George Smith Patton jr. werd op 11 november 1885 in San Gabriël geboren en was een telg van een rijke Californische familie. Al op vrij jonge leeftijd had hij de intentie om op een of andere manier een held te worden. Hij luisterde vaak naar de verhalen over zijn grootouders die in diverse oorlogen hadden gevochten en las vanaf 12-jarige leeftijd menig boek over klassieke oorlogvoering en veldslagen. Tijdens zijn schooljaren op de Stephen Cutter Clark’s Classical School in Pasadena ontplooide hij zich ook tot een atleet en won voor zijn school dan ook menige prijs. Na zijn schooljaren was het de bedoeling dat hij naar West Point zou gaan, maar omdat er op dat moment geen plaats meer was, ging hij naar het Militaire Instituut van Virginia. In 1904 kreeg hij echter alsnog een schrijven van West Point dat hij werd toegelaten. In 1909 behaalde hij met de rang van 2e luitenant op de militaire academie van West Point uiteindelijk zijn diploma. In 26 mei 1910 trouwde hij met Beatrice Ayer, die hij op West Point had leren kennen en een jaar later komt hun dochter ter wereld, Beatrice Patton jr.
Hij was een enthousiast sportbeoefenaar en op de Olympische Spelen in Stockholm van 1912 was hij de eerste Amerikaan die zijn land in de moderne vijfkamp, die bestond uit pistoolschieten vanaf 25 meter, schermen, 300 meter zwemmen vrije stijl, paardrijden en een cross-country met een afstand van 4 kilometer, vertegenwoordigde. Uiteindelijk eindigde hij op dit mondiale evenement op de vijfde plaats. Na de Olympische Spelen bezocht hij de Franse Cavalerie School en specialiseerde zich in het schermen. In de zomer van 1913 kreeg Patton het bevel om zich te melden bij de commandant van de Mounted Service School in Fort Riley, Kansas, waar hij werd benoemd tot de eerste Amerikaanse 'First Master of the Sword'. Zijn eerste oorlogservaring deed hij op in 1915 toen hij als staflid diende bij generaal John Pershing bij diens expeditie naar Mexico. Hij had Pershing eerder leren kennen in Fort Bliss, Texas. In ditzelfde jaar werd zijn tweede dochter geboren, Ruth Ellen Patton. Een jaar later reed hij aan de zijde van Pershing in diens strijd tegen de Mexicaanse rebellenleider "Pancho" Villa. Patton onderscheidde zich in de strijd en kreeg veel waardering tijdens deze gevechten. Veel opzien baarde hij door het doodschieten van generaal Cardenas, een van de trouwste medewerkers van "Pancho" met zijn Colt.45 revolver. Ook Pershing was ondertussen erg onder de indruk geraakt van Pattons optreden en promoveerde hem hiervoor tot 1e luitenant.
Toen de Verenigde Staten in 1917 bij de Eerste Wereldoorlog betrokken raakte, viel de keuze voor het bevel over het Amerikaanse expeditieleger op Pershing. Hij nam Patton mee en samen scheepten ze op 28 mei 1917 in met als bestemming Frankrijk. Patton vervulde hier verschillende staffuncties. Gedurende deze tijd ontwikkelde hij een grote interesse voor het gebruik van tanks. Het geloof in de kracht van het nieuwe wapen nam toe nadat hij vernam van de eerste grote tankslag in 1917 bij Cambrai in Frankrijk. Ook bezocht hij de tank training school van het Franse leger en de Renault-fabrieken. Met deze ervaring richtte Patton de eerste American Tank School in Bourg in Frankrijk op, en trainde daar de eerste 500 manschappen. Bij het grote Meuse-Argonne offensief in september 1918 voerde Patton het commando over de U.S. 1st Provisional Tank Brigade. Tijdens deze slag was Patton voortdurend in de voorste linies te vinden en raakte gewond aan zijn been. Voor zijn optreden tijdens dit offensief werd Patton onderscheiden met het Distinguished Service Cross for Heroism, één van de vele onderscheidingen die hij tijdens zijn militaire carrière zou ontvangen. Tijdens deze periode in Europa had Patton nieuwe ideeën, procedures en zelfs nieuwe uniformen voor de tankbemanningen ontwikkeld. Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog en herstellende van zijn opgelopen verwondingen, werd Patton gepromoveerd tot de tijdelijke rang van kolonel. Bij thuiskomst in de Verenigde staten werd zijn tijdelijke rang van kolonel al vrij snel omgezet in de definitieve rang van majoor.
