HMS Icarus was één van de I-klasse torpedobootjagers die de Tweede Wereldoorlog wist te overleven. Tijdens haar loopbaan was het schip betrokken bij het tot zinken brengen van vier Duitse onderzeeboten. HMS Icarus werd ingezet in Noordwest Europa in de beginperiode van de Tweede Wereldoorlog en in de Middellandse Zee.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
John Brown and Company, Clydebank, Schotland |
9 maart 1936 |
26 november 1936 |
1 mei 1937 |
29 oktober 1946 (sloop) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum in: |
Datum uit: |
||
1 mei 1937 |
oktober 1939 |
HMS Icarus (D03),
3rd Destroyer Flotilla, Mediterranean Fleet |
||
oktober 1939 |
november 1939 |
HMS Icarus (D03),
Home Fleet |
||
november 1939 |
december 1939 |
HMS Icarus (D03),
3rd Destroyer Flotilla, Home Fleet |
||
december 1939 |
HMS Icarus (D03),
20th Destroyer Flotilla, Home Fleet |
|||
mei 1940 |
juni 1940 |
HMS Icarus (I03) |
||
juni 1940 |
april 1941 |
HMS Icarus (I03),
Dover Command |
||
mei 1941 |
juni 1942 |
HMS Icarus (I03),
3rd Destroyer Flotilla, Home Fleet |
||
juni 1942 |
augustus 1942 |
HMS Icarus (I03),
6th Destroyer Flotilla, Mediterranean Fleet |
||
augustus 1942 |
september 1942 |
HMS Icarus (I03),
Force X, Mediterranean Fleet |
||
september 1942 |
april 1943 |
HMS Icarus (I03),
Home Fleet |
||
eind 1943 |
mei 1944 |
HMS Icarus (I03),
2nd Escort Group |
||
mei 1944 |
juni 1945 |
HMS Icarus (I03),
14th Escort Group |
||
juni 1945 |
augustus 1946 |
HMS Icarus,
depotschip, 3rd Submarine Flotilla |
HMS Icarus, een I-klasse (II) torpedobootjager, werd op 30 oktober 1935 besteld en de kiel voor het schip werd op 9 maart 1936 gelegd aan de werf van John Brown te Clydebank. De tewaterlating vond plaats op 26 november 1936 en het schip werd afgeleverd op 1 mei 1937. De torpedobootjager was het vijfde schip bij de Royal Navy met deze naam sinds het in 1814 was gegeven aan een Brig-sloep. Het schip had een standaard waterverplaatsing van 1.390 tont bij een lengte van 98,50 meter. Aangedreven door twee Parsons stoomturbines kon een snelheid gegeneerd worden van 35,5 knopen (65,7 km/u) en bij een kruissnelheid van 15 knopen (28 km/u) een afstand van 10.200 km worden afgelegd. De bewapening was standaard met vier stuks 120 mm Mark IX geschut in een A, B, X en Y opstelling en twee viervoudige Mark I installaties met 12,7 mm Vickers Mark III machinegeweren als luchtafweer. Afwijkend was de keuze voor twee opstellingen met elk vijf 533 mm torpedolanceerbuizen. De twee dieptebommenwerpers en dieptebommenrails waren weer standaard. Eind 1938, begin 1939 werd het schip te Malta ingericht als mijnenlegger waarbij het schip een speciale rails gemonteerd kreeg om de mijnen te droppen. Om het extra gewicht van de installatie en de 72 mijnen te compenseren werden de A en Y geschutstoren en de beide torpedolanceerinstallaties verwijderd.[1][2][3][4]
Na haar indienststelling werd het schip naar Portsmouth gezonden, waarna de torpedobootjager op 11 augustus 1937 vertrok naar de Middellandse Zee om te worden toegevoegd aan de 3rd Destroyer Flotilla. Na een tour door de Middellandse Zee arriveerde het schip op 1 september 1939 in Alexandrië. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog bevond HMS Icarus zich in Alexandrië en vertrok op 7 oktober 1939 naar Groot-Brittannië. Een eerste wapenfeit kon HMS Icarus bijschrijven toen het schip op 14 oktober 1939 deelnam aan het tot zinken brengen van U 45. Begin november werd het schip ingedeeld bij de 3rd Destroyer Flotilla en later diezelfde maand, op 29 november 1939, nam de torpedobootjager deel aan een actie op de Noordzee, waarbij U 35 uiteindelijk zonk. De maand erna, op 12 december 1939, volgde een overplaatsing naar de 20th Destroyer Flotilla, waarmee de taak van het schip wijzigde van anti-onderzeebootdienst naar mijnenlegoperaties. Hiervoor werd het schip vanaf 24 januari 1940 omgebouwd.
