TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

"Daar opeens in 't Noord Westen 'n onafzienbare karavaan van voortgesleepte zweefvliegtuigen en transportvliegt[uigen]. Parachutisten ziet men uitspringen. De zwevers dalen. In een minimum van tijd is Son bezet… bevrijd. 't Lijkt ongelooflijk, doch 't is waar." Dit is een passage uit een van de brieven van Alphons Linders uit Nuenen. Hij schreef op 17 september 1944 over het begin van operatie Market Garden aan zijn zoon in Duitsland. De brieven werden nooit verstuurd.

Alphons Linders[1] woonde met zijn gezin in het huis dat nu Berg 48 in Nuenen is. Hij werkte als hoofdonderwijzer van de openbare lagere school in het dorp.[2] Hij was getrouwd met Anna van Croonenburg[3] en samen hadden ze vier kinderen; Louis[4], Frans[5], Giny[6] en Cor[7]. Giny, als enige dochter, werd ook wel Zus genoemd. Zoon Frans was in juni 1941 geslaagd voor het gymnasium aan het Augustinianum in Eindhoven.[8] Hij ging daarna economie studeren aan de Katholieke Economische Hogeschool in Tilburg.


Familieportret 1946, achteraan: Cor en Frans, vooraan: Giny, Alphons, Anna en Louis. Bron: Familie Linders.

Studenten en de loyaliteitsverklaring

Begin 1943 vonden er in Nederland een aantal aanslagen op collaborateurs plaats. In februari overkwam dit procureur-generaal Jan Feitsma, generaal Hendrik Seyffardt en secretaris-generaal van Volksvoorlichting en Kunsten Hermannus Reydon. Bij de aanslag op Feitsma raakte zijn zoon zwaargewond, Reydon's vrouw werd gedood, hijzelf zwaargewond. Reydon zou een half jaar later alsnog overlijden.[9] Seyffardt raakte ook zwaargewond, maar overleed al de volgende dag. Voor zijn dood gaf hij aan dat hij ervan overtuigd was door twee studenten te zijn beschoten.[10]

Op 13 maart 1943 volgde een nieuwe stap van de bezetters in het bedwingen van de Nederlandse studenten. Zij moesten een verklaring tekenen om nog toegang te krijgen tot het hoger onderwijs. Deze verklaring werd al snel bekend als de loyaliteitsverklaring.[11] Zowel vanuit de Raad van Negen (de overkoepelende raad van het studentenverzet), als de minister van Onderwijs in Londen, kwam het dringende advies niet te tekenen.[12] Enkele dagen voor de deadline op 13 april adviseerde ook aartsbisschop De Jong om niet te tekenen.[13] In het katholieke Tilburg tekende 97,8% van de studenten niet, waaronder Frans.[14]

Eind april volgde de Duitse oproep dat leden van het voormalige Nederlandse leger weer in krijgsgevangenschap genomen zouden worden. Dit had de april-meistakingen van 1943 tot gevolg. Het politiestandrecht werd afgekondigd. Door executie en geweld volgden 175 dodelijke slachtoffers. Op 4 mei keert de rust weer enigszins terug.[15] De volgende dag stond er een oproep in de krant. Studenten die de loyaliteitsverklaring niet hadden getekend, moesten zich op 6 mei melden voor tewerkstelling in Duitsland. Deed je dat niet, dan werden je ouders verantwoordelijk gesteld.[16] Met de net neergeslagen stakingen en het politiestandrecht in gedachten, besloten veel studenten zich te melden.

Frans Linders kwam uiteindelijk op 22 mei 1943 in Dassel in Duitsland aan. In dit kleine plaatsje in het Harzgebergte in Midden-Duitsland werden 22 Nederlandse studenten tewerkgesteld.[17] Voor deze studenten was het mogelijk brieven uit te wisselen met het thuisfront. Iets wat velen ook zouden doen. Hoewel een aantal studenten wegens ziekte of verlof eerder naar huis mocht, was Frans begin september 1944 nog steeds in Duitsland.

Nuenen, begin september 1944

Brussel werd op 3 september bevrijd.[18] De volgende dag volgde Antwerpen.[19] Op de avond van die 4de september hield de Nederlandse premier in Londen, professor Gerbrandy, een toespraak voor Radio Oranje. Het concept bevatte de zin: "Nu de Geallieerde legers in hun onweerstaanbare opmars de Nederlandse grens naderen". Gerbrandy veranderde eigenhandig "naderen" door "overschreden hebben". Dit werd meteen opgepikt door andere persbureaus en werd dan ook diezelfde avond op de BBC herhaald. Het Nederlandse nieuws op de BBC om kwart voor twaalf die avond deed er nog een schepje bovenop, Breda was bevrijd! Het nieuws bleek achteraf voorbarig, maar het gevolg was de volgende dag te merken. Duitsers en Duitsgezinden vertrokken richting het oosten. Dolle Dinsdag was begonnen.[20] De dagen er na zakte de paniek weer, maar de geallieerden rukten steeds verder op en stonden op de vooravond van 17 september aan de Nederlands-Belgische grens. De volgende dag, op 17 september, begon vader Alphons aan brief 133 voor zijn zoon Frans in Duitsland:

"Nunen[21], 17 Sept[ember] 1944.
Beste Frans,

Als 131 en 132 de reis zo voorspoedig gemaakt hebben als de facteurs Sjaak en Frits die gisteravond op hun basis terugkeerden, dan heb je ze momenteel zeker al wel in handen en ben je dus weer op de hoogte van de toestand hier. 't Is nu Zondagmiddag! Wij hebben zo juist gegeten; wat, durf ik je haast niet te zeggen. Je zou al te zeer watertanden. Enfin, laat ik het toch maar wagen; 'n lekker vet konijn! Cor belieft er nog niets van. Die tijd heb jij ook eens gehad, maar die ligt al 'n heel eind achter ons. Nu wou je wel van de partij zijn, hé! Nou, we hebben er nog vier. Wij zullen 'n goed boutje voor je bewaren. 't Is heerlijk Septemberweer. 'n Wazig zonnetje, maar de temperatuur is toch van die aard, dat ik weer fijn in 'n lekkere luie [stoel] in ons tuintje zit en daar - de blocnote op de knie – brief 133 voor jou in elkaar draai. Ik weet helemaal nog niet, of en hoe ik hem zal kunnen verzenden. De post in Nunen gaat nog helemaal niet, en Hengelo ligt zo ver af. In de hoop, dat weer 'n goede genius opduikt, die zich over hem ontfermt, ben ik er dan ook mee begonnen. Vooreerst wilde ik je dan vertellen, dat wij het hier allen nog best maken. Aan de toestand, als in vorige brief beschreven, is nog weinig verandering gekomen. Militair beweeg zien wij hier slechts heel weinig. Het zuidelijke oorlogstoneel, dus in België, is nog wel 'n paar tientallen kilometers vandaan, te horen aan het kanongegrom. Aan Wilhelminakanaal en Zuid-Willemsvaart schijnt 'n nieuwe linie klaar gemaakt te worden. De bruggen richting Breugel en Lieshout zijn nog 'ns opgeblazen. De mensen, die aan de enkele gespaarde bruggen wonen, zoals Son, Best en Steenweg Helmond, zijn nog niet gelukkig. Alles in die omgeving moet evacueren. Vrijdagmorgen hoorde ik hier van twee kanten, dat in Helmond de Steenweg en Mierloseweg moesten ontruimd worden, dus ook 19b! Ik direct op de fiets en langs binnenwegen er op uit; in Stiphout het karretje voorzichtigheidshalve geborgen en toen te voet naar Oom Johan. En jawel. Heel de Steenweg was in rep en roer. Per stootwagen, trekker, bakfiets, draagbaar, zelfs per glijer, trachtte ieder in de 23 uren, die hem gegeven waren, te bergen, wat geborgen kon worden. Ook Oom Johan was de sigaar.

Vandaag de hele morgen druk gevlieg van verkenners. Tegen 11 uur ontelbare vliegende forten en jagertjes kringelen met Nunen als centrum en beschieten en bombarderen stellingen aan Wilhelminakanaal in Son en afweergeschut en mitrailleurnesten in Eindhoven ± half drie. Daar opeens in 't Noord Westen 'n onafzienbare karavaan van voortgesleepte zweefvliegtuigen en transportvliegt[uigen]. Parachutisten ziet men uitspringen. De zwevers dalen. In een minimum van tijd is Son bezet… bevrijd. 't Lijkt ongelooflijk, doch 't is waar. Ooggetuigen bevestigen het."

In eerste instantie is er nog niet veel aan de hand. Vader Alphons schreef over de vorige twee brieven die postbezorgers Sjaak en Frits blijkbaar wisten te volbrengen. Vermoedelijk niet naar Duitsland maar naar Hengelo, zoals hij ook verderop in zijn brief aanhaalt. In Hengelo woonde de familie van Jannes Reiling[22], één van de andere studenten in Dassel, het dorpje waar zoon Frans tewerkgesteld was. De post naar Dassel ging vaker via Hengelo, omdat ze daar makkelijk de grens naar Gronau konden oversteken en zodoende de Duitse censuur konden vermijden. Medestudent Joop Nahuijsen[23] stuurde via Hengelo brieven naar zijn vriendin in Den Haag.[24]

Op vrijdagmorgen 15 september hoorde Alphons over het ontruimen van een aantal straten in Helmond. Zijn broer Johan[25] woonde daar op de Steenweg 19b en had een winkel in manufacturen.[26] De Steenweg komt uit bij de Veestraatbrug en was toentertijd de doorgaande weg door Helmond, het werd op 22 september als een van de laatste bruggen in Helmond door de Duitsers opgeblazen.[27]

Definitielijst

geallieerden
Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
Radio Oranje
Radiozender die gedurende WO II vanuit Londen uitzond. Speciaal gericht op het bezette Nederland.