Na de Eerste Wereldoorlog wilde Patton de effectiviteit van de inzet van tanks verder ontwikkelen, maar omdat hij hiervoor geen toestemming kreeg van het Amerikaanse Congres, kon hij dit niet doorzetten en werd hij overgeplaatst naar Hawaii en later naar Washington, waar hij diverse staffuncties vervulde. In 1923 werd zijn eerste zoon geboren, George Smith Patton III. In 1924 studeerde hij ook nog af aan de Command and General Staff School en enkele jaren later, in 1932, voltooide hij het Army War College. In 1935 werd hij definitief gepromoveerd tot luitenant-kolonel. In 1939 volgde promotie tot kolonel en op 1 oktober 1940 werd Patton bevorderd tot brigadier-generaal en overgeplaatst naar Fort Benning in Georgia. Daar kreeg hij op 11 april 1941 het bevel over de 2e Pantserbrigade en werd hij gepromoveerd tot majoor-generaal. Twee maanden later verscheen Pattons foto op de cover van het blad Life Magazine en tijdens deze maanden begon hij met het geven van zijn later beroemd geworden 'Blood and Guts' toespraken.
In december 1941 raakte de Verenigde Staten officiëel betrokken bij de Tweede Wereldoorlog door de Japanse verrassingsaanval op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaii. Op 8 november 1942 had Patton het commando over de Western Task Force tijdens Operatie Torch, de geallieerde invasie van Noord-Afrika. Na dit succes kreeg Patton het commando over het Amerikaanse 7e Leger en werd hij op 12 maart gepromoveerd tot luitenant-generaal. In juli 1943 was hij, samen met het Britse 8e Leger, verantwoordelijk voor de bevrijding van Sicilië. Op 16 augustus 1943 trok Patton met zijn 7e Leger Messina binnen en vanaf dat moment was de basis gelegd voor de invasie van Italië. Toch zat er aan deze zegetocht een wrange bijsmaak. Tijdens de campagne werden er 37 Italiaanse krijgsgevangenen vermoord en Omar Bradley gaf het bevel om de twee verantwoordelijken voor dit bloedbad voor het gerecht te slepen. Tijdens dit proces verklaarden beiden dat ze voor deze executie het bevel hadden gekregen van Patton. Op 27 juni had hij namelijk een toespraak gehouden voor zijn manschappen waarin hij het volgende verklaarde: "Hoe meer gevangenen we nemen, hoe meer monden we moeten voeren. Gevangenen zijn niet van belang". Om Patton te behoeden voor een eventuele aanklacht wegens oorlogsmisdaden werd het onderzoek en proces door Bradley persoonlijk afgebroken.
