TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Kerstmis 1944 in Dassel I

Jannes Reiling[1] werd geboren op 24 april 1923 in Nieuw-Weerdinge, Drenthe. Hij verhuisde met zijn ouders naar Hengelo en ging klassieke letteren studeren in Groningen. In maart 1943 werd er door de Duitsers de loyaliteitsverklaring ingevoerd. Met deze verklaring diende de student te beloven niets tegen de Duitse bezetter te ondernemen.[2] Ruim 85% van de Nederlandse studenten weigerde.[3] Jannes Reiling was één van hen. Niet tekenen had als gevolg dat je voor studie werd uitgesloten en werkloos werd verklaard. Hierop volgde een oproep voor de Arbeitseinsatz in Duitsland. Zou je dat weigeren, dan werden je ouders verantwoordelijk gehouden.

Jannes Rieling meldde zich en werd naar Kamp Erika in Ommen getransporteerd. Van daaruit vertrok men richting Duitsland waar Reiling met 21 andere studenten op 26 mei 1943 in Dassel aankwam. Daar werden ze te werk gesteld in de Ruwowerk-fabriek aan de rand van het dorp. Hier werden machinegeweeronderdelen gemaakt, waaronder loopomhulsels.[4] Reiling schreef in 1969 onderstaand verhaal over Kerstmis 1944. Janus Brekelmans[5] was een van de andere studenten, hij overleed op 4 december 1944 in een ziekenhuis in Einbeck en werd door zijn medestudenten begraven bij de katholieke kerk in Dassel.


Jannes Reiling, staand, zevende van links, met zijn medestudenten. Bron: Familie Schampers.

Gemeinschaftslager Dassel I, een tot barak verbouwde boerderij. Beneden wonen de Russen, naast de keuken de drie Polen, op de eerste verdieping bijna vijftig Nederlanders. Twintig studenten van allerlei studierichtingen en geloof met een rooms-katholieke meerderheid. Twintig boeren en tuinders uit Noord-Limburg, pas een maand tevoren door de Duitsers weggesleept. Allen zeer rooms-katholiek. Een stuk of wat anderen, die al op allerlei plaatsen hebben gezeten, voor en in de oorlog.

Kerstfeest 1944 nadert, het eerste sinds de invasie. Zal het ook het laatste kerstfeest van de oorlog zijn? Het volgend jaar thuis? Of dood? Je weet het niet.

Verleden jaar, ons eerste kerstfeest in Duitsland, hebben we er nog heel wat werk van gemaakt. Toen zong ons studentenkoor de mis in de kleine rooms-katholieke kerk en we waren er allemaal. 's Middags ging ik in m'n eentje naar de baptistengemeente in Einbeck. Erg lieve mensen, maar ze wilden zo graag dat Duitsland de oorlog zou winnen. De lutherse dominee en de pastoor in Dassel niet, en daarom voelde je je als baptist daar veiliger. Maar dit jaar? Je voelt je nergens meer veilig.


De rooms-katholieke St.-Michael-Kirche in Dassel. Bron: Kirchenfan1 (CC0 1.0).

Wat doen we dit jaar met Kerstmis? Maken we er wat van? Eerst afwachten of we ook moeten werken. Als het meevalt op eerste kerstdag niet, als het tegenvalt op beide dagen klokje rond achter de draaibank. Misschien eerste kerstdag een halve ploegendienst. Behalve natuurlijk de jongens van de boormachines want die staan alleen stil als ze kapot zijn.

Zouden we naar de kerk kunnen? De roomse jongens zullen hun best wel doen, want ze zijn erg verbonden met de kleine rooms-katholieke parochie en de pastoor. De protestantse jongens kan 't geen duvel meer schelen. Verleden jaar zijn nog bijna allemaal meegeweest en later ook nog wel. Maar dat is voorbij. Als er een kans is moet ik alleen gaan. Maar dat moeten we afwachten. Net als de meeste dingen.