Operatie Market Garden

Terug naar 17 september. In de nacht ervoor hadden RAF-bommenwerpers al doelen in het noorden aangevallen. In de ochtend was het de beurt aan 872 B-17 bommenwerpers van de Amerikaanse Eighth Air Force. Zij vielen tussen 10:30 uur en 12:30 uur[28] 117 doelen aan op de aanvliegroutes van de transportvliegtuigen.[29] Amerikaanse parachutisten van de 101st Airborne Division landden ten noorden van Son tussen 14:12 uur en 14:24 uur.[30] Een deel trok naar het zuiden, op weg naar de bruggen over het Wilhelminakanaal in Son. De laatst overgebleven brug werd om 17:00 uur vlak voor de neus van de Amerikanen opgeblazen. Het oorspronkelijke plan van de Amerikanen was eigenlijk de bruggen in Eindhoven om 21:00 uur te veroveren, maar nu stopten ze om 02:00 uur, op ruim een kilometer ten zuiden van het kanaal.[31] Son was bevrijd, Eindhoven moest nog een dag wachten.

"Nunen, 18 Sept[ember] 1944.
Maandag 11 uur 's avonds.

Beste Frans,

Gister moest ik m'n schrijven staken wegens onverwachte geweldige oorlogsgebeurtenissen. En nu... Wij zijn weer vrij!! Allen behouden!! Nunen komt ongeschonden uit den strijd!! Dank aan God!!! Morgen meer. 'k Ga nu maffen. We hebben 'n paar spannende dagen achter de rug."

De volgende dag, 18 september, werd Eindhoven door de Britten vanuit het zuiden en de Amerikanen vanuit het noorden bevrijd. Vader Alphons viert alvast een feestje, terwijl de eerste geallieerde troepen nog in Nuenen moeten arriveren.[32] Het zou ook blijken uit het vervolg, waar Alphons nog even recapituleert over de dag ervoor.

"Nunen, 19 Sept[ember] 1944. Dinsdag.

Een geregeld verloop van de gebeurtenissen der laatste dagen kan ik nu niet geven. Ze volgen elkaar te snel op. De emoties zijn te groot. Vanmorgen 8 uur is het "volksgerecht" 'n woordje gaan meespreken, trouwens gister al. De "ondergrondse beweging", die tot voor gisteren altijd in het geheim gewerkt heeft, is gisteren tevoorschijn gekomen. In blauwe overal met witte armband waarop P.a.n. (d.w.z. partisanen actie Nederland) en Oranje; voorzien van bajonet, revolver, geweer of iets dergelijks, trekken ze uit en... het volksgerecht gaat beginnen. Spoedig worden de eerste politieke misdadigers binnen gebracht. Maar, laat ik eerst de gebeurtenissen van gistermaandag even de revue doen passeren."

De P.A.N. (Partisanen Actie Nederland), was in 1944 tot stand gekomen in de regio Eindhoven. Deze was ontstaan uit de samenvoeging van een aantal verzetsgroepen. Direct na de geallieerde luchtlandingen werd deze groep in Eindhoven en de omliggende dorpen steeds actiever. We gaan met Alphons even terug naar een dag eerder, maandag 18 september:

"In de vroege morgen staan de mensen al in groepjes bij elkaar, besprekend de gebeurtenis van gisterzondag en van die, die komen gaan. Het Oranje komt – zij het met schroom – allengs voor de dag. Meisjes dragen goudsbloemen en oranje linten in het haar. Spoedig komen de eerstelingen uit Son terug, die kennis gingen maken met de Tommies en de Amerikanen. Als overtuigingsstukken brachten ze Eng[else] en Am[erikaanse] sigaretten en lucifers en meerdere art[ikelen] mee. Pietje v/d Nieuwenhof[33] en Baasje – die z'n handelsaard nooit loochent – waren bij de eerste groep. En 's middags trokken er meerderen op uit. Ook Louis en Cor. Die kwamen 's avonds terug vol lof over onze bondgenoten, echte gentlemen, waarmee ze gesproken hadden. Ook zij brachten souvenirs mee. Intussen wordt de stemming in N[unen] enthousiaster. Marinuske Taabe[34] is de eerste, die de driekleur uitsteekt. Maar slechts kort. Waarschijnlijk op verzoek heeft hij ze weer binnengehaald. Men kan nooit weten: daar mochten nog 'ns moffen passeren! De "Pan" waarvan boven is gesproken, komt uit z'n schuilhoek en verschijnt op straat. De jongedames slaan aan 't naaien, want morgen zal 't de groooote dag zijn. Tot in de laten avond – "klokke acht binnen" is afgelopen – worden de gebeurtenissen besproken. Toon v/d Broek voegt zich bij ons clubje. Hij is ook naar Son geweest, heeft ook kennis gemaakt met de Tommies. De hele dag heeft hij hen geholpen, met het lossen der zweefvliegtuigen en zegevierend toont ook hij Eng[else] sigaretten en 'n nieuw briefje van f 10,-, die dag verdiend. Morgen gaat hij er weer op af. Hij denkt er voortaan bij te blijven!! Inmiddels is Jan Pan (We hadden eerst Jan Hagel, vervolgens Jan Bessem en nu Jan Pan) met z'n toegedachte taak begonnen, d.w.z. het ophalen van N.S.B.ers; L.T., 'n zoon van de gewezen smid, en nog 'n N.S.K.K. knaap. Daar blijft het vandaag bij. Morgen wordt de zaak voortgezet."

In de ochtend werd het steeds drukker op straat in Nuenen, mensen krijgen het nieuws van de geallieerde acties in Eindhoven en Son snel te horen. Sommige trekken eropuit om kennis te maken met de bevrijders. Vlaggen worden voorzichtig uitgehangen. Er is echter nog steeds geen bevrijder in Nuenen gearriveerd. De avondklok die al tijden gold, iedereen moest om 20:00 uur binnen zijn, werd vanaf nu door iedereen genegeerd.


Opgepakte Nuenenaren, geflankeerd door P.A.N. leden. Bron: Erfgoedvereniging Drijehornick.

De P.A.N.-mannen werden steeds actiever. Landwachters die door de Duitsers tijdens de bezetting werden ingezet, hadden de bijnaam Jan Hagel. Vernoemd naar het hagelgeweer waarmee ze meestal waren uitgerust, bij gebrek aan betere bewapening.[35] In reactie daarop werd Jan Pan de bijnaam voor de mannen van de P.A.N.

De opgepakte NSB’ers zijn geanonimiseerd, zoals we in de teksten hieronder ook zullen doen. De meeste van de genoemde namen hebben we kunnen verifiëren aan de hand van tribunaalverslagen en politierapporten. De N.S.K.K.-knaap was een jongen van 17 jaar. De N.S.K.K. was de Nationalsozialistische Kraftfahrkorps, oftewel het Nationaalsocialistische Motorvoertuigenkorps. Dit was een paramilitaire eenheid, onder andere belast met de bevoorrading van het Duitse leger.[36] Alphons gaat verder met dinsdag 19 september:

"Ik vervolg nu met Dinsdag, waar ik boven eindigde. 't Belooft 'n heerlijke dag te worden. De Pan is weer druk in de weer. Wij gaan naar de Mis van acht uur, en daar komt al uit den Hoek 'n zestal Panmannen aan met U. in hun midden. (Het "Volk" eiste gisteravond, dat ook de mannen met de boord gehaald moesten worden). Nu zien we ze optrekken – de politie aan het hoofd – naar huize "F.". Met de revolver in de hand omsluipt men het huis om ontvluchting te voorkomen. Als fatsoenlijk mens, niet tuk op relletjes, vervolgen wij onze weg naar de kerk. Wij zien daar S. en 'n jongere zoon in de bank zitten. Het duurt niet lang, of 'n Panman komt binnen en verzocht hem te volgen. Ik schrik hiervan. Zou er 'n terreur gaan uitbreken? Op weg naar huis waarschuw ik daarvoor nog, maar "men" weet het beter. Met z'n vieren (vader en drie oudste zoons) worden ze weggevoerd.


Een van de dames die scheren moest ondergaan in Nuenen. Bron: Erfgoedvereniging Drijehornick.

