De Type IIa U-boot U 4 werd in 1935 in gebruik genomen en bijna de gehele loopbaan als opleidingsschip gebruikt. De U 4 was verantwoordelijk voor het tot zinken brengen van de Britse onderzeeër HMS Thistle (N24) op 12 april 1940. Het schip werd in augustus 1944 buiten dienst gesteld en in maart 1945 door Sovjet troepen buitgemaakt. Waarschijnlijk werd het schip door de Sovjets afgezonken.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Deutsche
Werke AG., Kiel |
11 februari 1935 |
31 juli 1935 |
17 augustus 1935 |
1945 (afgezonken) |
Bouwnummer : 239 |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
6 augustus 1935 |
31 oktober 1937 |
U 4, Schulverband
der Unterseebootsschule |
||
1 november 1937 |
30 juni 1942 |
U 4,
Unterseebootsschulflottille |
||
1 juli 1942 |
1 augustus 1944 |
U 4, 21.
Unterseebootsflottille |
De U 4 werd op 2 februari 1935 besteld en op 11 februari 1935 werd de kiel gelegd als bouwnummer 239 aan de werf van Deutsche Werke AG., Kiel. Op 17 augustus 1935 werd het schip afgeleverd. Het schip werd in dienst gesteld onder bevel van Kapitänleutnant Hannes Weingärtner.
De U 4 was het vierde schip van zes schepen uit de groep van de Type IIa U-boot. Het was een klein schip van 40 meter lengte en ontworpen voor operaties in kustwateren en ondiepe zeeën. Met een waterverplaatsing van 254 ton boven en 303 ton onder water, konden de twee MWM RS 127 S diesel motoren een snelheid genereren 13 knopen (24,08 km/u) boven water. Voor onderwatervaart waren twee Siemens-Suikert PG VV 322/36 elektromotoren aanwezig die een snelheid van 6,9 knopen (12,98 km/u) konden genereren. Tot september 1939 diende de U 4 als opleidingsboot bij het Schulverband der Unterseebootsschule. In november 1937 werd deze eenheid omgevormd tot de Unterseebootsschulflottille en was gestationeerd in Kiel/Neustadt.[1]
Tijdens de Tweede Wereldoorlog voerde U 4 vier operationele patrouilles en bracht vier schepen tot zinken.[2]
Naam: |
Gevolg: |
Land: |
Datum: |
Patrouille: |
Vrachtschip s.s. Martti Ragnar
(1903) (2.260 BRT) |
Gezonken (torpedo) |
Finland |
22 november 1939 |
|
Vrachtschip s.s. Walma (1908)
(1.361 BRT) |
Gezonken (torpedo) |
Finland |
23 november 1939 |
|
Vrachschip s.s. Gertrud Bratt
(1927) (1.510 BRT) |
Gezonken (torpedo) |
Zweden |
24 november 1939 |
|
Onderzeeër HMS Thistle (N24)
(1.090 BRT) |
Gezonken (torpedo) |
Groot-Britaanië |
10 april 1940 |
Tijdens de Duitse inval in Polen werd de U 4 operationeel ingezet. Op 4 september 1939 vertrok het schip uit Wilhelmshaven, waar het op 14 september weer binnenliep. Tijdens deze eerste oorlogspatrouille werden geen bijzonderheden gemeld.
Op 19 september vertrok de U 4 uit Wilhelmshaven voor haar tweede operationele patrouille op de Noordzee ten zuiden van Noorwegen. Tijdens deze patrouille werden totaal twintig schepen gecontroleerd. Op 23 september enterde de bemanning het Zweedse vrachtschip s.s. Martti Ragnar (1903) (2.260 BRT) waarna het schip met drie springladingen tot zinken werd gebracht. Dezelfde dag werd ook de Finse s.s. Walma (1908) (1.361 BRT) geënterd en met springladingen tot zinken gebracht. De volgende dag, 24 september werd de Zweedse s.s. Gertrude Bratt (1927) (1.510 BRT) met een torpedo tot zinken gebracht. De u 4 beëindigde deze patrouille op 29 september 1939 in Kiel.
