TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    Op 26 september 1910 werd de marineofficier Captain Washington Irving Chambers aangewezen als contactpersoon voor alle partijen die betrokken waren bij het operationele gebruik van vliegtuigen bij de Amerikaanse marine. De aanstelling van Chambers door de Secretary of the Navy George von Lengerke Meyer, kan gezien worden als de geboorte van de Amerikaanse marineluchtvaart. Chambers was zelf geen voorstander van een aangepast schip met een vliegdek, maar zag meer in vliegtuigen die vanaf oorlogsschepen gelanceerd konden worden door middel van een katapult. De samenwerking van de US Navy met vliegtuigbouwer Glenn Hammond Curtiss, van de Curtiss Aeroplane Company, zorgde er echter voor dat burgerpiloot Eugene Ely op 14 november 1910 met een Curtiss vliegtoestel opsteeg van een houten platform dat was gebouwd over de boeg van de lichte kruiser USS Birmingham (CL-2). Deze historische gebeurtenis vond plaats in Hampton Roads, de toegang tot Chesapeake Bay, Virginia. Ely zette de Curtiss korte tijd later veilig aan de grond op het schiereiland Willoughby Spit bij Norfolk, Virginia.

    Eugene Ely bracht ook de volgende historische militaire luchtvaartgebeurtenis op zijn naam. Op 18 januari 1911 landde hij met een Curtiss met duwschroef op een houten platform dat speciaal voor deze gelegenheid gebouwd was op de pantserkruiser USS Pennsylvania (ACR-4), die voor anker lag in San Francisco Bay. Even later steeg hij weer op van het platform en landde zijn toestel veilig op Selfridge Field te San Francisco. Omdat Captain Chambers voorstander was van gekatapulteerde vliegtuigen, ging de ontwikkeling van de vliegtuigkatapult echter gewoon door. Het zou evenwel tot 5 november 1915 duren voordat Lieutenant Commander Henry C. Mustin de eerste geslaagde katapultlancering zou demonstreren. Op die dag werd hij met zijn Curtiss AB-2 vliegboot gekatapulteerd vanaf het achterschip van de aangepaste pantserkruiser USS North Carolina (ACR-12). Deze nieuwe mijlpaal in de geschiedenis van de Amerikaanse marineluchtvaart vond plaats in Pensacola Bay, Florida, en werd gecoördineerd vanaf de marineluchtmachtbasis Pensacola. Na nog een aantal lanceringen vanaf een voor anker liggend oorlogsschip, vond in juli 1916 de eerste varende start plaats. De gelanceerde vliegtuigen moesten wel met een kraan terug aan boord genomen worden.

    De Britten toonden in 1918 aan dat het mogelijk was om met vliegtuigen, die uitgerust waren met een conventioneel landingsgestel, te landen op het doorlopende vliegdek van een aangepast schip. De Royal Navy had een oceaanstomer, tijdens de bouw in 1914, laten aanpassen tot het eerste vliegdekschip ter wereld met een vlak doorlopend vliegdek. Dit schip kwam als HMS Argus op 16 september 1918 in Britse dienst. Op 1 oktober van dat jaar landde een Sopwith Ship Strutter veilig op het vliegdek. In december 1918 hadden er al 36 succesvolle landingen aan boord van HMS Argus plaatsgevonden met Sopwith Strutters en Sopwith Pups. De Britten ontwikkelden in deze periode de vangkabel die, in moderne varianten, nog steeds aan boord van vliegdekschepen wordt gebruikt. Het opstijgen van het vliegdek kon met de langzame Sopwith toestellen echter nog zonder katapult uitgevoerd worden. Later werden voor de lancering van zwaardere vliegtuigen hydraulische dekkatapulten ontwikkeld. Met HMS Argus als voorbeeld liet de US Navy een kolentransportschip ombouwen tot vliegdekschip. Dit schip werd op 21 april 1920 geclassificeerd als vliegdekschip en kreeg de naam USS Langley (CV-1).

    Definitielijst

    kruiser
    Snelvarend oorlogsschip van 8000-15000 ton, geschikt voor diverse taken als verkenning, verkenningsafweer en konvooibescherming.

    Afbeeldingen

    Het lichte vliegdekschip USS Ranger (CV-4), 8 mei 1938. Bron: History Navy.
    Eugene Ely kiest het luchtruim vanaf de lichte kruiser USS Birmingham (CL-2), 14 november 1910. Bron: Wikipedia.
    Eugene Ely landt op het experimentele vliegdek van USS Pennsylvania (ACR-4) op 18 januari 1911. Bron: Wikipedia.
    Een geslaagde katapultlaunch vanaf de pantserkruiser USS North Carolina (ACR-12), 1916. Bron: Wikipedia.
    Martin Aircraft op de katapult van USS Huntington (CA-5), Pensacola, Florida. Bron: Florida Memory.

