Vroege jaren
Friedrich Wilhelm Ernst Paulus werd geboren op 23 september 1890 in Breitenau in Hessen. Zijn vader werkte als boekhouder in een verbeteringsgesticht. De familie was niet van adel en dus had de familie Paulus niet 'von' in de naam staan, zoals vaak ten onrechte beweerd wordt. Nadat hij in 1908 zijn gymnasiumopleiding in Kassel had afgerond, solliciteerde Paulus bij de marine, maar hij werd niet aangenomen omdat hij geen aristocratisch bloed had. Hij begon daarna aan een studie rechten aan de universiteit van Marburg. In 1910 ging hij echter in het leger. Paulus kwam als Fahnenjunker bij het 3. Infanterieregiment in Rastatt (Baden) terecht. In 1911 werd hij bevorderd tot Leutnant en op 4 juli 1912 trouwde hij met Elena Rosetti-Solescu. Haar beide broers waren officieren die dienden in Paulus' regiment en via hen had Paulus haar ontmoet. Ze kwam uit een rijke en aristocratische Roemeense familie. Hun eerste kind, een dochter genaamd Olga, werd geboren in 1914. De tweeling Friedrich en Ernst-Alexander werd geboren op 11 april 1918 en beide zoons zouden beroepsofficier worden.
Paulus' regiment vocht aan het westelijke front. Paulus werd in november 1914 ziek en werd daarna een stafofficier van het 2. Preusische Jägerregiment, een eenheid van het Alpenkorps. Dit korps diende in Oost-Europa en later ook aan het westelijke front. Daar leed de formatie zware verliezen. Aan het eind van de oorlog had Paulus de rang van Hauptmann behaald. Paulus werd in de oorlog nooit commandant van een eenheid. Hij bleef in het leger maar het was duidelijk dat Paulus geen commandovoeringstalenten bezat. Hij voerde enige tijd het bevel over de 2. Kompanie van het 13. Infanterieregiment, maar Paulus bracht meer tijd door als stafofficier. Zijn bevelhebbers merkten in deze tijd dat Paulus niet zo gemakkelijk besluiten kon nemen.
Reichsheer en Wehrmacht
Paulus werd in het nieuwe Reichsheer op 28 maart 1920 adjudant van het Badische Infanterieregiment 14 in Konstanz. Op 1 juni 1922 werd Paulus naar de staf van Gruppenkommando 2 in Kassel overgeplaatst, totdat hij in oktober begon aan een opleiding tot Generale Stafofficier aan het Reichswehrministerium in Berlijn. In 1923 werd Paulus ingedeeld bij de Generale Staf in Kassel. Op 1 april 1925 werd hij overgeplaatst naar de staf van Infanterieführer V en op 1 oktober 1926 naar de staf van Artillerieführer V in Stuttgart, waar hij meerdere jaren als leraar werkzaam was. Vanaf 1 oktober 1927 was Paulus commandant van de 2. Kompanie van het Württembergischen Infanterieregiment 13 in Stuttgart. Dit bleef hij precies drie jaar; op 1 oktober 1930 werd hij tactiek-instructeur in de staf van de 5. Infanteriedivision. Op 1 februari 1931 volgde zijn promotie tot Major en dat jaar werd hij ook benoemd tot hoofd van de leergangen tactiek in het Reichswehrministerium, een functie die hij ruim drie jaar lang zou vervullen.
Op 1 juni 1933 volgde de bevordering tot Oberstleutnant. Op 1 april 1934 kreeg Paulus zijn eerste noemenswaardig commando: hij werd commandant van Kraftfahr-Abteilung 3 in Wünsdorf, nabij Berlijn, die datzelfde jaar werd omgedoopt tot Aufklärungs-Abteilung (mot.) 3, wat een van de eerste Duitse gemotoriseerde bataljons was. Op 1 juni 1935 werd Paulus bevorderd tot Oberst en in september volgde hij Heinz Guderian op als chef-staf van het Kommando der Kraftfahrtruppen in Berlijn. Dit commando coördineerde de opbouw van het tankwapen binnen de Wehrmacht. Paulus paste zich snel aan aan de nieuwe ideeën inzake mobiele oorlogsvoering en was nauw betrokken bij de ontwikkelingen van de gemotoriseerde tak van de nieuw gevormde Wehrmacht. Paulus was geen nazi en had niets te maken met de machtsovername van de NSDAP, maar kon zich wel vinden in Hitlers ideeën. Vanaf 1 november 1938 was Paulus chef-staf van het XVI. Armeekorps (mot.) in Berlijn, het eerste gemotoriseerde legerkorps van de Duitse strijdkrachten. Op 1 januari 1939 werd Paulus bevorderd tot Generalmajor en vanaf 1 mei was hij chef-staf van Heeresgruppe 4 in Leipzig. Eenheden van deze Heeresgruppe bezetten Praag op 15 maart 1939. Uit Heeresgruppe 4 ontstond op 26 augustus het 10. Armee.
