m |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1912 kg Max. Gewicht: 2460 kg |
Motor: |
Nakajima Sakae 12, 940 pk |
Prestaties: |
Max. snelheid: 435 km/u Kruissnelheid: 295 km/u Plafond: 10000 m Bereik: 1775 km |
Bewapening: |
2 x 7,7 mm type 97 mitrailleurs
in de neus 2 x 20 mm Type 99 Model 1 Mk 3 kanonnen in de vleugels 2 bommen van 60 kg onder de vleugels |
Aantal: |
327 |
In 1941 verscheen er een nieuwe variant met een andere motor, de Nakajima Sakae 21 met een vermogen van 1130 pk. Het prototype vloog voor het eerst op 15 juli 1941[33]. Doordat de motor iets groter was, werd het frame enigszins gewijzigd zodat de motor dichter bij de cockpit terecht kwam. Hierdoor werd de hoofdtank echter iets kleiner (470 liter in plaats van 518 liter). De koeling werd herontworpen waardoor de inlaten hoger kwamen te zitten. De opvouwbare tips werden verwijderd en de vleugel gewijzigd waardoor de spanwijdte iets korter werd. De brandstoftanks in de vleugels werden vergroot tot 420 liter om de volumeafname van de hoofdtank te compenseren. De twee standaard 20 mm vleugelkanonnen (Type 99 Mark I) werden vervangen door Type 99 Mark II kanonnen. Het oppervlak van de onderzijde van de vleugels kreeg hierdoor bij de kanonnen een uitstulping.
Door al deze wijzigingen werd de snelheid iets hoger (11 km/u meer) maar nam het bereik met bijna 1000 km af. Door de kortere vleugels verbeterde echter de wendbaarheid en kon de duiksnelheid worden verhoogd tot 670 km/u. Door al deze wijzigingen bleek dit type vooral ongeschikt voor operaties over langere afstand. Piloten klaagden over de gebrekkiger wendbaarheid ten opzichte van de A6M2[34]. Van de aldus ontstane A6M3 zouden bij Mitsubishi uiteindelijk 343 toestellen worden gebouwd.
Ondanks de slechts beperkte verbeterde prestaties, werd dit type in april 1942 in productie genomen[35]. De eerste toestellen opereerden vanaf landbases op Nieuw-Guinea en de Solomoneilanden in het voorjaar van 1942. De geallieerden hadden echter voor de Slag in de Koraalzee en de Slag bij Midway hun tactieken aangepast, waardoor de overmacht van de Zero begon af te nemen. Japan kreeg hierdoor minder vliegvelden en minder vliegdekschepen in het strijdgebied tot haar beschikking en het bereik van de A6M3 bleek te klein. Hierdoor werd De A6M3 voornamelijk ingezet voor acties op kortere afstanden van de vliegbases. Om de nadelen aan te pakken werd een wijziging aan het ontwerp doorgevoerd. Hierna kreeg deze reeks A6M3 de ondertussen ingevoerde modelnummering Model 32 (3e frametype, 2e motortype-Sakae 21)
Technische gegevens
Model: |
Mitsubishi A6M3 Model 32 |
Taak: |
Marinejager |
Bemanning: |
1 |
Afmetingen: |
Spanwijdte: 11,00 m Vleugeloppervlak: 21,50 m2 Lengte: 9,06 m Hoogte: 3,51 m |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1810 kg Max. Gewicht: 2544 kg |
Motor: |
Nakajima NK1F Sakae 21 motor, 1130 pk 500 liter interne brandstof (22 liter per vleugel en 60 liter in de romp) 820 liter externe brandstof (droptank) |
Prestaties: |
Maximum snelheid: 545 km/u Plafond: 11000 m
Bereik: 2380 km |
Bewapening: |
2 x 7,7 mm type 97 mitrailleurs
in de neus 2 x 20 mm Type 99 Model 1 Mk 2 kanonnen in de vleugels 2 bommen van 60 kg onder de vleugels |
Aantal: |
343 |
Om de nadelen van het Model 32 op te vangen, werd de vleugel anders vormgegeven en kreeg het toestel weer opvouwbare vleugeltippen. De brandstoftanks werden opnieuw gepositioneerd in de vleugels en de totale interne brandstofcapaciteit werd vergroot tot 570 liter[36]. Feitelijk werd er teruggegrepen op het 2e frametype met het 2e motortype (Sakar 21). Hierdoor ontstond de A6M3 Model 22. De productie begon in november 1942 en eindigde in de zomer van 1943. Mitsubishi bouwde uiteindelijk 560 toestellen van dit type.