    USS Langley (CV-1)

    USS Langley werd oorspronkelijk gebouwd als kolentransportschip USS Jupiter voor de Amerikaanse marine op de Mare Island Naval Shipyard te Vellejo in de Baai van San Francisco. De conversie tot vliegdekschip werd op 11 juli 1919 goedgekeurd en de kolentender vertrok op 12 december van dat jaar naar de Norfolk Naval Shipyard. Op 24 maart 1920 werd het schip buiten dienst gesteld. De laadkranen werden verwijderd, maar de originele brug werd gehandhaafd. Boven de zes grote laadruimten en boven de brug werd een houten vliegdek op een grote staalconstructie geplaatst. De laadruimen werden gebruikt voor opslag van vliegtuigbenzine, gedemonteerde vliegtuigen, voorraden, reserveonderdelen en de hydraulische lift. De rookgassen werden omgeleid naar één, later twee, scharnierende schoorstenen aan bakboordzijde. Gemonteerde vliegtuigen werden op de laadruimen vastgesjord en konden met de lift naar het vliegdek verplaatst worden.

    Technische gegevens

    Bouwwerf:Mare Island Naval Shipyard te Vellejo, Californië
    Op stapel gezet:18 oktober 1911
    Te water gelaten:21 augustus 1912
    In dienst gesteld:7 april 1913
    Omgebouwd tot vliegdekschip:vanaf juli 1919
    Omgebouwd door:Norfolk Naval Shipyard te Portsmouth, Virginia
    Geclassificeerd als carrier CV-1:21 april 1920
    In dienst gesteld:20 maart 1922
    Grootste lengte:165,3 meter
    Grootste breedte:19,9 meter
    Diepgang:6,7 meter
    Waterverplaatsing standaard:11.500 ton
    Waterverplaatsing volbeladen:15.150 ton
    Machine-installatie:General Electric turbo-elektrische aandrijving, 3 ketels
    Machinevermogen:6.500 pk
    Aantal schroeven:2
    Bunkercapaciteit:2.040 ton stookolie
    Actieradius:14.000 zeemijlen bij 10 knopen
    Maximale snelheid15,5 knopen
    Bemanning:468 koppen
    Bewapening:4 x 1 12,5cm 51-kaliber kanonnen
    Vliegdekfaciliteiten:1 x vliegtuiglift, 1 x hydraulische katapult
    Vliegtuigen:34 Vought VE-7 dubbeldekker vliegtuigen

    Nadat het eerste Amerikaanse vliegdekschip op 20 maart 1922 als USS Langley (CV-1) in dienst was gesteld, kon de US Navy gaan oefenen met het opstijgen van en landen op een vliegdek. Met de komst van de Langley brak voor de Amerikaanse marine een heel nieuw tijdperk aan, een tijdperk van experimenten en ervaringen met een specifiek gebouwd schip. Maar ook een tijdperk van carriers die steeds groter en sneller zouden worden en waarvan USS Langley (CV-1) aan de basis lag. Op 17 oktober 1922 steeg Lieutenant V.C. Griffin met een Vought VE-7SF voor de eerste keer veilig op vanaf het vliegdek van de Langley. Negen dagen later landde Lieutenant Commander Godfrey Chevalier met een Aeromarine op de Langley. Kort daarna vonden meer testen plaats met dergelijke toestellen vanaf USS Langley, maar dan terwijl het schip varende was. Op 18 november 1922 werd piloot Commander Kenneth Whiting met een PT watervliegtuig voor de eerste maal met behulp van een hydraulische katapult gelanceerd vanaf het eerste Amerikaanse vliegdekschip.

    Vanaf 1924 deed USS Langley (CV-1) mee aan vlootoefeningen waarbij vliegtuigen een steeds belangrijkere rol gingen spelen. Van dat jaar tot 1936 was de Langley gestationeerd in Californië en vandaaruit fungeerde het schip als opleidingsschip voor piloten en nam deel aan vlootoefeningen.

    In 1936 werd USS Langley omgebouwd tot moederschip voor watervliegtuigen (seaplane tender) omdat het niet meer voldeed als vliegdekschip. De verbouwing vond plaats op de werf waar het schip oorspronkelijk als Jupiter gebouwd was en het kreeg als nieuw naamsein AV-3. Toen de Verenigde Staten op 7 december 1941 in de Tweede Wereldoorlog betrokken werden, lag USS Langley (AV-3) voor anker bij Cavite, Filippijnen. Na de Japanse invasie van de Filippijnen, vanaf 8 december 1941, week het oude schip uit naar Nederlands Oost-Indië. Van daaruit vertrok USS Langley naar Darwin in Australië waar de seaplane-tender op 1 januari 1942 arriveerde.

