Churchill, 3 juni 1942.
"Om te bereiken dat de Nazi tirannie uitgeroeid zal worden is er geen limiet aan het geweld dat we zullen toepassen."Churchill, 21 september 1943.
Dresden is de hoofdstad van het oude rijk Sachsen. In de loop van de tijd werd deze stad bekend als het Florence aan de Elbe, Elbflorenz, een internationaal gerenommeerde cultuurstad. In vredestijd telde de stad 630.000 inwoners en was daarmee de zevende stad van Duitsland. Deze stad was tot begin 1945 het tragische lot van steden zoals Hamburg, Essen, Berlijn en Keulen bespaard gebleven. Er was niet veel industrie en wat er was, had geen hoge prioriteit voor de geallieerde luchtmacht.
Hoewel al eerder woonwijken in andere Duitse steden waren vernield en er tijdens de grote bombardementen op Hamburg in juli 1943 al ,bij toeval, een vuurstorm was gecreëerd , waren wapenfabrieken, U-Bootwerven, munitiefabrieken, hoogovens, olieraffinaderijen en installaties voor synthetische brandstof officieel het doelwit met prioriteit. Die doelen waren er niet in Dresden. Wel waren er honderdduizenden vluchtelingen. Het rangeerterrein was het drie na grootste rangeerterrein in Duitsland. De spoorlijnen uit Berlijn, Praag, Breslau, Warschau, Leipzig en Neurenberg kruisten elkaar hier. Door het kleiner worden van het naziterritorium werden de diverse stations en rangeerterreinen nog belangrijker. De USAAF, de Amerikaanse luchtmacht, had al enkele raids op de diverse emplacementen uitgevoerd.
Hoewel de strategische objecten officieel het doelwit waren van de geallieerden, bleek de praktijk een stuk simpeler. Voor Bomber Command gold:Harris in Bomber Command, 1948.
Dresden was volgestroomd met vluchtelingen uit Pommeren, Silezië en Oost Pruisen. Deze Duitsers waren op de vlucht voor het Rode Leger. De bevolking was toegenomen tot 1,3 miljoen. De Duitsers hadden de luchtverdediging, de Flak, al in december en januari 1945 verplaatst naar elders in Duitsland. Hiermee was Dresden praktisch een onverdedigde stad geworden. Op het nabij gelegen Fliegerhorst 38/III Klotzsche waren nog enkele jagers en 18 Me 110 nachtjagers gestationeerd maar die hadden brandstofgebrek. De opleiding van piloten van de Luftwaffe liet in dit stadium van de oorlog heel veel te wensen over.
In februari 1945 stond nazi-Duitsland te wankelen van alle klappen die het te verwerken had gekregen. Het Ardennenoffensief was mislukt. Op 8 februari begon de geallieerde campagne tegen het Reichswald met operatie Veritable en later Blockbuster en Grenade en aan het Oostfront had het Rode Leger een van zijn meest succesvolle offensieven afgesloten, het Weichsel-Oder offensief, dat de Sovjets tot op 70 km van Berlijn had gebracht. Naast zware verliezen die de Wehrmacht had geleden, was vooral het verlies van het industriegebied Silezië een harde klap voor de Duitse oorlogsindustrie. Verder naar het zuiden liep het front op ruwweg 100 km van Dresden. Hiermee was de metropool aan de Elbe verzorgingsgebied of Hinterland voor het front geworden. Transporten naar het front gingen via het spoor door Dresden.
Het Rode Leger maakte zich op om de laatste aanval op Berlijn in te zetten. Volgens een geheim rapport van het Joint Intelligence Committee, dat aan Churchill werd gepresenteerd op 21 januari 1945, zou de oorlog, bij slagen van het Sovjet offensief, rond midden april beëindigd kunnen worden. Bij falen daarvan zou de oorlog tot november kunnen duren.
Churchill dacht dat de zware bommenwerpers de Russen in belangrijke mate konden helpen. Hij overlegde de inzet met Secretary of State for Air Sir Archibald Sinclair. Zo kon hij laten zien dat ze een goede bondgenoot waren geweest en zo kon hij de communisten laten zien wat Bomber Command in zijn mars had. Op de conferentie van Jalta van 4 tot 11 februari 1945 stemde Stalin in met de Britse plannen. Vóór die conferentie had Air Marshall Arthur Harris al opdracht gekregen om de missie voor te bereiden.
In de Eerste Wereldoorlog werden steden al gebombardeerd, zij het op een kleine schaal. In het Interbellum won de gedachte veld dat de bommenwerper geheel zelfstandig een oorlog kon beslissen. The bomber always gets through. De Amerikanen en Engelsen waren de eersten die het concept van een strategische vloot van viermotorige bommenwerpers uitwerkten. Men wilde de oorlog naar het hart van de vijand brengen om zo zijn capaciteit tot oorlogvoeren onderuit te halen. Dit idee was o.a. geboren uit de gruwelijke slijtageslagen uit de Eerste Wereldoorlog zoals de slagen aan de Somme, Verdun en Passchendaele. In plaats van miljoenen van de beste jongemannen op te offeren in zinloze slijtageslagen, zou het handiger zijn om de vijandelijke productiemiddelen zoals wapenfabrieken en olieraffinaderijen te vernielen.
"Hoewel er overal gestoorde theoretici m.b.t. de toekomstige luchtoorlog waren, werden hun ideeën alleen geaccepteerd en uitgevoerd in het Verenigd Koninkrijk."Alexander MacKee.