De derde oorlogspatrouille werd op 16 maart 1940 vanuit Kiel, samen met de U 4 aangevangen. Na het innemen van munitie en voorraden in Wilhelmshaven werden patrouilles uitgevoerd langs de Deense en zuid Noorse kusten. Zonder enige bijzonderheden liep het schip op 29 maart 1940 weer binnen in Wilhelmshaven.
De vierde en laatste oorlogspatrouille werd aangevangen op 4 april 1940 en vond plaats ten behoeve van Operatie Weser (Weserübung). U 4 patrouilleerde hierbij, samen met U 1 als onderdeel van de U-Boot Gruppe 4, langs de kust van zuid Noorwegen. Op 10 april bracht de U 4 met een torpedo de Britse onderzeeboot HMS Thistle (N24), waarbij alle 53 opvarenden van de Thistle om het leven kwamen. De U 4 liep op 14 april 1940 weer te Wilhelmshaven binnen.[3][4]
Na de inzet bij de Noorse kusten volgde wederom inzet als opleidingsschip met thuishaven Neustadt. Op 1 juli 1942 werd de thuishaven van de opleidingseenheid verplaatst naar Pillau en werd de eenheid omgevormd tot 21. Unterseebootsflottille. Op 1 augustus 1944 werd U 4 te Gotenhafen buiten dienst genomen. De opgelegde U 4 werd hier op 29 maart 1945 door Sovjet troepen buitgemaakt en waarschijnlijk kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog afgezonken.
Naam: | U 4 |
Callsign/Registratie: |
? |
Bouwer: |
Deutsche Werke, Kiel |
Bouwnummer: |
239 |
Type/Klasse: |
Onderzeeër / Type II U-boot
(Type IIa) |
Waterverplaatsing: |
254 t (250 lt) boven water 303 t (298 lt) onder water 381 t (375 lt) totaal |
Lengte: |
40,90 meter |
Breedte: |
4,08 meter |
Diepgang: |
3,83 meter |
Aandrijving: |
2x MWM Diesel motoren 700 Pk
(690 shp; 510 kW) 2x SSW Electromotoren 402 Pk (397 shp; 296 kW) 2 schachten |
Snelheid: |
13 knopen (24,08 km/u) boven
water 6,9 knopen (12,78 km/u) onder water |
Bereik: |
1.900 km bij 8 knopen (15 km/u)
boven water 65 km bij 4 knopen (7,4 km/u) onder water |
Bewapening: |
3x 533 mm torpedolanceerbuizen
(boeg) 5 torpedo's of 1 torpedo en 9 TMB mijnen 1x 20 mm C/30 luchtafweergeschut |
Bemanning |
25 |
Oberleutnant zur See Hannes
Weingärtner (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
17 augustus 1935 |
Oberleutnant zur See
Hans-Wilhelm von Dresky (Luitenant-ter-Zee 2e
Klasse) |
30 september 1937 |
Oberleutnant zur See Harro von
Klot-Heydenfeldt (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
29 oktober 1938 |
Oberleutnant zur See Hans-Peter Hinsch (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) | 17 januari 1940 |
Oberleutnant zur See
Heinz-Otto Schultze (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
8 juni 1940 |
Oberleutnant zur See
Hans-Jürgen Zetzsche (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
29 juli 1940 |
Oberleutnant zur See
Hinrich-Oscar Bernbeck (Luitenant-ter-Zee 2e
Klasse) |
3 februari 1941 |
Oberleutnant zur See Wolfgang
Leimkühler (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
9 december 1941 |
Leutnant zur See
Friedrich-Wilhelm Marienfeld (Luitenant-ter-Zee 3e Klasse) |
16 juni 1942 |
Leutnant zur See Joachim Düppe
(Luitenant-ter-Zee 3e Klasse) |
24 januari 1943 |
Oberleutnant zur See Paul Sander
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
1 juni 1943 |
Oberleutnant zur See Herbert
Mumm (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
23 augustus 1943 |
Oberleutnant zur See Hubert
Rieger (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
mei 1944 - 9 juli 1944 |