Intussen heeft T. – bewust van z'n schuld als verrader en ophaler van onderduikers zich vrijwillig gemeld en z'n "dienst" revolver ingeleverd. K.S. en C. volgen nu. Ook de kleine G. uit de Boterstraat. Zo gaat het door tot de "moffenmeiden" aan de beurt zijn. Onder gejoel, gejouw en gelach wordt de dikke dochter van C., de uitgeteerde van N., en een van C. binnengebracht. Zij zullen met de tondeuse gemillimeterd worden. Een deskundige kapper, getooid in 't zwart met hoge hoed waarom grote wapperende oranje strik, zwaaiend met z'n schaar, verschijnt met z'n slachtoffer op het balkon. Even verdwijnen zij om dan terug te keren. De "dame" is "gekletskopt". Zij "schaamt" zich en dekt zich met 'n sjaaltje daarvoor expres meegebracht, want zij was zich bewust van hetgeen haar overkomen zou. Nog twee van deze exempl[aren] ondergaan 'n zelfde lot. En dan kunnen zij onder algehele hilariteit vertrekken. Aldus het verhaal van ooggetuigen. Zo "amuseert" het volk zich gedurende de morgen van Dinsdag 19 Sept[ember].

Toch is de stemming in de eerste uren van den dag niet, wat je verwacht zou hebben. Ineens van de slavernij in de vrijheid. Men kan zich dat niet realiseren. Men is als de gevangene, die plotseling uit z'n donkere cel in het volle licht geplaatst wordt, als 'n ontsnapte kip, die uit het enge hok in de wijde ruimte komt. Men is ietwat "beduusd"."

De schoolmeester in Alphons keek met gemengde gevoelens naar wat zich afspeelt. Hij is het niet helemaal eens met de harde manier van ingrijpen op de "foute" Nuenenaren. Bang dat de stemming zou omslaan naar terreur. Gelukkig bleef dat enigszins binnen de perken, een uitbundig volksfeest werd het echter ook nog niet. Maar dan:

"Maar ziet, het wordt al wat beter. Langzamerhand vermenigvuldigt zich het oranje. De jongelui, komen uit de hoek. Gekleed in rood, wit, blauw en oranje wordt door de straat gehost. Een motor, met 'n Amerikaan op de duo, passeert het gemeentehuis. Nu slaat het enthousiasme los. Op de schouders wordt onze bevrijder rondgedragen. Ieder wil hem de hand drukken. Maar hij moet verder op z'n doortocht naar Eindhoven."

De Amerikaanse parachutist van de 101st Airborne Division werd door P.A.N.-lid[37] Ben Raaijmakers[38] uit Son naar Nuenen gereden. Hij werd daar ontvangen voor het toenmalige gemeentehuis aan de Berg 29. Lang bleef hij niet in Nuenen hangen, maar het dorp had haar eerste bevrijder ontvangen. Zou 19 september 1944 de bevrijdingsdag van Nuenen zijn?

"En nu hijst men op het raadhuis de vlag. Algemeen wordt het vlagvertoon; 't is immers nu officieel! En toch... men is er niet gerust op. Heeft men 'n angstig voorgevoel? Er duiken geruchten op over moffen, die in de Gerw[ense] heide zouden gezien zijn, en van anderen, die de brug van de Heikrekel[39] naderen. Men gelooft het niet, maar toch... men kan niet weten. De officiële vlag gaat weer naar binnen. Wij volgen. Wij zijn wel niet bang, maar... 't is toch altijd voorzichtig. Tegen de middag worden de politieke gevangenen netjes twee aan twee omgeven door de Pan naar des burgemeesters huis gebracht; daar zullen ze bewaard worden en daar zal men eten. Ook 'n dochter van W. van Eeneind marcheert mee. Wijl de vader niet meer thuis was, moet zij als remplaçant dienstdoen. Je weet immers dat dit gebouw sinds enige tijd is verlaten door z'n bewoners en later leeggehaald. M'n buurman Klinkhamer[40] – opvolger van Roosenburg[41] – komt juist uit Eindh[oven] en verhaalt dat ook Eindh[oven] vrij is, en dat er momenteel 'n vloed van Eng[else] en Am[erikaanse] tanks door de Rechtestraat Nederland binnenstroomt. De parachutisten, Zondag in Son gedaald, zijn 's Maandags opgerukt naar Eindhoven en na 'n kort gevecht op Nieuwen Dijk en Woenselsestraat om ± 4 uur dé stad binnen gerukt. Tegen 5 uur begeeft burg[emeester] Verdijk[42] zich naar het stadhuis. Tegen 6 uur trekt vanuit Valkenswaard het grote geallieerde leger binnen, dat naar Nijm[egen] en Arnhem zal door stoten. Onbeschrijfelijk is het enthousiasme in de Lichtstad."


De eerste bevrijder van Nuenen achterop bij Ben Raaijmakers. Bron: Erfgoedvereniging Drijehornick.

Hendrik Klinkhamer was op de Berg 46 komen wonen in het huis van Dirk Roosenburg. Roosenburg was een paar maanden eerder naar het bevrijde Frankrijk getrokken om vervolgens als Engelandvaarder naar Engeland door te reizen.[43]

We zagen al hoe de 101st Airborne Division ten noorden van Eindhoven landde en Son bevrijdde. Op dezelfde 17de september begonnen de grondtroepen aan hun opmars vanaf de Belgische grens naar het noorden. De Guards Armoured Division trok met haar tanks richting Valkenswaard. Onderweg opgehouden door Duitse troepen bereikten ze uiteindelijk in de avond in het dorp.[44] Met de Household Cavalry als verkenningseenheid voorop, werd de volgende dag de weg naar Eindhoven genomen. Het zou tot het eind van de middag duren, voordat de Britse grondtroepen de Amerikaanse parachutisten in Eindhoven wisten te bereiken.[45] In de nacht van 18 op 19 september wist de Britse genie een Baileybrug over het Wilhelminakanaal bij Son te leggen, waarna de opmars naar Nijmegen verder kon gaan.[46]

Graag ging ik 'ns kijken, maar Zus voelt meer voor Son. Van Nunen uit is dan ook 's middags 'n ware exodus naar het land van Pieter Breugel[47]. De fiets, die dagen lang van de straat was verdwenen en wie weet waar voor de "fahrrad dieven" was ondergedoken, duikt weer op. In rijen – of het kermis was – en op z'n Zondags trekt men uit. Wij (Zus en ik) doen desgelijks. Cor en Louis zullen ook volgen. De Breug[else] brug[48] is opgeblazen, het geposteerde bootje heeft het al te druk. Dus maar langs de linkeroever naar Son. Waarom ook niet? De Amerik[anen] hebben daar in twee uur tijd 'n brug[49] geslagen, die de zwaarste tanks kan dragen. De stroom vanuit Eindh[oven] gaat over Son richting Nijmegen. Wij hebben dus geboft, want we hebben nu twee vliegen in een klap: Son met z'n parachutisten en dan de doortocht van het binnenstromende leger der Bondgenoten. De brug is niet alleen sterk en breed, maar ook practisch: aan weerskanten 'n pad voor voetgangers. Zo komen we dan in de eerst bevrijde plaats onzer provincie, na Maastricht de eerste van Nederland. Enorm druk is het op de brede asfaltweg niet alleen van nieuwsgierigen, maar vooral van het doortrekkende leger, dat alom met geweldig enthousiasme wordt begroet. En wat voor 'n leger! Met verbluffende kalmte en zelfverzekerde onbreekbare bewust van z'n kracht en onoverwinlijkheid schuiven daar die ontelbare monstertanks en vechtwagens versierd met oranje en Franse, Belg[ische] en Ned[erlandse] vlaggen over het gladde asfalt. Met 'n vriendelijke lachje en met de hand, die het bekende V-teken van Victorie maakt, worden de spontane begroetingen beantwoord. Wat 'n verschil tussen 'n optrekkend leger als dit, en 'n teruggedreven, als we voor enkele dagen zagen. Het eerste opgewekt, monter, kalm; het laatste schuw, vermoeid, beschaamd. Wij genieten van dit schouwspel en niet minder van de nieuwe karavaan zweefvliegtuigen, die voortgetrokken door kasten van transporters en omkringeld door 'n zwerm van beschermende jagers, rustig z'n weg trekt door het luchtruim en dalen gaat. Bij het sanatorium zijn wij getuige van veel oorlogsleed; gewonden worden binnengebracht, doden, dappere krijgers van gister, uitgedragen. De colonnes en strijders gaan ongeroerd verder; zij zijn daar al lang aangewend. 't Is immers oorlog! en à la guerre comme à la guerre[50].