Dienst in het 6. Armee
De bevelhebber van het 10. Armee was General der Artillerie Walther von Reichenau. Paulus zat liever achter een bureau en hield de administratie op orde terwijl Von Reichenau liever bij de troepen was. Zonder veel moeilijkheden rukte het 10. Armee op door Polen. Het 10. Armee werd op 10 oktober 1939 opnieuw genummerd als het 6. Armee. Kort daarna werd het leger naar het westen overgebracht en nam het deel aan de veldtocht tegen België en Frankrijk. Paulus was aanwezig bij de ondertekening van de overgavepapieren van het Belgische Leger door Koning Leopold III. Het leger bleef in Frankrijk en het zou deel uit maken van het invasieleger dat Groot-Brittannië zou binnenvallen in operatie Seelöwe.
Paulus werd op 1 augustus 1940 tot Generalleutnant bevorderd en kreeg in september 1940 een nieuwe post: hij werd opperkwartiermeester I (O.Qu.I) van het Oberkommando des Heeres (OKH), de staf van de landmacht. In april en mei 1941 maakt Paulus in die functie een inspectiereis naar het Afrikakorps van Erwin Rommel. Hij schreef een zeer kritisch rapport over de strategie van Rommel, maar Hitler ondernam daarop geen actie. Nadat het plan om Groot-Brittannië binnen te vallen werd verworpen, begon Paulus met de voorbereiding van operatie Barbarossa, de invasie van de Sovjet-Unie. Op 22 juni 1941 begon deze invasie. Paulus kreeg het nu wat rustiger omdat het OKH geen andere grote operaties elders had gepland. Paulus' oude 6. Armee maakte ook deel uit van het invasieleger. Paulus volgde de vorderingen van dit leger met grote interesse.
In december 1941 kwam de opmars tot stilstand. Moskou en Leningrad waren nog niet veroverd en Heeresgruppe Süd had de Kaukasus nog niet bereikt. De commandant van deze legergroep, Generalfeldmarschall Gerd von Rundstedt, wilde terugtrekken maar Adolf Hitler weigerde toestemming hiervoor te geven. Von Rundstedt werd ontslagen en Von Reichenau werd de nieuwe commandant van Heeresgruppe Süd. Paulus zou op voordracht van Von Reichenau het bevel krijgen over het 6. Armee, in plaats van één van de ervaren korpscommandanten. Hitler ging akkoord en op 1 januari 1942 werd Paulus, die nog vrijwel nooit het commando over een eenheid had gehad, de nieuwe commandant van het 6. Armee, dat zich op dat moment in de buurt van Kharkov in de Oekraïne bevond. Paulus werd ook bevorderd tot General der Panzertruppe. Von Reichenau stierf kort daarna en werd vervangen door Generalfeldmarschall Fedor von Bock. Paulus maakte geen goede start als bevelhebber, maar het OKH wilde Paulus het commando niet ontnemen. Om hem te ondersteunen werd zijn chef-staf vervangen door de fanatieke nationaalsocialist Generalmajor Arthur Schmidt.
De slag om Stalingrad
In juni 1942 werd een nieuw offensief gestart in Zuid-Rusland, genaamd operatie Blau. Heeresgruppe B, met onder andere het 6. Armee, moest oprukken naar de Volga bij Stalingrad, maar de stad nog niet veroveren. Het 6. Armee begon zijn opmars op 30 juni 1942. Het was op dat moment het grootste leger aan het Oostfront. Op 3 september was Stalingrad omsingeld, met de Duitsers in het noorden, westen en zuiden en de brede Volga in het Oosten.
Op 12 september 1942 vloog Paulus naar de bevelhebber van Heeresgruppe B, Generalfeldmarschall Maximilian Reichsfreiherr von Weichs. Ze gingen samen naar Hitler en wezen op de lange, open noordelijke flank en het tekort aan reserves en versterkingen. Hun betoog had echter geen succes. Terug in Stalingrad merkte Paulus dat het veroveren van de stad lang zou gaan duren. De winter kwam er ook aan en hij vroeg toestemming om het XIV. Panzerkorps terug te trekken om een reserve te vormen. Dit verzoek werd ook afgewezen en Paulus ging er niet verder op in. Paulus was te gehoorzaam en niemand anders kon Hitler overhalen om het offensief te staken. Waarschijnlijk was dit ook de reden dat Hitler Paulus wel mocht: Paulus was volgzaam en loyaal en voerde Hitlers bevelen bijna altijd correct uit. Ook was Paulus net als Hitler van eenvoudige afkomst.