    Een elftal dagen later vertrok USS Langley (AV-3) naar Fremantle en kreeg het schip 32 vliegklare Amerikaanse Curtiss P-40 jachtvliegtuigen en nog een aantal van deze toestellen in kratten aan boord met bestemming Tjilatjap, Java. Het schip kreeg gezelschap van het vrachtschip Sea Witch, dat eveneens P-40 jachtvliegtuigen in kratten aan boord had. Beschermd door de torpedobootjagers USS Whipple en USS Edsall (eigenlijk zou de Nederlandse mijnenlegger Hr. Ms. Willem van der Zaan eveneens de beide schepen escorteren, maar het schip moest verstek laten gaan wegens ketelproblemen), werden beide vliegtuigtransportschepen op 27 februari 1942, 75 mijl ten zuiden van Tjilatjap, aangevallen door negen Japanse duikbommenwerpers. Tijdens de derde aanvalsgolf werd USS Langley door vijf bommen getroffen en moest opgegeven en door de bemanning verlaten worden. USS Whipple en USS Edsall vuurden vier granaten en twee torpedo`s af op het oude schip om te voorkomen dat het in vijandelijke handen zou vallen. De bemanningsleden en P-40 piloten waren kort daarvoor aan boord genomen van de beide torpedobootjagers en de oude tanker USS Pecos. De meesten van hen kwamen alsnog om het leven nadat zowel USS Edsall als USS Pecos door Japanse bommen tot zinken werden gebracht. De Sea Witch bleef gespaard en kon haar lading afleveren in Tjilatjap. Na de val van Java, op 8 maart 1942, moesten de nog steeds in kratten verpakte vliegtuigen echter vernietigd worden zodat ze niet in Japanse handen zouden vallen.

    Definitielijst

    invasie
    Gewapende inval.
    kaliber
    De inwendige diameter van de loop van een stuk geschut, gemeten bij de monding. De lengte van de loop wordt vaak aangegeven in het aantal kalibers. Zo is bv de loop van het kanon 15/24 24 ×15 cm lang.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.

    Afbeeldingen

    USS Jupiter op de Mare Island Naval Shipyard, 16 oktober 1913. Bron: Navsource.
    USS Langley (CV-1) in 1922. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.
    USS Langley in het Panamakanaal, 16 november 1923. Bron: Courtesy of the Panama Canal Authority.
    USs Langley als moederschip voor watervliegtuigen (AV-3) in 1937. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.
    USS Langley getroffen door Japanse vliegtuigbommen, 27 februari 1942. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.

    Van CV-1 tot CV-4

    Het US Congress autoriseerde op 1 juli 1922 de conversie van de in aanbouw zijnde slagkruisers Lexington en Saratoga tot vliegdekschepen. Op 6 februari van datzelfde jaar had de Verenigde Staten het Vlootverdrag van Washington ondertekend. Hierin werd door de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Japan, Frankrijk en Italië vastgelegd dat de landen, als belangrijkste zeemachten ter wereld, de wapenwedloop op maritiem gebied zouden inperken. Voor kapitale schepen golden vanaf dat moment maximale tonnages per land. Voor de Verenigde Staten betekende dit onder andere dat de US Navy vliegdekschepen in de vaart mocht brengen tot een gezamenlijk tonnage van 135.000 ton. Omdat USS Langley (CV-1) als experimenteel werd beschouwd werd dit vliegdekschip niet in de berekening meegenomen. De beide schepen van de Lexington-klasse kregen een standaard waterverplaatsing van 33.000 ton en slokten daarom een groot deel van het toegestane maximum op.

    De Lexington-klasse slagkruisers zouden een standaard waterverplaatsing krijgen van ruim 43.000 ton. Verder zouden zij de beschikking krijgen over een machine-installatie die 180.000 pk kon genereren en zodoende de oorlogsschepen met een maximale snelheid van 33 knopen kon voortstuwen. Dit waren uitstekende eigenschappen om als basis te dienen voor vliegdekschepen. De Amerikaanse marine maakte daarmee een zeer grote stap van de Langley van ruim 11.500 ton naar de Lexington-klasse vliegdekschepen die drie maal zo groot waren. Omdat de stap slaagde, boekte de Amerikaanse marine een enorme vooruitgang in de ontwikkeling van vliegdekschepen.

    Eigenlijk zouden er zes slagkruisers van de Lexington-klasse gebouwd worden, maar vier werden er onder het regime van het Vlootverdrag van Washington geannuleerd. De op stapel staande casco`s van de vier slagkruisers werden in 1923 gesloopt. Het materiaal dat bestemd was voor de slagkruiser Ranger werd echter gebruikt voor de bouw van het vliegdekschip USS Ranger (CV-4). USS Langley (CV-1), USS Lexington (CV-2) en USS Saratoga (CV-3) waren nog tot vliegdekschip omgebouwde schepen. USS Ranger (CV-4) was daarentegen het eerste Amerikaanse vliegdekschip dat als zodanig was ontworpen en gebouwd. Omdat de US Navy nog geen ervaring had met het ontwerpen van een vliegdekschip werd de Ranger geen succes. Het schip was te langzaam en te kwetsbaar. Dit kwam onder andere door de plaats van de ketels achterin het schip. Voor deze plek werd gekozen om een zo kort mogelijke schoorsteenleiding te hebben, maar door een gebrek aan bepantsering achterin het schip kon de carrier door een enkele torpedotreffer uitgeschakeld worden.

