Titel: | Spionnen van de paus - Het Vaticaans complot van Pius XII tegen Hitler |
Schrijver: | Mark Riebling |
Uitgever: | Lannoo |
Uitgebracht: | oktober 2015 |
Pagina's: | 392 |
ISBN: | 9789401429986 |
Omschrijving: |
Paus Pius XII, die de Rooms-Katholieke Kerk leidde van 1939 tot 1958, is niet onomstreden. Zijn houding tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt door velen bekritiseerd. Hij zou zich onvoldoende hebben uitgesproken tegen de Holocaust en het nationaalsocialisme zelfs hebben gesteund, wat hem in het gelijknamige boek van John Cromwell de bijnaam "Hitlers paus" opleverde. In het boek "Spionnen van de paus" schetst de historicus Mark Riebling echter een ander beeld. Hij portretteert Pius XII juist als een fel bestrijder van Hitler. Eugenio Pacelli werd op 2 maart 1939 aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog tot de nieuwe paus gekozen. Hij koos voor de pauselijke naam Pius XII. Volgens Riebling begon hij in oktober 1939 al met het steunen van het verzet tegen het naziregime. Pius XII bouwde een netwerk op in het Derde Rijk, waarmee inlichtingen werden ingewonnen die via kerkelijke wegen naar Rome werden gestuurd. Josef Müller was een van de agenten in dit netwerk. Hij was een advocaat uit München en tevens medewerker van de Abwehr, de Duitse militaire inlichtingendienst. Müller is een van de hoofdrolspelers in het boek. Hij was de belangrijkste verbindingsagent tussen het Vaticaan en het Duitse verzet. Een andere hoofdrol in het boek geeft Riebling aan Wilhelm Canaris, de leider van de Abwehr. In 1939 was Canaris bezig met de voorbereiding van een staatsgreep tegen het naziregime. Hij had de steun van een aantal hoge officieren in de Wehrmacht, onder wie de generaals Franz Halder en Ludwig Beck. De plegers van de staatsgreep trachtten in overleg te komen met Groot-Brittannië om de voorwaarden van een wapenstilstand te bespreken, indien zij erin zouden slagen om Hitler te elimineren. Deze contactpogingen verliepen via het Vaticaan. Pius XII zegde zijn steun toe. Van de staatsgreep kwam uiteindelijk weinig terecht, doordat de generaals hun moed verloren. Canaris was zijdelings betrokken bij meerdere latere plannen voor een staatsgreep. Riebling schept een beeld van Pius XII die als een ware spionnenmeester vanachter de schermen allerlei complotten smeedde om het naziregime ten val te brengen. Volgens de auteur sprak de paus zich zelden in het openbaar uit over de vervolging van de Joden in de door de nazi’s bezette landen, omdat dat hun lot en dat van de Katholieke Kerk alleen maar zou verslechteren. Hierbij diende Nederland als angstwekkend voorbeeld. In 1942 had de Nederlandse Katholieke Kerk zich onder leiding van aartsbisschop Jan de Jong in een herderlijk schrijven uitgesproken tegen de vervolging van de Joden. Het gevolg was dat de Duitsers represailles namen tegen de Katholieke Kerk in Nederland. De paus beschikte feitelijk ook over weinig middelen om daadwerkelijk iets te doen tegen de vervolging. Dat de paus zich ten aanzien van de Jodenvervolging publiekelijk op de vlakte hield is dan ook verdedigbaar. Maar het beeld van de paus als een coördinator van het verzet, dat onder meer duidelijk naar voren komt uit de titel en ondertitel van het boek, overtuigt daarentegen niet. De schrijver beschrijft al het Duitse verzet tegen het naziregime vanuit het perspectief van de Rooms-Katholieke Kerk in het algemeen en het Vaticaan in het bijzonder. Onder meer de plannen voor een staatsgreep van een aantal officieren uit de Wehrmacht in 1939, 1943 en 1944, de Kreisauer Kreis (een conservatieve verzetsgroep bestaande uit intellectuelen onder leiding van Helmuth James von Moltke) en de pamfletten van de verzetsgroep de Witte Roos komen aan bod. Dit uitgangspunt is vernieuwend en biedt een aantal interessante inzichten, maar af en toe krijgt de lezer wel het idee dat Riebling al het verzet "claimt" voor de Katholieke Kerk. Het feit dat een aantal verzetsgroepen in contact stond met deze instantie, betekent tenslotte niet dat het Vaticaan als zodanig een belangrijke rol innam. De rol van het Vaticaan was feitelijk enkel dat via deze weg door het Duitse verzet werd gepoogd in contact te treden met de geallieerden. De paus sprak (in het geheim) zijn morele steun uit. Ook zou hij na de geslaagde eliminatie van Hitler moeten oproepen tot een algehele wapenstilstand. Pius XII had dus vermoedelijk wel een bepaalde (ondersteunende) rol, maar dan wel heel ver op de achtergrond. Er waren zeker een aantal Rooms-Katholieke geestelijken die een meer