De Amerikaanse slagschepen van de Nevada-klasse, USS Nevada en USS Oklahoma, waren een doorontwikkeling van de New York-klasse. Met het ontwerp van de Nevada en de Oklahoma startte een nieuw tijdperk in de constructie van Amerikaanse slagschepen. De Nevada-klasse slagschepen hadden veel zwaardere bepantsering op de belangrijkste delen zoals de gordel, munitiemagazijnen, machinekamers, commandotoren en geschutskoepels, dan hun voorgangers, maar over de andere delen helemaal geen bepantsering. Dit zogenaamde alles of niets concept betekende dat bijvoorbeeld de dekken niet beschermd waren. Dit was logisch omdat de slagschepen nog voor de Eerste Wereldoorlog ontworpen werden. De dreiging van vijandelijke vliegtuigen was vrijwel onbekend en het grootste gevaar voor een slagschip kwam van onderzeeboten, mijnen en andere slagschepen. Door dit concept bleef de totale waterverplaatsing van de Nevada-klasse slagschepen ongeveer even groot als die van de New York-klasse terwijl het totale gewicht aan pantserplaten bijna 40 procent groter was. De gewichtsbesparing zat in de constructie van de slagschepen die door lichter, maar harder staal en betere las- en klinktechnieken gerealiseerd kon worden.
Verder waren de Nevada-klasse slagschepen de eerste Amerikaanse slagschepen die uitgerust werden met drielingtorens. De ontwerpers van het Bureau of Ordnance van de US Navy waren er, door het automatiseren van een gedeelte van het transporteren en laden van de granaten en kruitzakken, eindelijk in geslaagd om drie 35,5cm kanonnen in een toren te plaatsen, die onafhankelijk van elkaar afgevuurd konden worden. Hierdoor konden USS Nevada en USS Oklahoma uitgerust worden met tien 35,5cm kanonnen verdeeld over twee drielingtorens en twee tweelingtorens. Er hoefde er geen vijfde toren geplaatst te worden in de midscheeps, die in conflict kon komen met de machinekamers, terwijl de slagschepen toch dezelfde vuurkracht hadden als hun voorgangers. Dit leverde een evenwichtiger totaal ontwerp op. Doordat de vijfde toren weggelaten kon worden werd een betere en meer symmetrische balans in het ontwerp gevonden zodat de totaalopbouw, van onder andere het brugcomplex, meer naar het midden van het slagschip geplaatst kon worden. Dit werd de standaard voor latere ontwerpen van Amerikaanse slagschepen. Omdat de nieuwe slagschepen eveneens als eerste uitgerust werden met oliegestookte ketels was de ontwikkeling van de Nevada-klasse een grote stap voorwaarts voor de Amerikaanse constructeurs.
USS Nevada en USS Oklahoma waren de eerste zogenaamde Standard-type battleships. Dit was een productielijn van in totaal twaalf slagschepen verdeeld over vijf klassen die door de US Navy tussen 1911 en 1916 besteld werden en tussen 1916 en 1923 in dienst gesteld werden. Het concept van de standaard slagschepen werd ingevoerd zodat de slagschepen samen een slaglinie konden vormen. Bij het concept hoorden een groot schietbereik van de primaire kanonnen, een betrekkelijk lage maximale snelheid om de actieradius te vergroten, een compacte tactische radius van 650 meter en een goede damage control (schadebeperking door het gebruik van waterdichte schotten en brandbestrijdingsmiddelen). De andere klassen Standard-type battleships werden de Pennsylvania-, New Mexico-, Tennessee- en Colorado-klasse slagschepen.