Stanley Baldwin, leider van de Britse Conservative Party, zei al op 10 november 1932 in het Lagerhuis dat er in een toekomstige oorlog geen grenzen zouden worden gesteld aan de bommenwerpers boven de vijandelijke steden. Internationale wetgeving bestond hier niet specifiek over. Groot Brittannië streefde ernaar om zijn uitgestrekte koloniale rijk, dat een vijfde van de oppervlakte van de wereld besloeg en op zijn hoogtepunt was in het Interbellum, te controleren met de luchtmacht. De kosteneffectiviteit hiervan was veel groter dan een leger te mobiliseren, te transporteren en in het veld te houden in uitgestrekte gebieden waar zich een opstandige bevolking bevond. De Britten hadden o.a. ervaring met muiterijen in India en een lastige bevolking in bergachtige streken als Afghanistan en Pakistan en met opstandige, mobiele, goed georganiseerde en bewapende Boeren tijdens hun Boerenoorlogen. Al ver voor het Duitse bombardement op Guernica van 26 april 1937 tijdens de Spaanse Burgeroorlog had de Royal Air Force bomaanvallen uitgevoerd op Iraakse opstandelingen. Hierbij werden ook "wilde stammen"op de korrel genomen waarbij burgers gericht aangevallen werden. Dit gebeurde tijdens de Iraakse Opstand van 1920. Het gebruik van vliegtuigen gaf de Britse en Indische troepen langzaam de overhand en speelde een heel grote rol in het beëindigen van de opstand.
Tijdens de Spaanse Burgeroorlog,op 26 april 1937,werd Guernica door het Duitse Condor legioen gebombardeerd. Het was de eerste luchtaanval op burgers in Europa. Wereldwijd werd met afschuw gereageerd op dit bloedbad uit de lucht. De nazi's hadden minder moeite om over morele grenzen te stappen en zagen vooral de effectiviteit van de aanval en het effect op het moreel van de Republikeinse troepen. Het Duitse bombardement op Warschau op 25 september 1939 was de eerste grote luchtaanval van de Tweede Wereldoorlog. Dit was echter een belegerde stad. Na een Duits bombardement op Scapa Flow waarbij een Brits burger omkwam, voerde Bomber Command een vergeldingsaanval uit op Hörnum in de nacht van 19 op 20 maart 1940. Het bombardement op Rotterdam van 14 mei 1940 vond plaats tijdens heftige gevechten om de stad. Hoewel het aantal burgerdoden significant was ( rond 1.000) kan men volgens het oorlogsrecht niet van een terreuraanval spreken. Wel werd gedreigd dat Utrecht en andere steden het lot van Rotterdam zouden volgen als Nederland niet snel capituleerde. Door de impact van dit bombardement - de Nederlandse regering had het aanvankelijk over 100.000 doden wat later werd bijgesteld tot 30.000 doden- gaf de RAF aan Bomber Command toestemming om voorbij de Rijn aan te vallen. Dit kwam voorlopig neer op het Ruhrgebied. Hoogovens en civiele nutsvoorzieningen stonden van nu af aan ook op de lijst van legitieme doelwitten.
Na de capitulatie van de Lage Landen, de aftocht vanuit Duinkerken en de capitulatie van Frankrijk werden de Duitse vredesvoorwaarden door Churchill afgewezen. Er was veel oppositie tegen Churchill's besluit in Engeland. Het leger was weliswaar grotendeels (240.000 Britten en 100.000 anderen) ontkomen via Duinkerken, maar had daarbij praktisch alles moeten achterlaten. De RAF was aanmerkelijk zwakker dan de Luftwaffe. Er gingen veel stemmen op om tot een vergelijk te komen met de Duitsers. Het Duitse aanbod werd echter geweigerd en de Luftwaffe maakte zich op om Groot-Brittannië vanuit de lucht op de knieën te dwingen. Aanvankelijk werden de scheepvaart in het Kanaal en later de radarstations en de vliegvelden van Fighter Command onder vuur genomen.
Op 20 juli vroeg Churchill aan Air Marshall Charles Portal wanneer de RAF op haar vroegst een luchtaanval op Berlijn kon uitvoeren. Portal antwoordde dat wanneer de Britten dit zouden doen Hitler zijn embargo op aanvallen op Britse steden zou opheffen. Bovendien waren de nachten te kort om naar Berlijn te kunnen vliegen. Op 24 augustus vielen er verdwaalde Duitse bommen op Londen. Op 25 augustus drong Churchill aan op een aanval van 100 bommenwerpers op Berlijn. Die aanval vond op diezelfde nacht plaats. Verschillende andere speldenprikken werden omstreeks deze tijd uitgedeeld.
Op 4 september hield Hitler zijn Winterhilferede in het Sportpalast te Berlijn waarin hij aankondigde dat vanaf dan Britse steden gebombardeerd zouden worden. Hij beval Londen aan te vallen. De Blitz was geboren. In operatie Loge werd gedurende 57 opeenvolgende nachten, vanaf 7 september 1940, Londen gebombardeerd.