Alphons gaat met zijn dochter Zus op weg naar de brug bij Son. Het waren echter niet de Amerikanen, maar de Britten die de brug in de nacht bouwden. Dat Son de eerste bevrijde plaats van Noord-Brabant was, zal vermoedelijk wel kloppen, het was echter niet, na Maastricht, de eerste van Nederland. Maastricht werd op 13 en 14 september bevrijd[51], Mesch in Zuid-Limburg was op 12 september het eerste bevrijde dorp, waarna er nog velen volgden in Zuid-Limburg.[52] Wat Alphons die dag boven Son zag, waren de bevoorradingszweefvliegtuigen van de 101st Airborne Division.[53] Het genoemde sanatorium was het R.K. Sanatorium het Heilige Hart van Jezus in Son, later Huize Zonhove, gelegen aan de Zonhove-Brink. Het werd in 1985 afgebroken. Wat nu rest is een torenspits van de kapel en een monument voor de 101st Airborne Division.[54] Op een gegeven moment besluiten vader en dochter weer naar huis terug te keren:

"Vanwege het heerlijke najaarsweer besluiten Zus en ik over Eindh[oven] terug te gaan. Wij houden halt aan de Rechtestraat en nog steeds is het einde van de binnenstromende legers niet te zien. Op de weg naar Nunen bij het Planken Opkamer 'n samenscholing van mensen. Wij stappen af, om daar te horen dat 'n grote colonne Duitse tanks Nunen binnentrekt. In de eerste ogenblikken staan wij sceptisch tegenover dit gerucht, maar nieuwe aangekomen ooggetuigen doen alle twijfels ophouden. De schrik slaat ons om 't hart. Moeder is alleen thuis. Wij moeten en zullen daarheen. Langs Coll en Eeneind naderen we het dorp. Overal onderweg worden we gewaarschuwd door ontstelde mensen langs de weg voor onze fietsen en oranje versiering. Het laatst op het Hoekske bij Toontje v/d Linden[55]. Wij willen daar onze fietsen achterlaten, maar besluiten gelukkig tenslotte dit niet te doen. Door Boterstraat en Eindh[ovense]weg bereiken wij naar alle kanten goed uitkijkend Toon de Rooij[56]. Zus verwisselt daar haar oranje feestjurk met Amerik[aanse] en Eng[else] vlaggen er op met een gewoon Zondagse van Ina[57]. Onze fietsen laten wij hier achter. Zouden we ze nog ooit weerzien? En langs binnenwegen bereiken we F.172."

Vanuit het centrum in Eindhoven fietsten Alphons en zijn dochter naar Tongelre, waar ze bij Café De Planken Opkamer op de kruising van 't Hofke en de Wolvendijk richting de Collse Watermolen gingen. Vanuit hier fietsten ze over Eeneind terug naar Nuenen, waar café Het Hoekje op de hoek van de Lindenlaan en de Kerkstraat zat.[58] Via de Boterstraat (nu: Lindenlaan) en Eindhovenseweg (nu: Parkstraat) bereikten ze Toon de Rooij, die in het huidige Parkstraat 52 woonde. Ina was de dochter van Toon en trouwde na de oorlog met Frans Linders. Uiteindelijk kwamen ze thuis op F.172, de woning van de familie Linders, tegenwoordig op de Berg 48[59] in Nuenen.

Definitielijst

avondklok
Verbod om zich 's avonds of 's nachts op straat te bevinden.
Baileybrug
Uit voorgefabriceerde elementen bestaande noodbrug. Tijdens WO II door de Engelsman Bailey ontworpen.
bajonet
Steekwapen dat voor man-tot-man gevechten op het geweer geplaatst kan worden.
bevrijdingsdag
De op 5 mei gehouden herdenking van de bevrijding van Nederland wat voor Nederland het einde van de Tweede Wereldoorlog betekende. Op 5 mei werd in hotel De Wereld door de Duitsers de capitulatie getekend en sindsdien is 5 mei een nationale feestdag.
NSB
Nationaal Socialistische Beweging. Nederlandse politieke partij die symphatiseerde met de Nazi's.

De Duitsers komen terug


Een Duitse Panthertank trekt door Helmond op weg naar Nuenen. Bron: Fotoarchief Jeroen Koppes.

"We zien in de vlucht nog haastig wegtrekkende mensen. Oranje is verdwenen. De straat is vol grote tanks en loopt over van "moffen". Meer dan 180 grote vechtwagens heeft men geteld! Toen wij binnen kwamen stonden Moeder, Louis en Cor al op 't punt van te vertrekken. In de tuin stond al de kruiwagen, opgetast met kisten, valiezen en manden, door Moeder in alle haast gevuld met het meest waardevolle, het meest noodzakelijke. In de straten knallen links en rechts schoten. De Pan is uit elkaar gestoven en is ondergedoken om het vege lijf te redden. De gevangengenomen N.S.B.ers, pro-mensen en collaboreurs [collaborateurs] zijn losgelaten. Men vreest voor represailles van de binnengetrokken S.S. mannen, met de doodskop op de revers."

De familie Linders was hier getuige van het binnentrekken van de Duitse Panzerbrigade 107. Deze eenheid was de afgelopen dagen in allerijl naar het front gestuurd en arriveerde op 18 september op de stations van Venlo en Roermond. De volgende dag trok de eenheid via Meijel en Helmond richting Nuenen, waar deze door de familie Linders gadegeslagen werd.[60] Vanuit Nuenen trokken de Duitsers door naar Nederwetten en de opgeblazen Breugelse brug, om aldaar linksaf te slaan om het Wilhelminakanaal naar Son te volgen. Tegen de avond van de 19de werd de colonne Panther-tanks beschoten door een anti-tankkanon, waarbij de eerste tank werd uitgeschakeld. De rest trok zich voor de nacht terug op Nederwetten.[61] Alphons besluit om die avond niet thuis te blijven:

"Gauw nog even alle deuren gesloten en daar trekken wij af over 't huispad, naar... de schuilkelder van Cor van de Ven. Juffr[ouw] v.d. Ven met haar gezin en ook de fam[ilie] Toon Daamen hebben hem al betrokken; wij mogen er nog bij. Nog vlug 'n schuilloopgraaf erbij gemaakt en zo gaan wij de v[oor]nacht in van de tankstrijd om en in Nunen. 't Is acht uur. Wij horen vliegtuigen. Spoedig zien we 'n groot aantal lichtkogels boven Eindhoven, het gewone voorteken van 'n bombardement. En inderdaad! Op Eindh[oven] valt 'n bommenregen, alsnog niet daar geweest. Vanuit onze schuilplaats zien we 'n geweldige vuurgloed boven de stad, die ongeveer de ganse nacht bleef hangen. Het grootste deel van de nacht (dwz. van 12 tot 6) hebben Louis en ik in de open lucht op 'n stoel doorgebracht; de rest was in de kelder. 't Was mij er te benauwd. In de loop van de nacht gebeurde niets bijzonders, maar de tijd van 12 - 6 was ontzettend lang. Toen het tegen zessen wat licht werd, zijn we naar huis gegaan. Ik kroop onder de wol, want ik had geen oog dicht gehad gepasseerde nacht."

Cor van de Ven[62] was bakker en woonde een paar deuren verder op de Berg 52.[63] De familie Damen op de Berg 50.[64] Op die avond vlogen er ineens Duitse bommenwerpers over Eindhoven. Inwoners gingen er eerst vanuit dat het geallieerde vliegtuigen waren, maar de militairen in de stad wisten wel beter: "They're going to bomb the city! Take cover!" De gevolgen voor Eindhoven waren groot, er vielen 227 burgerslachtoffers en de schade aan het militaire materieel was groot.[65]

"Woensdag 20 Sept[ember]

Ik had zowat anderhalf uur zwaar gemaft, toen Moeder me kwam wekken met: "We moeten weg, want 't spel gaat beginnen". Inderdaad hoorden we volop tankgeschiet. In de bergplaats was 'n ruit ingedrukt. Eerst 't gat met 'n plank dicht gemaakt en toen "en route". Maar waarheen? Voor de Schuilkelder v/d Ven voelde niemand veel. Die was donker, dompig en te klein. Louis wist raad. Bij Tönis op Isola Bella[66] was 'n grote droge, goed verlichte, ondergrondse schuilkelder, die hijzelf nog had helpen stutten (Louis komt nogal 'ns bij Tönis vanwege Jan Seelen). Daar zouden wij zonder twijfel welkom zijn. Wij eropaf. Bij Beks[67] achter door; de kruiwagen met wat we tot elke prijs redden wilden voorop. Met open armen werden wij daar inderdaad ontvangen (ik was anders om zekere reden niet erg gebrand op Isola Bella, maar... in onze omstandigheden ziet men zulke dingen over 't hoofd). Wij troffen daar aan de fam[ilie] Janus Smeulders[68] en fam[ilie] Hanna van Rooy en Van Overbruggen[69], die daar reeds de afgelopen nacht hadden doorgebracht. Wij kregen 'n goed plaats in de kring. En daar in die kelder van 6 bij 9 meter, hebben wij met 31 personen gewaakt en geslapen, gegeten en gebeden bij kaarslicht. Van woensdagmorgen 19 Sept[ember] ± 8 uur tot Vrijdagnacht half een. Bange dagen en angstige nachten hebben wij er doorgebracht. Maar we zaten er veilig, voorzover je dat kunt noemen, en het ergste niet gebeurde. Rondom het huis stonden de monstertanks, dag en nacht de vijand bestokend, die dan op zijn beurt zijn belager zocht. En dit zware gebons werd onderbroken en begeleid door lichten en zwaarder mitrailleurgeratel en vliegtuiggebrom. En in de bangste ogenblikken gleden de rozenkranskralen door de vingers en baden 31 monden Gods bescherming en van diens Moeder af."