Beide Nevada-klasse slagschepen werden in 1916 in dienst gesteld en waren tijdens de Eerste Wereldoorlog actief in de Atlantische Oceaan, vooral als konvooibegeleiders. Van 1927 tot 1929 werden de schepen gemoderniseerd waarbij de elevatiehoek van de tien 35,5cm kanonnen verhoogd werd van 15 tot 30 graden waardoor het bereik toenam. Verder kregen de schepen de beschikking over moderne vuurcontroletorens in paalmasten die de kooimasten vervingen. De 12,5cm secondaire kanonnen werden verwijderd uit de kazematten en in dubbeltorens op de dekken geplaatst. Hierdoor bleven de kanonnen vrij van overkomend zeewater en hadden zij minder onderhoud nodig. Bovendien werden de dekken bepantserd, tegen hoog inkomende granaten en werden anti-torpedocompartimenten aangebracht waardoor de standaard waterverplaatsing groter werd, de schepen breder werden en de maximaal haalbare snelheid iets afnam.
De twee slagschepen van de Nevada-klasse lagen afgemeerd in Battleship Row ten tijde van de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941. USS Nevada was het enige slagschip dat tijdens de aanval onder stoom kon komen en probeerde te ontkomen. Na verschillende treffers te hebben moeten incasseren, werd het slagschip aan de grond gezet om te voorkomen dat het de haveningang zou blokkeren. De Nevada werd in 1942 gerepareerd en gemoderniseerd en kon tegen zowel de Duitsers als de Japanners ingezet worden. USS Oklahoma kreeg op 7 december 1941 minstens vijf torpedotreffers en kapseisde. Het slagschip werd in 1943 recht getrokken, maar bleek een total loss.
USS Nevada | USS Oklahoma | |
Naamsein | BB-36 | BB-37 |
Bouwwerf | Fore River Shipbuilding Company, Quincy, Massachusetts | New York Shipbuilding Corporation, Camden, New Jersey |
Besteld | 4 maart 1911 | |
Op stapel gezet | 9 november 1912 | 26 oktober 1912 |
Te water gelaten | 11 juli 1914 | 23 maart 1914 |
In dienst gesteld | 20 september 1916 | 2 mei 1916 |
Grootste lengte | 178 meter | |
Grootste breedte | 26,1 meter | |
Grootste breedte na 1929 | 29,3 meter | |
Diepgang | 8,7 meter | |
Diepgang na 1929 | 9,9 meter | Waterverplaatsing standaard | 27.500 ton | Waterverplaatsing volbeladen | 29.500 ton | Waterverplaatsing standaard na 1929 | 30.500 ton | Waterverplaatsing volbeladen na 1929 | 33.000 ton |
Machine-installatie | 12 x Yarrow ketels, 2 x Geared Curtis stoomturbines | 6 x Babcock & Wilcox ketels, 2 x Vertical Triple Expansion zuigermotoren |
Machinevermogen | 26.500 pk | |
Schroeven | 2 schroeven | |
Bunkercapaciteit | 2.000 ton olie | |
Actieradius | 8.000 zeemijlen bij 10 knopen, 4.000 zeemijlen bij 20 knopen | |
Maximale snelheid | 21 knopen | |
Bepantsering | 100 tot 340mm gordel-, 460mm toren-, 330mm commandotoren- en 130mm dekbepantsering (vanaf 1929) | Bemanning | 864 koppen |
Bemanning na 1929 | 1.398 koppen | |
Primaire bewapening | 3 x 2 en 2 x 2 35,5cm Mk.2 kanonnen | |
Secondaire bewapening | 21 x 12,5cm en 2 x 53,5cm torpedolanceerbuizen | |
Secondaire bewapening na 1942 | 8 x 2 12,5cm kanonnen, 8 x 4 40mm Bofors mitrailleurs, 40 x 20mm Oerlikon mitrailleurs | - |
De US Navy had bij wijze van experiment de Nevada en de Oklahoma uitgerust met verschillende machine-installaties. USS Nevada kreeg de nieuwe Geared stoomturbines van Curtis terwijl USS Oklahoma het laatste Amerikaanse slagschip was dat uitgerust werd met de Vertical Triple Expansion stoommachines met zuigercompressoren. Op deze manier kon de Amerikaanse marine de verschillende technieken vergelijken op gelijkwaardige schepen. Het leverde de slagschepen vrijwel dezelfde prestaties op, maar de nieuwe stoomturbines werden de standaard.