"Zo komen de Britten nu zoals u weet in de nacht en werpen willekeurig en zonder beleid bommen op woonwijken, boerderijen en dorpen. Ik heb dit drie maanden niet laten beantwoorden in de overtuiging dat ze dit kattenkwaad (Unfug) zouden stoppen. Meneer Churchill zag daarin een teken van zwakte. U begrijpt dat we nu nacht na nacht gaan antwoorden. (…) Wanneer de RAF vier ton werpt op ons dan gooien wij 400 ton op Engeland."Hitler, 4 september 1940
Doordat de aanvallen op de vliegvelden van Fighter Command werden opgeheven, kreeg het weer lucht en kon het zich herstellen. De aanvallen op de Engelse steden versterkten juist de Britse vastbeslotenheid om door te vechten. Churchill had Hitler waar hij hem hebben wilde en scoorde hiermee een politieke en militaire overwinning. Het Engelse vredeskamp werd verzwakt en Fighter Command en daarmee Groot-Brittannië was gered.
De "London Blitz" en de acht maanden durende aanvallen op andere doelen in Groot-Brittannië met als hoogtepunt het bombardement op Coventry op 14 november 1940 verhardden de Britse publieke opinie verder. Hitler gebruikte termen als "ausradieren", vernietigen met straling, en "coventrieren", zwaar bombarderen zoals Coventry. Na het bombardement op Coventry van 14 november 1940 werd een geheime experimentele terreuraanval op Mannheim goedgekeurd. Dit bombardement op Mannheim was het eerste geval van "area bombing", waar een compleet gebied werd gebombardeerd in plaats van een specifiek object. In de nacht van 16 op 17 december 1940 werd die aanval uitgevoerd waarbij 45 % van de stad werd vernietigd. De aanval leidde tot een nieuwe vinding, nl. van de bomber stream. Dit was een methode om de effectiviteit van de Kammhuberlinie, de Duitse luchtverdedigingslinie waar binnen bepaalde sectoren nachtjagers naar hun doelen werden geleid door radarstations, teniet te doen. Er was weer een grens overschreden.
De nieuwe techniek werd bekend als area (gebieds) bombing, saturation (verzadiging) bombing, carpet (tapijt) bombing, obliteration (vernietiging) bombing en moral (moreel als doelwit) bombing. De ontvangende partij noemde het terreurbombardementen. Joseph Goebbels noemde de RAF mannen van het Bomber Command "Churchill's Mordbuben", Churchill's moordende knapen,en Luftgangster die Europese cultuursteden vernietigden. Sommige, gevangen genomen, bommenwerperbemanningen werden gelyncht door de gefrustreerde Duitse bevolking. Naarmate de oorlog vorderde kwam dit vaker voor.
In het Butt report van 18 augustus 1941, waarin de Britse bombardementen tot dan toe werden beoordeeld, werd duidelijk dat de uitwerking van de Engelse nachtelijke bombardementen miniem was. Uiteindelijk leidde dit tot de area bombing directive (nr.22)van 14 februari 1942.
"Het primaire doelwit van uw operaties moet gericht zijn op het moreel van de vijandelijke burgerbevolking en met name dat van de industriële arbeiders. De richtpunten moeten bewoonde gebieden zijn, niet bijvoorbeeld werven of vliegtuigfabrieken. Dit moet heel duidelijk worden gemaakt als het al niet werd begrepen."Air Marshall Charles Portal, februari 1942.
In dezelfde maand werd een nieuwe Commander-in-Chief over Bomber Command aangesteld, Air Marshall Arthur Harris. Onderstaande citaten geven de mentaliteit en het beleid weer van de leidende figuren.
"Ik hoop dat de nieuwe hoogste Commander-in-Chief zich ervan bewust is dat onze toekomstige doelen niet alleen de fabrieken in de verschillende steden zijn maar ook de omliggende civiele gebieden, de huizen van de arbeiders, de bevolkingscentra."Churchill tot Harris.
"De nazi's begonnen de oorlog met de tamelijk naïeve veronderstelling dat zij alle anderen konden bombarderen en dat niemand hen zou bombarderen. Bij Rotterdam, Londen, Warschau en nog 50 andere plaatsen brachten zij hun tamelijk kinderlijke theorie in praktijk. Zij zaaiden de wind en nu gaan ze de storm oogsten."Harris.
"Het doel van de Combined Bomber Offensive [...]moet ondubbelzinnig benoemd worden [als] de vernietiging van Duitse steden, het doden van Duitse arbeiders en de verstoring van beschaafd leven in Duitsland. De vernietiging van huizen, openbare diensten, transport en levens, het creëren van een nog nooit gezien vluchtelingprobleem en het in laten storten van het moreel zowel thuis als aan het front, door angst voor aanhoudend en steeds intensiever bombarderen zijn geaccepteerde en beoogde doelen van ons bombardementsbeleid. Het zijn geen bijproducten van het bombarderen van fabrieken."Harris, oktober 1943.
Zo ontsond het nieuwe beleid. De bedoeling was duidelijk omschreven. Een nieuwe Air Marshall had zijn debuut gemaakt. Nieuwe bommenwerpers zoals de Lancaster en Halifax rolden in toenemende aantallen van de lopende band.Zij hadden een groter bereik, waren sneller, vlogen hoger en hadden een veel grotere ladingscapaciteit dan de Stirling en Wellington. De ingenieurs braken zich het hoofd hoe ze maximale vernietiging konden aanrichten in Duitse steden.
Enige maanden later vond de eerste zogenoemde duizend bommenwerpers aanval plaats op Keulen in de nacht van 30 op 31 mei 1942. Dit was operatie Millenium. Het was het eerste gebruik van de bomber stream. Een nieuwe mijlpaal was bereikt. Twee dagen later kreeg Essen dezelfde behandeling.
