De Type II onderzeeboot U 1 kwam in 1935 in dienst bij het Schulverband der Unterseebootsschule in dienst. Het schip werd, ook al was het een opleidingsschip, ingezet tijdens operatie Weser (Weserübung). Op 8 april 1940 liep het schip bij Terschelling op een mijn en zonk waarbij alle opvarenden om het leven kwamen.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Deutsche
Werke AG., Kiel |
11 februari 1935 |
15 juni 1935 |
29 juni 1935 |
8 april 1940 (gezonken door mijn) |
Bouwnummer : 236 |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
juni 1935 |
31 oktober 1937 |
U 1, Schulverband
der Unterseebootsschule |
||
1 november 1937 |
8 april 1940 |
U 1,
Unterseebootsschulflottille |
U 1 werd op 2 februari 1935 besteld en de kiel voor het schip werd op 11 februari gelegd aan de werf van de Deutsche Werke AG. in Kiel als bouwnummer 236. De tewaterlating van de U 1 vond plaats op 15 juni 1935 en al op 29 juni 1935 kon het schip in dienst worden genomen. He schip kwam onder bevel van Kapitänleutnant Klaus Ewerth.[1][2]
De U 1 was het eerste schip van zes schepen uit de groep van de Type IIa U-boot. Het was een klein schip van 40 meter lengte en ontworpen voor operaties in kustwateren en ondiepe zeeën. Met een waterverplaatsing van 254 ton boven en 303 ton onder water, konden de twee MWM RS 127 S diesel motoren een snelheid genereren 13 knopen (24,08 km/u) boven water. Voor onderwatervaart waren twee Siemens-Suikert PG VV 322/36 elektromotoren aanwezig die een snelheid van 6,9 knopen (12,98 km/u) konden genereren. Tot september 1939 diende de U 1 als opleidingsboot bij het Schulverband der Unterseebootsschule. In november 1937 werd deze eenheid omgevormd tot de Unterseebootsschulflottille en was gestationeerd in Kiel/Neustadt.[3]
Op 15 maart 1940 vertrok de U 1 vanuit Kiel voor een eerste oorlogspatrouille. Hierbij werd het schip ingezet in de Noordzee voor de kust van Zuid Noorwegen. Er weren geen vijandelijke handelingen uitgevoerd.
Vanaf 4 april 1940 opereerde U1 tijdens haar 2e oorlogspatrouille. Samen met de U 2 (1935), U 4 (1935) en U 6 (1935) moest het schip voor de kust van Noorwegen patrouilleren ten behoeve van operatie Weser (Weserübung). De U 1 maakte hierbij deel uit van de U-Boot Gruppe 4. Dit werd op dezelfde dag weer onderbroken door U1 vanwege technische problemen. Op 6 april kon het schip weer uitvaren en vanaf dat moment werd niets meer van het schip vernomen.[4]
Op 8 april 1940 liep het schip op een mijn in Mijnenveld No. 7, voor Terschelling in de Noordzee. Dit mijnenveld was op 3 maart 1940 gelegd door de Britse torpedobootjagers HMS Express (H61), HMS Esk (H15), HMS Icarus (D03) en HMS Impulsive (D11). Alle 24 opvarenden kwamen hierbij om het leven. De Befehlshaber der U-Boote, realiseerde zich de vermissing van U 1 pas op 21 april. Dit kwam doordat niet voor 18 april enige contact met U 1 verwacht werd. Het wrak van U 1 werd in 2007 door duikers ontdekt, waarmee het verloren gaan door het vermelde mijnenveld werd bevestigd.[5]
Lijst met gevallenen
U 1 |
|
Rang: |
Naam: |
Obergefreiter |
Fritz Bauer |
Obermaat |
Ernst Baumann |
Maat |
Günther Bayer |
Obermaat |
Kurt Berger |
Obermachinist |
Walter Carmon |
Obergefreiter |
Helmut Chall |
Kapitänleutnant |
Jürgen Deecke |
Obermaat |
Wilhelm Flier |
Maat |
Hans Goll |
Obergefreiter |
Heinrich Grovermann |
Maat |
Wilhelm Hollatz |
Oberleutnant zur See |
Hans Keese |
Obergefreiter |
Heinrich Keitel |
Maat |
August Köhler |
Obergefreiter |
Helmut Läu |
Obergefreiter |
Heinz Lippold |
Oberleutnat Ingenieur |
Alfred Meyer |
Stabsteuermann |
Heinz Otto |
Obergefreiter |
Johann Pallin |
Hauptgefreiter |
Ottmar Schollerer |
Gefreiter |
Kurt Schultze |
Obergefreiter |
Karl Schwarz |
Maat |
Paul Weber |
Obergefreiter |
Paul Wolter |
Naam: | U 1 |
Callsign/Registratie: |
? |
Bouwer: |
Deutsche Werke, Kiel |
Bouwnummer: |
236 |
Type/Klasse: |
Onderzeeër / Type II U-boot
(Type IIa) |
Waterverplaatsing: |
254 t (250 lt) boven water 303 t (298 lt) onder water 381 t (375 lt) totaal |
Lengte: |
40,90 meter |
Breedte: |
4,08 meter |
Diepgang: |
3,83 meter |
Aandrijving: |
2x MWM Diesel motoren 700 Pk
(690 shp; 510 kW) 2x SSW Electromotoren 402 Pk (397 shp; 296 kW) 2 schachten |
Snelheid: |
13 knopen (24,08 km/u) boven
water 6,9 knopen (12,78 km/u) onder water |
Bereik: |
1.900 km bij 8 knopen (15 km/u)
boven water 65 km bij 4 knopen (7,4 km/u) onder water |
Bewapening: |
3x 533 mm torpedolanceerbuizen
(boeg) 5 torpedo's of 1 torpedo en 9 TMB mijnen 1x 20 mm C/30 luchtafweergeschut |
Bemanning |
25 |
Kapitänleutnant
Klaus Ewerth (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse Oudste
Categorie) |
29 juni 1935 |
Kapitänleutnant Alexander Gelhaar (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse Oudste Categorie) | 1 oktober 1936 |
Korvettenkapitän Jürgen Deecke
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
29 oktober 1938 - 6 april 1940
(omgekomen) |