Gedurende de laatste maanden van de Eerste Wereldoorlog was USS Nevada gestationeerd in Bantry Bay in Ierland om van daaruit geallieerde konvooien naar en van Groot-Brittannië te begeleiden. Vlak na de oorlog werden negen 12,5cm kanonnen van het slagschip, die in kazematten stonden onder het hoofddek en bedoeld waren als afweer tegen torpedobootjagers, verwijderd omdat ze door overkomend zeewater te nat werden. Deze tekortkoming in het ontwerp was ook al bij de voorgaande klassen aan het licht gekomen, maar werd om onbekende redenen niet aangepast. Tot 1927 werd USS Nevada vooral gebruikt voor vlagvertoon.
Van augustus 1927 tot januari 1930 onderging het slagschip een grote moderniseringsperiode op de Norfolk Naval Shipyard. De gehele opbouw werd gewijzigd om plaats te maken voor de twaalf overgebleven 12,5cm secondaire kanonnen op het hoofddek zodat de kazematten dichtgemaakt konden worden. Dit leverde een betere stroomlijn van het schip op en bovendien was het nodig om de anti-torpedocompartimenten aan te kunnen brengen. Deze uitstulpingen aan de scheepshuid zorgden ervoor dat een torpedo niet explodeerde tegen de vlakke wand maar van richting veranderd werd. Verder kwamen er acht 12,5cm kanonnen in vier dubbelopstellingen bij tegen luchtdoelen. De kooimasten werden vervangen door paalmasten waarin de vuurleiding en de controletorens geplaatst konden worden. De elevatiehoek van de primaire kanonnen werd verhoogd naar 30 graden waardoor het bereik met 10.000 meter toenam tot 31.000 meter. Tenslotte werden er twee katapults geïnstalleerd om Vought O2U-3 Corsair vliegtuigen te kunnen lanceren waarvan het slagschip er drie aan boord kreeg. Vanaf 1930 werd USS Nevada onderdeel van de US Pacific Fleet.
Op het moment dat Japanse vliegtuigen Pearl Harbor aanvielen, op de vroege zondagochtend van 7 december 1941, lag USS Nevada als achterste schip van Battleship Row afgemeerd en was het het enige slagschip dat geen ander schip langszij had. Hierdoor kon zij manoeuvreren en het schip werd zo snel mogelijk onder stoom gebracht terwijl de bemanningen van de luchtafweerkanonnen op de vijandelijke vliegtuigen begonnen te vuren. Om 08:10 uur werd het slagschip onder de waterlijn getroffen door een Japanse 46cm Type 91 vliegtuigtorpedo. De torpedo explodeerde, maar het grootste deel van de energie werd geabsorbeerd door het bakboord anti-torpedocompartiment. Toch maakte het schip water en een kleine slagzij van vier graden over bakboord. Dit werd gecorrigeerd door water op te nemen in de stuurboordtrimtanks en om 08:40 was het slagschip langzaam onderweg naar de uitgang van de haven.
USS Nevada werd het belangrijkste doel van de Aichi D3A duikbommenwerpers van de tweede aanvalsgolf en rond 09:50 uur werd het slagschip getroffen door vijf bommen. Eén van de bommen explodeerde vlakbij een brandstoftank en veroorzaakte dampexplosies en een vlammenzee. Na nog meer bomtreffers werd duidelijk dat het USS Nevada nooit zou lukken uit te varen en om te voorkomen dat het slagschip de haventoegang zou blokkeren kreeg het van de havenautoriteiten opdracht te stranden bij Waipoi Point. Met behulp van de sleepboten Hoga en Avocet lukte het om het brandende slagschip aan de grond te zetten buiten de vaargeul. De kanonniers van de luchtafweerbatterij van de Nevada waren er in geslaagd zeven vijandelijke toestellen neer te halen. De Avocet, die was uitgerust met een brandblusinstallatie, had de gehele dag nodig om het vuur aan boord van de Nevada te bedwingen. Er waren 60 doden en 109 gewonden gevallen aan boord van het slagschip.