Een jaar later, op 27 juli 1943 lukte het de RAF voor het eerst, bij toeval,een vuurstorm te creëren. De omstandigheden boven Hamburg waren perfect. De Mosquito pathfinders gaven windsnelheid en windsterkte door per radio aan de bommenwerpers. Het was de voorgaande dagen heel droog geweest. De lucht was al warm door de zomerse hitte. De Flak en nachtjagers waren verblind door Windows, een voor de radar storende maatregel bekend als chaff. Metalen stroken verstoorden het beeld van de Duitse radar. Hierdoor kon de luchtafweer niet gericht schieten en konden de bommenwerpers ongestoord aanvliegen en op het juiste moment hun bommen laten vallen. De Duitse brandweer werd gehinderd door de effecten van de cookies luchtmijnen en de brisantbommen met vertraagde ontsteking. Door het heldere weer en het gebruik van H2S radar werd het doelwit accuraat gevonden en afgebakend. Hierdoor vielen de bommen geconcentreerd in tijd en plaats op de beoogde plek. Van 24 tot 30 juli werd de stad aangevallen door de RAF en de USAAF. Hamburg kreeg een verschrikkelijke klap te verduren.42.000 Duitsers kwamen om, meer dan in de gehele Blitz tegen Engeland. De Duitse minister van Bewapening en Munitie Albert Speer schreef dat Duitsland had moeten capituleren wanneer de geallieerden nog vier of vijf van zulke klappen hadden kunnen uitdelen.
In de loop van de oorlog werden apparatuur en methodes van Bomber Command nog verder verfijnd. Elektronische navigatie-instrumenten als GEE, Oboe, G-H en de H2S gronddoel radar hielpen de precisie te verbeteren. Tactische verbeteringen zoals de ontwikkeling van de Pathfinder Force, gespecialiseerde doelzoekers en doelmarkeerders, ontwikkeld tegen de zin van Harris,verbeterden de precisie ook. In 1945 konden Bomber Groups, zoals No.5 Group, een sector bombarderen in een waaiervormig patroon dat de dekkingsgraad en het effect van brandbommen maximaliseerde. Om dit effect te bewerkstelligen werd de vliegroute van elke bommenwerper getimed en berekend om vanuit het bommenrichtpunt uit te waaieren.Dit gebeurde ook bij Dresden met als richtpunt het DSC voetbalstadion in de Ostragehege, in een opvallende bocht van de Elbe, dat makkelijk herkenbaar was met de grondkaart radar H2S.
In 1945 had Bomber Command zijn methoden voor het bombarderen zodanig verfijnd dat er een effectieve vernietigingsmachine was ontstaan. No. 5 Group verzorgde de eerste actie bij Dresden. Eerst vlogen Pathfinders naar het doel terwijl op afstand een eerste golf bommenwerpers volgde. De Pathfinders markeerden het doelwit met lichtfakkels. Dit was een precies werk, dat werd gecorrigeerd door de Master Bomber, het leiding gevende toestel van de Pathfinders. De ondertussen gearriveerde bommenwerpers in de bomber stream losten hun bommen met het doel om in zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk bommen binnen een beperkte ruimte te werpen. Eerst werden High Capacity/HC luchtmijnen, de zogenaamde "cookies", afgeworpen. Dit waren cilinders van 4.000 lb (1.800kg), 8.000 lb (3.600kg) of 12.000 lb (5.400kg). Drie kwart van het gewicht bestond uit het hoog explosieve amatol. De rest van het gewicht bestond uit de relatief dunne wand. De drukgolf die deze cookies veroorzaakten rukte daken van huizen en drukte ramen en deuren van de huizen in. Zo ontstond een schoorsteenachtige constructie als gevolg. Tegelijk werden brisantbommen afgeworpen van 500 lb (227kg), soms met een tijdsvertraging. Deze brisantbommen veroorzaakten kuilen in de wegen en droegen bij aan de algemene vernieling en het slecht begaanbaar maken van de straten. Door de tijdsmechanismen werd eventueel blus- en reddingswerk bemoeilijkt. De brisantbommen sloegen door de verschillende verdiepingen van de gebouwen en explodeerden op de grond. Hierbij werden ook gas- en waterleidingen beschadigd. Dit droeg bij aan de branden en bemoeilijkte bluswerkzaamheden omdat de waterdruk in de leidingen omlaag ging. Vaak werden in steden preventieve blusvijvers gegraven om toch voldoende bluswater beschikbaar te hebben.
Hierna werden de brandbommen afgeworpen. De bedoeling was om zo snel mogelijk zoveel mogelijk brandbommen af te werpen zodat het blussen moeilijker werd en men hoopte dat de kleine branden zich zouden verenigen tot grotere branden en uiteindelijk tot een vuurstorm (zie illustratie hiernaast). Sommige staafbrandbommen werden voorzien van springladingen om het blussen te bemoeilijken. De eerste golf vertrok en de getroffen stad hoorde het sein veilig, mits die installatie nog werkte. De brandweer probeerde te blussen. Ook uit de wijde omgeving kwam de brandweer naar de getroffen stad. De hulpdiensten probeerden overlevenden te redden. De burgers kwamen uit de schuilkelders.