Technische gegevens
Model: |
Mitsubishi A6M3 Model 22 |
Taak: |
Marinejager |
Bemanning: |
1 |
Afmetingen: |
Spanwijdte: 11,00/12,00 m Vleugeloppervlak: 21,50/22,44 m2 Lengte: 9,05 m Hoogte: 3,51 m |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1807/1863 kg Max. Gewicht: 2535/2679 kg |
Motor: |
Nakajima NK1C Sakae 21 motor,
1130 pk |
Prestaties: |
Plafond: 11050 m Bereik: 2380/3300 km |
Bewapening: |
2 x 7,7 mm type 97 mitrailleurs
in de neus 2 x 20 mm Type 99 Model 1 Mk 2 kanonnen in de vleugels 2 bommen van 60 kg onder de vleugels |
Aantal: |
Model 32: 343/ Model 22: 560 |
Er werd nog een poging gedan om de A6M3 te verbeteren tot A6M3a Mitsubishi Marine Type 0 Vliegdekjager Model 22-Koh. Mitsubishi bouwde een onbekend aantal toestellen van dit type. Deze toestellen waren uitgerust met 30mm kanonnen in plaats van 20 mm[37].
Het bereik werd met het Model 22 weliswaar beter, maar de prestaties bleven achter bij de vijandelijke jagers als de Lockheed P-38, Chance-Vought F4U en Supermarine Spitfire. Om hier iets aan te veranderen werden twee A6M3 Model 32 jagers door de Dai-Ichi Kaigun Koku Gijitsusho (1e Marine luchtmacht Technisch Depot) te Yokosuka verbouwd tot experimentele toestellen met een opgevoerde motor. Het is onduidelijk of voor dit type een aanduiding werd opgesteld in de vorm van de A6M4, maar in een op 21 oktober 1942 opgesteld Japans memo wordt deze aanduiding aangehaald. Tot een productie van dit type is het echter nooit gekomen.
Als opvolger voor de A6M was ondertussen gekozen voor de Mitsubishi A7M Reppu. Dit toestel bevond zich echter nog maar in de ontwerpfase. Om de tijd te overbruggen werd de A6M3 verbeterd en ontstond de A6M5 of Marine type 0 Vliegdekjager model 52. Het toestel had sterkere vleugels gekregen met afgeknotte vleugeltips en een verbeterde Sakae 21 motor. Het prototype (fabrieksnummer 3904[38]) werd in juni 1943 geproduceerd en vloog in augustus voor het eerst. Het was in feite een omgebouwde A6M3 Model 22[39]. De eerste toestellen rolden ongeveer gelijktijdig met de Amerikaanse Grumman F6F Hellcat uit de fabrieken.
Al snel werd de A6M5 onderworpen aan diverse wijzigingen. Onderzoek lijkt aan te tonen dat de productienummers 3904 tot en met 4103 dezelfde uitlaat en koelsystemen als de A6M3 Model 22 hadden. Vanaf productienummer 4274 ontvingen de brandstoftanks CO2 brandblussers. Vanaf productienummer 4354 ontvingen de toestellen een nieuwe radio installatie wat zichtbaar werd door de wat kortere antenne[40]. Mitsubishi bouwde totaal 747 Mitsubishi A6M5 toestellen. Nakajima bouwde er veel meer, maar exacte aantallen zijn niet bekend.