In februari 1942 werd USS Nevada vlot getrokken en tijdelijk opgenomen in een droogdok voor noodreparaties. Daarna kon het slagschip op eigen kracht de tocht naar het vaste land van de Verenigde Staten maken waar het op de Puget Sound Naval Shipyard te Bremerton, Washington, gerepareerd en gemoderniseerd werd. In deze periode werden alle oude 12,5cm kanonnen vervangen door zestien nieuwe in tweelingopstellingen ondersteund door vier moderne Mk 37 vuurleidingsystemen. Verder werd de luchtafweerbatterij uitgebreid tot 8 x 4 40mm Bofors en 40 x 1 20mm Oerlikon mitrailleurs. Het slagschip kreeg eveneens de beschikking over een moderne Approach Surveillance Radar (ASR of SRA) tegen luchtdoelen. Van 11 tot 18 mei 1943 kwam het gemoderniseerde slagschip in actie bij de herovering van Attu, het zuidelijkste eiland van de Aleoeten in Alaska dat sinds juni 1942 door de Japanners bezet was, door artilleriesteun te verlenen. In juni 1943 vertrok de Nevada door het Panamakanaal naar de Norfolk Naval Yard in Virginia om in gereedheid te worden gebracht voor haar toekomstige taken bij de Atlantic Fleet. Tot april 1944 begeleidde de Nevada vooral troepentransporten naar Groot-Brittannië.
Op 6 juni 1944 bombardeerde USS Nevada Duitse stellingen op Utah Beach voorafgaande aan de geallieerde landingen. Het slagschip bleef tot 17 juni artilleriesteun verlenen aan Amerikaanse troepen die Normandië introkken. Vanaf 25 juni bombardeerde zij samen met USS Arkansas kustbatterijen bij Cherbourg. In augustus 1944 nam het slagschip, samen met USS Texas, USS Arkansas, het Britse slagschip HMS Ramillies en de Lorraine van de Vrije Fransen, deel aan de invasie van Zuid-Frankrijk in het kader van operatie Dragoon. Omdat haar primaire kanonnen uitgeschoten raakten vertrok de Nevada in het najaar van 1944 naar de New York Naval Yard waar de lopen van de 35,5cm kanonnen werden vervangen door nieuwe Mk 12 exemplaren. Daarna vertrok het slagschip naar de Stille Oceaan om deel uit te gaan maken van de Pacific Fleet. Vanaf 16 februari 1945 bombardeerde USS Nevada samen met de Amerikaanse slagschepen USS Arkansas, USS Texas, USS New York, USS Idaho, USS Tennessee en vijf kruisers de Japanse stellingen op Iwo Jima. Tot 7 maart bleef de Nevada artilleriesteun verlenen aan de mariniers, die het eiland langzaam maar zeker veroverden, waarbij het slagschip soms de kust tot op 550 meter naderde.
Op 24 maart 1945 voegde USS Nevada zich bij Task Force 54 (TF 54). TF 54 bestond uit tien slagschepen en een aantal kruisers en torpedobootjagers. De schepen hadden de taak Japanse stellingen, vliegvelden, olievoorraden en andere strategische doelen op Okinawa te bombarderen voordat de amfibische landingen op het Japanse eiland ingezet werden. In de vroege ochtend van 25 maart werd de Nevada het doelwit van een kamikazepiloot. Ondanks dat het Japanse vliegtuig meerdere malen door 40mm en 20mm kogels van de Nevada getroffen werd, slaagde de piloot er in om zijn vliegtuig neer te laten storten op de achterste tweelingtoren van het Amerikaanse slagschip waarbij de beide 35,5cm kanonnen uitgeschakeld werden. Door de zelfmoordactie vielen elf doden en negenenveertig gewonden. Desondanks bleef USS Nevada tot 30 juni op haar post om artilleriesteun te verlenen. In juli en augustus verbleef de Nevada in Japanse wateren maar kwam niet meer in actie.
