Op 29 oktober 1897 werd Joseph Goebbels geboren in een typisch negentiende-eeuws biedermeiergezin (katholiek, conservatief, kleinburgerlijk) te Rheydt in de buurt van Düsseldorf. Het gezin had het niet breed met zijn vader als boekhouder in een klein bedrijf. Op de koop toe begon Joseph met zijn gezondheid te sukkelen. Eerst werd hij getroffen door polio en later kreeg hij een beenmergontsteking in zijn rechterbeen. Hij kwam het allemaal te boven, maar zijn rechtervoet bleef onontwikkeld. Omwille van deze handicap en zijn kleine gestalte was Joseph vaak het onderwerp van spot van zijn klas- en leeftijdsgenootjes.
Zijn lichaam wilde misschien niet helemaal mee; zijn brein daarentegen liet hem niet in de steek. Hij was erg intelligent. Bovendien compenseerde hij zijn lichamelijke handicap door enorm hard te werken en te studeren. De jonge Goebbels studeerde dan ook met schitterende cijfers af aan het gymnasium in Rheydt.
In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Goebbels, als goede patriot, meldde zich aan als vrijwilliger, maar werd niet in dienst genomen omwille van zijn kreupele voet. Hij richtte zich daarom op zijn universitaire studies. Ondanks heel wat financiële perikelen studeerde hij in 1921 af als doctor in de filosofie en de germanistiek. Deze titel leverde hem echter geen baan op. Na enkele jaren rondzwerven kwam hij in Weimar in contact met Friedrich Wiegershaus, die hem binnenhaalde bij de Völkische Freiheitspartei om artikels te schrijven voor de Völkische Beobachter. Hij gaf ook zijn eerste toespraken op politieke bijeenkomsten. Tijdens één van die speeches werd hij opgemerkt door Gregor Strasser, die hem binnen de intussen opnieuw opgerichte NSDAP aan het werk zette bij het schrijven van de Nationalsozialistische Briefe. In datzelfde jaar, 1925, ontmoette Goebbels voor de eerste keer Hitler. Hij was niet onmiddellijk onder de indruk van de Führer. Dat bleek in 1926, toen hij op een conferentie in Hannover de uitwijzing van “Kleinbürger Adolf Hitler” eiste. Zijn politiek opportunisme deed hem korte tijd nadien toch de zijde van Hitler te kiezen.
Vanaf dat moment ging het snel met de carrière van Goebbels. Hij werd leider van de belangrijke gouw Berlijn-Brandenburg. Hier moesten de nazi's doorbreken om een rol van betekenis te kunnen spelen in het politieke landschap. Hij lanceerde zijn eigen nationaalsocialistisch dagblad Der Angriff. Hij ontwierp zelf posters en voerde propaganda, waarmee hij voortdurend voor politieke agitatie zorgde. Het dagblad bevatte vooral een ware haatcampagne tegen de Joden in het algemeen en de (Joodse) politiechef van Berlijn, Weiss, in het bijzonder.
Joseph Goebbels ontmoette Hitler nog verschillende keren en na de verkiezingen van 20 mei 1928 geraakte hij in de Reichstag. Hij moest eigenlijk helemaal niets weten van dit democratisch instrument, maar hij wist maar al te goed dat deelname aan het bestaande politieke systeem de enige manier was om door te breken. Dr. Goebbels stopte zijn aversie voor de Reichstag echter niet onder stoelen of banken en verklaarde openlijk dat NSDAP-verkozenen enkel Rijksdaglid werden omdat "de Weimarideologie zelf hen zou helpen het te vernietigen."
Goebbels trad steeds meer in het openbaar met vele speeches op politieke bijeenkomsten. Hitler ontdekte gauw zijn scherpe intelligentie, onmiskenbare redenaarstalent met het nodige gevoel voor theatraliteit en, niet onbelangrijk, zijn ideologisch radicalisme. Hij benoemde Goebbels tot leider van partijpropaganda. Hieronder verenigde Goebbels maar liefst 120 dag- en weekbladen die een bereik hadden van meer dan een miljoen mensen in het hele land. Ook met zijn bezielende, tot de verbeelding sprekende theatrale opvoeringen oogstte de nieuwe propagandaleider steeds meer succes. Hij slaagde er in de NSDAP te doen doorbreken in de Berlijnse Gau.