Technische gegevens
Model: |
Mitsubishi A6M5 Model 52 |
Taak: |
Marinejager |
Bemanning: |
1 |
Afmetingen: |
Spanwijdte: 11,00 m Vleugeloppervlak: 21,30 m2 Lengte: 9,12 m Hoogte: 3,51 m |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1876 kg Max. Gewicht: 2733 kg |
Motor: |
Nakajima NK1F Sakae 21 motor,
1130 pk |
Prestaties: |
Max. snelheid: 554 km/u
Kruissnelheid: 370 km/u Bereik: 1922 km
Plafond: 11740 m |
Bewapening: |
2 x 7,7 mm type 97 mitrailleurs
in de neus 2 x 20 mm Type 99 Model 1 Mk 3 kanonnen in de vleugels 2 bommen van 60 kg onder de vleugels |
Aantal: |
6703 inclusief een onbekend aantal A6M6c model 53 |
Net als bij de A6M2b Model 21, werden ook van de A6M5 en de A6M5a Model 52-Koh een aantal jachtbommenwerpers als A6M5 Model 52-Bakusen geproduceerd dan wel omgebouwd, bewapend met een 250kg of 500 kg bom onder de romp[41].
In maart 1944 verscheen vanaf productienummer 4651, de A6M5a of wel Marine type 0 Vliegdekjager model 52 Koh, uitgerust met nieuwe 20 mm type 99 model 2Mk4 snelvuurkanonnen[42]. Hierdoor verdween de uitstulping onder de vleugel weer. Doordat men bij dit type problemen ondervond door de slechte bescherming voor de piloten en de lichte structuur verscheen de volgende versie al snel. Totaal werden door Mitsubishi 391 toestellen gebouwd en door Nakajima ook een onbekend aantal.
Van dit type werd ook een nachtjagerversie ontwikkeld. Deze was ontwikkeld vanuit de standaard Model 52 toestellen. Naast de standaard bewapening was echter achter de cockpit een 20 mm type 99 model 2Mk4 snelvuurkanon aangebracht welke naar voren en omhoog was gericht[43]. Doel was onder de vijandelijke bommenwerpers te gaan vliegen en deze dan neer te schieten.
Dit was de A6M5b oftewel model 52 Otsu. Eén van de twee 7,7 mm mitrailleurs was hierbij vervangen door een 13,2 mm Type 3 mitrailleur (afgeleid van de Browning[44]). In de cockpit werd voor de piloot een 45 mm pantserglas geplaatst en bij de propeller werd een grotere spinner gemonteerd[45]. De eerste van dit type kwamen in de herfst van 1944 in dienst en kan qua prestaties beschouwd worden als de beste A6M versie. In juni 1944 begon men de A6M toestellen nog voor een andere rol te gebruiken. In de slag in de Filipijnse Zee werd voor het eerst een aantal Zero's uitgerust met een bom van 250 kg in plaats van de afwerpbare brandstoftank. Echter in plaats van het afwerpen van deze bom lieten de piloten zich met toestel en al op het doel neerstorten. De kamikaze, of goddelijke wind, was geboren. Door Mitsubishi werden van dit type 470 toestellen geproduceerd en door Nakajima een onbekend aantal.
In 1944 was nog steeds de vervanger van de A6M niet gereed en werd de A6M5 uitgerust met een 13,2 mm mitrailleur op de neus, twee 13,2 mm mitrailleurs in de vleugels en twee 20 mm Type 99 Mk 4 kanonnen in de vleugels. Dit werd de A6M5c oftewel Model 52 Hei. Onder de vleugels waren nog rekken aangebracht (bij alle A6M5 versies) voor twee bommen van 60 kg in plaats van de 30 kg bij de oudere typen. Het pantserglas werd dikker (55 mm) en de eerste toestellen kwamen in september 1944 uit de fabriek[46].
Voor de Model 51-Hei werd een Sakae-21 motor aangepast en voorzien van water-methanol injectie. Hierdoor ontstond uiteindelijk een nieuwe versie, de Nakajima Sakae 31a motor die als volgende motortype bij de A6M6 en A6M7 gebruikt zou moeten worden[47]. De motor werd getest op de A6M6 maar mislukte en werd uiteindelijk niet ingezet. Mitsubishi bouwde van dit type 93 toestellen en Nakajima nog een onbekend aantal.
