Titel: | Ontmoetingen in de hel - Auschwitz / Groß Rosen |
Auteur: | Hanna Hammelburg-de Beer |
Uitgever: | Verbum |
Uitgebracht: | 2005 |
ISBN: | 9080885835 |
Bijzonderheden: | Dit boek maakt deel uit van de ‘Verbum Holocaust Bibliotheek’. Andere boeken in deze serie zijn: - Holocaust, Massale moord op de Europese joden - Het Auschwitz Album, Reportage van een transport - Leven met de dood, Een vrouw overleeft Birkenau - De getto's van Hitler, Stemmen uit een belegerde samenleving - Heinrich Himmler, De architect van de holocaust |
Omschrijving: |
Ontdaan van kleren, kaalgeschoren en met een getatoeëerd nummer op haar linkerarm stond Hanna in een lange rij vrouwen te wachten totdat ze kon douchen. De naakte vrouwen werden aanschouwd door SS-soldaten die schijnbaar veel plezier hadden in het tafereel dat zich voor hen afspeelde. De vrouwen hadden alleen maar honger en dorst na de lange treinreis die ze gemaakt hadden voordat ze aankwamen in Auschwitz. In tegenstelling tot veel van hun naasten waren ze niet geselecteerd om vergast te worden en zouden ze voorlopig nog in leven blijven. Hanna voelde zich totaal berooid en verlaten, maar opeens was er een klein lichtje in de duisternis. Vanuit het niets kwam er een jong, blond, leuk gekleed meisje op haar af. Ze vertelde dat ze een Poolse politieke gevangene was en vroeg Hanna naar de reden van haar deportatie naar Auschwitz. Hanna kon niks anders uitbrengen dan dat ze uit Holland kwam en medicijnen studeerde, waarop het Poolse meisje haar adviseerde om aan de Duitsers te vertellen dat ze arts was. Er waren veel vrouwelijke artsen aan tyfus overleden en haar hulp zou goed gebruikt kunnen worden. Toen Hanna ingeschreven werd bij de kampadministratie meldde ze zich aan met: “Hanna de Beer, geboren 1920, van beroep arts”. De tip van het Poolse meisje zou haar leven redden. Als kamparts overleefde Hanna zowel Auschwitz als Groß Rosen. De ontmoeting met het Poolse meisje is één van ontmoetingen waar Hanna Hammelburg-de Beer hoop uit putte. In “Ontmoetingen in de hel - Auschwitz / Groß Rosen” beschrijft ze op eenvoudige en beknopte wijze in totaal zeven van dit soort ontmoetingen. In een kille wereld waar ze constant oog in oog stond met de dood, vormden gevoelens van menselijke warmte voor haar het bewijs dat er nog hoop was. Menselijke waarden als liefde, zorg en vriendschap behoorden gelukkig niet tot de verleden tijd. In het slechts vijftig pagina’s tellende boek wordt hierdoor het kampleven op een minder tragische wijze beschreven dan in de meeste andere boeken van dit genre. Hanna Hammelburg–de Beer is erin geslaagd om aan te tonen dat de tragediën in de concentratiekampen een deel van haar leven zijn geworden waar ze niet alleen negatieve, maar ook positieve herinneringen aan heeft. Het verhaal zal vooral voor haarzelf en haar naasten van grote emotionele waarde zijn. Voor de lezer is haar verhaal weliswaar ontroerend, maar het verhaal is eigenlijk te kort om echt een blijvende indruk achter te laten. Verhalen van ooggetuigen zijn echter van groot belang voor het vastleggen van de geschiedenis van de verschrikkingen van de concentratie- en vernietigingskampen. Ondanks dat het verhaal van Hanna Hammelburg-de Beer dus erg bescheiden is, maakt het deel uit van één van de vele belangrijke ooggetuigenverslagen van de holocaust. |
Beoordeling: | Redelijk |