Intussen kende de politieke redenaar ook geluk in de liefde. Hij ontmoette Magda Quandt in het hoofdkwartier van de Gau Berlin. Op 19 december 1931 traden ze al in het huwelijk. Magda, die reeds een zoon Harald had uit haar vorige huwelijk, zou Goebbels zes kinderen schenken. Helga, Hilde, Hellmuth, Holde, Hedda en Heide - de "H" als eerste letter van hun naam was een bewuste keuze als uiting van hun bewondering voor Hitler - hadden blauwe ogen en blonde haren, wat hen tot ideale "Übermenschen" én bijgevolg tot perfect propagandamodel maakten. Ondanks dit huiselijk geluk was Goebbels wel heel vaak in de buurt van de Tsjechische filmster Lida Baarova te vinden. Hitler kon Magda slechts met moeite overreden om niet te scheiden, omdat dit een groot schandaal zou teweegbrengen. Dat kon de NSDAP echt wel missen.
Het toenemend succes van Hitler was niet in geringe mate te danken aan Goebbels en diens sluwe en goed doordachte propagandatechnieken. De hele hype, de mythe die begin jaren dertig rond Hitler werd gecreëerd, waren zijn werk. Hitler werd naar voren geschoven als de nieuwe Messias, de Führer die de door zoveel plagen getroffen Duitsers zou redden van de joden, de marxisten en 'asocialen' bij wie de oorzaak van alle problemen lag. Goebbels slaagde erin Hitler te projecteren als de Redder des Vaderlands. Hij gaf Hitler de stralenkrans van onfeilbaarheid. Een beeld waarvoor de Duitsers massaal door de knieën gingen.
Von Hindenburg benoemde Hitler tot rijkskanselier. De NSDAP had het voortaan voor het zeggen in Duitsland. In het spoor van het succes van de NSDAP en Hitler klom Goebbels steeds hoger in de nazi-hiërarchie. Hitler bevorderde op zijn beurt zijn trouwe redenaar tot Reichsminister für Volksaufklärung und Propaganda. Niet toevallig korte tijd na de machtsovername van de NSDAP ging, op 27 februari 1933, de Reichstag in vlammen op.
De nationaalsocialistische ideologie verlangde een totale culturele omvorming van de Duitse politiek en samenleving, waarbij de gemeenschap (in theorie, maar de staat in de praktijk) elk aspect van het leven van het individu controleerde. Op dat idee is de leuze “Ein Volk, ein Reich, ein Führer” gebaseerd. De nazi's wilden als het ware één volk creëren binnen een groot rijk onder de leiding van één man, Hitler. Het nationaalsocialisme had tot doel het leven van het individu binnen te dringen door een organische samenleving te construeren waarin iedereen en alle organisaties werden 'gecoördineerd' onder de controle van de partij, want zij was de bewaker van de Volksgemeinschaft. Het regime vond vele wegen om zijn stellingen te propageren: via scholen en universiteiten, via allerlei activiteiten zoals de jaarlijkse partijbijeenkomsten in Nürnberg en via organisaties als de Hitlerjugend en de Bund Deutscher Mädel. Met een aantal nieuwe feestdagen werd de aandacht van de Duitsers op de gemeenschap gericht en werd hun deelname aan de Volksgemeinschaft versterkt. Die vieringen gingen gepaard met parades en massameetings. Hitler geloofde immers dat zulke meetings de mensen toelieten om uit het eigen gesloten milieu te stappen en deel te nemen aan de gemeenschap.
Het nationaalsocialisme was een militante beweging die alle aspecten van de moderne, industriële, stedelijke, onpersoonlijke en versplinterde samenleving wilde vernietigen en in de plaats daarvan een 'Arische' gemeenschap wilde opbouwen, waarin alle mannen en vrouwen hun plaats kenden, zin aan hun leven konden geven in hun toewijding aan de Volksgemeinschaft en terugkeerden naar een harmonie tussen zichzelf en de anderen, tussen de natuur en de gemeenschap. Het nationaalsocialisme is er slechts gedeeltelijk in geslaagd om de ideologie van de Volksgemeinschaft in de praktijk om te zetten. Alleen in het uitsluiten van de Joden van het openbare leven zijn de nazi's echt geslaagd. Historici zijn er echter nog niet uit of die politiek van systematische uitsluiting in de jaren '30 reeds een bewuste prelude van de Endlösung inhield.