Twee tot drie uur later kwam een veel grotere groep bommenwerpers voor de hoofdaanval. Men hoopte de brandweer en andere hulpdiensten in de open lucht te treffen of om ze weer dekking te laten zoeken. De burgers gingen doodsbang weer de schuilkelders in. De tweede golf was voornamelijk geladen met brandbommen. De brandende stad was op grote afstand zichtbaar. Het doel was nu het creëren van een vuurstorm. Wanneer deze storm een feit werd was er geen houden meer aan. De storm kon niet geblust worden en doodde de burgers die dekking hadden gezocht in de kelders van hun huizen. De mensen stikten langzaam door blootstelling aan kooldioxide, de kolenvoorraad lag in de kelder en begon koolmonoxide af te geven door de stijgende temperatuur. Zuurstofgebrek en rookvergiftiging eisten hun tol. De hitte van het vuur kon 800-1.000 graden Celsius bereiken. Glas, asfalt en metaal smolten. Door de opwaartse beweging van de hete lucht werd koudere lucht uit de omgeving aangezogen wat het vuur weer versterkte. Windsnelheden tot 240 km/uur werden gemeld. Dat was twee maal orkaankracht. Bomen knapten af. Mensen werden het vuur ingezogen. Uiteindelijk bereikte de vuurstorm een oppervlakte van 21 km2 en een hoogte van ruim 300 meter. De vuurstorm eindigde pas wanneer het brandbare materiaal op was.
De RAF verzond in januari 1945 een intern memo, dat iets meer licht kan werpen op de redenen van het bombardement:
"Dresden, de op zeven na grootste stad in Duitsland en niet veel kleiner dan Manchester, is ook één van de grootste niet gebombardeerde bebouwingen, die de vijand heeft. Midden in de winter, terwijl de vluchtelingen westwaarts stromen en troepen uitrusten, zijn de daken een uitgelezen doelwit. Het doel van de aanval is de Duitsers te treffen waar ze het meeste pijn hebben, achter een al deels uiteen gevallen front, om te voorkomen dat de stad kan worden gebruikt voor verdere vooruitgang, en daarnaast is het de bedoeling om de Russen te laten zien, als ze daar aankomen, wat ons Bomber Command kan doen."
Op Faschingsdienstag, een soort Mardi Gras of carnavalsdinsdag, 13 februari 1945 om 21:45 uur, loeide het 175e luchtalarm in Dresden. De mensen begaven zich in de kelders van hun huizen of woonblokken en in de weinige beschikbare schuilkelders.
De aanvallen begonnen bij een opgeklaarde, wolkeloze nachtelijke hemel. Om 22:03 uur werd de binnenstad door Lancasters van No. 83 Squadron, een Pathfinder eenheid, met magnesium-lichtkogels („kerstbomen") gemarkeerd.Twee minuten later wierpen negen Mosquito's rode doelmarkeringen op het goed zichtbare DSC stadion aan de Ostragehege noordwestelijk van het stadscentrum. Van 22:13 tot 22:28 uur vielen de eerste bommen. 244 Lancasters van No. 5 Group vernielden de gebouwen met 529 luchtmijnen, de zogenoemde "cookies" en 1800 brisant- en brandbommen met bij elkaar 900 ton. Ze kwamen zuidwestelijk van het richtpunt (DSC stadion) in een 45 graads waaier tussen de grote Elbebocht in het westen van de stad, het industrieel bebouwde „Ostragehege" (tegenwoordig jaarbeursterrein) en het hemelsbreed ongeveer 2,5 km verwijderde centraal station (Hauptbahnhof) neer.
In deze 15 minuten werd drie kwart van de oude stad van Dresden in brand gestoken. Doelgerichte treffers op afzonderlijke gebouwen waren bij deze nachtaanvallen van de RAF noch bedoeld noch mogelijk. Eerder moest het bommentapijt de complete binnenstad over een groot oppervlak vernietigen. De vlammen van de brandende binnenstad na de eerste aanvalsgolf waren in de verre omgeving aan de hemel te zien. Sommige branden duurden nog vier dagen lang.
Bijna drie uur na het einde van de eerste aanvalsgolf,om 1:23 uur, begon de tweede aanvalsgolf met 529 Lancasters van de No.1, No.3 en No.8 Groups van de RAF en de No. 6 Group van de Canadese luchtmacht of RCAF. Tot 01:54 uur wierpen ze in totaal 650.000 staafbrandbommen af, 1.500 ton, over een gebied van Löbtau tot Blasewitz en vanaf de Neustadt tot Zschertnitz. De eerder veroorzaakte branden dienden volgens getuigenissen van bemanningsleden van de tweede golf als oriënteringspunt voor de volgende bommenwerpers. Hun bommen troffen ook de weides langs de Elbe en de Großer Garten waar veel mensen naar waren gevlucht. De „Frauenklinik Pfotenhauerstraße" van het stedelijk ziekenhuis Dresden-Johannstadt en het Diaconesseninstituut in de Neustadt werden zwaar beschadigd. Beide bombardementen troffen een stadsgebied van ongeveer 15 vierkante km. De tweede golf vernielde de technische mogelijkheden van de uitgerukte brandweer en verhinderde verdere blusacties, zodat de talrijke individuele vuurhaarden zich snel aaneensloten tot een orkaanachtige vuurstorm. Deze vuurstorm vernietigde complete straten. In de extreme hitte, van 800-1.000 graden Celsius, smolten asfalt, glas en metaal. De sterke luchtzuiging, tot 240 km per uur, kegelde grotere voorwerpen en mensen omver en trok ze in het vuur. De mensen verbrandden, stierven door hitteberoerte en luchtdruk of stikten in de schuilkelders door brandgassen. Wie zich uit de kelders had gered werd blootgesteld aan de vuurstorm en detonerende bommen die met vertragingsmechanismen in de straten lagen.