    Het ontwerp voorzag in eerste instantie in een vliegdek zonder hindernissen, maar later werd een klein brugeiland toegevoegd. Omdat de smalle romp van de Ranger uitliep in een breed vliegdek was de stabiliteit van de carrier niet optimaal en het brugeiland maakte de instabiliteit alleen maar groter. De fijne lijnen van de romp waren ontworpen om de snelheid van de carrier ten goede te komen, maar door de lengte van het schip dook het bij slecht weer of een ruwe zee diep in de golven waardoor men aan boord veel last ondervond van overkomend zeewater. USS Ranger (CV-4) werd door haar beperkingen tijdens de Tweede Wereldoorlog nauwelijks ingezet voor offensieve taken.

    Definitielijst

    Ranger
    Amerikaanse benaming voor een speciaal opgeleide soldaat (vergelijkdaar met commando).
    Vlootverdrag van Washington
    Een op 6 februari 1922, door de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Japan, Frankrijk en Italië, ondertekend verdrag waarin de landen elkaar beperkingen oplegden betreffende het aantal, grootte en bewapening van de belangrijkste typen oorlogsschepen om een nieuwe wapenwedloop te voorkomen.

    Afbeeldingen

    USS Saratoga (CV-3) op zee, 6 juni 1935. Bron: Navsource.
    USS Lexington in het Panamakanaal. Bron: Navsource.

    USS Ranger

    Technische gegevens

    Bouwwerf:Newport News Shipbuilding & Drydock Co. te Newport News, Virginia
    Op stapel gezet:26 september 1930
    Te water gelaten:25 februari 1933
    In dienst gesteld:4 juni 1934
    Grootste lengte:222,5 meter
    Grootste breedte:33,4 meter
    Diepgang:6,8 meter
    Waterverplaatsing standaard:14.576 ton
    Waterverplaatsing volbeladen:17.577 ton
    Machine-installatie:Curtis & Parsons stoomturbines, 6 x Babcock & Wilcox Express type ketels
    Machinevermogen:53.500 pk
    Aantal schroeven:2
    Bunkercapaciteit:1.595 ton stookolie
    Actieradius:10.000 zeemijlen bij 15 knopen
    Maximale snelheid29 knopen
    Bemanning volgens ontwerp:1.788 koppen inclusief vliegploeg
    Bemanning tijdens de Tweede Wereldoorlog:2.461 koppen inclusief vliegploeg
    Bepantsering:51mm gordel- en 25mm vliegdekbepantsering
    Bewapening:8 x 1 12,5cm 25-kaliber kanonnen, 40 x 1 .50 (12,7mm) mitrailleurs
    Vliegdekfaciliteiten:3 x vliegtuigliften, 3 x hydraulische katapulten
    Vliegtuigen:Totaal 76 Curtiss BF2C Goshawk of Grumman F2F jachtvliegtuigen, Great Lakes BG duikbommenwerpers en Martin XT6M torpedovliegtuigen

    USS Ranger (CV-4) vertrok op 17 augustus 1934 voor een proefvaart en een vlagvertoonreis die haar naar Rio de Janeiro, Buenos Aires en Montevideo bracht. Het schip keerde op 4 oktober van dat jaar terug in Norfolk voor vliegoefeningen die tot eind maart 1935 duurden. Vervolgens vertrok het nieuwe vliegdekschip door het Panamakanaal en arriveerde het op 15 april in San Diego. Vanuit deze haven nam USS Ranger vier jaar lang deel aan vlootoefeningen. Op 4 januari 1939 vertrok de carrier vanuit San Diego naar de Caribische Zee voor wintervlootoefeningen vanuit Guantanamo Bay, Cuba. Het vliegdekschip vertrok na deze operaties naar Norfolk voor onderhoud. Vanaf het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, op 3 september 1939, verrichtte de Ranger neutraliteitspatrouilles op de Atlantische Oceaan vanuit Bermuda. Tijdens de Japanse aanval op Pearl Harbor bevond USS Ranger zich op weg van Trinidad naar Norfolk na een oceaanpatrouille. De volgende dag, 8 december 1941, arriveerde het schip in Norfolk. Tot 22 maart 1942 volgde nog een patrouille in de Zuid-Atlantische Oceaan waarna het vliegdekschip in onderhoud ging.

