Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog leden Atlantische konvooien veel verliezen door het gebrek aan luchtsteun. Er werden vier koopvaardijschepen gevorderd en er werd één marineschip aangewezen om te worden verbouwd tot Fighter Catapult Ship. Allen kregen voor hun taak een katapult en jachtvliegtuigen aan boord. In tegenstelling tot de CAM-Schepen , welke koopvaardijschepen bleven, waren de Fighter Catapult Ships volwaardige marineschepen.
Schepen uit deze
klasse: |
||
Naam: |
Naam
Wo2: |
Gegevens: |
Ariguani (1926) |
HMS Ariguani (F105) |
September 1940 Royal Navy als
Ocean Boarding Vessel In dienst als Fighter Catapult Ship op 10 mei 1941[1] 26 oktober 1941 beschadigd uit dienst[2] In december 1941 verbouwd tot vrachtschip[3] November 1956 gesloopt |
Erin (1932) |
HMS Maplin (F107) |
September 1940 Royal Navy als
Ocean Boarding Vessel In dienst als Fighter Catapult Ship op 18 juni 1941[4] Trainingsschip 1942 - 1944 Accommodatieschip vanaf 1944 Koopvaardijschip Erin vanaf 1946 Hernoemd tot Manistee in 1946 Gesloopt vanaf 25 mei 1960 |
Patia (1922) |
HMS Patia |
September 1940 Royal Navy als
Ocean Boarding Vessel In dienst als Fighter Catapult Ship op 21 maart 1941[5] Verloren gegaan op 27 april 1941[6] |
HMS Ark Royal (1914)[7] |
HMS Pegasus (1934)[8] |
1914 in dienst als HMS Ark Royal 1934 omgedoopt tot HMS Pegasus Omgebouwd tot Fighter Catapult Ship in 1940 Seaplane Training Ship 1942 - 1944 Barrack Ship 1944 - 1945 18 oktober 1945 verkocht, Anita I 1950 gesloopt |
Springbank (1926) |
HMS Springbank (F50) |
In dienst als Fighter Catapult
Ship op 10 mei 1941[9] Verloren gegaan 27 september 1941[10] |
Om het tekort aan luchtsteun voor de Atlantische konvooien op de lossen werden vanaf 1941een aantal experimenten uitgevoerd. Een eerste experiment was het gebruik van de Catapult Aircraft Merchantman, de CAM-Schepen. Dit waren koopvaardijschepen met voorop het schip een katapult gemonteerd met daarop een Hawker Hurricane jachtvliegtuig[11].
Een tweede experiment was het ombouwen van bestaande schepen tot Escorte Vliegdekschepen. Deze Escort Carriers waren tot volwaardige kleine vliegdekschepen omgebouwde, veelal koopvaardijschepen, in dienst van de Royal Navy en de US Navy.
Een derde experiment was het uitrusten van een koopvaardijschip met een vliegdek. Hierbij bleef het schip als koopvaardijschip fungeren maar voer het tegelijk een aantal jachtvliegtuigen mee op het vliegdek. Dit waren de zogenaamde Mechant Aircraft Carrier oftewel MAC schepen[12].
Naast de CAM-schepen werd ook een aantal zogenaamde Fighter Catapult Ships uitgerust. Dit waren vier door de marine gevorderde koopvaardijschepen en één eigen marineschip[13]. De Fighter Catapult Ships kregen ook een katapult en jager aan boord[14]. Drie van deze schepen werden aanvankelijk in dienst genomen als zogenaamde Ocean Boarding Vessels, de vierde ging al verloren voor deze operationeel was. De oorsprong van de Fighter Catapult Ships was derhalve anders dan de overige CAM-schepen. De schepen werden uitgerust met een Fairey Fulmar of een Hurricat (aangepaste Hawker Hurricane) jachtvliegtuig[15].
De Fighter Catapult Ships waren in dienst van de Royal Navy en voeren dus niet onder koopvaardijvlag. Allen waren gevorderde koopvaardijschepen, behalve de HMS Pegasus[16]. Deze laatste was al in dienst bij de Royal Navy als Seaplane Carrier. De HMS Ariguani (F105) werd eind 1940 verbouwd en kwam in 1941 in dienst als FCS. De HMS Maplin (F107) kreeg de eer om het eerste schip uit deze groep te mogen zijn, waarvan de Hurricane een vijand neerschoot. In augustus 1941 haalde R.W.H. Everett met zijn Hurricane een Focke Wulf Fw 200 Condor neer[17]. De HMS Patia (1922) (5350 brt) was minder succesvol. Het schip werd op 27 april 1941 tot zinken gebracht bij een Duitse luchtaanval voor de noordoostkust van Engeland, bij Northumberland. De HMS Pegasus (1934) was al bij de bouw overgenomen door de Royal Navy. De HMS Springbank (F50) was gebouwd als vrachtvaarder in 1926 en werd een katapultschip in 1940. In tegenstelling tot de overige katapultschepen was de Springbank toen uitgerust met een katapult midscheeps (vanaf maart 1941) en een Fairey Fulmar tweepersoons jager.
Technische gegevens: |
||
Klasse: | Pegasus-klasse |
|
Aantal in klasse: |
5 |
|
Land: |
Groot-Brittannië |
|
Type: |
Fighter Catapult Ship |
|
Technische data: |
Hoewel gerangschikt binnen één
klasse waren de schepen divers door hun herkomst |