Op de aanvallen van de voorgaande nacht volgde een aanval van 12:17 tot 12:31 uur van 311 tot 316 B-17 bommenwerpers en 100-200 escortejagers van de USAAF. Zij wierpen bij een bewolkte hemel met behulp van doelradar 1.800 brisantbommen met een totaal van 475 ton en 136.800 staafbrandbommen met een totaal gewicht van 297 ton af. Hun doelen waren enkele bewapeningsindustrieën en opnieuw het station en het Reichsbahnausbesserungswerk Dresden in Friedrichstadt. Het daar aanwezige ziekenhuis werd ook getroffen naast belendende stadsdelen. Door een actief weerfront weken twee groepen zo'n 100 km zuidwestelijk af en bombardeerden per ongeluk Praag. In het 35 km van Dresden verwijderde Neustadt kwam op 14 februari een asregen neer die door de aanvallen de nacht ervoor was veroorzaakt.
Veel overlevenden meldden dat de Mustang escortejagers regelmatig burgers beschoten met hun boordwapens. De salvo's die door jagers werden afgeschoten tijdens luchtduels zouden de burgers de indruk kunnen geven dat ze persoonlijk beschoten werden. Voor zover bekend zijn er echter geen luchtgevechten geweest boven Dresden.
De Amerikaan Kurt Vonnegut, de schrijver van Slaughterhouse Five uit 1969, was in Dresden en werd ingezet om de lijken te bergen uit de verschillende kelders. Hij was een van de 26.000 krijgsgevangenen die in en om Dresden gelegerd waren.Hij zei dat hij zelf werd beschoten door Amerikaanse jagers.
Op 15 februari ongeveer om 10:15 uur stortte de uitgebrande Frauenkirche in. Van 11:51 tot 12:01 uur volgde nog een verdere aanval bij dag van 211 Amerikaanse B-17 bommenwerpers. Bij slecht zicht wierpen ze 460 ton bommen af, verspreid over het gebied tussen Meißen en Pirna.
De Duitsers waren twee weken bezig met het bergen, transporteren en cremeren van de lijken. Eerst lagen ze in lange rijen op straat ter identificatie. Sommige lichamen waren samengesmolten met het brandende smeltende asfalt. Soms was het stoffelijk overschot verkoold tot een kwart van zijn omvang. Aanvankelijk werd geprobeerd om de doden in een massagraf bij te zetten maar dat was niet mogelijk. Op de Altmarkt werden de lijken op tramrails gelegd om gecremeerd te worden. De basis van de brandstapel was tien bij tien meter. De lijken werden er opgelegd. Wanneer de stapel drie meter hoog was werd de brandstapel met vlammenwerpers aangestoken. Tien dagen lang hebben deze brandstapels gefunctioneerd.
De Duitsers kwamen snel met claims van honderdduizenden doden. De nazi's zouden hieruit een propagandasucces hebben willen slaan.
"Gecontroleerde opgaven van de Dresdner ordepolitie tot 20 maart 1945 rapporteerden een aantal van 202.000 doden, overwegend vrouwen en kinderen. 30% van hen is geheel geïdentificeerd. Inclusief de vermisten zou dit een aantal van 250.000 tot 300.000 slachtoffers opleveren."
Alexander MacKee.
"Op 30 april 1945 meldde de Ia (Erster Generalstabsoffizier) van Dresden Oberstleutnant i. G. Mathes aan het Führerhauptquartier dat het aantal dodelijke slachtoffers was bijgesteld naar 254.000. Hiervan zijn 36.000 volledig geïdentificeerd, 50.000 gedeeltelijk geïdentificeerd aan de hand van trouwringen en 168.000 zijn niet meer te identificeren."
Het Internationale Rode Kruis schatte een aantal van 275.000 doden. Op 15 maart meldde het Dresdner hoofd van politie dat er 200.000 lijken onder de ruïnes waren weggehaald. De Nederlandse journalist en historicus G.B.J. Hiltermann noemde in 1984 een aantal van 130.000 doden. De huidige schattingen liggen tussen 22.700 en 25.000 burgerdoden. Dat is 10% van de aanvankelijke schatting. Een probleem bij de telling is de extreme hitte van het vuur en de hoge aantallen niet geïdentificeerde vluchtelingen die in de stad waren.
Dit is overigens niet hetzelfde percentageverschil dat aanvankelijk bij Rotterdam werd gedacht. Van aanvankelijk 100.000 geschatte doden tot uiteindelijk minder dan 1.000 doden is 1%. De meest voorzichtige schattingen over het aantal doden in Dresden liggen beneden de 10% van het oorspronkelijke aantal geschatte doden.
In de neutrale pers hadden de westelijke geallieerden ook een en ander uit te leggen. Eerst werden de vernietigende resultaten door de geallieerden ontkend of gebagatelliseerd. Dresden was een belangrijk industrieel doelwit geweest. Het was een essentieel verkeerscentrum en de Wehrmacht gebruikte de bruggen, stations en wegen als belangrijke verkeersknooppunten en aan- en afvoerroutes voor haar Oderfront. De hospitalen, kazernes en huizen waren van groot belang voor gewonde en rustende soldaten. De stad zelf zou afgeladen zijn geweest met tanktroepen.
In eigen huis kregen de bombardementen ook steeds meer kritiek. In de Britse pers verscheen het volgende stuk:
"De meedogenloze massale bombardementen op overvolle Duitse steden zijn een evengrote bedreiging voor de integriteit van de menselijke geest als wat dan ook wat tot nu toe gebeurd is op deze planeet. Er is geen militair of politiek voordeel dat deze godslastering kan rechtvaardigen."