Goebbels en zijn propagandamachine speelden een heel belangrijke rol in die 'coördinatie' van de Duitse samenleving. In zijn ministerfunctie had hij alle macht over de media (pers, radio, reclame, films, etc.). Dit gaf hem de mogelijkheid om de journalisten en al hun publicaties onder staatscontrole te brengen. Alle journalisten, schrijvers en andere kunstenaars moesten zich laten registreren bij één van de ministerieafdelingen. Op die manier hield hij iedereen onder controle en slaagde hij erin de Joden en politieke tegenstanders van elk openbaar forum uit te sluiten en geen invloed te laten uitoefenen op het Duitse publiek. Goebbels startte ook met de zuivering van de kunstwereld. Met zijn bekende Feuerrede in Berlijn op 10 mei 1933 werden duizenden boeken van Joodse, marxistische en andere subversieve (lees: kritische) schrijvers openbaar verbrand.
Goebbels was niet toevallig de meester van de propaganda. Elke speech bereidde hij uren voor: elke stembuiging, elke beweging, elk woord was weloverwogen. Dezelfde beredeneerdheid legde hij aan de dag bij de uitwerking van de nazi-propaganda in haar geheel. Doctor Goebbels, zoals hij zich graag liet noemen, had de stijl en de techniek van het openbare vertoon van de partij uitgewerkt. De massamanifestaties, de optochten met vaandels, de partijdagen waren aan zijn brein ontsproten.
Hij hanteerde enkele belangrijke principes. Daarbij stond de waarheid zeker niet centraal. Enkel de geloofwaardigheid bepaalde of propaganda bruikbaar was of niet. De inhoud werd zodanig aangepast dat het voor de juiste (lees: Duitse) zijde gunstig was. Er moest gezorgd worden voor eenvoudige en gemakkelijk te begrijpen onderwerpen. In nazi-Duitsland bestond dé waarheid niet; Goebbels maakte de waarheid. De enige grote, absolute waarheid was dat de Führer en de Partij altijd gelijk hadden.
Om de Duitsers bereikbaar en dus vatbaar te maken voor de propaganda, begonnen de nazi’s massaal radio’s op de markt te brengen. Tot dan was de geschreven pers (kranten, pamfletten, e.d.) het propagandamiddel bij uitstek. Onder Goebbels zou dat roer drastisch omgegooid worden. De Reichsminister zei hierover: “Revolutionaire bewegingen worden niet geschapen door grote schrijvers, maar door grote redenaars. Het is een dwaling als men denkt dat het geschreven woord doeltreffender is, omdat de dagbladpers door een groot aantal mensen wordt gelezen. [...] Een doeltreffende speech is oneindig suggestiever dan een goed hoofdartikel.”
Vanaf augustus 1933 werd de Volksempfänger VE 301 aan een betaalbare prijs (ongeveer DM 76) massaal te koop aangeboden. Deze bakelieten radio's hadden doorgaans drie buizen. Later in 1938 werden speciaal ontwikkelde radiobuizen voor de DKE38 (Goebbels' Schnauze) gebruikt zodat twee buizen volstonden en er nog goedkoper kon geproduceerd worden. Het toestel kostte uiteindelijk nog DM 35. Het typenummer 301 verwees naar de machtsovername door de nazi's op 30.1.1933.
De radio had zo'n succes dat de producenten de vraag niet konden volgen. Omdat niet ieder gezin een radio kon bemachtigen, werd het collectief luisteren aangemoedigd. Op bedrijven werd het werk soms voor uren stilgelegd om de speeches van Hitler of Goebbels te beluisteren. Openbare gelegenheden, zoals restaurants en cafés, moesten een radio hebben. Er waren zelfs ambtenaren wier taak eruit bestond de mensen aan te sporen te luisteren naar de naziprogramma's. Op die manier werd de radio, door Goebbels uitgeroepen tot de achtste macht, het instrument bij uitstek om de man in de straat voortdurend te overstelpen met het nazi-gedachtegoed. “Ganz Deutschland hört den Führer mit dem Volksempfänger”, was het devies.
