De Britse vloot was na de Eerste Wereldoorlog de machtigste ter wereld. Maar zowel Japan als de Verenigde Staten hadden inmiddels schepen op stapel gezet die krachtiger waren dan de grote schepen van de Britse Royal Navy. Hierop gaf Groot-Brittannië op 21 oktober 1921 de opdracht voor de bouw van vier grote slagkruisers en was de bouw van 2 slagschepen van plan in 1923. De vier slagkruisers zouden voorzien worden van 3 torens met daarin 3 lopen van 16,5 inch (later 16 inch), een snelheid van 33 knopen en een waterverplaatsing van rond de 47.200 ton. De geplande twee slagschepen zouden bewapend worden met 3 torens met daarin 3 lopen van 18 inch. De waterverplaatsing zou rond de 48.770 ton zitten.
Deze schepen kwamen echter te vervallen door de ondertekening van het verdrag van Washington dat de scheepssterkte van de landen met een sterke marine aan banden legde.
Omdat Groot-Brittannië als enige geen moderne 16 inch slagschepen bezat mochten er twee gebouwd worden volgens het verdrag van Washington met een maximaal tonnage van 35.360 ton. De Verenigde Staten hadden namelijk wel 16 inch slagschepen met de Colorado-klasse en de Japanners met de Nagato-klasse.
De Britten ontwierpen een moderne klasse van 16 inch geschut, waarbij ze de beste elementen van de eerder ontworpen slagschepen en slagkruisers in het ontwerp meenamen. Dit ontwerp was redelijk uitzonderlijk voor wat betreft de indeling van het schip. Alle drie de 16 inch geschutskoepels aan de voorkant van het schip en de brug werden wat naar achteren geschoven om het schip in lengte zo kort mogelijk te houden. De secundaire bewapening werd meer op het achterschip geconcentreerd en bestond uit zes torens met 2 lopen van 6 inch welke zowel een antischeeps- als een antiluchtdoelrol hadden. Om gewicht te besparen om binnen het vastgestelde tonnage te blijven werden er 2 schroeven gebruikt in plaats van 3. Verder werd er een grote pantsertoren met een bijzondere brug toegepast, iets wat in latere slagschepen van de Amerikaanse Idaho-, Mississippi- en New Mexico-klasse weer terug te zien was. Ook de Franse Dunkerque en Strasbourg waren grotendeels gebaseerd op het ontwerp van de Nelson-klasse. Voor zijn tijd werd er een grote hoeveelheid antiluchtdoelgeschut geplaatst, iets wat vrijwel alle slagschepen uit deze periode in de Tweede Wereldoorlog pijnlijk tekort kwamen.
Het 16 inch geschut bleek later een teleurstelling vergeleken met het succesvolle 15 inch geschut van de Britse Royal Navy. De lopen moesten snel vervangen worden door slijtage en de vuursnelheid was ook niet al te best. Verder was de betrouwbaarheid minder dan de veelgebruikte 15 inch stukken. Pogingen om dit te verbeteren hebben tot weinig verbetering geleid. De derde geschutstoren vanaf de voorkant gezien (toren X genaamd) zorgde bij het vuren voor schade aan de pantsertoren en hierop werd de draaicirkel van deze toren beperkt.
De Nelson-klasse was ondanks wat kleine tekortkomingen toch een zeer krachtige klasse en was beter dan zijn soortgenoten van de andere landen. Beide schepen hebben de oorlog overleefd en deelgenomen aan een groot aantal belangrijke acties.