Churchill beval Harris in maart 1945 om een einde te maken aan de tapijtbombardementen, de area bombing. Churchill schreef:
"Het lijkt mij dat de tijd is gekomen, dat we moeten heroverwegen of het bombarderen van Duitse steden enkel met het doel om de terreur te vergroten nog wenselijk is. Anders hebben we straks een compleet vernield land te besturen. De vernietiging van Dresden blijft een ernstig vraagteken bij de uitvoering van geallieerde bombardementen."
Toen Harris dit memo onder ogen kreeg was hij buiten zichzelf van woede. Churchill, de man die continue had aangedrongen op bombardementen op burgerdoelen. De leider die zelfs met een idee was gekomen om de Duitse steden met mosterdgas te bestoken. De Prime Minister die na de benoeming van Harris in februari 1942 nog had gewezen op directive nr. 22. Deze sluwe politicus trok plotseling behendig zijn handen af van "Butcher Harris".
Geheim intern memorandum van Harris aan het Air Ministry, net na de aanval op Dresden in februari 1945:
" Ik neem aan dat de publieke opinie er ongeveer als volgt uit ziet: Zonder twijfel waren we in het verleden gerechtvaardigd om Duitse steden aan te vallen. Maar om dat te doen was altijd weerzinwekkend en nu de Duitsers toch bijna verslagen zijn, kunnen we het best maar afzien van deze aanvallen. Dit is een doctrine waar ik me nooit bij zal aansluiten. Aanvallen op steden, net als elke andere oorlogshandeling, zijn onacceptabel tenzij ze strategisch gerechtvaardigd zijn. Maar ze zijn gerechtvaardigd zolang ze de oorlog bekorten en de levens van geallieerde soldaten sparen. Volgens mij hebben we absoluut niet het recht om de aanvallen op te geven tenzij het zeker is dat ze dit effect niet hebben. Ik persoonlijk acht alle restanten van Duitse steden bij elkaar niet het leven van een enkele Britse grenadier waard."
In zijn memoires, Bomber Command, uit 1948, schrijft Harris:
"Ik weet dat de vernietiging van zo’n grote en prachtige stad in dit late stadium van de oorlog als overbodig werd beschouwd, zelfs door een groot aantal mensen die toegaven dat eerdere aanvallen volledig gerechtvaardigd waren zoals elke andere handeling tijdens de oorlog. Hier zal ik er alleen maar over zeggen dat de aanval op Dresden op dat moment beschouwd werd als een militaire noodzaak volgens veel belangrijkere mensen dan ik. "
Tijdens Churchill's overwinningsrede op 8 mei 1945 werd Bomber Command niet bij naam genoemd. Alleen Fighter Command kreeg een compliment voor de Battle of Britain. Harris was de enige Commander- in- Chief die niet in de adelstand (peerage) werd verheven in 1946. Hij bedankte beslist hiervoor. Zij bemanningen kregen ook geen eigen campagne medaille.
Gedurende de eerste jaren na Duinkerken was Bomber Command het enige middel waarmee de Britten de Duitsers konden treffen. 40% van de Britse oorlogsinspanning ging naar Bomber Command. De schade die het aanrichtte was immens, desondanks bleef de Duitse oorlogsproduktie stijgen. Het moreel van de Duitsers werd zwaar beproefd, maar nooit gebroken onder de steeds zwaardere en dodelijker hamerslagen van Bomber Command. Harris kreeg een hoge onderscheiding van de Sovjet-Unie, de Orde van Soevorov. De Russen realiseerden zich heel goed dat de bombardementen van Harris niet alleen de Duitse oorlogsproduktie schaadden en het moreel van de Duitsers aantastten, maar ook dat zo'n kleine 10.000 88 mm luchtafweerkanonnen inclusief bemanningen en grote hoeveelheden ammunitie in Duitsland bleven en op die manier niet gebruikt konden worden om de Duitse tankafweer te versterken bij de massale tankaanvallen van het Rode Leger.
Albert Speer verklaarde hierover in 1959:
"Het echte belang van de luchtoorlog bestond eruit dat het een feitelijk tweede front opende lang voor de geallieerde landing ( in Normandië) in Europa.[....] Verdediging tegen de luchtaanvallen vereiste de produktie van duizenden luchtafweerkanonnen, het opslaan van enorme hoeveelheden ammunitie over het hele Reich en het gereed houden van honderdduizenden soldaten die hier nog bijkomend op hun post bij het kanon moesten blijven, vaak volkomen inactief, maanden achter elkaar[....]Niemand heeft tot nog toe gezien dat dit de grootste verloren slag voor de Duitsers was."
Britse bommenwerperbemanningen hadden gedurende de lange oorlogsjaren bittere verliezen geleden. Van een totaal van 125.000 bemanningsleden werden 55.573 gedood. Dit is een percentage van 44,4% dat alleen werd overtroffen door de Duitse U-Boot- en Japanse kamikazebemanningen.
Het lijkt erop dat de Britse politiek haar eenheden die het zwaarste en vuilste werk deden het liefst zo snel mogelijk vergat. Pas in 2012 werd het RAF Bomber Command Memorial onthuld. In 2013 volgde de Bomber Command Clasp, een rijkelijk late onderscheiding voor de voormalige bommenwerperbemanningen.