De Joden vormden het mikpunt van de propagandamachine van Goebbels. Ze werden voortdurend gedemoniseerd en in karikaturen voorgesteld, waaruit moest blijken hoe lelijk en slecht ze wel waren. Hij ging in zijn eerste propagandacampagnes echter nooit bruusk te werk. Zijn campagnes werkten als een sluipend gif dat de geesten van de Duitsers langzaam in zijn greep kreeg en hen een afkeer van het Jodendom bezorgde. Het is toch opvallend dat de Joden niet echt in groten getale Duitsland hebben verlaten. Dit was voor een groot stuk het gevolg van de subtiele aanpak van Goebbels. Zijn strategie bestond uit het misleiden van de Joden, zodat weinigen hebben stilgestaan bij de gevaren die hen te wachten stonden. Toen ze het gevaar zagen, was het voor velen te laat en konden ze Duitsland niet meer verlaten.
Het antisemitisme voerde met het vorderen van de jaren dertig steeds meer de boventoon in de campagnes. Die evolutie culmineerde in de Kristallnacht op 9 en 10 november 1938. Het was de eerste grootschalige, georchestreerde pogrom in nazi-Duitsland. De aanleiding was het neerschieten van een Duitse diplomaat door de zeventienjarige Jood Hirschel Grynszpan. Hij had juist te horen gekregen dat zijn familie uit hun huis was gezet en naar de Poolse grens zou gebracht worden. De jongeman, die in Frankrijk bij zijn oom woonde, stapte naar de Duitse ambassade en wilde er de ambassadeur vermoorden. Toen hij erachter kwam dat die niet aanwezig was, schoot hij de derde Duitse attaché Ernst vom Rath neer. Dit was het ideale excuus voor Goebbels om een grootscheepse pogrom te organiseren. Hij liet in de pers artikelen verschijnen die zo opgesteld waren dat ze wel agressie moesten uitlokken. Het was een internationale Joodse samenzwering, gericht tegen het Derde Rijk en dus, symbolisch, tegen de Führer. Goebbels stuurde ook de Sturmabteilung (SA) de straat op om de gemoederen nog wat meer op te hitsen.
In de nacht van 9 op 10 november werden in heel Duitsland, maar ook in Oostenrijk en Sudetenland Joden en hun eigendommen aangevallen. Honderden synagogen werden in brand gestoken, Joden werden in elkaar geslagen, winkels geplunderd en begraafplaatsen geschonden. Een honderdtal Joden vond de dood, terwijl enkele honderden gewond geraakten. Ongeveer dertigduizend Joden werden gearresteerd en naar concentratiekampen gezonden. Hun goederen werden geconfisqueerd.
Op 10 november gaf Goebbels een persconferentie om uitleg te geven bij "de spontane uitbarstingen van de volkswoede". Hij ontkende hardnekkig de geruchten over plunderingen en mishandelingen. Er volgde nauwelijks of geen internationaal protest. Kristallnacht betekende een belangrijke stap in de houding van de nazi's t.o.v. de Joden. Tot dan werd geweld tegen Joden gedoogd, maar met Kristallnacht werd de stap gezet naar systematisch (door de nazi-overheid) georganiseerd geweld.
Er werden nieuwe propagandaregels uitgevaardigd en Goebbels gaf theater- en toneelgezelschappen de opdracht rond anti-semitische thema's te werken, met vooral aandacht voor "de samenzwering van het internationale jodendom". Waarschijnlijk zijn deze maatregelen genomen omdat dergelijk geweld tegenover Joden voor heel wat Duitsers nog een brug te ver was. Om de bevolking rijp te maken voor een harde, gewelddadige anti-Joodse politiek startte Goebbels een propagandacampagne. Die moest het ware gelaat van de joden, de aartsvijand van het Derde Rijk, tonen. Voordien werd er ook al de spot gedreven met de Joden en werden ze zwart gemaakt. Die campagnes werden voortaan geïntensiveerd.
Een belangrijk onderdeel van de anti-Joodse campagne bestond uit het draaien van films die een karikatuur van de joden maakten en hen voortdurend in een slecht daglicht stelden. Zo werden Die Rothschilds en Jud Süss in 1939 in roulatie gebracht. Het ‘meesterwerk’ van de antisemitische propagandafilms, Der ewige Jude, werd uitgebracht in 1940. De film moest het nationaalsocialistische Jodenbeeld bij het brede publiek propageren en werd daarom gepresenteerd als een documentaire die de Jood liet zien, zoals hij werkelijk was. Een belangrijk deel van de film werd in het getto van Lodz (Polen) opgenomen. Regisseur Fritz Hippler ontkende dat de documentaire in scène was gezet. Uiteraard was het tegendeel waar. De enscenering ligt er vaak vingerdik op: de ‘acteurs’, Joden die van straat werden geplukt, gedroegen zich heel onwennig. De aanwezigheid van de camera beïnvloedde duidelijk hun gedrag.
