De Japanse mijnenveger W 2 werd in 1923 in dienst gesteld als Mijnenveger Nr. 2 en werd in 1924 omgedoopt tot W 2. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam het schip deel aan de strijd om Maleisië en Nederlands-Indië. Op 1 maart 1942 werd het schip door torpedo's van Japanse schepen tot zinken gebracht tijdens de slag in de straat van Soenda.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Mitsui, Tasmano |
13 april 1922 | 17 maart 1923 |
30 juni 1923 |
1 maart 1942 (gezonken) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
30 juni 1923 |
Yokosuka Marine District | |||
15 november 1941 |
9e Basis Eenheid | |||
18 februari 1942 |
1 maart 1942 | 1e Mijnenveegdivisie, 2e Basis Eenheid | ||
15 september 1945 |
geschrapt uit marine
register |
De kiel voor de Mijnenveger No. 2, werd op 13 april 1922 gelegd op de scheepswerf van Mitsui te Tamano. Op 17 maart 1923 werd het schip te water gelaten on op 30 juni 1923 afgeleverd. Na aflevering werd het schip in dienst gesteld bij het Yokosuka Marine District, waar het op 24 april 1924 werd omgenummerd tot mijnenveger W 2.
De W 2 had een standaard waterverplaatsing van 610 ton met een lengte van 76,20 meter. De twee motoren en drie boilers konden een vermogen van 4.000 pk leveren, waarmee een snelheid van 20 knopen (37 km/u) kon worden bereikt. Bij een volle belading van 186 ton kolen kon met een kruissnelheid van 10 knopen (19 km/u) een afstand van 3.700 km worden afgelegd. De 97 bemanningsleden hadden de beschikking over twee stuks 120 mm L/45 geschut en een stuk 76.2 mm L/40 luchtafweer als verdediging. Een paravaan was aan boord voor het vegen van de mijnen. In plaats daarvan konden ook 50 mijnen worden meegevoerd en kon het schip als mijnenlegger worden ingezet. In 1938 werd aanvullend ballast toegevoegd, waardoor de maximale waterverplaatsing 807 ton werd. Het 76 mm geschut werd toen verwijderd.[1]
Van 1937 tot 1939 werd het schip volop ingezet in de 2e Chinees-Japanse oorlog. Op 1 november 1941 werd de W 2 ingedeeld bij de 9e Basis Eenheid binnen de Zuidelijke Expeditie Vloot. Hierbij werd het schip gestationeerd in Camranh Bay, Indochina, waar het op 8 november vanuit Kure heen vertrekt. Op 17 november kwam de W 2 echter aan in Sana (ook wel Samah) op Hainan, van waaruit het schip patrouilles ging uitvoeren. Op 2 december vertrok de W 2 samen met de W 3 (1923) vanuit Sana om deel te nemen aan de invasie van Malakka (Maleisië) vanaf 7 december. Het schip ondersteunde hierbij de Japanse landingen bij Kota Bharu. De weken hierop volgend opereert het schip in de omgeving van Malakka en Siam, waarbij het regelmatig konvooidiensten uitvoerde.[2][3]
Op 26 januari 1942 raakte het schip betrokken bij de slag bij Endau en nam eind van deze maand deel aan de jacht op de Britse slagschepen HMS Prince of Wales (53) en HMS Repulse (34). Vanaf begin februari 1942 nam de W 2 deel aan de invasie van Palembang, gevolgd door de invasie van Java. Ondertussen was de W 2 ingedeeld bij de 1e Mijnenveegdivisie binnen de 2e Basis Eenheid. Vanaf 28 februari raakte het schip betrokken bij de slag in de straat van Soenda. Hierbij werd op 1 maart 1942 om 01.35 uur de W 2 geraakts door torpedo's, waarna het schip zonk. Zeer waarschijnlijk waren het torpedo's afkomstig van de zware kruiser Mogami (1934) waardoor het schip werd geraakt. Totaal kwamen 35 manschappen om het leven en raakten er 9 gewond.[4][5][6]
Naam: | W 2 |
Bouwer: | Mitsui, Tasmano |
Bouwnummer: | ? |
Type/Klasse: | Mijnenveger / W 1-klasse (1923) |
Waterverplaatsing: | 600 lt (610 t) standaard |
Lengte: | 76,20 meter |
Breedte: | 8,03 meter |
Diepgang: | 2,29 meter |
Aandrijving: | 2x Triple-expansion
stoommachines 3x Kampon kolengestookte boilers 2 schachten 4.000 hp (3.000 kW) |
Snelheid: | 20 knopen (37 km/u) |
Bereik: | 3.700 km bij 10 knopen (19 km/u) |
Bewapening: | 2x1 120 mm L/45 geschut 1x1 76.2 mm L/40 luchtafweer 18x dieptebommen 2x Type 81 dieptebommenwerpers 1x paravaan of 50x Mk.5 zeemijnen |
Bemanning | 97 |
Tahi-i Toshio Mitsuka
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
1 mei 1923 |
Tahi-i Yoshio Shimizu
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
10 mei 1924 |
Tahi-i Susumu Taiyuan
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
1 juli 1924 |
Sho-sa Toyoyoshi Kaneko
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
1 december 1925 |
Tahi-i Nobuo Shimazu
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
1 december 1926 |
Sho-sa Yagi Kugo
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
10 december 1928 |
Tahi-i Yasaburo Sakano
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
30 november 1929 |
Tahi-i Nobuo Chikano
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
25 januari 1932 |
Tahi-i Hideshi Taniguchi
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
15 november 1932 |
Tahi-i Sadaei Miyazaki
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
25 mei 1933 |
Tahi-i Minoru Yokoi
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
1 september 1933 |
Sho-sa Hiroshi Fujita (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
15 november 1934 |
Tahi-i Itaru Tashiro (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
1 juni 1935 |
Sho-sa Masami Kajiwara
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
1 februari 1937 |
Sho-sa Tatsuji Matsuzaki
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
15 november 1938 |
Sho-sa Mamoru Yoshimatsuda
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
15 november 1939 |
Tahi-i Masahiro Magoshi (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
24 april 1940 |
Tahi-i Takuo Furuya
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
15 november 1940 |
Tahi-i Kunio Ikunaga
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
10 september 1941 |