Naast deze verschillende versies, is de A6M5 ook uitgebracht als tweezitstrainer. Het ontwerp werd door de 21e Dai-Nijuichi Kaigun Kokusho begin 1945 ontwikkeld. Vervolgens zijn door Hitachi zeven toestellen van het type A6M5-K geleverd voor het einde van de oorlog[48].
Een laatste variant, voor wat betreft de bewapening, was de A6M5-S, oftewel Model 52 Yakan Sentoki, welke dienst deed als nachtjager. Hiertoe was achter de cockpit een 20 mm kanon aangebracht wat schuin naar voren en omhoog was gericht. De piloot ging hiermee onder en achter het doel vliegen en schoot het neer. Het is niet bekend hoeveel van deze toestellen zijn geproduceerd.
Uitgerust met een Sakae 31a motor[49] werd de A6M6 of Marine type 0 Vliegdekjager model 53.Dit type kreeg nu zelf dichtende tanks. Naast de standaard bewapening werd dit type ook uitgerust met twee lanceerrails voor raketten. De methanolinjectie van de motor, een Nakajima Sakae 31 met een tijdelijk vermogen van 1210 pk voor noodgevallen, gaf echter zeer veel problemen. Slechts één prototype is hiervan gebouwd door Mitsubishi[50].
In mei 1945 werd de A6M7 duikbommenwerperversie uitgebracht. Het doel was snel een vervanger te produceren voor de Aichi D3A Val duikbommenwerper[51]. De plaats van de afwerpbare brandstoftank onder de romp werd hierbij ingenomen door een bom van 250 kg. De extra brandstof verhuisde naar twee kleinere, afwerpbare tanks onder de vleugels. Het toestel werd speciaal ontworpen voor de kleinere vliegdekschepen, die vanaf dat moment nog de enige waren die men in de vaart had. Als aandrijving werd gekozen voor de Sakae 31 motor met een vermogen van 1130 pk bij het opstijgen. Het prototype vloog in mei 1945 en dezelfde maand ging het toestel in productie bij Mitsubishi en Nakajima[52]. Het is niet bekend hoeveel er uiteindelijk van zijn geproduceerd.
In het voorjaar van 1945 kreeg men toestemming om de nieuwe Mitsubishi MK8P Kinsei 62 motor met een vermogen van 1560 pk, in de A6M te gebruiken. Deze motor was eerst gebruikt in de Yokosuka D4Y3 jachtbommenwerper. Deze motor kon een vermogen leveren van 1560 pk. De motor was echter groter dan de eerder bij de A6M gebruikte motoren waardoor de neusbewapening werd verwijderd.
Hoewel het prototype in april 1945 heeft gevlogen en er een tweede prototype in juni was gebouwd en de productie was opgestart, werd er van de 6300 bestelde toestellen geen enkele geleverd[53]. Eén prototype viel in Amerikaanse handen aan het einde van de oorlog.
Naast inzet bij de Japanse Marine, zijn, vooral na de Tweede Wereldoorlog, toestellen ingezet bij marines en luchtmachten van een aantal andere landen.
De Republiek van China (Taiwan) gebruikte na de Tweede Wereldoorlog diverse op Formosa achtergebleven toestellen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden zowel de Nationalisten als Communisten diverse Zero's buitgemaakt en gebruikten deze tijdens de Chinese burgeroorlog.
Indonesische vrijheidsstrijders wisten bij het einde van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië een aantal A6M toestellen buit te maken. Deze werden ingezet tijdens de hierna ontstane vrijheidsstrijd tegen de Nederlandse troepen die de Nederlandse heerschappij over Nederlands Indië wilden herstellen. Na de zelfstandigheid van Indonesië werden de nog overgebleven toestellen opgenomen binnen de Indonesische luchtmacht.
Zowel de Thaise Luchtmacht als de Thaise Marine zouden na verluid diverse in Thailand achtergebleven A6M toestellen in hun bestand hebben opgenomen.
De Franse luchtmacht gebruikte na de Tweede Wereldoorlog diverse A6M2 toestellen in Indochina tussen 1945 en 1946 in de strijd tegen rebellen.