De Type IIa U-boot U 6 werd in 1935 in dienst gesteld. Buiten twee korte oorlogspatrouilles werd het schip voornamelijk voor opleidingsdoeleinden gebruikt. In augustus 1944 werd het schip buiten dienst gesteld in Gotenhafen. Hier werd de U 6 op 29 maart 1945 met springstoffen tot zinken gebracht ter voorkoming dat het schip in vijandelijke handen viel.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Deutsche
Werke AG., Kiel |
11 februari 1935 |
21 augustus 1935 |
7 september 1935 |
29 maart 1945 (opgeblazen) |
Bouwnummer : 241 |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
31 augustus 1935 |
31 oktober 1937 |
U 6, Schulverband
der Unterseebootsschule |
||
1 november 1937 |
30 juni 1942 |
U 6,
Unterseebootsschulflottille |
||
1 juli 1942 |
29 maart 1945 |
U 6, 21.
Unterseebootsflottille |
De U 6 werd besteld op 2 februari 1935 en de kiel werd als bouwnummer 241 op 11 februari 1935 aan de werf van Deutschen Werke in Kiel gelegd. Op 21 augustus 1935 werd het schip te water gelaten en op 7 september 1935 afgeleverd. Het schip werd in dienst gesteld onder bevel van Kapitänleutnant Ludwig Mathes bij het Schulverband der Unterseebootsschule. Deze eenheid werd op 1 november 1937 omgevormd tot Unterseebootsschulflottille.
De U 6 was het zesde en laatste schip uit de groep van de Type IIa U-boot. Het was een klein schip van 40 meter lengte en ontworpen voor operaties in kustwateren en ondiepe zeeën. Met een waterverplaatsing van 254 ton boven en 303 ton onder water, konden de twee MWM RS 127 S diesel motoren een snelheid genereren 13 knopen (24,08 km/u) boven water. Voor onderwatervaart waren twee Siemens-Suikert PG VV 322/36 elektromotoren aanwezig die een snelheid van 6,9 knopen (12,98 km/u) konden genereren.[1][2][3]
Op 30 augustus 199 vertrok de U 6 uit Neustadt voor haar eerste oorlogspatrouille ten behoeve van de Duitse inval in Polen. Hierbij moest het schip de toegang tot de Oostzee en het Kattegat bewaken. Er werden geen vijandelijke handelingen verricht en op 13 september 1939 liep het schip de haven van Kiel binnen.
Op 4 april 1940 vertrok de U 6 uit Wilhelmshaven ter ondersteuning van operatie Weser (Weserübung). Het schip patrouilleerde nabij Lindesnes en er werden geen vijandelijke handelingen verricht. Op 19 april, 1940 liep het schip weer in Wilhelmshaven binnen.
Op 1 juli 1942 werd de eenheid van U 6 en haar zusterschepen omgevormd tot 21. Unterseebootsflottille en voerde geen operationele patrouilles meer uit. Tijdens haar opleidingstaken werd het schip wel regelmatig richting de kusten van de Sovjet-Unie in de Oostzee gezonden, zonder aan gevechtshandelingen deel te nemen. De U 6 werd uiteindelijk op 7 augustus 1944 te Gotenhafen uit de vaart genomen en opgelegd. Op 29 maart 1945 werd het aldaar door Sovjet troepen buitgemaakt en later gesloopt.
Naam: | U 6 |
Callsign/Registratie: |
? |
Bouwer: |
Deutsche Werke, Kiel |
Bouwnummer: |
241 |
Type/Klasse: |
Onderzeeër / Type II U-boot
(Type IIa) |
Waterverplaatsing: |
254 t (250 lt) boven water 303 t (298 lt) onder water 381 t (375 lt) totaal |
Lengte: |
40,90 meter |
Breedte: |
4,08 meter |
Diepgang: |
3,83 meter |
Aandrijving: |
2x MWM Diesel motoren 700 Pk
(690 shp; 510 kW) 2x SSW Electromotoren 402 Pk (397 shp; 296 kW) 2 schachten |
Snelheid: |
13 knopen (24,08 km/u) boven
water 6,9 knopen (12,78 km/u) onder water |
Bereik: |
1.900 km bij 8 knopen (15 km/u)
boven water 65 km bij 4 knopen (7,4 km/u) onder water |
Bewapening: |
3x 533 mm torpedolanceerbuizen
(boeg) 5 torpedo's of 1 torpedo en 9 TMB mijnen 1x 20 mm C/30 luchtafweergeschut |
Bemanning |
25 |
Kapitänleutnant Ludwig Mathes
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse Oudste Categorie) |
7 september 1935 |
Oberleutnant zur See
Werner Heidel (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
1 oktober 1937 |
Kapitänleutnant Joachim Matz
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse Oudste Categorie) |
17 december 1938 |
Oberleutnant zur See
Hans-Bernhard Michalowski (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
november 1939 - december 1939 |
Oberleutnant zur See Otto Harms
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
27 november 1939 - 17 januari
1940 |
Oberleutnant zur See
Adalbert Schnee (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
31 januari 1940 - 10 juli 1940 |
Kapitänleutnant Georg Peters
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse Oudste Categorie) |
juni 1940 - juli 1940 (tijdelijk) |
Oberleutnant zur See Johannes
Liebe (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
11 juli 1940 |
Kapitänleutnant Eberhard Bopst (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse Oudste Categorie) | maart 1941 |
Oberleutnant zur See Herbert
Brüninghaus (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
oktober 1941 |
Oberleutnant zur See
Paul Just (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
augustus 1942 |
Oberleutnant zur See Herbert
Brüninghaus (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
september 1942 |
Oberleutnant zur See Otto
Niethmann (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
20 oktober 1942 |
Oberleutnant zur See Alois König
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
juni 1942 - 16 april 1944 |
Leutnant zur See Horst Heitz
(Luitenant-ter-Zee 3e Klasse) |
augustus 1943 - oktober 1943
(tijdelijk) |
Leutnant zur See Erwin Jestel
(Luitenant-ter-Zee 3e Klasse) |
17 april 1944 - 9 juli 1944 |