TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Caldwell, Clive Robertson "Killer"

Geboortedatum:
28 juli 1911 (Lewisham, New South Wales, Australië)
Overlijdensdatum:
5 augustus 1994 (Sydney, Australië)
Nationaliteit:
Australische

Biografie

Clive Caldwell werd op 28 juli 1911 geboren in Lewisham, in de regio van Sydney, Australië. Hij begon zijn vliegcarrière bij de Aero Club of New South Wales waar hij zich in 1938 bij aansloot. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak had hij al 11 uur solo gevlogen. Met 29 jaar melde hij zich aan bij de Empire Air Training Scheme en rondde de gehele opleiding af in Australië waar hij in januari 1941 zijn pilotendiploma behaald.

Caldwell werd naar het Midden Oosten gestuurd en ingedeeld bij het No. 250 Squadron van de RAF. Het squadron vloog in P-40 Tomahawks gevechtsvliegtuigen en werd, na een korte periode boven Syrië en Cyprus gevlogen te hebben, verplaatst naar Noord Afrika. Het was in dit theater waar Caldwell tijdens een intensieve periode van vliegen grote successen wist te behalen. Op 26 juni 1941 behaalde hij zijn eerste overwinning door het neerhalen van een Messerschmitt Bf 109. Daarna steeg zijn score snel en werd hij bekend doordat hij schietoefeningen deed, in de woestijn, op de schaduw van zijn vliegtuig. Dit werd een methode die het mogelijk maakte een schatting te maken van de uitwijking die nodig was bij het schieten op bewegende doelen.
Op 29 augustus 1941 raakte hij gewond toen hij werd aangevallen door twee Bf 109’s ten noordwesten van Sidi Barrani. Ondanks zijn verwondingen en een beschadigd vliegtuig richtte hij zich op zijn belagers en schoot hij een toestel brandend naar beneden. De piloot van het tweede toestel maakte daarna snel dat hij wegkwam. Vervolgens lukte het Caldwell om met een hevige slip de vlammen van zijn motor te doven en zijn vliegende wrak behoedzaam terug te brengen naar de vliegbasis in Sidi Haneish.
De meest succesvolle dag van Caldwell was op 5 december 1941 toen hij tijdens operatie "Crusader" in één ontmoeting vijf Junkers Ju-87’ers (Stuka’s) naar beneden haalde.

Toen Caldwell 17 vijandelijke vliegtuigen had neergehaald werd hij in januari 1942 gepromoveerd tot Squadron Leader en overgeplaatst naar het No. 112 Squadron van de RAF, om daar het commando over te nemen. In de tijd dat hij zich aansloot was het Squadron uitgerust met de inmiddels alom bekende ‘sharkmouth’ P-40 Kittyhawks gevechtsvliegtuigen. Als gevolg van zijn leiderschap, vertrouwen en koenheid had hij voortdurend succes met het No. 112 squadron, waar veel Poolse piloten waren gedetacheerd. Hij ontving daarvoor het Poolse Krzyz Walecznych (Kruis voor moed).

Toen Japan zich in de oorlog ging mengen was er in zijn geboorteland een sterke behoefte aan ervaren piloten. De Australische overheid vroeg of hij naar huis gestuurd kon worden om commandant te worden van een Wing voor de verdediging van Australië. Caldwell verliet het Midden Oosten met 19 bevestigde overwinningen, drie gedeelde overwinningen en het beschadigen van vijftien vijandelijke vliegtuigen. Voordat hij naar huis ging bracht hij nog een tijd door bij de Kenley Wing in Engeland om ervaring op te doen met het vliegen in Spitfires. Op 26 november 1942 werd Caldwell Wing-Leader gemaakt van het No.1 Fighter Wing. Deze Wing bestond uit drie Spitfire squadrons en was bekend als het "Churchill Wing". Het omvattende de squadrons No. 452 en No. 457 van de RAAF en No. 54 van de RAF. De No. 1 Fighter Wing arriveerde op 15 januari 1943 in Darwin en was uitgerust met Spitfires Vc Trop. die de codenaam "Capstans" hadden. De Wing vloog operaties boven Noord Australië en was betrokken bij de verdediging van Darwin. Op 2 maart 1943 behaalde hij, terwijl hij een patrouille vlucht leidde met 6 Spitfires, zijn eerste overwinning op een Japans vliegtuig. Net nadat ze land in zicht hadden gekregen ontdekte hij 6 Japanse Nakajima B5N "Kate" duikbommenwerpers die geëscorteerd werden door 12 Mitsubishi A6M Zero-Sen "Zero" gevechtsvliegtuigen en hun aanval aan het voorbereiden waren op Geallieerde schepen in de Arafura Zee net ten noorden van Darwin. De 5 Spitfires volgden hun leider en vielen aan. Ze verjaagden de indringers, maar niet nadat Caldwell 1 Zero gevechtsvliegtuig en 1 Kate duikbommenwerper had vernietigd. Met het vernietigen van 8 Japanse vliegtuigen was zijn aantal overwinningen in augustus 1943 gestegen tot 28,5. Hij werd onderscheiden met de Distinguished Service Order en aangewezen als Chief Flying Instructor bij No. 2 Operational Training Unit.
In mei 1944 werd Caldwell weer operationeel gestationeerd en werd hij aangewezen als Wing Leader bij het No. 80 Fighter Wing. Deze eenheid bestond uit het No. 79, No. 452 en No. 457 squadron en was uitgerust met Spitfire Mk VIII te Morotai. Deze eenheid werd veelal ingezet bij grondaanvallen en niet bij luchtgevechten. Voor Caldwell en andere gevechtspiloten hield dat in dat ze geen kans hadden om hun aantal luchtoverwinningen op te voeren. Aan het einde van 1944 waren de piloten van de RAAF gekrenkt omdat zij uit de belangrijkste slagen werden weggelaten en in hun ogen alleen maar onbelangrijke gronddoelen kregen aangewezen die echter wel zwaar werden verdedigd. Omdat er niks gedaan werd met wat de piloten bezig hield kwamen Caldwell en een aantal andere hooggeplaatste officieren in protest, het zgn. ‘Morotai mutiny’. Deze actie leidde tot een crisis in de top van de RAAF. Een nader onderzoek leidde er toe dat twee officieren werden ontheven uit hun functie. Caldwell en de andere officieren, die aanvankelijk zelf ontslag wilden nemen, werden vrijgesproken en hersteld in hun functie. Caldwell beëindigde de oorlog als staflid van HQ, 1st TAF, RAAF op het hoofdkwartier in Melbourne. In 1946 nam hij zijn ontslag bij de RAAF.