Die woensdag 20 september vielen de Duitsers weer aan richting de Brits/Amerikaanse corridor. Dit keer in de richting van Bokt en Esp tussen Eindhoven en Son. Ook werd er weer een poging gedaan de Sonse brug te bereiken. Met moeite konden de Amerikaanse parachutisten, gesteund door Britse tanks, de aanvallen afslaan.[70] Nu was het tijd voor een geallieerde tegenaanval, niet om Nuenen te veroveren, maar om wat meer bewegingsvrijheid te krijgen aan de oostflank van de corridor. Twee groepen van tanks en parachutisten rukten op, naar respectievelijk Nederwetten en Nuenen. Vanuit de dorpen werden ze beschoten door de Duitse tanks en infanterie. Aan het eind van de dag trokken de geallieerden zich weer terug op Eindhoven en Tongelre. Er werden in ieder geval vijf Duitse tanks uitgeschakeld.[71]

Definitielijst

geallieerden
Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
infanterie
Het voetvolk van een leger (infanterist).

Bevrijding

In de nacht van 20 op 21 september trokken de Duitsers zich terug uit Nuenen. Ze namen nieuwe posities in rond Gerwen. De geallieerden trokken op de ochtend van donderdag 21 september Nuenen binnen, waarmee het dorp definitief werd bevrijd.[72] Voor de familie Linders en de andere in de schuilkelder van Villa Isola Bella voelde het anders. Het schieten ging namelijk gewoon door. In de middag werd Gerwen, op anderhalve kilometer afstand, door de Britten beschoten. Gerwen kon die dag nog niet bevrijd worden.[73]

In de nacht trok de Panzerbrigade 107 zich over Helmond terug uit het gebied rond Gerwen. Wel werd er een sterke achterwacht achtergelaten. De volgende ochtend, vrijdag 22 september, trokken de Britten richting Gerwen en later door naar Stiphout. Er werd enkel nog rond Mierlo-Hout en in Helmond gevochten, de meeste Duitsers waren weg.[74] Het is de nacht van donderdag op vrijdag die Alphons verder beschreef:

"En zo kwam dan Vrijdagnacht, toen alles zo veel mogelijk in rust was, dat van, buiten 'n waarschuwende stem kwam, die ons raadde onmiddellijk te vertrekken, daar ons verblijf midden in de gevechtszone kwam te liggen. Allen schrokken ineens klaarwakker. Na kort beraad werd in het holst van de nacht, ieder gezakt en gepakt met het alleronmisbaarste, de kelder van Isola Bella verlaten en de weg door het dorp in Zuid Westelijke richting ingeslagen, slechts bedacht om het vege lijf te bergen. Wij namen de Boordseweg en kwamen ten slotte bij de Haas[75] op Soeterbeek[76] aan, waar werd aangeklopt, onderdak gevraagd en voor het ogenblik rust en veiligheid gezocht. Zo nodig zou men verder trekken. Spontaan werden we ontvangen: de grote, keurig propere ruime verlichte stal werd ons verblijf. Melk werd ons in gevraagde hoeveelheid overvloedig en royaal aangeboden. Stro werd uitgespreid, meegebrachte dekens uitgerold en binnen korte tijd rustte alles uit van de ondergane emoties, op de plaats, waar het vee gewoon is zijn spijs liggende te herkauwen. Moeder en Giny kregen zelfs 'n bed. Wij voelden ons er onmiddellijk veilig en thuis. 't Was er ruimer en frisser dan in onze vorige schuilplaats. Een kelder en dan ondergronds heeft voor mij altijd iets afschrikwekkend engs (Denk maar aan de tunnel van Antwerpen; zelfs daarin voelde ik mij in lange niet op mijn gemak. Weet je 't nog?) Monter zijn we 's morgens opgestaan. Afgevaardigden gingen naar het dorp om poolshoogte te nemen. Met goede berichten kwamen ze terug: 't Was er rustig, de vijand was teruggetrokken. Cor en Louis trekken er eveneens op uit en brengen fietsen mee, waar mee we 's middags afreisden, na eerst bij de gastvrije boer een stevig maal in de vorm van aardappelpuree en meelpap genoten te hebben. Hulde aan de gulle Boordse boer de Haas voor de gastvrije ontvangst en royale onthaal."

Die vrijdagmiddag trekt de familie terug naar hun eigen huis aan de Berg in Nuenen:

"Wij waren nu weer in ons eigen home en hoopten er ongestoord te kunnen blijven. Maar tegen de avond opnieuw gerommel. Zou de vijand weer terugkomen? Wij durfden het weer niet aan thuis te overnachten en zochten opnieuw de veilige schuilplaats bij Mhr Tönis op. Zaterdag was echter de toestand opgeklaard: De vijand was voorgoed verdreven richting Helmond, de mensen komen uit hun schuilhoeken nog met de angst in de ogen. Men feliciteert elkander, nu men er het leven behouden heeft, het enige waarvoor men nog zorg had. En wie daarenboven nog 'n dak boven het hoofd had behouden en z'n geld en goed niet wat kwijtgeraakt, gevoelde zich de koning te rijk.

Doch alle inwoners van Nunen zijn niet zo gelukkig geweest. De oorlogsgod Mars, heeft z'n sporen letterlijk en figuurlijk nagelaten, en heeft leed, diep leed gebracht over menig gezin. Velden en tuinen, pleinen en wegen zijn omgeploegd door de zware, voor niets staande tanks; bomen zijn ontworteld, stuk geschoten. Bijna geen enkele woning die geen teken draagt aan het oorlogsgeweld. Ontelbaar is het aantal gebarsten ruiten, legio het aantal vernielde pannen; gaten in gevels en muren demonstreren de hevigheid en kracht van geweer- en mitrailleurkogels en granaatscherven. Het getal inslaande granaten loopt in de tientallen – kerk en pastorie van Nunen en Gerwen dragen er de sporen van. Het huis van Jan Meulendijk, het oude raadhuis[77], het huis van Janus Smeulders[78], Johan Smeulders[79], Toon van Bakel[80], Hardenbroek[81], Bertus Raessens[82] Grimberg[83] enz. enz. hadden granaten te incasseren. In totaal zijn er 'n tiental boerderijen in brand geschoten. In Nunen [namelijk] het huis van Toontje v/d Linden op het Hoekje waar Zus en mijn fiets bijna waren in bewaring gegeven. In Gerwen het huis van Nardus de Louw[84] (even voorbij de dreef) dat van Van Moorsel[85] (tegenover Kuysten[86]) en dat van Jan van de Water[87], precies een huis verder. In Nederwetten nog 'n viertal, waaronder dat van bakker Van Rooy[88], naast de kerk. Op akkers en straten ziet men uitgebrande, verlaten monstertanks ± 20 in totaal van vriend en vijand."

De schade aan het huis van de familie Linders viel mee, maar dat was niet zo in de rest van Nuenen en de omliggende dorpen. In de kleine buurtschappen Langlaar en Alvershool, tussen Nuenen en Gerwen in, werden in ieder geval drie boerderijen vernietigd. Die van Jan van de Water, Nardus de Louw en de familie Van Moorsel.[89] Ook in Nuenen was het raak. Het pand van de familie Van Bakel werd getroffen door "twee zware voltreffers van tankgranaten. […] De ene doorboorde twee haaks op elkaar staande muren van het garenmagazijn. […] De tweede […] scheerde de nok van één van beide sheddaken van het fabriek, sloeg door de zijmuur ter hoogte van de slaapkamer op de zuidoosthoek van het huis, ontplofte tegen de binnenmuur en verspreidde een groot aantal scherven."[90] Alphons schreef verder:

"Door het oorlogsgeweld lieten 8 inwoners onze gemeente het leven nl. Martina Merks[91] ('n achternichtje), Thea van de Laar[92], Cornelia Smeulders[93] (van 't Hoekje[94]), 'n schoonzoon van Boset[95], Wed. Van der Sterren[96], Antoon Saelmans[97] (van de parochie Nunen) en vrouw De Louw[98] (het huis brandde ook af) en vrouw Van Heeswijk[99] (van de parochie Gerwen). Voorts zijn er nog zwaargewonden, die voor d'r leven (als ze dat mogen behouden) invalide zullen blijven. Dat is de balans van directe oorlogsschade. Maar velen werden nog ernstig gedupeerd, door de medetrawanten van de oorlog nl door plundering en diefstal. De elitetroepen van Hitler, die de doodskop als embleem droegen, hebben hier al terugtrekkende schandelijk huisgehouden. Zij hebben onder de woorden "Das ist Krieg" de eer van de Duitse legers onuitwisbaar bezoedeld. Waar mensen thuis waren, liep het meestal nog al goed af. Maar wee, wie z'n woning had verlaten. Daar is schandelijk huisgehouden.

Voedselvoorraden, dranken, bed- en lijfgoederen, sieraden en vee, alles werd door de gauwdieven meegesleept. Met valies en bijl kwam men af. Ruiten werden ingeslagen, deuren geforceerd en dan begon de schuimerij. Velen zijn hierdoor zeer zwaar gedupeerd. Onze buurman Klinkhamer ('n jong getrouwd paar) taxeert zijn schade aan plunderingen op 'n paar duizend gulden. De Pastoor van Nederwetten[100] ('n neef van de Wijnheijmers[101]) is zowat alles wat roerend is kwijt. Schilderstukken heeft men uit de lijsten gesneden. En wij? De gehele Nun[ense] familie heeft het leven behouden en het dak boven het hoofd. En wat nu bij ons plunderende, mag geen naam hebben. Maar... wij hebben ze ook verrast. Woensdagmiddag (20 Sept.) hebben wij (Louis, Frits van Wijk en ik) even onze schuilkelder verlaten; de kippen en konijnen mochten niet vergeten worden, en ons home moest toch even geïnspecteerd. En jawel, de achterdeur stond open, drie boeven waren op onze kamers boven, waar ze zogenaamd wapens en munitie zochten."