Tijdens Operatie Wilfred, maakte HMS Icarus deel uit van één van de mijnenleg eskaders. Direct hierna, op 10 april 1940, was het schip verantwoordelijk voor het opbrengen van de Duitse vrachtvaarder Alster met militaire voorraden voor de Duitse campagne in Noorwegen, Operatie Weser (Weserübung) en nam HMS Icarus op 13 april deel aan de Tweede Slag bij Narvik. In mei 1940 werden de nummers van diverse torpedoboten gewijzigd, waarbij het nummer zelf hetzelfde bleef, maar de voorafgaande letter werd gewijzigd van D naar I, HMS Icarus (D03) werd hierbij HMS Icarus (I03).
Eind mei en begin juni 1940 nam HMS Icarus deel aan Operatie Dynamo, de evacuatie van Geallieerde troepen vanuit Duinkerken. Na deze operatie onderging het schip uitgebreide reparaties in Portsmouth. Na de reparaties vervolgde de torpedobootjager haar mijnenlegoperaties. Hiervoor werd het schip in 1940 enige tijd toegevoegd aan Dover Command en aan Portsmouth Command. Dit patroon werd herhaald in 1941 tot het schip in april 1941 weer werd omgebouwd om haar rol als torpedobootjager weer in te nemen. Nadat in mei 1941 de werkzaamheden waren volbracht, werd HMS Icarus ingedeeld bij de 3rd Destroyer Flotilla van Home Fleet. Ten tijde van Operatie Rheinübung, maakte HMS Icarus deel uit van de escorte van HMS Hood en HMS Prince of Wales (53). Hierna volgden diverse escortevaarten voor konvooien en smaldelen van de Royal Navy. Op 20 november 1941 escorteerde de torpedobootjager het slagschip HMS Nelson naar Gibraltar. Na een korte tijd in de Middellandse zee, keerde het schip in december terug naar Home Fleet.
In juni 1942 werd HMS Icarus overgeplaatst naar de 6th Destroyer Flotilla en richting de Middellandse Zee gedirigeerd. HMS Icarus opereerde vervolgens in de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee en nam deel aan de bevoorradingskonvooien naar Malta. In juli werd het schip wederom naar Home Fleet gedirigeerd en hervatte het de konvooidiensten naar onder andere de Sovjet-Unie. In augustus volgde een wederom overplaatsing naar het Middellandse Zeegebied ten bate van Operatie Pedestal. In de Middellandse Zee maakte het schip deel uit van de escorte van Force X. Vanaf september 1941 diende HMS Icarus weer bij Home Fleet voor escortediensten die doorgingen tot in april 1943. Hierna werd HMS Icarus onder handen genomen voor een herinrichting tot een anti-onderzeeboot functie en vervolgens toegevoegd aan de Canadian 2nd Escort Group te Londonderry. Op 6 maart 1944 bracht een eskader, waaraan HMS Icarus deelnam, U 744 tot zinken in de Noord-Atlantische Oceaan. In mei 1944 volgde overplaatsing naar de 14th Escort Group. De laatste onderzeeboot, welke tot zinken werd gebracht en waar HMS Icarus een aandeel in had was het tot zinken brengen van U 1199 bij de Scilly eilanden.
In juni 1945 werd HMS Icarus uit de vaart genomen als torpedobootjager en werd het depotschip bij de 3rd Submarine Flotilla. Op 29 augustus 1946 werd HMS Icarus uit de vaart genomen en overgedragen aan de de British Iron and Steel Corporation, die het schip op 29 oktober 1946 in Troon, Schotland liet slopen.
Naam: | HMS Icarus |
Callsign/Registratie: |
D03 - I03 |
Bouwer: |
John Brown and Company,
Clydebank, Schotland |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager / I-klasse (II) |
Waterverplaatsing: |
Standaard: 1.370 BRT Maximaal: 1.940 BRT |
Lengte: |
98,50 meter |
Breedte: |
10,10 meter |
Diepgang: |
3,80 meter |
Aandrijving |
2 x Parsons Stoomturbines 3 x Admiralty 3-drum Boilers Vermogen: 34.000 pk 2 schachten |
Snelheid: |
36 knopen (67 km/u) |
Bereik: |
10.240 km (bij 15 knopen) |
Bewapening: |
4x 1, QF 120-mm Mk. IX L/45
geschut 2x 4, 12,7 mm machinegeweren 2x 5, 533 mm torpedolanceerbuizen 20 dieptebommen 60 mijnen als mijnenlegger ingericht |
Bemanning |
145 |
Lieutenant Commander Colin Douglas Maud (Luitenant ter zee der 1ste klasse) | 3 mei 1937 |
Lieutenant Peter Richard Spencer Brayn (Luitenant ter zee der 2de klasse oudste categorie) | september 1942 |
Lieutenant Commander Eric Norman Walmsley (Luitenant ter zee der 1ste klasse) | 27 oktober 1942 |
Lieutenant Commander Richard Dryer (Luitenant ter zee der 1ste klasse) | 1 mei 1943 |
Lieutenant Commander David Drummond Bone (Luitenant ter zee der 1ste klasse) | 11 december 1944 |
Commander Michael Wentworth Ewart-Wentworth (Kapitein-luitenant ter zee) | juni 1945 - 10 oktober 1945 |