Technische gegevens bij bouw:
Klasse: | Nelson |
Aantal in klasse: | 2 Nelson en Rodney |
Land: | Groot-Brittannië |
Type: | Slagschip |
Tonnage, Std | Nelson 33.313 BRT |
Tonnage, Bel. | 41.250 BRT |
Afmetingen: | Lengte: 216,40 meter Breedte: 32,31 meter Diepgang: (volledig beladen) 10,21 meter |
Aandrijving: | Vermogen: 45.000 pk Max. Snelheid: 23 knopen |
Bepantsering: | pantsergordel 14-13 inch machineruimtes 12- 4 inch barbettes 15-12 inch torens 16- 7.5 inch |
Bewapening: | 9-16 inch/45 Mk 1 (3x3) 12-6 inch/50 Mk 12 6x2) 6-4.7 inch/40 QF Mk 8 HA (6x1) 8-2 pdr pompom (8x1) 4-3 pdr saluting 2-24.5 inch torpedo's sub |
Bemanning: | 1314 1361 als Vlaggeschip |
HMS Nelson werd beschadigd voor de Schotse kust in december 1939 en was in reparatie tot juni 1940. Ze werd beschadigd door een Italiaanse torpedo op 27 september 1941 en was in reparatie tot en met april 1942. Ze zag verder dienst in de Middellandse Zee tot en met 1943 als onderdeel van Force H en opnieuw was ze in actie bij de landingen in Normandië waar ze weer beschadigd werd door een mijn. De reparaties hiervan werden uitgevoerd in Philadelphia (VS), waarna ze vertrok naar de Indische Oceaan voor actie voor onder andere de kust van Malaya. Uiteindelijk kwam ze weer in Groot-Brittannië terug in november 1945. Ze werd uit actieve dienst genomen op 15 maart 1949 en hierna gesloopt.
Tijdens haar carrière is het schip bij de volgende acties ingezet:
apr '40 | Deelname bij acties voor de kust van Noorwegen |
jul '41 | Escorteren van konvooi naar Malta (Operatie Substance) |
aug '42 | Escorteren van konvooi naar Malta als onderdeel van Forze Z (Operatie Pedestal) |
nov '42 | Ondersteuning landing Noord-Afrika (Operatie Torch) |
jul '43 | Ondersteuning landing Sicilië (Operatie Husky) |
31 aug '43 | HMS Nelson, HMS Rodney en HMS Orion bombarderen kust van Calabria (Operatie Hammer) |
sep '43 | Ondersteuning landing Salerno (Operatie Avalanche) |
6 jun '44 | Ondersteuning landing Normandië (Operatie Neptune) |
jul - sep '45 | Acties in de Indische Oceaan |
De HMS Nelson is vernoemd naar de beroemde admiraal Horatio Nelson, een legende in de Britse geschiedenis. Ze verschilde van haar zusterschip de HMS Rodney doordat ze geen vliegtuig aan boord had, haar boten op andere plaatsen had, andere masten had en wat wijzigingen in de kleine bewapening. De HMS Nelson onderging een revisie in 1937-1938 waarbij ze extra bepantsering kreeg en er wijzigingen plaatsvonden in de kleinere bewapening.
Rodney kreeg een vliegtuigcatapult op de C-koepel (de achterste), maar deze werd in 1942-1943 weer verwijderd. Voor de verbetering van het anti-luchtdoelgeschut was iedereen van mening dat 8 loops opstellingen van 2pdr pompoms ideaal waren. De 8 enkelloopsopstellingen werden verwijderd en een enkele 8 loops opstelling werd op zowel de Rodney als de Nelson geplaatst, een tweede 8 loops opstelling werd toegevoegd in 1935-1936 en een derde in 1938-1939. In juni 1940 kreeg de Nelson er nog twee bij, en uiteindelijk de zesde in januari 1942.
Tijdens haar carrière is het schip bij de volgende acties ingezet:
25 sep '39 | HMS Rodney en HMS Sheffield waren de eerste schepen met radar tegen vliegtuigen |
apr '40 | Deelname bij acties voor de kust van Noorwegen |
27 mei '41 | Zinken van de Bismarck (Operatie Rheinübung) |
28 sep '41 | Escorteren van konvooi naar Malta (Operatie Halberd) |
14 aug '41 | Escorteren van konvooi naar Malta als onderdeel van Forze Z (Operatie Pedestal) |
8 nov '42 | Ondersteuning landing Noord-Afrika (Operatie Torch) |
10 jul '43 | Ondersteuning landing Sicilië (Operatie Husky) |
31 aug '43 | HMS Nelson, HMS Rodney en HMS Orion bombarderen kust van Calabria (Operatie Hammer) |
6 jun '44 | Ondersteuning landing Normandië (Operatie Neptune) |
Na de oorlog werd ze in 1945 in reserve gezet en uiteindelijk uit dienst gehaald op 26 maart 1948. Ze had uiteindelijk dienst gedaan aan vrijwel alle grote campagnes in Europa waarbij schepen een grote rol speelden.