Der ewige Jude was bedoeld als ontmaskering van de Joden, die zich hadden aangepast aan de westerse leefstijl. “Maar daar schuilt juist het gevaar. Zij hebben zich, uiterlijk gezien, misschien wel aangepast, maar innerlijk zijn ze nog altijd even slecht en onbeschaafd. Hun aanpassing is slechts schone schijn. Op die manier willen ze onze waakzaamheid doen verslappen en op het moment dat we het niet meer verwachten, zullen de Joden de macht veroveren.” Uiteraard hadden de nazi's deze sluwheid doorzien. Om de bevolking bewust te maken van het zogenaamde Joodse gevaar werd in deze film "het ware Joodse gelaat" getoond. Met gruwelijke, huiveringwekkende scènes en haatdragende commentaren werden de Joden ontmenselijkt. Dat was het centrale idee van de film: de Duitsers laten zien dat de Joden eigenlijk onmensen waren. En dergelijke Untermenschen moesten niet menselijk behandeld worden. Niet de nazi's waren slecht en onmenselijk omdat ze de Joden in kampen wilden stoppen, neen, de Joden waren slecht en onmenselijk, zodat de nazi's wel verplicht waren om ze in concentratiekampen onder te brengen. Dat besef maakte het mogelijk dat de Joden op zo'n grote schaal werden gediscrimineerd en uiteindelijk vermoord.
Op 30 augustus 1940 keurde Hitler de film goed. In november keurde de censuur Der ewige Jude goed en op 28 november ging hij in Berlijn in première. Het publiek, bestaande uit heel wat vertegenwoordigers van de Wehrmacht, NSDAP, de wetenschaps- en kunstwereld, onthaalde de film op luid applaus. Goebbels was ervan overtuigd dat de mensen zouden stormlopen voor de film, maar dat viel tegen. De harde, vaak huiveringwekkende beelden schrokken vele mensen af. Enkel in de kringen van de SS en de Wehrmacht werd de film geregeld getoond.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog versterkte Goebbels de nazi-propaganda nog verder. Het was belangrijk om de bevolking op de hoogte te houden van de evolutie op het oorlogsfront. Dit gebeurde vooral via Sondermeldungen op de radio, die de indruk gaven rechtstreeks van het front te komen. Er was ook het steeds langer durende Wochenschau-programma, waarin beelden werden getoond van de triomferende Duitse troepen. De eerste jaren liep het inderdaad heel voordelig voor de Duitse Wehrmacht. Ze boekten op alle fronten grote successen.
In 1941 liet Goebbels nog een sterk staaltje zien van de manier waarop hij de pers kon bespelen. Er doken steeds sterkere geruchten op dat Duitsland een aanval op de Sovjetunie voorbereidde. De nazi-leiders wilden uiteraard voorkomen dat Stalin hierdoor zou gewaarschuwd worden en de nodige voorzorgsmaatregelen kon nemen. Om die geruchten de kop in te drukken, schreef Goebbels een artikel voor de Völkische Beobachter (V.B.), met als titel "Het voorbeeld van Kreta". In dat artikel stond te lezen dat de verovering van Kreta een soort generale repetitie was voor een landing van parachutisten op grote schaal. Het doel van zo'n landing kon alleen Groot-Brittannië zijn. Met dit artikel leek het alsof Goebbels zijn mond had voorbijgepraat en de invasie van Groot-Brittannië had aangekondigd. Deze indruk werd nog versterkt, toen de politie enkele uren na het uitbrengen van de kranten alle exemplaren van V.B. in beslag begon te nemen. Op deze manier slaagde Goebbels erin de geruchten over een nakende invasie van de USSR de kop in te drukken en kon hij kostbare tijd winnen. De aandacht ging nu, tenminste tijdelijk, uit naar het westfront waar de aanval op het Britse eiland werd verwacht. Op 22 juni 1941 ging Operatie Barbarossa van start, de Duitse invasie van de USSR.
In december 1942 ontsnapte Goebbels aan een aanslag op zijn leven. De minister van propaganda had op het eiland Schwanenwerder zijn eigen huis. De ingenieur Hans-Heinrich Kummerow trachtte de brug die naar het eiland liep op te blazen op het moment dat Goebbels er overheen reed. Terwijl hij de lading onder de brug plaatste, werd hij betrapt en gearresteerd. Kummerow werd op 16 december 1942 ter dood veroordeeld. Voortaan werd Goebbels steeds bewaakt door de Sicherheitsdienst. Bovendien kreeg hij met Kerstmis een gepantserde Mercedes van Hitler cadeau.
