Duitse Onderzeeboot U 63 (1939)

De Type IIc U-boot U 63 kwam op 18 januari 1940 in dienst. Het schip voerde slechts één operationele patrouille uit waarbij het één schip tot zinken bracht. Tijdens diezelfde patrouille werd de U 63 op 25 februari 1940 door Britse marineschepen tot zinken gebracht.

De U 63 was een Type IIc U-boot welke besteld werd op 21 juli 1937. De kiel van het schip werd op 2 januari 1939 gelegd als bouwnummer 262 op de werf van Deutsche Werke AG in Kiel. Op 6 december 1939 werd het schip te water gelaten en op 18 januari 1940 afgeleverd. De U 63 kwam op dat moment in dienst bij de 1. Unterseebootsflottille onder bevel van Oberleutnant zur See Günther Lorentz.

Als Type IIc onderzeeboot had de U 63 een lengte van 43,90 meter met een waterverplaatsing van 291 ton (286 lt) boven water. Onder water bedroeg de waterverplaatsing 341 ton (336 lt). De drukromp had een lengte van 29,60 meter. Het schip had een hoogte van 8,40 meter met een diepgang van 3,83 meter. De twee MWM RS 127 S zes cilinder dieselmotoren (690 shp, 510 kW) konden boven water een snelheid genereren van 12 knopen (22 km/u). De twee Siemens-Schuckert PG VV 322/36 electromotoren (400 shp, 300 kW) konden onder water een snelheid opleveren van 7 knopen (13 km/u). De twee schachten dreven twee propellers aan met een doorsnede van 85 centimeter. De operationele duikdiepte lag tussen de 80 en 150 meter. Het bereik van het schip was rond de 70 km bij 4 knopen (7,4 km/u) onder water en 7.000 km bij 8 knopen (15 km/u) boven water. De 25 bemanningsleden hadden drie 533 mm torpedolanceerbuizen in de boeg met vijf torpedo's tot hun beschikking. In plaats van de torpedo's konden twaalf Type A torpedomijnen worden meegevoerd. Bij aflevering was het schip daarnaast bewapend met een 20 mm luchtafweergeschut op het voordek.^[1][2]

Op 17 februari 1940, na haar trainingsperiode, vertrok de U 63 vanaf Helgoland, met vijf andere onderzeeboten voor operatie Nordmark ter ondersteuning en begeleiding van de Duitse slagschepen Gneisenau (1936) en Scharnhorst (1936) en de Zware-kruiser Admiral Hipper (1937). Deze operatie op de Noordzee bracht de U 63 in de omgeving van de Orkney en de Shetland eilanden. Op 24 februari 1940 bracht de U 63 de Zweedse vrachtvaarder m.s. Santos (3.840 ton) tot zinken nabij Kirkwall, Orkney eilanden. De volgende dag werd U 63 ten zuiden van Shetland aangevallen met dieptebommen en torpedo's door een eskader bestaande uit HMS Escort (H66), HMS Inglefield (D02), HMS Imogen (D44) en HMS Narwhal (N45). Slechts één van de bemanningsleden kwam hierbij om het leven, de overigen werden krijgsgevangen gemaakt.

Noten

1. Gröner, 1991, pag. 39-40
2. Kittel, 2015, pag. 22