Tijdens de processen van Neurenberg werd niemand van de Duitse zijde beschuldigd voor het uitvoeren van bombardementen op steden. Ook Hermann Göring als leider van de Luftwaffe werd hier niet van beschuldigd. Er was sprake van misdaden tegen de menselijkheid, het plannen van een aanvalsoorlog, het schenden van de Conventie van Genève en andere zaken. Het bombarderen van onverdedigde woonwijken, om de geest van de bevolking te breken, werd blijkbaar niet als een oorlogsmisdaad gezien.
De Amerikaanse General Telford Taylor, voorzitter van de Raad voor Oorlogsmisdaden in Neurenberg en de voornaamste aanklager van de voor het gerecht gebrachte Duitsers, schreef:
"Hoewel het waar is dat de eerste zware bombardementen op steden – Warschau, Rotterdam, Belgrado en Londen - het werk waren van de Duitsers en niet van de geallieerden, is het niettemin ook waar dat de ruïnes van Duitse en Japanse steden het resultaat waren van een weloverwogen strategie en niet van vergelding. Dit getuigt ervan dat het bombarderen van steden en fabrieken uit de lucht een erkend onderdeel is geworden van de moderne oorlogvoering zoals die wordt bedreven door alle naties."
Hiermee werd vervolging van de Luftwaffeleiders vermeden en zo werd de eigen rol gelegitimeerd. De redenering was ongeveer als volgt: 'De nazi's zijn begonnen met de terreurbombardementen, maar ze zijn met rente terugbetaald en de luchtbombardementen zijn onderdeel geworden van de internationale oorlogvoering. We spreken niet over schuldigen. Het feit dat ruim tien Duitse burgers stierven door bombardementen,in verhouding tot iedere Britse burger werd zo slechts een detail, een toevallig bijproduct van de geallieerde materiële overmacht en de moderne oorlogvoering.'
In Oost- Duitsland werd aanvankelijk gezegd dat de westelijke geallieerden de bombardementen in het latere Oost- Duitsland zo laat in de oorlog uitvoerden om de Russen niets na te laten wat ze konden gebruiken. De algemene teneur naar de Oost-Duitsers was dat wanneer men het misdadige bewind van Hitler op welke wijze dan ook ondersteund had, men niet vreemd moest opkijken dat er op deze wijze teruggeslagen werd. Men had het dus min of meer aan zichzelf te wijten.
Extreem- rechtse kringen noemen het bombardement " Bombenholokaust". Hiermee worden de geallieerden beschuldigd van foute, immorele, ja zelfs illegale methoden. Tegelijk wordt de Shoah, de Holocaust voortvloeiende uit de Jodenvervolging, hiermee haar exclusiviteit ontnomen.
In Dresden zijn diverse monumenten die aan het bombardement herinneren. Het bekendste is wel de Frauenkirche. Zij werd na de Duitse Wiedervereinigung weer opgebouwd. Tot die tijd was zij zelf een monument geweest. Tot op de dag van vandaag is het bombardement aanleiding voor diverse politieke stromingen om de herdenkingen te gebruiken om hun eigen ideeën door te zetten.
Sir Arthur Harris kreeg in 1992 een standbeeld voor de RAF kerk in St.Clemens Danes te Londen. Zelfs toen was er nog een controverse rond hem, acht jaar na zijn dood. Zowel in Duitsland als in Engeland liepen de emoties hoog op, ook tijdens de onthulling door Koningin Elizabeth. Het beeld moest zelfs maandenlang bewaakt worden tegen vernielingen en besmeuringen door tegenstanders van dit monument.
Pas in 2012 werd het RAF Bomber Command Memorial onthuld. Een laat eerbetoon aan de bemanningen, die het aanvankelijk oppermachtige nazi-Duitsland onder moeilijke omstandigheden aanvielen en daarbij 55.573 mannen verloren. Hun vliegtuigen, brandstof, munitie, training en de technische ontwikkelingen die gedurende de oorlog werden gedaan consumeerden 40 % van de Britse oorlogsinspanning.
Datum | Doelgebied | Luchtmacht | Aantal bommenwerpers | Hoog Explosief op het doel in tonnen | Brand munitie op het doel in tonnen | Totaal tonnage |
07-10-44 | rangeerterreinen | 8th AF (USA) | 30 | 72,5 | — | 72,5 |
16-01-45 | rangeerterreinen | 8th AF | 133 | 279,8 | 41,6 | 321,4 |
14-02-45 | stadsgebied | RAF BC | 772 | 1477,7 | 1181,6 | 2659,3 |
14-02-45 | rangeerterreinen | 8th AF | 316 | 487,7 | 294,3 | 782 |
15-02-45 | rangeerterreinen | 8th AF | 211 | 465,6 | — | 465,6 |
12-03-45 | rangeerterreinen | 8th AF | 406 | 940,3 | 140,5 | 1080,8 |
17-04-45 | rangeerterreinen | 8th AF | 572 | 1526,4 | 164,5 | 1690,9 |
17-04-45 | industriegebied | 8th AF | 8 | 28 | — | 28 |
Stad | Bevolking in 1939 | Tonnage | US | Brits | Totaal |
Berlijn | 4339000 | 22090 | 45517 | 67607 |
Hamburg | 1129000 | 17104 | 22583 | 39687 |
München | 8410000 | 11471 | 7858 | 19329 |
Keulen | 7720000 | 10211 | 34712 | 44923 |
Leipzig | 707000 | 5410 | 6206 | 11616 |
Essen | 667000 | 1518 | 36420 | 37938 |
Dresden | 642000 | 4441 | 2659 | 7100 |