Patton kwam op 3 augustus 1943 weer in opspraak toen hij een bezoek bracht aan het 15e Evacuation Hospital. Hij kwam daar in gesprek met soldaat Charles Kuhl, die aan oorlogsneurose leed. Toen Patton dit hoorde sloeg hij de soldaat met zijn handschoen in het gezicht en beweerde dat hij niets anders dan een lafaard was. Twee dagen na dit incident stuurde Patton een memo naar zijn commandanten waarin hij meedeelde dat sommige soldaten zich in de mobiele hospitalen lieten opnemen om zodoende de gevechtshandelingen te ontlopen. Hij riep zijn commandanten op om bij dit soort acties harder op te treden en desnoods de "lafaards" voor het gerecht te slepen. Op 10 augustus 1943 kwam Patton weer in opspraak. Op deze dag bezocht hij het 93e Evacuation Hospital en daar kwam hij in gesprek met soldaat Paul Bennett die ook leed aan oorlogsneurose. Toen Patton dit hoorde kon hij zijn woede niet meer bedwingen, schold de soldaat uit voor grote lafaard, trok het pistool uit zijn holster, hield dit vervolgens tegen het hoofd van de patiënt en dreigde hem dood te schieten. De commandant van het hospitaal, kolonel Donald Currier, sprong echter tussenbeide en wist de gemoederen te sussen. Toch was dit incident hiermee niet afgedaan, want er werd een officiëel memo opgesteld dat werd opgestuurd naar generaal Dwight Eisenhower. Om Patton toch enigszins te beschermen tegen een eventueel proces schreef Eisenhower een brief naar Patton waarin hij hem het bevel gaf om in het openbaar zijn excuses aan te bieden.
Patton bleef commandant van het Amerikaane 7e Leger tot 1944, dat toen werd overgenomen door generaal Mark Clark, en de legerleiding gaf hem vervolgens het bevel over het Amerikaanse 3e Leger. Echter, op 25 april 1944 kwam hij tijdens een toespraak in Engeland weer in opspraak. Tijdens deze speech gebruikte hij, ten opzichte van enkele aanwezige vrouwen, regelmatig obscene taal en verklaarde dat het voor de Verenigde Staten en Groot-Brittannië het voorbestemde lot was om over de wereld te heersen. Toen Eisenhower hiervan notie had genomen dreigde hij Patton te ontslaan, maar kwam uiteindelijk tot inkeer en weer ontsprong Patton enige vervolging.
Patton kwam op 1 augustus 1944 aan in Frankrijk en had met zijn leger op 13 december al de Belgisch-Luxemburgse grens bereikt. Daar waren de Duitsers intussen bezig met de laatste voorbereidingen voor het Ardennenoffensief, de laatste stuiptrekking van het nazi-regime. Mede door de inzet van Patton werd dit offensief, dat later bekend werd als de Battle of the Bulge, afgeslagen en wist hij zelfs de Duitsers terug te dringen. Nadat Pattons 3e Leger contact had gemaakt met het 7e Leger, trokken de beide legers op in de richting van Duitsland en op 22 maart 1945 trokken zijn troepen over de Rijn bij het plaatsje Oppenheim. In april van dit jaar werd hij tevens bevorderd tot de tijdelijke rang van viersterrengeneraal. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog had het Amerikaanse 3e Leger, onder leiding van George Patton, een gebied van ongeveer 100.000 vierkante km. bevrijd of veroverd.
In september 1945 had de legerleiding hem het bevel over het 3e Leger in Duitsland ontnomen vanwege zijn inschikkelijkheid tegenover ex-nazi’s. Hij had nog wel een verzoek ingediend om overgeplaatst te worden naar de Pacific om daar de strijd aan te gaan met de Japanners, maar dit verzoek werd niet gehonoreerd. Toch was hij na de Duitse overgave korte tijd gouverneur van Beieren, maar ook deze functie lag hem niet zo erg. Hoewel hem na de oorlog nog wel enkele andere politieke functies werden aangeboden, waaronder die van Staatssercretaris van Oorlog, heeft hij deze nooit aanvaard. Op 9 december 1945, een dag voordat hij zou terugkeren naar de Verenigde Staten, raakte Patton betrokken bij een verkeersongeluk waarbij hij zijn nek brak. Hij werd naar een Amerikaans ziekenhuis in Heidelberg overgebracht, waar hij op 21 december 1945 overleed. Het lichaam van Patton werd vanaf het ziekenhuis overgebracht naar een grote villa boven op een berg in de buurt van de stad. Vanhier werd de kist overgebracht naar de plaatselijke kerk voor een herdenkingsbijeenkomst, vanwaar de stoet onder grote belangstelling vertrok naar het station voor de treinreis naar de stad Luxemburg. Op 24 december 1945 vond generaal George Patton, onder grote internationale belangstelling en in aanwezigheid van vele militaire en civiele hoogwaardigheidsbekleders zijn laatste rustplaats op het American Military Cemetery in Hamm, Luxemburg. Namens Nederland waren kolonel De Ruyter van Steveninck en kapitein Van Euben aanwezig en namens België gaven o.a. generaal Ceethels en kolonel Hougardy acte de présence. In de jaren hierna hebben vele staatshoofden en prominenten zijn graf bezocht, zoals generaal Eisenhower, Winston Churchill, en Lyndon Johnson. Patton verkondigde altijd "That a soldier should die from the last bullet, on the last day, in the last battle". Hij heeft zelf niet de mogelijkheid gekregen om op het slagveld en met eer te mogen sterven.
