Inleiding
Op 14 november 1940 bombardeerden ongeveer 500 Duitse bommenwerpers de Engelse industriestad Coventry. Omdat de fabrieken zich in het hart van de stad bevonden, vielen tijdens dit massale Duitse bombardement ruim 554 doden en werd het historisch centrum van de stad volledig verwoest.
De voorbereidingen
Tijdens de eerste fase van de Slag om Engeland was de Duitse Luftwaffe er niet in geslaagd de Engelse luchtverdediging uit te schakelen. Daarom voerde zij vanaf half oktober 1940 alleen nog maar nachtaanvallen uit, waartegen de Britten in eerste instantie geen goed verweer hadden. Deze nachtaanvallen waren mogelijk geworden omdat de Duitsers nieuwe navigatiemiddelen hadden ontwikkeld, die bestonden uit smalle bundels radiogolven die vanaf verschillende punten op het vasteland naar Engeland werden uitgezonden en die elkaar boven het aanvalsdoel sneden. De Duitse bommenwerpers volgden dan zo’n bundel tot aan het snijpunt waar zij dan vervolgens hun dodelijke lading afwierpen. De naam van deze nieuwe techniek was het ‘X-Gerät’.
Op 3 september 1940 bespraken de Duitse veldmaarschalken Kesselring en Sperrle met Göring in Den Haag de toekomstige strategie van de luchtoorlog. Niet alleen Londen maar ook industriesteden zoals Coventry en Birmingham, zouden het doelwit worden van de Duitse Luftwaffe. In de meeste steden bevonden de fabrieken zich aan de rand van de stad, alleen in Coventry, dat op dat moment een inwonersaantal had van ongeveer 200.000 inwoners, lag het industriële centrum in het hart van de stad. De Luftwaffe had tot november 1940 haar aanvallen hoofdzakelijk op militaire en industriële doelen gericht en bevolkingscentra zoveel mogelijk met rust gelaten. Toen zij echter de eerste voorbereidingen troffen voor een bombardement op Coventry, zou het onvermijdelijk worden dat de plaatselijke bevolking daaronder zou komen te lijden.
Besloten werd dat de grote Duitse aanval op Coventry zou plaatsvinden tijdens volle maan in de nacht van 14 op 15 november 1940 en zou worden uitgevoerd door Luftflotte 2 van Kesselring en Luftflotte 3 van Sperrle. Deze grote operatie, die als codenaam Mondscheinsonate meekreeg, bleef in Engeland niet onopgemerkt. Terwijl in Engeland koortsachtig werd gezocht naar een goede afweer tegen de Duitse navigatiesystemen en de nachtelijke aanvallen, was men er al wel in geslaagd de Duitse geheime codes voor het radioverkeer te breken. Deze ontdekking werd zeer zorgvuldig geheim gehouden en stond onder de codenaam ‘Ultra’ slechts bij een zeer beperkt gezelschap bekend. Op 9 november werd dankzij ‘Ultra’ in Engeland bekend dat de Duitsers een groot bombardement aan het voorbereiden waren, maar over het aanvalsdoel en de datum bleef men in het ongewisse.
Het bombardement
Op 14 november om 18.17 uur passeerden de eerste Duitse vliegtuigen van Kampfgruppe 100, die tot taak hadden om het juiste doel op te sporen en vervolgens met brandbommen te markeren, de Engelse kust bij Lyme Bay. Zij vlogen links en rechts op ongeveer 11 kilometer van de bundel radiogolven achter elkaar met een onderlinge afstand van 19 kilometer. De dertien Heinkels 111 van deze Kampfgruppe die aan de operatie deelnamen, waren daardoor over een zeer groot gebied verspreid, wat een effectieve bestrijding door de Engelse luchtmacht ten zeerste bemoeilijkte.
Om 19.00 uur begonnen de lokale sirenes te loeien en om 19.20 uur verschenen de Heinkels boven Coventry en wierpen een grote hoeveelheid brandbommen af, zodat meer dan duizend branden ontstonden. Ondertussen naderden de honderden Duitse bommenwerpers van Luftflotte 2 en Luftflotte 3 van drie kanten de stad. Veel moeite om hun aanvalsdoel te vinden hadden ze niet, want Coventry was ondertussen één groot inferno geworden, al vanaf de Engelse kust konden zij hun doel zien liggen. Om 19.30 uur arriveerde de Duitse hoofdmacht en werd de eerste 500 ton aan bommen boven het centrum van Coventry gedropt. Om 19.40 uur werd de St. Michael-kathedraal, waarvan de torenklok onheilspelend bleef spelen, getroffen. Ondanks de heroïsche inzet van de plaatselijke brandweer en vele vrijwilligers, wist men deze kathedraal niet te redden. Bij deze actie zouden uiteindelijk 26 brandweermannen omkomen en vele van hen zwaar gewond raken.
Terwijl het hevige bombardement in volle gang was, had de plaatselijke bevolking toevlucht gevonden in de schuilkelders. Om 02.00 uur, in de vroege ochtend van 15 november, was de intensiteit van het bombardement nog steeds niet afgenomen, de Duitse vliegtuigen bleven in golven komen met hun dodelijke ladingen. De vele brandhaarden in het begin van de vorige avond waren ondertussen uitgegroeid tot één enorme vlammenzee met een hoogte van 30 meter en de nacht was door de rook omgetoverd tot één grote zwarte massa. Om ongeveer 05.00 uur begon de intensiteit van het bombardement wat af te nemen. De aanval duurde uiteindelijk tot 06.00 uur in de vroege ochtend van de 15e november. Om 06.15 uur kwamen de eerste angstige bewoners uit hun veilige schuilkelders om de ravage van het bombardement van de afgelopen nacht in ogenschouw te nemen.
De gevolgen
De gevolgen voor Coventry waren desastreus. De stad was één complete puinhoop geworden; er waren meer dan 4300 huizen en historische gebouwen vernietigd. Op de muur van de St. Michael-kathedraal, aan de kant van het hoogaltaar, had een onbekende hand geschreven: “Vader vergeef”. Er kwamen 554 burgers om, terwijl er 865 gewond waren geraakt. Het mag overigens een groot wonder heten dat er niet meer slachtoffers zijn gevallen tijdens dit grootscheepse bombardement waarbij 56 ton aan brandbommen, 394 ton aan High Explosive-bommen en 129 parachutemijnen waren afgeworpen. Het eigenlijke doel van de aanval, het industriële hart van Coventry, was zwaar beschadigd maar de schade bleek uiteindelijk toch geringer dan het zich in eerste instantie liet aanzien.
Het bombardement maakte overal een grote indruk en als represaille besloot Arthur ‘Bomber’ Harris, de Engelse opperbevelhebber van Bomber Command, de luchtbombardementen op Duitse steden op te voeren. In Duitsland werd al op 15 november de Duitse bevolking van deze nachtaanval op de hoogte gesteld en overal heerste daar grote tevredenheid omdat men het bombarderen op Coventry als een gerechtvaardige vergeldingsaanval zag voor de Engelse bombardementen op de Duitse steden.
Op 16 november bezocht de Britse koning George VI de zwaar gehavende stad en op 20 november vond de eerste massabegrafenis op het London Road Cemetery plaats. Voor Coventry en haar bevolking zou dit bombardement overigens niet de laatste zijn, maar nooit zouden de komende bombardementen zoveel slachtoffers maken, zoveel impact en zoveel schade aanrichten dan dit bombardement dat plaatsvond in de nacht van 14 op 15 november 1940.