Frits van Wijk[102] was een van de vrienden van de zonen Linders. Hij speelde bij dezelfde hockeyclub. Op onderstaande foto staat Frans Linders linksachter, naast hem staat Frits van Wijk, daarnaast Louis Linders. Cor Linders zit op één knie, derde van rechts.


Hockeyclub Nuenen in 1942. Bron: Erfgoedvereniging Drijehornick.

Definitielijst

geallieerden
Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.

Epiloog

Hiermee komen we terug bij Frans Linders, voor wie deze brieven bedoeld waren. Hij was tewerkgesteld in Dassel, Duitsland, en correspondeerde met zijn familie thuis. De brieven die zijn vader schreef over de bevrijding van Nuenen zijn nooit opgestuurd, maar bleven thuis, wachtend op Frans.

Frans Linders moest in Dassel nog maanden wachten op de bevrijding. Die kwam uiteindelijk in april 1945 toen Amerikaanse troepen door de omgeving trokken.[103] Op de fiets begon Frans met een aantal van zijn medestudenten aan de weg naar huis. Op 100 kilometer naar het westen, in Bielefeld, werden ze opgevangen door Amerikanen. Het was ondertussen 1 mei geworden. Een paar dagen later, op 5 mei 1945, kwamen ze in Enschede aan, op één dag na, precies twee jaar nadat ze zich hadden gemeld in Tilburg.[104]

Eenmaal thuis moest Frans een half jaar aansterken, voordat hij in staat was zijn studie weer op te pakken.[105] Deze rondde hij af in 1950.[106] Frans trouwde met Ina de Rooij en ze kregen vier kinderen. Frans werd uiteindelijk economisch directeur van het ziekenhuis in Oss. Dat bleef hij tot zijn pensionering.[107] Hij overleed in 2018 op 95-jarige leeftijd in Oss.

Alphons Linders bleef tot zijn pensioen het hoofd van de openbare school in Nuenen. Hij verhuisde daarna met zijn vrouw naar Weert, de stad waar zijn zoon Louis was gaan wonen. Alphons overleed in 1970 op 84-jarige leeftijd in Weert.