Nadat USS Oklahoma in dienst was gesteld oefende de bemanning in de Atlantische Oceaan vanuit de marinebasis Norfolk, Virginia. Pas in augustus 1918 voegde zij zich bij zusterschip USS Nevada om geallieerde konvooien te beschermen in Europese wateren. Na de Eerste Wereldoorlog maakte het slagschip tot 1921 deel uit van de US Atlantic Fleet waarna het tot 1927 overging naar de US Pacific Fleet. Vanaf begin 1927 maakte de Oklahoma deel uit van de in 1922 opgerichte Scouting Fleet. Deze verkenningseenheid, die bestond uit een aantal slagschepen en torpedobootjagers, was vooral actief op de Atlantische Oceaan en in de Caraïben. Van september 1927 tot juli 1929 onderging USS Oklahoma, op de Philadelphia Naval Yard nagenoeg dezelfde modernisering als haar zusterschip USS Nevada waarna het slagschip zich weer bij de Scouting Fleet voegde. Op 24 juli 1936 arriveerde de Oklahoma in Bilbao, Spanje, om Amerikaanse burgers en andere vluchtelingen te evacueren in verband met het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog. Het slagschip bracht vluchtelingen naar Gibraltar en een aantal Franse havens alvorens met Amerikaanse staatsburgers naar Norfolk, Virginia te varen. Vanaf het najaar van 1936 maakte het slagschip deel uit van de US Pacific Fleet en oefende aan de Amerikaanse westkust alvorens op 6 december 1940 gestationeerd te worden te Pearl Harbor.
In februari 1941 vertrok USS Oklahoma naar de Puget Sound Naval Yard voor onderhoud en een korte moderniseringsperiode waarbij het slagschip onder andere uitgerust werd met een aantal luchtafweermitrailleurs. Ook werd de opbouw verstevigd door het aanbrengen van pantserplaten.
Op 7 december 1941 lag USS Oklahoma aan de buitenzijde afgemeerd langs USS Maryland in Battleship Row. `s Morgens waren alle waterdichte deuren, -luiken en patrijspoorten open gezet omdat het slagschip die dag geïnspecteerd zou worden door de commandant van de Pacific Battle Force, Vice Admiral William S. Pye. Kort na 08:00 uur bereikten de eerste Nakajima B5N torpedobommenwerpers Battleship Row en wierpen hun dodelijke ladingen af. USS Oklahoma werd meteen door drie 46cm Type 91 vliegtuigtorpedo`s getroffen en maakte snel enige slagzij over bakboord. Meteen daarop troffen nog minstens twee van de Japanse onderwaterprojectielen doel maar nu juist boven de waterlijn van de Oklahoma, waar zich geen bescherming tegen torpedo`s bevond. Het slagschip kapseisde en bleef op haar masten steunend op de bodem van Pearl Harbor liggen. Het omrollen was zo snel gegaan, mede door de openstaande deuren en luiken, dat een groot deel van de bemanningsleden opgesloten zat tussen de gepantserde romp en de bodem van de ondiepe haven in het snel vol water stromende wrak. Tweeëndertig van hen konden gered worden doordat havenwerkers gaten hadden gebrand in de stalen huid van het slagschip. Voor 429 bemanningsleden kwam de redding te laat.