Al in geen maanden iets van thuis gehoord. Hoe het precies met de oorlog staat weet je ook niet. De Polen luisteren nog wel eens naar de BBC, maar er gebeurt niet veel. Althans in het Westen niet en daar zitten wij naar uit te kijken. God, wat een wereld!

Leer je nu beter geloven in deze omstandigheden? Meer overgave? Meer vertrouwen? Als ik naar sommige roomse jongens kijk, dan moet ik zeggen ja. Maar bij de meeste anderen merk je er niets van, zeker bij de protestanten niet. Die hebben het geloof dat ze hadden langzaam aan verloren. Niet afgezworen maar gewoon zoekgeraakt onder de gestage druk van onveranderlijke omstandigheden.

En je eigen geloofsleven? Er is niet veel kans voor gebed en bijbellezing als je met twintig mensen een dag-en-nachtverblijf deelt. En met wat er zo in de wereld en in je eigen hart omgaat weet je ook niet altijd raad. Als eerst de oorlog maar voorbij is en je hebt het overleefd. Dan kun je weer aan de slag gaan, dan kun je ook beter geloven als je weer wat voor de Heer kunt doen. Beter dan hier waar je al moeite genoeg hebt om staande te blijven...


De Ruwowerk-fabriek in Dassel. Bron: Jelle Horjus.

1ste Kerstdag: naar de (lutherse) kerk geweest. Gewone lutherse dienst met gewone preek. Toch hangt er na zo'n doodgewone bediening van Gods Woord iets als een belofte boven je leven. Niet om straks na bevrijding en terugkeer fijn veel voor God te doen. Dat zou natuurlijk wel mooi zijn, maar niet echt belangrijk. Nee, eerder een belofte van kracht om gewoon verder te geloven en te leven, misschien ook om te sterven en onder te gaan in de baaierd van bloed en vuur die nog over Europa moet komen voordat het einde er is. Vanavond om half zes kiel en werkbroek aan, houten sandalen aan, één boterham in een stukje papier en de fabriek in, achter je draaibank. Tot tweede Kerstdagmorgen half zes. En dan naar bed en maar hopen dat er niet een wagon met materiaal aan komt, want dan word je subiet uit je nest gehaald en mag je lekker overuren maken in de vrieskou van Weihnachten. Je weet nooit wat je boven het hoofd hangt. Het is oorlog en geen vrede op aarde. Maar toch een klein beetje vrede in je ziel. Vanwege die belofte.

Jannes Reiling werd na de oorlog een belangrijke kerkleider van de Unie van Baptistengemeenten.[6] Hij overleed in Utrecht op 24 januari 2005. In 2023 wordt er een biografie over hem gepubliceerd.

Bron: De Christen. Weekblad van de Unie van Baptistengemeenten in Nederland. 84 (1969) 52, p.5-6. Via Jelle Horjus.

Noten

  1. Jannes Reiling (Nieuw-Weerdinge, 27-04-1923 - Utrecht, 24-01-2005).
  2. Oorlogsbronnen.nl.
  3. Kemperman, Oorlog in de collegebanken, pagina 162.
  4. Baranowski, Rüstungsproduktion in der Mitte Deutschlands 1929 – 1945.
  5. Adrianus (Janus) Franciscus Antonius Maria Brekelmans (Hilvarenbeek, 03-09-1915 - Einbeck, Duitsland, 04-12-1944).
  6. Rijksuniversiteit Groningen.

Definitielijst

Arbeitseinsatz
Gedwongen tewerkstelling in Duitsland. Circa 11 miljoen Europese burgers werden in dit kader opgeroepen om dwangarbeid te verrichten in het Derde Rijk. Niet te verwarren met de Arbeidsdienst, een organisatie opgericht als nationaal-socialistisch vormingsinstituut voor Nederlandse jongeren.
invasie
Gewapende inval.

Informatie

Artikel door:
Jeroen Koppes
Geplaatst op:
07-03-2023
Laatst gewijzigd:
21-03-2023
Feedback?
Stuur het in!