Eind 1942 - begin 1943 werd de strijd om Stalingrad definitief beslecht in het nadeel van de Duitsers. Dit was het begin van het einde voor het Derde Rijk. Goebbels moest deze zware nederlaag aan de Duitse bevolking zo trachten uit te leggen dat ze hun geloof in de goede afloop van de oorlog niet verloren. Anderzijds moest het volk ook beseffen dat er zwaardere inspanningen nodig waren om die goede afloop te verzekeren. De geallieerden eisten begin 1943 de onvoorwaardelijke overgave van de Asmogendheden. Goebbels zal dit in zijn voordeel aanwenden. In één van zijn meest bekende en beklijvende speeches Nun, Volk, steh auf und Sturm brich los! in het Berlijnse sportpaleis (18 februari 1943) riep Goebbels de totale oorlog uit. [...]Ich frage Euch: Wollt Ihr den totalen Krieg? Wollt Ihr ihn, wenn nötig, totaler und radikaler, als wir ihn uns heute überhaupt noch vorstellen können? Fünftens: Die Engländer behaupten, das deutsche Volk hat sein Vertrauen zum Führer verloren.
Ich frage Euch: Ist Euer Vertrauen zum Führer heute größer, gläubiger und unerschütterlicher denn je? Ist Eure Bereitschaft, ihm auf allen seinen Wegen zu folgen und alles zu tun, was nötig ist, um den Krieg zum siegreichen Ende zu führen, eine absolute und uneingeschränkte? [...] De duizenden toeschouwers werden wild enthousiast en scandeerden: "Führer befehlt, wir folgen!"
Goebbels´ oratorisch genie en zin voor pathos hadden weer het gewenste effect. Tegelijkertijd wilde Goebbels met zijn speech extra druk uitoefenen op Hitler om effectief maatregelen te nemen voor de totale oorlog. Het zinde de Reichsminister helemaal niet dat hij niet betrokken was bij de organisatie van de totale oorlog. Hij ergerde zich dood aan de halfslachtige maatregelen. Goebbels wilde veel verder gaan: hij eiste de arbeidsplicht voor de vrouwen, het sluiten van alle luxewinkels en -zaken, met inbegrip van de grote magazijnen en luxeherbergen.
De eerzuchtige Goebbels was niet langer tevreden met zijn werk als propagandaminister. Hij vond dat hij enkel goed was om mooie woorden te bedenken voor andermans werk. Goebbels had natuurlijk de macht over de media, maar die moest hij delen met de Reichspressechef en het militair opperbevel. Om zichzelf extra in de belangstelling te zetten begon hij wekelijks een hoofdartikel te schrijven voor Das Reich. Door vaak in het openbaar te verschijnen hoopte hij meer invloed en macht te verwerven, voorlopig zonder veel succes. Goebbels was tijdens de oorlogsjaren, ondanks zijn functie en zijn redenaarstalent, niet (meer) die man met de grote macht en invloed in nazi-Duitsland. Zijn gloriejaren leken achter de rug te zijn.
De kentering kwam er met de aanslag en staatsgreep van 20 juli 1944. Die dag plaatste Claus Schenk Graf von Stauffenberg een in een tas verborgen tijdbom onder de tafel in de commandoruimte, waar Hitler en zijn generaals een vergadering hielden. De bom ontplofte, maar Adolf Hitler overleefde de aanslag. Dankzij zijn snelle denken en beslissend optreden slaagde Goebbels erin de belangrijkste samenzweerders diezelfde dag nog te isoleren en te arresteren. Later gaf Hitler Goebbels de leiding over een speciale commissie om de zaak verder te onderzoeken.