Op 13 september 1942 begon een nieuw groot offensief. Paulus wilde de stad in tweeën delen door via het centrum van de stad naar de Volga op te rukken. Paulus' 6. Armee leed verschrikkelijke verliezen maar eind oktober was 90 procent van de stad in handen van de Duitsers. De Duitsers stuurden bijna alle beschikbare troepen naar Stalingrad. Op 19 november begon een groot vijandelijke offensief, operatie Uranus. De troepen in Stalingrad werden omsingeld. Hermann Göring beloofde desalniettemin dat zijn Luftwaffe het 6. Armee wel kon bevoorraden. Er waren echter bijna 300.000 troepen aanwezig in het omsingelde gebied. General der Artillerie Walther von Seydlitz-Kurzbach, één van de korpscommandanten, waarschuwde Paulus en drong erop aan uit te breken. Paulus weigerde naar hem te luisteren en gehoorzaamde Hitlers orders. Ook kwam General der Infanterie Schmundt, de adjudant van Hitler langs. Hij zei dat als het Paulus lukte Stalingrad in te nemen hij General der Artillerie Alfred Jodl mocht vervangen als chef-staf van het Oberkommando der Wehrmacht (OKW). Walther von Seydlitz-Kurzbach zou Paulus dan opvolgen.
Het einde van de Kessel
De situatie in Stalingrad ging ondertussen steeds verder achteruit. De Luftwaffe leverde veel te weinig voorraden. Generalfeldmarschall Erich von Manstein kreeg het bevel over de nieuw gevormde Heeresgruppe Don, dat als taak kreeg het 6. Armee te ontzetten. Von Manstein drong er bij Paulus op aan om zelf ook uit te breken om zo aan te sluiten bij het bevrijdingsleger. Het was Paulus' laatste kans. Net als alle andere keren toonde Paulus zich de gehoorzame officier en weigerde hij uit te breken. Von Mansteins offensief kwam al snel tot stilstand en met Kerst was alle hoop verloren.
Op 8 januari 1943 stuurden de Sovjets Paulus een ultimatum. Er stond in dat Paulus zich eervol mocht overgeven of dat zijn leger anders totaal vernietigd zou worden. Paulus had via de radio contact met Hitler. Deze zei dat hij zich niet mocht overgeven en dus weigerde Paulus aan het ultimatum gehoor te geven.
Het door de Duitsers bezette gebied in en om de stad slonk met de dag. Ook Adolf Hitler had wel door dat er geen hoop meer was. Hij gaf Paulus een onderscheiding en promoveerde hem tot Generalfeldmarschall. Omdat nog nooit een Duitse Generalfeldmarschall zich had overgegeven, verwachtte Hitler van Paulus dat deze zelfmoord zou plegen. Paulus deed dit echter niet. Op 31 januari bereikten troepen van het Rode Leger Paulus' hoofdkwartier. Paulus lag stil op bed te roken en een Russische officier vroeg Paulus zich over te geven. Paulus was vermoeid en stribbelde niet tegen.
In krijgsgevangenschap
Er werden in Stalingrad ongeveer 130.000 As-soldaten gevangen genomen. Ongeveer 500.000 As-soldaten stierven in Stalingrad. Slechts 6.000 krijgsgevangen zagen Duitsland nog terug, jaren na de oorlog. Paulus werd in februari 1943 opgesloten in de gevangenis van een klooster in Suzdal, maar een half jaar later werd hij samen met honderden andere Duitse, Japanse en Italiaanse generaals ondergebracht in Krijgsgevangenenkamp nr. 48, beter bekend als Kamp Voikovo, in het dorpje Cherntsy, 250 kilometer ten noordoosten van Moskou. Het generaalskamp was betrekkelijk comfortabel; er waren boeken en kranten om te lezen, er werden filmavonden georganiseerd en er kon worden gevist in de kampvijver.
In Kamp Voikovo werd Paulus gevraagd of hij zich met andere Duitse krijgsgevangenen tegen Hitler wilde keren en Duitsers wilde overhalen zich over te geven. Na de aanslag van 20 juli 1944 gaf Paulus toe. Hij maakte anti-nationaalsocialistische radio-uitzendingen en riep Duitse soldaten op om te deserteren. Hitler reageerde hierop door te bevelen dat de hele familie van Paulus gevangen genomen moest worden. Paulus zag zijn vrouw nooit meer terug, ze stierf in 1949 in West-Duitsland. Paulus – door de Sovjetpers aangeduid als 'het Spook van Stalingrad' – getuigde op 11 en 12 februari 1946 bij de processen van Neurenberg tegen de nazi-leiders (zie: verhoor Paulus 1 en verhoor Paulus 2). In oktober 1953 werd Paulus vrijgelaten; hij moest wel in Dresden in Oost-Duitsland gaan wonen. Daar werkte hij als een inspecteur van de politie. Friedrich Paulus stierf op 1 februari 1957 op 66-jarige leeftijd aan multiple sclerose in een kliniek in Dresden.