Gerelateerde thema's

Nieuws

Dasselse dwangarbeiders: Herzberg am Harz (5/5)

6dec

Dasselse dwangarbeiders: Herzberg am Harz (5/5)

Het is nu ruim twee jaar geleden dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel. Nu was het tijd voor een derde bezoek en een nieuwe serie aan artikelen.

Tijdens het onderzoek naar de studenten, die in Dassel tewerkgesteld werden, werd al snel duidelijk dat ze niet direct in Dassel terecht zijn gekomen. De reis van Kamp Erika naar Dassel ging via een aantal tussenstations... in letterlijke zin. De langste stop was in Herzberg am Harz. Daar kwamen de studenten op 18 mei 1943, per trein, in Herzberg aan.


Gerard Schampers, een van de studenten, schreef over de reis: “We stapten in de trein en hoorden onderweg dat de technici naar Osterode moesten en de rest verder door naar Herzberg. In Osterode wilden enkele uitstappen maar dat mocht niet. 't Hele stel moest door. Om 7 uur kwamen we in Herzberg am Harz. Daar bleek dat ze pas om 5 uur bericht gekregen hadden dat we zouden komen. We kregen soep te eten, die naar omstandigheden redelijk wel was. We worden behoorlijk behandeld en hebben nog niet gewerkt. De eerste paar dagen zullen we dat ook nog wel niet doen. Wat er verder zal gebeuren weet ik niet er is nog niet veel van te zeggen. Ons adres is voorlopig: Gemeinschaftslager Pleissner (Wiese) Herzberg a. Harz.” [note]TracesOfWar.nl - Gerard Schampers, van student tot dwangarbeider, geraadpleegd op 22-11-2024.[/note]

De 40 studenten werden tewerkgesteld in de Pleissner-fabriek in het zuiden van Herzberg, vlakbij het hoofdstation van het stadje. Herzberg am Harz ligt, zoals de naam al doet vermoeden, in het Harzgebergte in het midden van Duitsland. Het stadje met haar vakwerkhuisjes werd en wordt gedomineerd door het kasteel van Herzberg. Dit kasteel, met haar oorsprong in de 11de eeuw, staat op een berg met uitzicht over de gehele stad. De studenten die uiteindelijk in Dassel terecht kwamen, zaten daar ruim een week.

Na al twee keer in Dassel geweest te zijn, vinden we het tijdens ons derde bezoek ook tijd om Herzberg am Harz te bezoeken, op een uur rijden van Dassel. Deze ochtend rijden we vroeg richting Herzberg. Het is een beetje een druilerige dag, de zon heeft zich nog niet laten zien. Via Osterode rijden we uit het noorden Herzberg binnen, met aan de rechterhand op de berg het indrukwekkende kasteel. We rijden door het stadje naar de Pleissner-fabriek, net iets voorbij het hoofdstation. In deze staalfabriek kwamen de studenten aan. Tegenwoordig is het nog steeds een staalfabriek, maar veel van haar geschiedenis is inmiddels verdwenen. Op 6 april 1945 voerde het Amerikaanse Ninth Air Force een aanval uit op de spoorcomplexen van Gottingen, Northeim en Herzberg.[note]USAAF Worldwide Operations Chronology, geraadpleegd op 22-11-2024.[/note] Pleissner werd ook getroffen en voor 70% vernietigd.[note]Matwijow, K., “Spurensuche” in Herzberg am Harz, 1933-1945, pagina 72.[/note]

We lopen een rondje om het fabrieksterrein. Veel is er helaas niet meer te zien, maar het blijft de plek waar de studenten tewerkgesteld werden en een week verbleven, voordat ze naar Dassel doorgestuurd werden. Zo'n twintig andere studenten bleven hier achter om te werken in de staalfabriek.