Het bergen van het wrak van USS Oklahoma kreeg de laagste prioriteit. Eerst werden de lichter beschadigde oorlogsschepen vlotgetrokken en in de onbeschadigde droogdokken gerepareerd. Pas op 15 juli 1942 kreeg Captain F.H. Whitaker van de US Navy de taak om het gekapseisde slagschip te lichten. De voorbereiding voor deze gecompliceerde berging duurde niet minder dan acht maanden. Er werden 21 lieren geplaatst op de kade die verbonden werden met aan de romp van de Oklahoma gelaste bevestigingen. Het eigenlijke rechttrekken van het wrak duurde nog eens vier maanden, van 8 maart tot 16 juni 1943. Opgenomen in een droogdok in Pearl Harbor werd het voor de marineautoriteiten al snel duidelijk dat de Oklahoma beschouwd moest worden als een total loss. Het wrak werd ontdaan van de kanonnen en nog andere bruikbare onderdelen en op 1 september 1944 werd USS Oklahoma officieel buiten dienst gesteld.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het 30 jaar oude slagschip USS Nevada aangewezen als doelschip voor operatie Crossroads in juli 1946. Bij dit experiment zouden twee atoombommen tot ontploffing gebracht worden. De eerste werd afgeworpen door een vliegtuig en moest gericht worden op de Nevada die, samen met andere proefschepen, ten anker lag bij het Atol Bikini in de Stille Oceaan. Voor de gelegenheid was het slagschip geheel oranje geschilderd. Bij deze test, die operatie Able werd genoemd, miste de afgeworpen bom de Nevada en kwam tot ontploffing boven het afgedankte vliegdekschip USS Independence, op ruim 1.600 meter afstand. De Nevada overleefde op deze wijze het eerste gedeelte van operatie Crossroads en werd daarom eveneens gebruikt voor operatie Baker, het tweede gedeelte van het experiment waarbij een atoombom tot ontploffing werd gebracht onder het zeeoppervlak, wederom bij het Atol Bikini. De USS Nevada overleefde ook deze proef en werd naar Pearl Harbor gesleept waar de radioactieve straling werd gemeten en de opgelopen schade werd geanalyseerd. Op 29 augustus 1946 werd het slagschip buiten dienst gesteld en gebruikt als doelschip voor onder andere het nieuwe slagschip USS Iowa. Op 31 juli 1948 kwam het einde voor de Nevada. Een vliegtuigtorpedo trof het inmiddels zwaar beschadigde slagschip en de Nevada zonk ongeveer 100 kilometer ten zuidwesten van Pearl Harbor.
Het wrak van de Oklahoma werd op 5 december 1946 voor sloop verkocht aan de Moore Drydock Company te Oakland, Californië. De romp van het slagschip werd in mei 1947 naar Oakland gesleept maar in een storm verloor de sleepboot haar sleep en de Oklahoma zonk op 17 mei, 870 kilometer ten oosten van Pearl Harbor. Ter nagedachtenis van de 429 overledenen aan boord van de USS Oklahoma werd pas op 7 december 2007 een monument onthuld vlak bij de plek waar het slagschip kapseisde in 1941.
Net als haar voorgangers, de slagschepen van de Wyoming-klasse en de New York-klasse, had het enige overgebleven slagschip van de Nevada-klasse, USS Nevada, zich tijdens de Tweede Wereldoorlog moeten schikken in een secondaire rol. De slagschepen waren ontworpen om slag te leveren met vijandelijke slagschepen en waren altijd de belangrijkste schepen van de oorlogsvloten geweest. Vanaf de Japanse aanval op Pearl Harbor werd de primaire rol van de vloten opgeëist door vliegdekschepen. De slagschepen werden ingezet als artillerieplatformen en konvooibegeleiders. De amfibische landingen, die de geallieerden vanaf 1942 uitvoerden, konden echter niet zonder de vuurkracht van de slagschepen die vooraf vijandelijke stellingen bombardeerden en tijdens en na de landingen artilleriesteun verleenden.
De slagschepen van de Nevada-klasse werden opgevolgd door de twee slagschepen van de Pennsylvania-klasse, USS Pennsylvania en USS Arizona. De Pennsylvania en de Arizona waren vergrote versies van de Nevada en de Oklahoma. Zij beschikten over vier drielingtorens met 35,5cm kanonnen, vier vernieuwde versies stoomturbines en vier schroeven. Omdat de Pennsylvania-klasse slagschepen eveneens deel uitmaakten van de Standard-type battleships konden zij samen met die van de Nevada-klasse opereren en werden zij vaak samen ingedeeld in Battle Divisions.