Als vervolg op het korte termijn "Sofort-Programm", werd bi de Duitse Heer ook aan een lange termijn programma voor de ontwikkeling van nieuw Duitse Spoorweggeschut (WH) gewerkt. Het eerste ontwerp in deze reeks van een lang dragend, 21 cm geschut, de 21 cm Kanone (Eisenbahn).
In het lange termijn programma was het eerste ontwerp een lang dragend geschut met een kaliber van 21 cm. Het geschut werd ontwikkeld met in het achterhoofd het succes van het Parijse kanon uit 1918. Dit ontwerp van de Duitse marine was in staat geweest om vanaf een afstand van 116 km een bombardement uit te voeren op de stad Parijs. Dit was nog steeds een doorn in het oog van het Duitse Heer (landmacht). Zij waren nog steeds jaloers op de marine en zeer content dat ze door Krupp werden uitgenodigd voor de ontwikkeling van een verdragend kanon.
Het was vooral een experimenteel wapen dat weinig praktisch nut bleek te hebben. De loop van het wapen was zo lang dat het onder zijn eigen gewicht dreigde door te buigen. Via een ingenieus technisch systeem van ondersteuning probeerde men dit probleem te ondervangen. De volle lengte van de loop van het 21 cm SK L/158 kanon was maar liefst 33,34 m. Een ander probleem, mede door de lange loop veroorzaakt, was om voldoende balans te verkrijgen voor de draaistellen. Alhoewel het bereik indrukwekkend was (max. 120 km) was de vuursnelheid veel te laag voor praktisch nut.
Er werd aanvankelijk dan ook maar één exemplaar gebouwd. Het wapen werd ingedeeld bij Eisenbahn-Artillerie-Batterie 701 en in 1940 gebruikt in het gebied rond het Nauw van Calais. De ervaringen met het wapen zelf waren redelijk. Op basis van de praktijkervaringen werden aan Krupp enkele verbeteringen voorgesteld. Eén van de belangrijkste verbeteringen was de mogelijkheid een grotere elevatie te bereiken. Hiertoe werd een mechanisme aangebracht waarmee het geschut hoger kon worden getild op de draaistellen.
In het midden van 1940 werd op basis hiervan een tweede wapen geleverd aan Eisenbahn-Artillerie-Batterie 701. Het oude wapen werd aangeduid als 21 cm Kanone K 12 V (E) terwijl het nieuw wapen werd aangeduid als 21 cm Kanone K 12 N (E). DE batterij gebruikte telkens maar één van de twee wapens operationeel. Er werden met de wapens beschietingen uitgevoerd op het Engelse graafschap Kent, waarbij de verst geregistreerde inslag er één was van 95 km ver op het plaatsje Rainham. De rest van de oorlog werd het geschut heen en weer gereden langs de Atlantikwall, waarbij zo nu en dan geschoten werd op scheepvaartverkeer. Uiteindelijk viel de K 12 N (E) in 1944 in handen van het Canadese leger in het Zeeuws Vlaamse plaatsje Sluiskil. De K 12 V ontving DR nummer DR 919 301 P en de K 12 N DR 919 302 P.
Naam: | 21 cm Kanone 12 (Eisenbahn) |
Bouwer: |
Krupp, Essen |
Type: |
Spoorweggeschut |
Totale lengte: |
41,30 meter (K 12 V) 44,95 meter (K 12 N) |
Totaalgewicht: |
302.000 kg (K 12 V) 318.000 kg (K 12 N) |
Looplengte: |
33,30 meter |
Kaliber: |
21,10 centimeter |
Gewicht granaten: |
107,5 kg |
Vuursnelheid: |
? schot per ? minuten |
Mondingssnelheid: |
1.500 - 1,650 meter per seconde |
Verticaal bereik: |
+10 - +45 graden |
Horizontaal bereik: |
0,25 graden (op wagon) 360 graden (op Vögele) draaischijf |
Vuurbereik: |
115.000 meter (maximaal) 45.000 meter (effectief) |
Produktie: |
1938 - 1945 |
Aantal: |
2 |