Jeugd
Erwin Johannes Eugen Rommel werd op 15 november 1891 geboren in Heidenheim / Brenz nabij Ulm. Zijn vader was een leraar en zijn moeder was de dochter van een voormalige premier van Württemberg. Hoewel het Rommels droom was om de techniek in te gaan, ging hij in juli 1910 het leger in bij het plaatselijke militaire onderdeel, het 124ste infanterie regiment (6de Württemberg) als officierscadet. Erwin maakte snel promotie en mocht in maart 1911 naar de officiersschool in Danzig (Gdansk). In januari 1912 was Rommel geslaagd en keerde hij terug naar zijn infanterieregiment in Weingarten als officier. Tijdens zijn opleiding in Danzig leerde hij zijn latere vrouw Lucie Maria Mollin kennen. Tot het begin van de Eerste Wereldoorlog was Rommel regimentsofficier bij de opleidingen.
Eerste Wereldoorlog
Erwin Rommel liet in de Eerste Wereldoorlog van begin af aan merken dat hij een moedig man was en raakte bij een bajonetactie gewond aan zijn been in september 1914. Rommel vocht in 1916 aan het oostfront tegen de Roemenen en in 1917 weer aan het westfront waar hij voor zijn aandeel in de aanval op de berg Cosna en Caporetto het Pour le Mérite verkreeg. Deze onderscheiding maakte hem tot oorlogsheld en werd normaal alleen aan generaals verleend. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog bekleedde hij een staffunctie.
Tussen de oorlogen
Rommel bekleedde na de oorlog diverse functies in het leger waaronder trainingsinstructeur bij een infanterieschool te Dresden. Op deze post schreef hij zijn boek ‘Infanterie greift an’ en beschreef infanterietactieken op basis van zijn ervaringen. Hitler zou later onder de indruk zijn na het lezen van dit boek. In oktober 1933 werd Rommel bevorderd tot majoor en in oktober 1935 tot luitenant-kolonel en hij ging lesgeven aan de oorlogsacademie te Potsdam. In november 1938 kreeg Erwin Rommel het commando over de oorlogsacademie te Wiener Neustadt. In september 1939 werd Rommel bevorderd tot generaal-majoor en kreeg het bevel over Hitlers lijfwachten tijden de Poolse campagne.
Fall Gelb
Na de Poolse campagne mocht Rommel van Hitler kiezen waarover hij het bevel wilde voeren en hij koos een pantserdivisie. Rommel zag het belang van pantserdivisies en Blitzkrieg goed in en kreeg het bevel over de 7de pantserdivisie ook al had hij geen praktische ervaring met pantserstrijdkrachten. De 7de pantserdivisie werd onderdeel van het 15de pantserkorps onder generaal Hermann Hoth en zou een grote rol bij de strijd in Frankrijk gaan spelen. Op 10 mei 1940 begon de invasie van Frankrijk, de 7de pantserdivisie bereikte op 13 mei Dinant en wist daarna de Maas over te steken. Bij zijn snelle opmars ontstond een tankgevecht nabij Arras met twee Britse tankregimenten, dat gestopt kon worden door de opmerkelijke inzet van 8.8 cm Flak kanonnen tegen tanks. Op 8 juni bereikte Rommel Rouen, op 10 juni de kust nabij Dieppe en op 17 juni Cherbourg. Cherbourg capituleerde aan Rommel op 19 juni en op 25 juni waren de gevechten in Frankrijk afgelopen. De 7de pantserdivisie onder Rommel kreeg de bijnaam ‘Ghost' of 'Phantom' divisie (spookdivisie), omdat vrijwel niemand precies wist waar de divisie zich bevond, ook de legerleiding niet en soms zelfs zijn eigen staf niet. Ook verbrak Rommel soms bewust de verbinding met de legerleiding om rust te hebben of om bevelen te voorkomen; dit werkte de bijnaam voor zijn divisie in de hand.
Woestijnoorlog
In januari 1941 werd Rommel bevorderd tot luitenant-generaal en werd hij naar Berlijn geroepen om instructies te krijgen voor een nieuwe commandofunctie. Hij kreeg het bevel over het Deutsches Afrika Korps (DAK) en zou op 12 februari vertrekken naar Tripoli om de Italianen in de strijd tegen de Britten in Noord-Afrika bij te staan. Het DAK zou bestaan uit de 5de lichte pantserdivisie en de 15de pantserdivisie.