Deze situatie bood Goebbels heel wat mogelijkheden. Hij drong bij Hitler aan op de nodige politieke én militaire gevolgtrekkingen. Dit was Goebbels' kans om eindelijk de leiding te krijgen over de totale oorlog. In een poging om Hitler van de noodzaak hiervan te overtuigen, beloofde hij dat hij binnen drie maanden een miljoen nieuwe troepen op de been kon brengen. Nog in juli 1944 werd Goebbels beloond voor zijn inspanningen: hij werd door Hitler aangesteld tot Generalbevollmächtigter für den totalen Kriegseinsatz an der Heimatfront. Als zijn persoonlijk bijdrage tot de totale oorlog beperkte Goebbels zijn eigen officiële en persoonlijke staf. Hij ontsloeg een aantal ambtenaren, secretaressen, koks en dienstmeisjes opdat ze in de munitiefabrieken konden gaan werken. In de praktijk kwam het er echter op neer dat ze vaak op andere afdelinge`n bij de regering aan de slag gingen. Er was, ondanks de bevelen en verordeningen van Goebbels, een enorme verkwisting van arbeidskrachten in de regeringsbureaus. De maatregelen, vaak halfslachtig of zelfs tegenstrijdig, hadden lang niet het gewenste effect. Duitsland stond op instorten en deze maatregelen leidden vaak tot nog grotere verwarring en chaos.
In december 1944 kwam de laatste stuiptrekking van het stervende Derde Rijk. Het Ardennenoffensief was de laatste belangrijke aanval van de Wehrmacht. Naar aanleiding van dit offensief werd Goebbels door Hitler in de bloemetjes gezet: zijn maatregelen voor de totale oorlog zouden het vormen van de Volksgrenadierdivisionen, die in de spits van het offensief terug te vinden waren, mogelijk hebben gemaakt. De eerzuchtige Goebbels, eindelijk echt in de schijnwerpers, nam de lofbetuigingen graag aan. Na enkele weken werd het offensief echter tot staan gebracht en werden de Duitse troepen teruggeworpen.
Zijn geluk was dus van korte duur. Naarmate de militaire onheilstijdingen binnenkwamen, verloor zelfs de eeuwige optimist en vechter zijn veerkracht. Goebbels zocht steeds meer het gezelschap op van Hitler, die zich vaak langere periodes in zijn bunker terugtrok. In de eerste maanden van 1945 werden allerlei plannen gemaakt om de rijkskanselarij naar Thüringen te verhuizen. Goebbels wilde hiervan niets weten: hij zou Berlijn nooit in de steek laten. Hij had verschillende ideeën over hoe hij zou ten onder gaan: hij was immers slim genoeg om te zien dat de oorlog verloren was. Hij sprak over zelfmoord, maar ook over het opblazen van de Führerbunker of het heroïsch sterven met wapen en hakenkruisvlag in de hand. Er kwam nog even hoop in de nazi-harten met de dood van president Roosevelt. Misschien kon dit invloed hebben op het verloop van de militaire operaties, maar algauw boorden berichten van het front deze hoop de grond in.
In de laatste weken van de oorlog liet Goebbels zijn vrouw en kinderen overkomen naar de Hitlerbunker in Berlijn. Op 29 april 1945 trad Goebbels op als getuige bij het huwelijk tussen Hitler en zijn maîtresse Eva Braun. Een dag later nam Eva Braun vergif in en schoot Hitler zich een kogel door het hoofd. In Hitlers politiek testament werd Goebbels beloond voor zijn trouw met de benoeming tot de nieuwe Rijkskanselier. Goebbels weigerde deze functie aan te nemen en besloot zijn geliefde Führer te volgen in de dood.
Zijn vrouw Magda had al verschillende malen overlegd met de SS-dokters Ludwig Stumpfegger en Helmut Gustav Kunz over hoe men de kinderen - want ook zij moesten mee ten onder - het beste kon doden. Op 1 mei 1945 namen ze de beslissing Hitler in de dood te volgen. Kunz gaf de kinderen een injectie met morfine, maar hij weigerde ze het dodelijke vergif toe te dienen. Magda Goebbels liet daarom Stumpfegger halen, maar waarschijnlijk heeft ze zelf de cyaankalicapsules in de monden van haar kinderen geopend.
Korte tijd later verlieten Goebbels en zijn vrouw de bunker. In de tuin stond SS-Hauptsturmführer Günther Schwägermann hen al op te wachten met het pistool in de hand. Hij schoot beiden dood. Nadien overgoot Schwägermann, zoals Goebbels had bevolen de lijken met benzine en stak hen in brand. De verkoolde lichamen werden later teruggevonden door de Russische soldaten van Maarschalk Georgy Zhukov. Die namen wat foto's en de lijken werden samen met die van hun kinderen in een massagraf begraven, waarvan de plaats niet bekend is.