    In het voorjaar en de zomer van 1942 bracht USS Ranger Curtiss P-40 jachtvliegtuigen naar Accra in de Britse kroonkolonie Gold Coast, het huidige Ghana. Vanaf 1 oktober 1942 oefende de carrier met vier nieuwe Sangamon-klasse escortevliegdekschepen vanuit Bermuda. Vanaf 8 november 1942 zorgde USS Ranger, samen met de vier escortevliegdekschepen, voor de luchtdekking van de geallieerde invasie in Noord-Afrika. Vier dagen later keerde de Ranger terug naar Norfolk voor groot onderhoud.

    Op 23 februari 1943 arriveerde USS Ranger in Casablanca, Marokko, met een lading van 75 P-40-L jachtvliegtuigen voor de US Army Air Force (USAAF) in Noord-Afrika. In het voorjaar van 1943 fungeerde de carrier als opleidingsschip voor nieuwe piloten voor de kust van New England. Vanaf 19 augustus van dat jaar maakte het Amerikaanse vliegdekschip deel uit van de British Home Fleet vanuit Scapa Flow, Schotland. Samen met Britse oorlogsschepen voerde USS Ranger patrouilles uit in Britse wateren en viel het Duitse schepen aan voor de kust van Noorwegen. Op 4 december 1943 keerde de carrier terug in de Verenigde Staten en fungeerde het tot 20 april 1944 weer als opleidingsschip. Daarna bracht de Ranger P-38 jachtvliegtuigen en Amerikaans en Frans marinepersoneel naar Noord-Afrika en transporteerde het beschadigde USAAF toestellen terug naar New York om gerepareerd te worden.

    Vanaf mei 1944 werd USS Ranger gemoderniseerd op de Norfolk Naval Shipyard. Tijdens deze periode werd het vliegdek versterkt en werden een nieuwe dekkatapult en radar geïnstalleerd. Op 11juli 1944 vertrok de Ranger vanaf de werf in Virginia en passeerde het vijf dagen later het Panamakanaal. Negen dagen later arriveerde de carrier te San Diego waarna het doorging naar Pearl Harbor. Vanuit Hawaï fungeerde USS Ranger drie maanden lang als trainingsschip voor piloten die nachtlandingen oefenden. Tot het einde van de Tweede Wereldoorlog diende de Ranger als opleidingsschip vanuit San Diego. Op 18 oktober 1945 arriveerde de carrier op de Philadelphia Naval Shipyard voor onderhoud en nam daarna deel aan vlootoefeningen in de Atlantische Oceaan. Op 18 oktober 1946 werd het vliegdekschip buiten dienst gesteld en elf dagen later verwijderd uit het Amerikaanse marine-register. Op 28 januari 1947 werd het afgedankte vliegdekschip voor sloop verkocht aan de Sun Shipbuilding & Drydock Co. te Chester, Pennsylvania. USS Ranger kreeg twee Battlestars toegekend voor haar verdiensten tijdens de Tweede Wereldoorlog.

    Definitielijst

    invasie
    Gewapende inval.
    kaliber
    De inwendige diameter van de loop van een stuk geschut, gemeten bij de monding. De lengte van de loop wordt vaak aangegeven in het aantal kalibers. Zo is bv de loop van het kanon 15/24 24 ×15 cm lang.
    radar
    Engelse afkorting met als betekenis: Radio Detection And Ranging. Systeem voor het met elektromagnetische golven vaststellen van de aanwezigheid, afstand, snelheid en richting van voorwerpen als schepen, vliegtuigen, enz.
    Ranger
    Amerikaanse benaming voor een speciaal opgeleide soldaat (vergelijkdaar met commando).

    Afbeeldingen

    USS Ranger (CV-4) in de jaren `30. Bron: Wikipedia.
    USS Ranger op de Noord-Atlantische Oceaan met aan dek Grumman TBF Avengers en F4F Wildcats, juni 1943. Bron: Wikipedia.
    USS Ranger met opgeklapte schoorstenen en neergelaten vliegtuiglift, 1945. Bron: Navsource.
    USS Ranger in het Panamakanaal in 1945. Bron: Courtesy of the Panama Canal Authority.

    Van CV-4 tot CV-8

    Omdat de US Navy zeer positieve ervaringen had opgedaan met de grote vliegdekschepen van de Lexington-klasse, koos men er voor om de resterende ruim 55.000 ton, die er volgens het Verdrag van Washington nog in te vullen waren, twee grote carriers te bouwen van ruim 20.000 ton. Dit tonnage werd voldoende geacht om een vliegdekschip te ontwikkelen dat met net zoveel vliegtuigen zou kunnen opereren als de Lexingtons. Bovendien zou deze waterverplaatsing voldoende zijn om de schepen volgens de toenmalige normen te bepantseren. De opvolgers van de Lexington-klasse vliegdekschepen werden de Yorktown-klasse carriers met een standaard waterverplaatsing van 20.100 ton. USS Yorktown (CV-5) kwam in 1937 in dienst en USS Enterprise (CV-6) volgde een jaar later. De schepen bleken zeer succesvol te zijn. Zij waren snel, wendbaar, beschikten over een zware bewapening, goede bepantsering en onderwaterbescherming en konden ruim 80 vliegtuigen in de lucht brengen.

