Spoorweggeschut werd al vanaf de invoering van het spoorwegnet in Europa toegepast. Direct na de Eerste Wereldoorlog was het Duitsland verboden Spoorweggeschut te bezitten. Toen Hitler aan de macht kwam werd door middel van een "Sofort-program" versneld een bouwprogramma voor nieuw spoorweggeschut ondernomen. Na dit programma bouwde Duitsland een aantal zeer grote stukken spoorweggeschut. de Schwerer Gustav en Dora, waarvoor zelfs een speciaal spoor moest worden aangelegd.
15 cm Kanone (E) |
Sofort-program |
1937 - 1945 |
4 |
15 cm Kanone (E) Kriegsmarine |
Sofort-program |
1937 - 1945 |
4 |
17 cm Kanone (E) |
Sofort-program |
1938 - 1945 |
6 |
20,3 cm Kanone (E) |
Sofort-program |
1940 - 1945 |
8 |
24 cm Kanone (E) Theodor |
Sofort-program |
1937 - 1945 |
3 |
24 cm Kanone (E) Theodor
Bruno |
Sofort-program |
1937 - 1945 |
6 |
28 cm Kanone (E) kurze Bruno |
Sofort-program |
1937 - 1945 |
8 |
28 cm Kanone (E) lange Bruno |
Sofort-program |
1937 - 1945 |
3 |
28 cm Kanone (E) schwere Bruno |
Sofort-program |
1937 - 1945 |
2 |
28 cm Kanone (E) neue Bruno |
Sofort-program |
1938 - 1945 |
3 |
21 cm Kanone 12 (E) |
1938 - 1945 |
1 |
|
28 cm Kanone 5 (E) Leopold |
1940 - 1945 |
25-30 | |
38 cm Kanone (E) Siegfried |
1941 - 1945 |
4 |
|
80 cm Kanone (E) Gustav-Gerät |
1941 - 1945 |
2 |
Het verdrag van Versailles verbood de Duitsers het bezit van spoorweggeschut, maar verbood hen niet om de kennis er over in huis te houden. Toen het Duitse leger in de jaren dertig met de wederopbouw begon kon men dan ook van de behouden kennis gebruik maken. Voor de aanschaf van spoorweggeschut werden twee programma's opgestart.
Voor de korte termijn bracht men via het zogenaamde "Sofort-programm" al beschikbaar materieel bijeen. Het programma startte in 1936 en bracht zware wapens (meestal ouder marinegeschut), welke door Duitsland verborgen waren gehouden voor de geallieerde inspectieteams, samen met nieuwe spoorwegwagons. Op basis van de bestaande, uit de Eerste Wereldoorlog daterende tekeningen, aangepast aan nieuwe technieken, bouwde men tussen de 40 en 45 exemplaren met een kaliber variërend tussen de 15 en 28 cm.
Na deze ontwerpen kwamen er al snel meer van de tekentafel. Vastgelegd zijn hierin; 15 cm KL/40, 17 cm SKL/40, 24 cm KL/35 (Theodor-Bruno kanone), 24 cm SKL/40 (Theodor kanone), 28 cmSKL/40 (Kurze Bruno kanone), 28 cm SKL/45 (Lange Bruno kanone) en 28 cm KST KL/45 (Schwere Bruno Kanone).
Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kon dit aantal al snel worden uitgebreid met buitgemaakt materieel, aanvankelijk vooral Frans.
Het tweede, langere termijnprogramma kende aanvankelijk twee ontwerpen. Van het eerste ontwerp, de 21-cm Kanone 12 (Eisenbahn) werd maar één exemplaar gebouwd. Het tweede ontwerp was meer succesvol. De 28-cm Kanone 5 (Eisenbahn) zou dan ook uitgroeien tot het standaard spoorweggeschut. Een volgend groter ontwerp werd de 38 cm "Siegfried", het grootste uit één geheel bestaande spoorweggeschut.
Een laatste ontwerp, waarvan maar twee exemplaren zijn gebouwd en dat zeer ambitieus was, was de 80-cm Kanone (Eisenbahn) "Gustav". Dit gigantische wapen was speciaal ontworpen voor het aanvallen van de Franse Maginot-linie, maar is daar nooit gebruikt. De enige inzet van dit wapen is in de oorlog tegen de Sovjet-Unie geweest.
Voor het spoorweggeschut met een kaliber vanaf 20 cm werd een speciale verplaatsbare "Vögele" draaischijf ontwikkeld, waarmee het geschut dus niet alleen in hoogte verstelbaar was, maar ook gedraaid kon worden in de vuurrichting.
Bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog in september 1939, bezat de Duitse Wehrmacht 34 stukken spoorweggeschut, verdeeld over 16 zogenaamde batterijen. Ze waren toen als volg ingedeeld:
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 655 |
4x 15 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 664 |
2x 24 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 674 |
2x 24 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 688 |
3x 28 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 689 |
2x 28 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 690 |
2x 28 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 694 |
2x 28 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 695 |
2x 28 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 696 |
2x 28 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 701 |
1x 21-cm Kanone 12 (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 710 |
2x 28 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 712 |
2x 28 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 717 |
3x 17 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 718 |
3x 17 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 721 |
1x 24 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 722 |
2x 24 cm Kanone (Eisenbahn) |
De Kriegsmarine had vier stuks 15 cm Kanone (E) in dienst bij Marine-Artillerie-Batterie "Gneisenau". In de loop van de oorlog is hier nog een aantal batterijen aan toegevoegd, te weten:
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 532 |
20,3 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 685 |
20,3 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 687 |
20,3 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 691 |
24 cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 713 |
28-cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 726 |
28-cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 749 |
28-cm Kanone (Eisenbahn) |
Eisenbahn-Artillerie-Batterie 765 |
28-cm Kanone (Eisenbahn) |
Bij de tabellen dient te worden opgemerkt dat de vuurmonden per kaliber worden weergegeven en niet per type.