Noten

  1. Alphonsus (Alphons) Franciscus Linders (Nuenen, 02-08-1885 – Weert, 18-07-1970).
  2. Drijehornick.nl - Het gemeentelijk onderwijs, geraadpleegd op 19-07-2024.
  3. Anna Maria van Croonenburg (Goirle, 17-06-1886 – Weert, 23-06-1974).
  4. Louis August Maria Linders (Nuenen, 07-06-1922 – Weert, 18-10-2017).
  5. Franciscus (Frans) Wilhelmus Maria Linders (Nuenen, 01-05-1923 - Oss, 05-07-2018).
  6. Regina (Giny) Antonia Maria Linders (Nuenen, 22-08-1924 – Nuenen, 16-07-2009).
  7. Cornelius (Cor) Canisius Maria Linders (Nuenen, 22-09-1925 – Nuenen, 25-07-2008).
  8. Nieuwsblad van het Zuiden, 13-06-1941.
  9. Dokter H.J., Een onbelicht verleden, pagina 26.
  10. Dokter H.J., Een onbelicht verleden, pagina 26.
    TracesOfWar.nl - Hendrik Seyffardt, geraadpleegd op 16-08-2024.
  11. Kemperman, J., Oorlog in de collegebanken, pagina 148-149.
  12. Dokter H.J., Een onbelicht verleden, pagina 28-29.
    Leeuw, A.J. van der, De universiteiten en hogeschoolen, in Onderdrukking en verzet, deel 3, pagina 329.
  13. Kemperman, J., Oorlog in de collegebanken, pagina 159-160.
  14. TracesOfWar.nl - Gerard Schampers, van student tot dwangarbeider, geraadpleegd op 16-08-2024.
  15. TracesOfWar.nl - April-meistakingen van 1943, geraadpleegd op 16-08-2024.
  16. De Zuidwillemsvaart, 05-05-1943.
    Algemeen Handelsblad, 05-05-1943.
  17. TracesOfWar.nl - Gerard Schampers, van student tot dwangarbeider, geraadpleegd op 16-08-2024.
  18. TracesOfWar.nl - Sherman Tank Mons, geraadpleegd op 16-08-2024
    LiberationRoute.com - Bevrijding van Brussel, geraadpleegd op 27-07-2024.
  19. AntwerpenHerdenkt.be - De bevrijding van stad en haven, geraadpleegd op 27-07-2024.
  20. De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 10a, pagina 178-179.
  21. Vader Alphons houdt de oudere schrijfwijze Nunen aan in plaats van het modernere Nuenen.
  22. Jannes Reiling (Nieuw-Weerdinge, 27-04-1923 - Utrecht, 24-01-2005).
  23. Johan (Joop) Arie Adriaan Nahuijsen (Menado, 02-09-1925 - Veghel, 23-01-2012).
  24. Brief Joop Nahuijsen, 18-08-1943.
  25. Johannes (Johan) Ignatius Linders (Nuenen, 09-02-1882 – Helmond, 11-06-1951).
  26. De Zuid-Willemsvaart, 24-03-1943.
  27. RHC-Eindhoven, 12242 Luchtbescherming Helmond, doos 1.
  28. Alle tijden zijn Nederlandse tijden. 10:00 uur Nederlandse tijd is 09:00 uur Britse tijd.
    Gelder, P. van, Operation Market Garden - Which time zone with which time?, februari 2021, geraadpleegd op 20-07-2024.
  29. Margry, K., Operation Market-Garden Then and Now, pagina 90-91.
    Smits, J., 'Het waren vreeselijk zware dagen voor onze parochie', pagina 10.
  30. Margry, K., Operation Market-Garden Then and Now, pagina 113.
    Smits, J., 'Het waren vreeselijk zware dagen voor onze parochie', pagina 10.
  31. Margry, K., Operation Market-Garden Then and Now, pagina 119.
  32. Bakel, J. van., Twee dagen oorlog, Nuenen, september 1944, De Drijehornickels, September 2004, pagina 40.
    Smits, J., 'Het waren vreeselijk zware dagen voor onze parochie', pagina 30-33.
  33. Vermoedelijk: Petrus Adrianus van de Nieuwenhof (Nuenen, 12-04-1923 – Nuenen, 26-12-1954).
  34. Vermoedelijk: Marinus Wilhelmus van de Nieuwenhof (Nuenen, 22-07-1918 – Solo, Nederlands-Indië, 28-06-1949).
  35. 75jaarvrijheid.nl - Hoe de beruchte Landwacht NSB'ers moest beschermen, geraadpleegd op 24-07-2024.
  36. Oorlogsbronnen.nl - N.S.K.K., geraadpleegd op 24-07-2024.
  37. Eindhoven4044.nl - P.A.N. in Nuenen, geraadpleegd op 25-07-2024.
  38. Vermoedelijk: Bernardus (Ben) Maria Raaijmakers (Son en Breugel, 28-05-1919 – Helmond, 08-12-1964).
  39. Brug over het Eindhovens Kanaal aan de Collse Hoefdijk, tussen Eeneind en Geldrop.
  40. Hendrik Abraham Wijnand Klinkhamer (Slikkerveer, 29-06-1918 – Voorhout, 00-08-2009). Trouwde in maart 1944.
    HKV-Genealogie.nl - Familie Klinkhamer, geraadpleegd op 28-07-2024.
  41. Dirk Paris Roosenburg (Den Haag, 26-08-1912 – Bad Wiessee, Duitsland – 01-10-1980).
  42. Antoon Verdijk (Beugen en Rijkevoort, 09-01-1877 – Eindhoven, 15-06-1951), burgemeester van Eindhoven.
  43. NationaalArchief.nl - Reizen van Engelandvaarders, Achternaam: Roosenburg, geraadpleegd op 27-07-2024.
  44. Margry, K., Operation Market-Garden Then and Now, pagina 90-91.
  45. Margry, K., Operation Market-Garden Then and Now, pagina 254-258.
  46. Margry, K., Operation Market-Garden Then and Now, pagina 330.
  47. Bedoeld werd Pieter Bruegel de Oude, geboren ergens tussen 1525 en 1530. Nooit is vast komen te staan of hij echt in (Son en) Breugel geboren was.
  48. Breugelse brug, tegenwoordig de Brug Hooijdonk over het Wilhelminakanaal tussen Son en Breugel en Nederwetten.
  49. Brug aan de Kanaalstraat in Son en Breugel over het Wilhelminakanaal.
  50. Letterlijk: "in oorlog als in oorlog", maar vrij vertaald naar "het doel heiligt de middelen".
  51. MaastrichtseGevelstenen.nl - Mission perilleuse, geraadpleegd op 25-07-2024.
  52. TracesOfWar.nl - Monument 30ste Divisie Old Hickory, geraadpleegd op 25-07-2024.
  53. Defensie.nl - De (stille) vleugels van Market Garden, geraadpleegd op 25-07-2024.
    Smits, J., 'Het waren vreeselijk zware dagen voor onze parochie', pagina 12.
  54. BHIC.nl - Huize Zonhove in Son , geraadpleegd op 25-07-2024.
    TracesOfWar.nl - Airborne Monument Zonhove, geraadpleegd op 25-07-2024.
  55. Vermoedelijk: Antonius (Toon) Martinus van der Linden (Nuenen, 19-02-1903 – Geldrop, 19-10-1969).
  56. Antonius Johannes de Rooij (Nuenen, 13-05-1890 – Nuenen, 21-02-1968).
  57. Christina (Ine) Johanna Maria de Rooij (Nuenen, 31-05-1926 – Uden, 31-12-2020).
  58. 'Het waren vreeselijk zware dagen voor onze parochie', pagina 39.
  59. Drijehornick.nl - Het gemeentelijk onderwijs, geraadpleegd op 19-07-2024.
    Beeldbank Erfgoedvereniging De Drijehornick, geraadpleegd op 25-07-2024.
  60. Didden, J. en Swarts, M., Kampfgruppe Walther and Panzerbrigade 107, pagina 154-155.
  61. Didden, J. en Swarts, M., Kampfgruppe Walther and Panzerbrigade 107, pagina 157-160.
  62. Cornelus Marcellus van de Ven (Nuenen, 04-05-1895 – Nuenen, 08-06-1955).
  63. Beeldbank Erfgoedvereniging De Drijehornick, geraadpleegd op 25-07-2024.
    BHIC, 1192a Kamer van Koophandel voor Zuidoost-Brabant in Eindhoven, Handelsregister, 17000376 Frans van de Ven B.V., Berg 52a, Nuenen.
  64. Antonius (Toon) Franciscus Damen (Nuenen, 29-05-1899 – Nuenen, 07-12-1984).
    Mail Louis Bressers, 26-07-2024.
  65. Wonder, B., Bevrijding Woensel, pagina 332-335.
    Margry, K., De bevrijding van Eindhoven, pagina 114-115.
    Smits, J., 'Het waren vreeselijk zware dagen voor onze parochie', pagina 34.
    TracesOfWar.nl - Gedenkteken Bombardement 19 September 1944, geraadpleegd op 16-08-2024.
  66. Tegenwoordig: Papenvoort 19, Nuenen.
  67. Helena Hendrica van Vegchel (Beek en Donk, 04-09-1878 – Nuenen, 19-07-1956) was de weduwe van Antonie Beks (Nuenen, 11-12-1871 – Nuenen, 28-01-1934) en woonde op de huidige Papenvoort 13, Nuenen.
  68. Vermoedelijk: Johannes (Janus) Adrianus Smeulders (Nuenen, 09-05-1885 – Helmond, 26-11-1971). Tegenwoordig: Berg 42, Nuenen.
  69. Vermoedelijk: Peter Antonius van Overbruggen (Nuenen, 09-04-1874 – Nuenen, 09-11-1951). Zoon Theo trouwde in 1944 en bleef wonen op de Berg F 122, tegenwoordig: Berg 28, Nuenen.
  70. Didden, J. en Swarts, M., Kampfgruppe Walther and Panzerbrigade 107, pagina 163-168.
    Margry, K., Operation Market-Garden Then and Now, pagina 530.
  71. Didden, J. en Swarts, M., Kampfgruppe Walther and Panzerbrigade 107, pagina 168-173.
  72. Drijehornick.nl - Nuenen in de 2e Wereldoorlog, geraadpleegd op 26-07-2024.
  73. Didden, J. en Swarts, M., Kampfgruppe Walther and Panzerbrigade 107, pagina 174-178.
    Smits, J., 'Het waren vreeselijk zware dagen voor onze parochie', pagina 40.
  74. Didden, J. en Swarts, M., Kampfgruppe Walther and Panzerbrigade 107, pagina 183-189.
    Smits, J., 'Het waren vreeselijk zware dagen voor onze parochie', pagina 22.
  75. Vermoedelijk: Hendricus Lambertus de Haas (Woensel, 17-12-1887 – Geldrop, 22-06-1974).
  76. Vermoedelijk Soeterbeek 27, Nuenen.
    Dagblad van het Zuiden voor Eindhoven, Meierij, Peel en Kempenland, 09-02-1944.
  77. Tegenwoordig: Beekstraat 11, Nuenen.
  78. Tegenwoordig: Berg 42, Nuenen.
  79. Vermoedelijk: Johannes (Johan) Alphonsus Maria Smeulders (Nuenen, 07-11-1888 – Eindhoven, 21-02-1968). Tegenwoordig: Parkstraat 9, Nuenen.
  80. Antonius van Bakel (Nuenen, 24-08-1887 – Nuenen, 25-03-1956). Kousenfabrikant. Tegenwoordig: Parkstraat 24, Nuenen.
    Beeldbank Erfgoedvereniging De Drijehornick, geraadpleegd op 25-07-2024.
    JanVanBakel.nl - De week van Dolle dinsdag, geraadpleegd op 26-07-2024.
  81. Maria Cornelia Suzanna Barones Hardenbroek van Ammerstol (Lisse, 26-10-1901 – Almen, 18-02-1986). Weduwe van Baron Hardenbroek van de Kleine Lindt. Ze woonde in Villa "Den Bergh", tegenwoordig Papenvoort 15, Nuenen.
  82. Lambertus (Bertus) Josephus Raessens (Nuenen, 18-03-1881 – Nuenen, 10-07-1952). Tegenwoordig: Berg 53, Nuenen.
    Beeldbank Erfgoedvereniging De Drijehornick, geraadpleegd op 25-07-2024.
  83. Johan Hendrik Grimberg (Hoorn, 24-07-1913 – Eindhoven, 18-10-1983). Onderwijzer. Tegenwoordig: Berg 15, Nuenen.
    Beeldbank Erfgoedvereniging De Drijehornick, geraadpleegd op 25-07-2024.
  84. Bernardus de Louw (Gerwen, 03-06-1873 – Gerwen, 26-10-1944). Tegenwoordig Langlaar 10, Gerwen.
  85. Ambrosius van Moorsel (Nuenen, 22-12-1868 – Nuenen, 25-03-1955). Stond ter hoogte van de Gerwenseweg 12, Nuenen, niet herbouwd.
  86. Antonie Willem Kuijsten (Besoijen, 19-09-1897 – Nuenen, 09-08-1969). Tegenwoordig Gerwenseweg 23, Nuenen.
  87. Johannes (Jan) van de Water (Nuenen, 25-06-1895 – Nuenen, 21-01-1978). Tegenwoordig: Gerwenseweg 14, Nuenen.
  88. Franciscus (Frans) Michael van Rooij (Nuenen, 24-09-1904 – Eindhoven, 05-11-1974). Tegenwoordig Hoekstraat 52, Nederwetten.
  89. Smits, J., 'Het waren vreeselijk zware dagen voor onze parochie', pagina 23-24.
  90. Bakel, J. van, Twee dagen oorlog, Nuenen, september 1944, De Drijehornickels, september 2004, pagina 50.
  91. Martina Maria Merks (Nuenen, 17-02-1907 – Nuenen, 20-09-1944).
  92. Mathea (Thea) Antonetta van de Laar (Nuenen, 24-06-1916 – Nuenen, 20-09-1944).
  93. Cornelia Petronella Smeulders (Nuenen, 29-11-1926 – Nuenen, 21-09-1944).
  94. Buurtschap in Nuenen, waar nu het Nuenens College staat.
  95. Cornelis (Cor) Petrus Maria Boset (Tilburg, 17-05-1919 – Nuenen, 21-09-1944).
  96. Maria Wilhelmina Driessen (Horst, 20-11-1891, Nuenen, 20-09-1944) weduwe van Leonard van der Sterren (Horst, 21-09-1892 – Eindhoven, 01-01-1942).
  97. Antonius (Antoon) Cornelis Martinus Saelmans (Aarle-Rixtel, 23-12-1924 – Nuenen, 20-09-1944).
  98. Johanna Margaretha Donkers (Nuenen, 16-08-1898 – Nuenen, 21-09-1944).
  99. Johanna Cornelia Daems (Valkenswaard, 24-06-1892 – Nuenen, 21-09-1944).
  100. Wilhelmus Johannes Henricus Roelofs (Sint-Oedenrode, 16-11-1898 – Nederwetten, 22-01-1953).
  101. Petrus Godefridus Wijnheijmer (Helmond, 23-09-1894 – Helmond, 23-11-1953) was getrouwd met Paulina Wilhelmina Theresia Roelofs (Helmond, 26-06-1897 – Bakel, 15-03-1983), de nicht van Pastoor Roelofs.
  102. Vermoedelijk: Godefridus Johannes Theodorus van Wijk (Nuenen, 01-02-1925). Zat samen met Frans en Louis Linders bij hockeyclub HC Nuenen. Woonde op de Berg 11.
    Bressers, L., De memoires van verzetsman Cees Verhoeven, De Drijehornickels, september 2018.
  103. Dagboek Theo Bakkeren, 08-04-1945.
  104. Interview Frans Linders door Joep Schampers, februari 2009.
    Brief Frans Linders, 08-05-1945.
  105. Interview Frans Linders door Liesbeth Hoeven, 2015.
  106. De Maasbode, 29-03-1950.
  107. Interview Frans Linders door Liesbeth Hoeven, 2015.