    In 1937 maakte Japan bekend dat het land de afspraken van het Tweede Vlootverdrag van Londen, het vervolgverdrag van het eerste Vlootverdrag van Londen en het Vlootverdrag van Washington, niet zou nakomen. Hierdoor vervielen voor alle betrokken landen de afspraken en begon vlak voor de Tweede Wereldoorlog een nieuwe maritieme wapenwedloop. Voor de Amerikaanse marine betekende dit dat er alsnog een derde Yorktown-klasse vliegdekschip op stapel gezet kon worden. Dit werd USS Hornet (CV-8). Het boegnummer CV-7 was inmiddels in gebruik genomen door het lichte vliegdekschip USS Wasp (CV-7), dat de laatste 15.000 ton van het Verdrag van Washington opgevuld had. Ondanks dat de US Navy wist dat een kleiner vliegdekschip minder gevechtswaarde zou hebben, wilde zij de laatste beschikbare tonnen van het verdrag niet aan zich voorbij laten gaan.

    USS Yorktown (CV-5), USS Enterprise (CV-6) en USS Hornet (CV-8) vormden samen met USS Lexington (CV-2) en USS Saratoga (CV-3) de ruggengraat van de Amerikaanse marine tijdens de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog. USS Ranger (CV-4) en USS Wasp (CV-7) werden alleen voor defensieve taken ingezet. Van deze zeven carriers zouden alleen USS Saratoga, USS Ranger en USS Enterprise de oorlog overleven. USS Lexington ging op 8 mei 1942 verloren tijdens de Slag in de Koraalzee. USS Yorktown werd tijdens de Slag bij Midway tot zinken gebracht op 7 juni van datzelfde jaar. USS Wasp werd op 15 september van dat jaar getorpedeerd in de Pacific en USS Hornet werd tijdens de Slag bij Santa Cruz, op 26 oktober 1942, tot zinken gebracht.

    USS Wasp was feitelijk een verkleinde versie van de Yorktown-klasse vliegdekschepen. De ontwerpers van de Amerikaanse marine wilden een zo groot mogelijk aantal vliegtuigen plaatsen op een schip dat over ruim 25 procent minder waterverplaatsing beschikte dan haar voorbeeldontwerp. Dit ging direct ten koste van bepantsering en snelheid. Wat USS Wasp echter het meest kwetsbaar maakte, was het ontbreken van onderwaterbescherming. Daarom was de Wasp geen succes en kon het lichte vliegdekschip alleen voor secondaire taken ingezet worden. Het vliegdekschip beschikte echter wel als eerste Amerikaanse carrier over een vliegdeklift die geplaatst was aan de rand van het vliegdek, een zogenaamde deck edge elevator of buitenboordlift.

    Definitielijst

    Ranger
    Amerikaanse benaming voor een speciaal opgeleide soldaat (vergelijkdaar met commando).
    Vlootverdrag van Washington
    Een op 6 februari 1922, door de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Japan, Frankrijk en Italië, ondertekend verdrag waarin de landen elkaar beperkingen oplegden betreffende het aantal, grootte en bewapening van de belangrijkste typen oorlogsschepen om een nieuwe wapenwedloop te voorkomen.

    Afbeeldingen

    USS Yorktowm (CV-5), 1 juli 1937. Bron: Wikipedia.
    USS Wasp (CV-7) te Guantanamo Bay, 27 oktober 1940. Het ontwerp is duidelijk afgeleid van de Yorktown-klasse vliegdekschepen. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.
    USS Hornet (CV-8) in 1941. Bron: Wikipedia.
    USS Enterprise (CV-6), 10 oktober 1945. Bron: Wikipedia.

    USS Wasp (CV-7)