Rommel vond bij aankomst gedemoraliseerde Italiaanse troepen vanwege de vele nederlagen. Rommel nam direct het initiatief en wist overwinning na overwinning te behalen door slimme tactiek en een goed improvisatievermogen. Hij kreeg de bijnaam ‘Desert Fox’ en werd gepromoveerd tot de jongste Generallfeldmarschall ooit op 50-jarige leeftijd. Op 11 april stond Rommel al voor Tobruk aan de Egyptische grens en had zo de Britten over een grote afstand teruggedreven. Joseph Goebbels maakte met zijn propaganda Rommel in Duitsland tot nationale held, een van de redenen waarom hij een van de bekendste Duitse generaals is geworden. Midden augustus 1941 werd het Afrikakorps gereorganiseerd en Panzer Gruppe Afrika genoemd. Tevens kreeg Rommel nu ook het bevel over vijf Italiaanse divisies in Noord-Afrika en de 5de lichte divisie de 21ste pantserdivisie. De 90ste lichte divisie werd bovendien naar Noord-Afrika overgebracht. In de nacht van 17 november 1941 werd door Britse commando’s een poging ondernomen om Rommel te vermoorden (operatie Flipper), maar hij was niet op de veronderstelde plaats.
Eind juni bereikte Rommel El Alamein met compleet uitgeputte troepen en aanvoerlijnen die extreem lang waren. Uiteindelijk werd bij El Alamein het Afrikakorps in het defensief gebracht door de alsmaar sterker wordende Britten onder leiding van Bernard Montgomery. Toen het offensief bij El Alamein van start ging was Rommel in Duitsland vanwege ziekte. Het Afrikakorps trok zich alsmaar verder terug en tot overmaat van ramp landden er op 6 november geallieerde troepen in noordwest Afrika (Operatie Torch). Op 19 februari 1943 lanceerde Rommel zijn laatste offensief in noord-Afrika en wist de volgende dag de Kasserine-pas te heroveren. Eind februari benoemde Rommel General Von Arnim tijdelijk tot opvolger als bevelhebber van Armee Gruppe Afrika. Op 6 maart 1943 vloog Rommel terug naar Berlijn, waarna hij met ziekteverlof ging en Von Arnim officieel bevelhebber werd. Op 11 maart 1943 werd Rommel het Ridderkruis met eikenloof, zwaarden en briljanten door Hitler verleend. Op 13 mei 1943 capituleerde het Afrikakorps aan de geallieerden en ongeveer 200.000 man gaf zich over.
1943-1944
Van maart tot juli 1943 kon Rommel tijdens zijn ziekteverlof tijd met zijn vrouw doorbrengen. Hij kreeg op 10 juli 1943 het bevel over Griekenland, maar werd snel weer terug naar Duitsland geroepen. Begin november kreeg hij het bevel over Italië, maar werd weer snel opgevolgd door Albert Kesselring. Halverwege november kreeg Rommel opdracht om de Atlantikwall te inspecteren en na rapport te hebben uitgebracht kreeg hij het bevel over Heeresgruppe B, onder bevel van Oberbefehlshaber West Gerd von Rundstedt. Naast dit bevel werd hij ook benoemd tot Inspektor General van de Atlantikwall. De Atlantikwall werd door zijn persoonlijke invloed in korte tijd verzwaard, verbeterd en werd er structuur aangebracht in de versterkingen. Enkele versperringen zoals 'Rommel-asperges" (palen in weilanden tegen zweefvliegtuigen) waren geplaatst naar zijn eigen ideeën.
Nadat de geallieerde landing had plaatsgevonden en de geallieerden alsmaar sterker werden zag Rommel het voortzetten van de oorlog als zinloos. Drie dagen voor de poging om Adolf Hitler te vermoorden op 20 juli 1944 (aanslag en staatsgreep van 20 juli 1944) raakte Rommel zwaar gewond door een geallieerde luchtaanval. De rol van Rommel in het complot werd geheim gehouden voor het grote publiek door zijn grote populariteit. Hij kreeg de keuze om terecht te staan als verrader, waardoor ook zijn naasten groot gevaar zouden lopen of het plegen van zelfmoord. Op 14 oktober 1944 slikte Erwin Rommel vergif. Zijn dood werd bekend gemaakt alsof hij was overleden aan zijn verwondingen. Op 18 oktober 1944 werd Rommel met alle militaire eer begraven te Ulm. Er was een dag van nationale rouw afgekondigd door Hitler zelf. Erwin Rommel was een van de weinige generaals die zich niet schuldig zou hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden. Hij werd geroemd door zijn eigen volk en gevreesd door de geallieerden vanwege zijn inventieve manier van oorlogvoeren. De Duitse generaals waren over het algemeen wat meer sceptisch over zijn prestaties.
Lucie Maria Rommel en Fritz Bayerlein voegden Rommels aantekeningen en notities samen tot een boek dat uitgegeven werd onder de titel "Rommel Papers" ("Krieg ohne Hass") in 1950. Erwin Rommels zoon Manfred Rommel werd na de oorlog burgemeester van Stuttgart.