Sinds Pattons overlijden is zijn aanzien alleen maar toegenomen. Door velen wordt hij beschouwd als een van de grootste militairen uit de krijgsgeschiedenis. Tot op de dag van vandaag zijn veteranen van het Amerikaanse 3e Leger er trots op dat ze onder generaal Patton hebben mogen dienen. De geschiedenis heeft uitgewezen dat Pattons ambitie als kleine jongen om later een generaal, held en krijgsheer te worden, is uitgekomen.
In 1970 is er ook een speelfilm gemaakt over het leven van generaal George Patton, met George C. Scott in de hoofdrol. Scott vertolkt hierin op grandioze wijze de imposante persoonlijkheid Patton. Zeker de beginscène waarin hij een toespraak houdt op de militaire academie is een juweeltje. Scott is in deze film zo overweldigend dat je soms vergeet dat je een acteur aan het werk ziet. Even buitenissig als zijn militaire evenknie, weigerde Scott de Oscar die hem werd toegekend. De film werd verder nog met verschillende andere Oscars onderscheiden, waaronder die voor Beste Film, Beste Regie en Beste Scenario (van Francis Ford Coppola).
Amerikaanse: | |
American Defense Service Ribbon | Bronze Star |
Distinguished Service Medal | Silver Star |
European Campaign Ribbon | Legion of Merit |
Middle East Campaign Ribbon | Purple Heart |
Silver Lifesaving Medal | Victory Medal with Four Bronze Stars |
Victory Medal with Bronze Stars | Sons of the Revolution Medal |
Distinguished Service Cross for Heroism | Bronze Star (2x) |
African Campaign Ribbon | Mexican Service Badge |
Silver Star with Bronze Oak Leaf Cluster | Germany Occupation Medal |
Britse: | |
Most Honourable Order of the Bath | Order of the British Empire |
Enteur Pin of Malta | |
Franse: | |
Croix de Guerre of 1939 with Palm | Croix de Guerre with Bronze Star |
Medal of the Legion of Honour | Medal of Verdun |
Metz Medal of Liberation | Medal City of Nancy |
Medallion City of Metz | Medallion City of Fontainebleau |
Medallion City of Barbizon | Gourmier Pin of Morocco |
Grand Officer of the Legion of Honor | Liberation of Tours Medallion |
Liberation Medallion, City of Epernay | Liberation Medal, City of Metz |
Medallion of the City of Rheims | |
Belgische: | |
Croix d Guerre of 1940 with Palm | Civilian Shield |
Grand Officer of the Order of Leopold | |
Tsjechische: | |
Military Cross | Order of the White Lion |
Luxemburgse: | |
Croix de Guerre | Order of Adolphe of Nassau, Grand Croix |
Marokkaanse: | |
Grand Cross of Ouissam Alaouite | |
Russische: | |
Guards Badge | Order of Koutouzov, 1st Grade |
Zweedse: | |
Commemorative Medal of V Olympiad | Armiens, Under Officers Skola |
Commemorative Token | Commemorative Medal |
Namens het Vaticaan: | |
Pope Pius XII Medallion |