    Technische gegevens

    Bouwwerf:Fore River Shipyard te Quincy, Massachusetts
    Op stapel gezet:1 april 1936
    Te water gelaten:4 april 1939
    In dienst gesteld:25 april 1940
    Grootste lengte:225,93 meter
    Grootste breedte:33 meter
    Diepgang:6,1 meter
    Waterverplaatsing standaard:14.700 ton
    Waterverplaatsing volbeladen:18.450 ton
    Machine-installatie:Parsons stoomturbines, 6 x Yarrow ketels
    Machinevermogen:70.000 pk
    Aantal schroeven:2
    Bunkercapaciteit:3.410 ton stookolie
    Actieradius:12.000 zeemijlen bij 15 knopen
    Maximale snelheid29,5 knopen
    Bemanning volgens ontwerp:1.800 koppen inclusief vliegploeg
    Bemanning tijdens de Tweede Wereldoorlog:2.167 koppen inclusief vliegploeg
    Bepantsering:16 tot 19mm gordel- en 32mm vliegdekbepantsering
    Bewapening:8 x 1 12,5cm 38-kaliber kanonnen, 4 x 4 28mm en 24 x 1 .50 (12,7mm) mitrailleurs
    Vliegdekfaciliteiten:3 x vliegtuigliften, 4 x hydraulische katapulten
    Vliegtuigen:Totaal 76 Brewster F2A Buffalo of Grumman F2F jachtvliegtuigen, Vought SB2U Vindicator of Curtiss SBC Helldiver duikbommenwerpers en Douglas TBD Devastator torpedobommenwerpers

    Nadat de bemanning van USS Wasp ingewerkt was, werd het vliegdekschip belast met neutraliteitspatrouilles in de Atlantische Oceaan. In april 1942 werd USS Wasp tijdelijk ingedeeld bij de British Home Fleet en transporteerde tweemaal Britse gevechtsvliegtuigen naar Malta. In juni van dat jaar werd de lichte carrier echter ingedeeld bij de US Pacific Fleet. Ondanks haar kwetsbaarheid was haar vliegdek hard nodig door de verliezen van USS Lexington( CV-2) en USS Yorktown (CV-5). USS Wasp was in de zomer van 1942, samen met de vliegdekschepen USS Saratoga en USS Enterprise betrokken bij de invasie van Guadalcanal door het geven van luchtdekking.

    Op dinsdag 15 september 1942 maakte USS Wasp, samen met USS Hornet (CV-8), het slagschip USS North Carolina en tien andere oorlogsschepen, deel uit van de begeleidingsvloot van een groep transportschepen. Deze schepen vervoerden het 7th Marine Regiment als versterkingen naar Guadalcanal. Terwijl de carrier een achttal Wildcats en achttien Dauntless duikbommenwerpers lanceerde, vuurde de Japanse onderzeeboot I-19, om 14:44 uur, een salvo van zes torpedo`s af op het vliegdekschip. USS Wasp werd een minuut later door drie van zes torpedo`s getroffen waardoor een serie van explosies veroorzaakt werd aan boord van de carrier, voornamelijk in het voorschip. De explosies veroorzaakten op hun beurt een kettingreactie van branden en exploderende luchtafweermunitie en vliegtuigbommen.

    Het vliegdekschip maakte al snel tien tot vijftien graden slagzij over stuurboord en wegstromende brandende olie en vliegtuigbenzine zorgden voor een vlammenzee op het water. Vierentwintig minuten na de torpedo-inslagen deden zich tegelijkertijd drie benzinedampexplosies voor en de commandant van het schip, Captain Forrest P. Sherman, gaf order het schip te verlaten. Om 16:00 uur had de gehele bemanning de carrier verlaten en de drenkelingen werden opgepikt door de torpedobootjagers USS Laffey en USS Lansdowne en de kruisers USS Helena en USS Salt Lake City. USS Lansdowne kreeg `s avonds de opdracht om het brandende wrak van de Wasp met torpedo`s tot zinken te brengen. Bij de ondergang van USS Wasp waren 193 doden en 366 gewonden te betreuren.

    Definitielijst

    invasie
    Gewapende inval.
    kaliber
    De inwendige diameter van de loop van een stuk geschut, gemeten bij de monding. De lengte van de loop wordt vaak aangegeven in het aantal kalibers. Zo is bv de loop van het kanon 15/24 24 ×15 cm lang.
    Regiment
    Onderdeel van een divisie. Een divisie bestaat uit een aantal regimenten. Bij de landmacht van oudsher de benaming van de grootste organieke eenheid van één wapensoort.
    slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.

    Afbeeldingen

    Tewaterlating van de Wasp op 4 april 1939. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.
    USS Wasp (CV-7) in december 1940. Bron: Wikipedia.
    Wildcats en Spitfires aan boord van USS Wasp op weg naar Malta, april 1942. Bron: Wikipedia.
    USS Wasp getorpedeerd door I-19, 15 september 1942. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.
    Het brandende wrak van de Wasp na enkele benzinedampexplosies. Bron: Wikipedia.