Informatie

Artikel door:
Jeroen Koppes
Geplaatst op:
23-08-2024
Feedback?
Stuur het in!

Gerelateerde thema's

Nieuws

Dasselse dwangarbeiders: Terug naar school (2/4)

15nov

Dasselse dwangarbeiders: Terug naar school (2/4)

Het is nu ruim twee jaar geleden dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel. Nu was het tijd voor een derde bezoek en een nieuwe serie aan artikelen.

Het is de tweede dag van mijn derde bezoek aan Dassel. Deze ochtend hebben we een afspraak bij de Paul Gerhardt school in Dassel. Dit is de locatie van de oude Ruwowerk-fabriek waar de 22 studenten uit Nederland tewerkgesteld werden. Dit is dus historische grond, al zijn meeste scholieren op deze school zich daar niet van bewust.

Ik heb begrepen dat er nog oude kelders onder de school liggen, die vermoedelijk over zijn gebleven van de Ruwowerk-fabriek. Volgens de overleden stadsarchievaris hebben de Nederlanders in één van deze kelders gewoond. We ontmoeten de docente die ons een rondleiding geeft. De eerste kelder is direct onder het administratiegebouw. We dalen een donker oud trappetje af...

Eenmaal beneden staan we in een grote grijze ruimte. Nu huist hier het archief van de school. Sommige muren lijken ouder dan andere. Op de oudste buitenmuren staan nummers genoteerd. Ze lopen tot ergens in de vijftig. Wat zou het geweest kunnen zijn? De docente weet het ook niet. Misschien zijn het wel de bed-nummers van de dwangarbeiders geweest, maar dat is speculeren.

De andere kelder ligt onder een van de gebouwen met leslokalen. Deze is veel lager en met een rond gewelf. Je kunt er net niet staan en er zijn maar weinig ramen. De school gebruikt het af en toe voor exposities, maar nu staat het leeg.

De eerste, grotere kelder, ligt onder een pand dat er in de oorlog nog niet was. Ook stond er geen ander pand op die locatie. Dat is met de kleinere kelder wél het geval, maar die ligt haaks op het gebouw waar de studenten sliepen. Daarnaast bleek uit brieven en dagboeken van de studenten, dat ze niet in de kelder sliepen. Gerard Schampers schreef: “'t Onderdak is hier goed. We hebben twee grote vertrekken. Op 't ene slapen we allemaal. Op 't andere zitten en eten we. We hebben de eerste etage van 'n oud boerenhuis. Beneden ons zitten Russen. We hebben 'n aparte ingang. We moeten dan twee trappen op en komen op 'n portaal. Daar is ons pissoir en de w.c. Verder twee vertrekken waar de wasgelegenheid gemaakt wordt. Alles is nieuw. Van 't portaal komen we in de conversatiezaal en daardoor in de slaapzalen.” [note]TracesOfWar.nl - Gerard Schampers, de eerste maanden in Dassel, geraadpleegd op 24-10-2024.[/note] Theo Bakkeren schreef over dezelfde locatie: “Samen in één Stube, slaapruimte en ’n verblijfsruimte ernaast. Eén trap op in een verbouwde schuur.” [note]Dagboek Theo Bakkeren, 26-05-1944.[/note]


De Stube is het gebouw aan de rechterkant op bovenstaande ansichtkaart. Deze foto is genomen uit de richting van Einbeck. De lage kelder zou gelegen kunnen hebben onder het hoge gebouw in het midden.

Het lijkt er dus op dat geen van de kelders gebruikt werd als slaapvertrekken. De Russen sliepen op de begane grond. De kelders werden misschien wel gebruikt als schuilkelder, maar niets wijst er tot nu toe op dat er permanent geslapen werd.

Vanuit de kelders gaat de rondleiding verder over het schoolterrein. Waar in de Ruwowerk-fabriek al gebruik werd gemaakt van een waterturbine, is dat nu in de school nog steeds het geval. Het omleidingskanaal van de Ilme wordt nog altijd naar een waterkrachtcentrale gestuurd om een deel van de elektriciteit voor de school op te wekken.[note]Paul-Gerhardt-Schule Dassel, Erneuerbare Energie, geraadpleegd op 25-10-2024.[/note]

Verder op op het terrein is het kanaal zichtbaar en stroomt het verder stroomafwaarts, langs het sportveld weer terug naar de Ilme.



Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Herfst (1/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Terug naar school (2/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Bioscoop Klenke (3/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Frau Kolle (4/4)

Lees meer

Dasselse dwangarbeiders: Herfst (1/4)

8nov

Dasselse dwangarbeiders: Herfst (1/4)

Het is nu ruim twee jaar geleden dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel. Nu was het tijd voor een derde bezoek en een nieuwe serie aan artikelen.

Het is een herfstige donderdagmorgen als ik voor de derde keer in de auto stap om naar Dassel te rijden. Ik heb een tweetal afspraken kunnen maken. De eerste voor vanmiddag, met de vrouw van de, inmiddels overleden, stadsarchivaris van Dassel. Op vrijdagmorgen staat een afspraak gepland bij de Paul Gerhardt school, met een docente die mij de oude originele kelders zal laten zien.

Dit keer reis ik niet alleen, buurman Eric is mee. Hij spreekt gelukkig aanzienlijk beter Duits dan ik. Op de rit naar het oosten praat ik hem bij over de laatste ontwikkelingen en de doelen van de reis. Wegens files rijden we dit keer de noordelijke route, over Paderborn; de stad waardoor de studenten naar huis trokken in 1945.

Eenmaal de Wezer over rijden we het Harz gebergte, met haar glooiende heuvels, uitgestrekte landbouwgronden en kleurrijke herfstbossen, in. Het is een uur of één als we Dassel binnen rijden. Lunchen doen we op de enige plek waar je belegde broodjes kunt krijgen, de lokale supermarkt. Hier kunnen we even rustig zitten na de lange autorit. Na de broodjes vertel ik Eric op de begraafplaats over de directe omgeving. De Bierberg en Burgberg liggen er beiden mooi bij. We kunnen al snel inchecken bij het huis dat we gehuurd hebben. Een schitterend vakwerkhuis met bijbehorende krakende trappen.

Om iets voor drie uur is het tijd om naar de vrouw van de stadsarchivaris te rijden. Ze woont aan de andere kant van het stadje, toch wel vijf minuten rijden. Ik hou Eric voor dat wandelen met de zware laptop, scanner en mappen vol informatie echt niet te doen is… helemaal gezien het blik stroopwafels dat we meenemen uit Nederland als dank voor de ontvangst.

Eenmaal aangekomen vertel ik eerst wat over mijn onderzoeken. Wat we al gevonden hebben en vooral waar we nog naar op zoek zijn. Dagboeken en brieven van de dwangarbeiders in Dassel heb ik ondertussen aardig wat, verslagen van de Amerikanen over de bevrijding van Dassel ook. Het ontbreekt vooral aan informatie van Duitse zijde. Mevrouw vertelt dat haar man in het verleden vele boekjes over Dassel heeft geschreven. Hier staan ook stukken over de oorlog in. Ze heeft er een aantal dubbel, die we zo mogen meenemen. Ze verwijst ons daarnaast door naar het snuisterijwinkeltje in het stadje waar er vermoedelijk nog meer te koop zijn.

Ook heeft ze al contact gezocht met de dochter van Frau Kolle. Frau Kolle was één van de katholieke dames die de studenten af en toe wat eten toe stopte, of ze thuis uitnodigde. Het zorgde er voor dat de jonge studenten toch nog een beetje een idee van een thuis kregen. Een warm nest, waar ze terecht konden. We mogen de dochter van Frau Kolle bellen om een afspraak te maken. Zij zou ook nog wel het een en ander weten over deze Nederlandse studenten in Dassel. Dat is echter een verhaal voor een volgende keer.

We verlaten haar huis met een berg aan informatie, nieuwe contacten en een aantal door haar man geschreven boekjes… en zonder stroopwafels. Het Delfts blauwe blikje met stroopwafels werd door mevrouw enorm gewaardeerd.

We lopen vervolgens Dassel in, naar het snuisterijwinkeltje, waar we nog wat meer boekjes op de kop weten te tikken. De dame daar helpt ons graag verder. Dan gaan we door naar de boekhandelaar tegen over de kerk. Hij herkent me nog van een vorig bezoek, maar moet me helaas teleurstellen, boeken over de geschiedenis van Dassel worden niet meer geschreven.

We begeven ons naar hotel-restaurant Deutsche Eiche om wat te eten, ook hier herkent de eigenaresse me nog van mijn vorige bezoeken aan Dassel. Blijkbaar heb ik toch de nodige indrukken achtergelaten. Het belooft een bijzonder derde bezoek naar Dassel te worden.

Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Herfst (1/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Terug naar school (2/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Bioscoop Klenke (3/4)
- Dasselse dwangarbeiders: Frau Kolle (4/4)

Lees meer

Gerelateerde bezienswaardigheden

Gerelateerde personen

Gerelateerde boeken

Bronnen

Met dank aan