prominente rol speelden in het Duitse verzet, bijvoorbeeld bij de aanslag en staatsgreep van 20 juli 1944, onder wie Alfred Delp en Augustinus Rösch, maar hun taken waren meer ondersteunend van aard. Zij vergaarden bijvoorbeeld inlichtingen, fungeerden als koeriers of gaven morele steun. De belangrijkste rollen bij de aanslag van 20 juli en feitelijk binnen het hele Duitse verzet, waren weggelegd voor officieren van de Wehrmacht en enkele (ex-)nazifunctionarissen. Een aantal van hen, onder wie Claus Schenk Graf von Stauffenberg, was katholiek en haalde veel kracht uit het geloof, maar dat maakt de Kerk nog niet verantwoordelijk voor hun daden. De rol van de Rooms-Katholieke Kerk tijdens de Tweede Wereldoorlog is bovendien zeker niet onomstreden. Er waren immers ook katholieken die het regime in het Derde Rijk steunden, denk hierbij aan de katholieke priester Jozef Tiso, die de leider was van het met de nazi’s collaborerende regime in Slowakije en de pro-katholieke antisemitische Pijlkruisers in Hongarije. Veel nazi’s zijn met hulp van het Vaticaan na de oorlog gevlucht naar Zuid-Amerika, onder meer Adolf Eichmann en Josef Mengele. Dergelijke feiten worden echter verzwegen in "Spionnen van de paus." Er is sowieso bijna geen ruimte voor kritiek in het boek, ook niet op de personen die aan bod komen, terwijl dat zeker mogelijk is. Wilhelm Canaris, die door de auteur wordt afgeschilderd als een verzetsheld, was bijvoorbeeld tot 1938 een vurig bewonderaar van Hitler. Als leider van de Abwehr heeft hij de nazi-overheersing van Europa gedurende meer dan vier jaar mede mogelijk gemaakt. Canaris ontbrak het aan de moed om daadwerkelijk actie te ondernemen tegen Hitler. Hetgeen ook de reden was dat hij buiten de plannen voor de aanslag en staatsgreep van 20 juli 1944 werd gehouden. Een meer kritische houding had de auteur gesierd en het boek meer overtuigingskracht gegeven. Op de schrijfstijl van het boek is ook wat aan te merken. Vooral in het begin van het boek wordt er, waarschijnlijk om verhaaltechnische redenen, vaak terug en vooruit verwezen. Soms pakt dit goed uit, maar soms ook niet. In een geval begint een passage in september 1939, dan wordt er terugverwezen naar 1905, dan naar de periode 1914-1939, om vervolgens weer terug te belanden in september 1939. In deze passages vertelt de auteur ook nog enkele anekdotes die afkomstig zijn uit de achtste eeuw. Door het ontbreken van een duidelijke chronologie is het verhaal niet altijd even goed te volgen. Het boek is geschreven in de romanstijl, wat het leesplezier vergroot. Maar af en toe schiet de auteur wat door en lijkt het meer alsof je een thriller aan het lezen bent in plaats van een historisch werk. Door de gehanteerde romanstijl is het boek wel spannend en aangrijpend. Vooral de passages over de aanslag en staatsgreep van 20 juli 1944 en de daarop volgende gebeurtenissen tot het einde van de oorlog zijn zeer meeslepend geschreven. Hierin komt onder meer het lot van de agent Josef Müller aan bod, wiens relaas niet had misstaan in een spionageroman. De moed en opofferingsgezindheid van deze vergeten verzetsman zijn zeker prijzenswaardig en hij verdient de lof die de auteur hem geeft. Wat verder opvalt aan het boek is dat er wat (kleine) historische fouten in staan. Zo schrijft de auteur dat Frankrijk in mei 1940 zich na vijf dagen overgaf. Dit was in werkelijkheid iets meer dan zes weken, (dit kan wellicht ook een vertaalfout zijn geweest). Het zijn maar kleine dingen, maar dergelijke zaken doen de overtuigingskracht van het boek niet toenemen. In zijn ijver om de paus te verdedigen lijkt het wel alsof de schrijver zich af en toe teveel laat meeslepen door zijn eigen verhaal. Hierdoor wordt zijn boek wat pompeus en doet de auteur beweringen die hij moeilijk hard kan maken. Dat is jammer want het boek heeft zeker ook zijn goede punten. Riebling weet bijvoorbeeld overtuigend hard te maken dat Pius XII beslist geen aanhanger was van het naziregime en dat hij in het geheim heeft geprobeerd om Joden de redden. De typering "Hitlers paus" doet Pius XII dan ook geen recht. Het door Mark Riebling geschetste beeld is daarentegen te eenzijdig positief. Aan de andere kant is het wel belangrijk dat het verhaal verteld wordt. Iedereen moet zijn visie kunnen geven. Over andere werken zou men kunnen stellen dat deze wat eenzijdig negatief ten aanzien van de paus waren. "Spionnen van de paus" toont duidelijk aan dat de discussie over de rol van de paus en het Vaticaan tijdens de Tweede Wereldoorlog nog niet gestreden is. |
Beoordeling: | Goed |