    Van CV-9 tot CVN-78

    President Franklin Delano Roosevelt en de Amerikaanse marine wisten eind 1940 al dat de zeven vliegdekschepen, die de US Navy op dat moment in dienst had, niet voldoende zouden zijn om de vijand enige partij te geven, mocht de Verenigde Staten in de Tweede Wereldoorlog betrokken worden. De oplevering van USS Hornet (CV-8) kon hier weinig aan veranderen. Alleen de versnelde aanbouw van de geplande Essex-klasse vliegdekschepen en het ombouwen van op stapel staande lichte kruisers tot lichte carriers kon uitkomst bieden. Als reactie hierop versnelde de Amerikaanse marine inderdaad de bouw van de Essex-klasse en werden er negen lichte kruisers van de Cleveland-klasse tijdens de bouw geconverteerd tot de lichte vliegdekschepen van de Independence-klasse. Met de negen schepen van de Independence-klasse en de achttien carriers van de Essex-klasse, die nog tijdens de Tweede Wereldoorlog in de vaart kwamen, had de US Navy het numerieke overwicht in carriers vergeleken met de Keizerlijke Japanse Marine.

    Na de Tweede Wereldoorlog werden er nog eens zes Essex-klasse vliegdekschepen opgeleverd en drie grotere carriers van de Midway-klasse (45.000 ton): USS Midway (CV-41), USS Franklin D. Roosevelt (CV-42) en USS Coral Sea (CV-43). De Midway zou tot 1992 in dienst blijven na haar laatste taken tijdens de Golfoorlog in 1991 uitgevoerd te hebben. De Midway-klasse werd opgevolgd door de eerste klasse van zogenaamde supercarriers van de Forrestal-klasse (60.000 ton): USS Forrestal (CV-59), USS Saratoga (CV-60), USS Ranger (CV-61) en USS Independence (CV-62). De eerste twee schepen van deze klasse werden pas begin 2014 gesloopt, de twee overige zijn opgelegd in afwachting van ontmanteling.

    De Forrestal-klasse werd in de jaren 60 opgevolgd door de supercarriers van de Kitty Hawk-klasse met hetzelfde tonnage, maar met veel praktische verbeteringen. De klasse bestond uit USS Kitty Hawk (CV-63), USS Constellation (CV-64) en USS America (CV-66). USS John F. Kennedy (CV-67) was een variant op deze klasse en wordt ook wel als subklasse gezien. Tegelijk met de Kitty Hawk-klasse werd USS Enterprise (CVN-65) gebouwd. Dit was de eerste nucleair aangedreven supercarrier ter wereld en had een waterverplaatsing van ruim 94.000 ton. USS Enterprise werd door de US Navy gezien als een experimenteel schip, maar de carrier bleef ruim 50 jaar in dienst.

    De Kitty Hawk-klasse en de Enterprise werden vanaf midden jaren 70 opgevolgd door de tien nucleair aangedreven supervliegdekschepen van de Nimitz-klasse van ruim 100.000 ton. De klasse bestaat uit USS Nimitz (CVN-68), USS Dwight D. Eisenhower (CVN-69), USS Carl Vinson (CVN-70), USS Theodore Roosevelt (CVN-71), USS Abraham Lincoln (CVN-72), USS George Washington (CVN-73), USS John C. Stennis (CVN-74), USS Harry S. Truman (CVN-75) en USS Ronald Reagan (CVN-76). De laatste carrier van deze klasse werd op 10 januari 2009 in dienst gesteld als USS George H.W. Bush (CVN-77). Al deze schepen zijn nog steeds in actieve dienst. De klasse zal vanaf 2016 opgevolgd worden door de Gerald R. Ford-klasse waarvan USS Gerald R. Ford (CVN-78) vanaf 13 november 2009 in aanbouw is op de werf van Newport News Shipbuilding te Newport News, Virginia. De US Navy is de enige zeemacht ter wereld die supercarriers in de vaart kan houden. De voorsprong in technische ontwikkeling van vliegdekschepen, die de Amerikaanse marine met de Essex-klasse schepen ingezet had, heeft men nooit meer uit handen gegeven. Tijdens de Koude Oorlog kon de Sovjetmarine nog enigszins aansluiting vinden, maar vanaf de jaren 90 zijn de Amerikanen heer en meester op de wereldzeeën wat betreft militaire slagkracht.

    Afbeeldingen

    Het Independence-klasse lichte vliegdekschip USS San Jacinto voor de Amerikaanse oostkust, 23 januari 1944. Bron: Navsource.
    USS Bon Homme Richard (CV-31) van de Essex-klasse te New York, 9 januari 1945. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.
    USS Franklin D. Roosevelt (CV-42) van de Midway-klasse, september 1967. Bron: Navsource.
    USS Nimitz (CVN-68) op zee, 29 juli 2009. Bron: Wikipedia.
    USS Ronald Reagan (CVN-76) in Straat Magellan, 21 juni 2004. Bron: Wikipedia.

    Informatie

    Artikel door:
    Peter Kimenai
    Geplaatst op:
    01-10-2014
    Laatst gewijzigd:
    15-05-2024
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde bezienswaardigheden

    Gerelateerde boeken

    Vliegdekschepen
    Vliegkampschepen

    Gerelateerde bezienswaardigheden