Eén van hen was Co Neeteson, hij herinnerde zich: “We werkten van 's ochtends zes tot 's avonds zes, in een staalfabriek. Velen moesten met de handen werken, maar er waren er ook een stuk of zes, die op een bouwbureau terecht kwamen. Daar zat ik gelukkig ook bij.” [note]Herinneringen Co Neeteson.[/note] In Herzberg hadden ze de nodige bewegingsvrijheid. Co: “We mochten vrij rondlopen, we waren immers geen gevangenen. Dus trokken wij er op uit, de berg op. Of naar het café in het dorp, dat aan een klein meertje lag.” [note]Herinneringen Co Neeteson.[/note]

Zo trekken wij ook Herzberg in, de berg op, naar het kasteel. Het staat bij ons bezoek in de steigers, het wordt weer eens gerestaureerd. Na de oorlog was dat ook al nodig, omdat het dak er af was geblazen door het ontploffen van de naastgeleden munitiefabriek.[note]TracesOfwar.nl - Nederlandse studenten in een munitiefabriek, geraadpleegd op 22-11-2024.[/note] In het kasteel is een klein museumpje gevestigd. Heel veel over de oorlog is er niet te zien, wel krijgen we er de nodige informatie en contacten voor verder onderzoek.

Wat we ook krijgen, is een tip over het café aan het meertje, de Juessee, midden in Herzberg. Het café zelf bestaat niet meer, maar het huis staat er nog wel. Het is nu een gewone gezinswoning. Het moet er uit zien als een klein kerkje, met een zwaan op de toren. We rijden naar het meer en parkeren de auto. We besluiten een rondje om het meer te wandelen, om zo het huis vanzelf tegen te komen.

Het is ook niet te missen, het torentje, de zwaan... er hangen zelf nog een paar oude lampen met bierreclame aan de muur. Dit is overduidelijk het café waar de studenten hun vrije tijd doorbrachten, al veranderde dat wel in de loop van de oorlog. Co: “We gingen daar in onze schaarse vrije uurtjes nogal eens een biertje drinken, dankzij de paar marken die we verdienden, totdat de baas ons een keer, met tranen in zijn ogen, moest weigeren: hij mocht geen buitenlanders meer ontvangen. Voor het raam kwam toen ook een bordje: Verboten für Ausländer.” [note]Herinneringen Co Neeteson.[/note]


Wij lopen verder rond het meer. Nu, op een bewolkte herfstdag ziet het er niet zo mooi uit als in de zomer van 1943 toen de studenten hier aankwamen. Grijzer en bewolkter zou het voor de studenten ook worden naar mate de oorlog vorderde. De paar vrijheden die ze nog hadden, werden steeds verder ingeperkt. Het was hier in Herzberg, dat deze studenten hun bevrijding meemaakten, waarna de lange toch naar huis begon.

Het blijft elke keer bijzonder om de locaties te bezoeken waar de studenten tachtig jaar geleden werkten, sliepen en leefden. Wij rijden met de opgedane indrukken, de foto's en alle informatie weer terug naar Dassel, met onze gedachten in de grijze wolken.

Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Herfst (1/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Terug naar school (2/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Bioscoop Klenke (3/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Frau Kolle (4/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Herzberg am Harz (5/5)

Lees meer

Het Dassels bankje

1dec

Het Dassels bankje

Het was vorig jaar zomer, dat ik daar zat. Op een bankje, kijkend naar de kerk. Een bankje tussen twee enorme, wuivende, bomen. Het kan niet anders zijn dan dat deze bomen er tachtig jaar geleden al stonden. Vandaag is het 4 december 2024, precies 80 jaar na het overlijden van Janus Brekelmans op 4 december 1944.

Janus, voor zijn familie Adri, werd in 1915 in Hilvarenbeek geboren. Hij ging studeren aan de Katholieke Hogeschool in Tilburg. In de oorlog weigerde hij, net als velen, de loyaliteitsverklaring van de Duitsers te tekenen. Hierdoor werd hij in Duitsland tewerkgesteld. Met 21 andere studenten kwam hij in Dassel terecht. Gerard Schampers, een van zijn medestudenten, schreef over de weg naar Dassel: We gingen nog lang niet naar onze begrafenis. Hoe mis kon hij het hebben...

Lees meer

Gerelateerde personen

Gerelateerde boeken

Oorlog in de collegebanken
Rüstungsproduktion in der Mitte Deutschlands 1929 - 1945
Wij moeten wat meer durven