Over tanks is veel geschreven. De meeste wetenschappelijke en populairwetenschappelijke boeken behandelen algemene tankgeschiedenis, Duitse tanks of zijn encyclopedisch van aard. In 1999 kwam een boek uit waarin een zeer omvattende en complete studie van Duitse voertuigen werd behandeld. Peter Chamberlain en Hilary Doyle, beiden specialisten op het gebied van wapens en tanks, wisten zeer accurate technische gegevens over Duitse tanks en andere voertuigen te verzamelen. Genoemd boek mag als een soort 'bijbel' omschreven worden gezien het gezaghebbende en zeer diepgaande, gedetailleerde karakter.

In 'Encyclopedia Of German Tanks Of World War Two: The Complete Illustrated Dictionary of German Battle Tanks, Armoured Cars, Self-Propelled Guns and Semi-Tracked Vehicles 1933-1945' komen alle Duitse tanks aan bod die tussen 1933 en 1945 ontwikkeld werden. Prototypes, lichte, middelzware en zware tanks worden allen besproken. Ook alle geproduceerde tankjagers komen aan bod (een tankjager is geen tank maar vaak een gepantserd voertuig zonder koepel). Technische gegevens zijn zeer omvattend: de dikte en de hoek van pantserplaten wordt besproken (voorkant koepel en romp, zijkant koepel en romp, bovenkant koepel en romp), de bewapening komt ruim aan bod, motoren worden besproken en de afmetingen van de voertuigen zijn op de centimeter nauwkeurig. Elk voertuig wordt kort behandeld (history, specific features, combat service). De technische naam (Sonderkraftfahrzeug nummer) en het productieaantal van het voertuig laten de auteurs niet onvermeld. Bij de bewapening van elk voertuig worden zelfs aantallen pantsergranaten genoemd en het aantal patronen voor eventuele machinegeweren. Zo wordt vermeld dat de Jagdpanzer 38(t) 'Hetzer' ook wel 'Panzerjäger 38(t) für 7.5cm PaK 39' genoemd wordt, dat het voertuig 41 granaten heeft en 1200 patronen voor het machinegeweer MG34 of MG42. Zwart-wit foto's (meer dan 1000 in totaal) maken elke beschrijving compleet.

Interessant is dat alle Duitse prototypetanks aan bod komen. Tanks waarvan slechts één of enkele exemplaren gebouwd zijn. De 'Leichttraktor' en 'GroBtraktor' zijn daar een duidelijk voorbeeld van. Ook het 'Nieuwbouwvoertuig' komt aan bod. Dat voertuig werd in Noorwegen ingezet en had dezelfde bewapening als vroege Panzerkamfpwagen IV modellen (75mm KwK 37 L/24). Uiteraard komen de meest bekende Duitse tanks ook ruim aan bod. Het boek telt 272 pagina's waarvan tweederde bestaat uit beschrijvingen van tanks en voertuigen. 'Beutepanzer' (vijandelijke tanks die in Duitse handen vielen) worden ook besproken. Acht aanhangsels voorzien het boek van extra informatie. Een daarvan is gewijd aan kanonnen (met hun technische gegevens), een ander aan munitie, een ander aanhangsel bespreekt motoren (elk type voorzien van technische informatie). Chamberlain en Doyle wisten informatie over productieaantallen te bemachtigen. Van bijna alle tanks in dit boek is bekend hoeveel er gebouwd werden. De Duitse legertop hield alles nauwkeurig bij.

Dit boek is de meest omvattende (technische) publicatie over Duitse tanks en andere voertuigen uit de Tweede Wereldoorlog. Geen andere publicatie heeft hetzelfde diepgaande en gedetailleerde karakter als dit werk. Opgemerkt dient te worden dat dit boek vooral voor serieuze geïnteresseerden of amateurhistorici geschikt is. Om een compleet en omvattend overzicht te krijgen van alle Duitse voertuigen tijdens de Tweede Wereldoorlog, als naslagwerk of als inspiratie voor modelbouw is dit boek het aanschaffen meer dan de moeite waard. Het enige nadeel van het boek is de vrij hoge aanschafprijs.