Na de oorlog ging Caldwell in het zakenleven. Zijn doeltreffendheid als gevechtspiloot leverde hem de bijnaam "Killer". Hij zat opgescheept met deze naam want zelf wilde hij niet zo genoemd worden. Caldwell was de RAAF piloot met het hoogste aantal overwinningen in de Tweede Wereldoorlog. Hij overleed op 5 augustus 1994 en werd gecremeerd.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Flight Lieutenant (Kapitein-vlieger)
Eenheid:
No. 250 (Sudan) Squadron, Royal Air Force
Toegekend op:
26 december 1941
Dee officier heeft, zo wordt gezegd, uitmuntend werk gedaan tijdens operaties in het Midden Oosten. Hij heeft altijd een hardnekkigev astberadenheid getoond en een groot plichtsbesef die een inspiratie zijn gebleken voor zijn medepiloten. Bij een gelegenheid werd hij tijdens een patrouille door twee Me 109’s aangevallen. Zijn toestel raakte zwaar beschadigd terwijl hijzelf gewond raakte aan zijn gezicht, zijn armen en zijn benen. Niettemin ging hij dapper weer ten aanval en schoot een van de twee vijandelijke toestellen neer.
Distinguished Flying Cross (DFC)
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Flight Lieutenant (Kapitein-vlieger)
Eenheid:
No. 250 (Sudan) Squadron, Royal Air Force
Toegekend op:
26 december 1941
Distinguished Flying Cross (DFC)
Aanbeveling:
Deze officier blijft zijn tol aan vijandelijke vliegtuigen eisen. Op een dag in december 1941 leidde F/Lt. Caldwell zijn sectie in een aanval op een aantal Junkers Ju 87 en tijdens het gevecht schoot hij zelf vijf van de vijandelijke toestellen neer waarmee hij zijn totaal aantal overwinningen op 12 bracht.

Tweede onderscheiding als gesp op het lint van de eerste.
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Squadron Leader (Majoor-Vlieger)
Eenheid:
No. 112 Squadron, Royal Air Force
Toegekend op:
2 augustus 1942
Krzyz Walecznych
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Wing Commander (Luitenant-Kolonel-Vlieger)
Eenheid:
No. 1 Fighter Wing, Royal Australian Air Force
Toegekend op:
14 oktober 1943
Aanbeveling:
Wing Commander Caldwell werd na zijn vliegopleiding in januari 1941 over zee geplaatst, onderscheidde zich door zijn dienstuitoefening en werd geëerd met de vernietiging van 20,5 vijandelijke vliegtuigen. Hij keerde in september 1942 naar Australië terug en werd daarna bij 1 Fighter Wing geplaast waar hij door zijn vertrouwen, zijn koelbloedigheid, zijn bekwaamheid en vastberadenheid in de lucht een buitengewoon voorbeeld heeft gestel aan ale piloten in de Wing. Zijn vaardigheid en oordeel als leider zijn opmerkelijk. Op 2 maart 1943 leidde hij een formatie van zes jagers tegen tegen een groep vijandelijke jagers en bommenwerpers die twee maal zo groot was en was zelf verantwoordelijk voor de vernietiging van twee ervan. Op 2 mei 1943, toen hij de Wing aanvoerde tegen een groot aantal vijandelijke indringers schoot hij zelf weer twee vijandelijke vliegtuigen neer. Op 20 juni 1943, tijdens een aanval door vijandelijke indringers was hij vanwege het uitvallen van zijn radio gedwongen de leiding over de Wing over te dragen omdat hij geen instructies van Sector Control kon ontvangen. Ondanks dat zocht en vond hij een deel van de aanvallers en slaagde erin een vijand neer te schieten. Wing Commander Caldwell heeft 475 operatinele vlieguren gemaakt en heeft meer dan 300 missies gevlogen. Zijn persoonlijke score aan vernietigde vijandelijke vliegtuigen is nu de 25 gepasseerd, vijf ervan zijn neergeschoten Japanse toestellen sinds zijn terugkeer naar Australlë. Zijn moed, zijnvastberadenheid en zijn ongetwijfeld opmerkelijke bekwaamheid als leider zijn een inspiratie voor zijn Wing en verdienen de hoogste lof.
Distinguished Service Order (DSO)

Bronnen