Dit ontwerp zou uiteindelijk dienen als basis voor de KV-85 en IS-2. Maar begin 1943 was men nog steeds bezig met de ontwikkelingsfase voor de nieuwe generatie zware tanks. En aangezien de behoefte van het Rode Leger hoog was om een antwoord te bieden op de nieuwste Duitse tanks, werd er gekozen voor een tussenoplossing om voorlopig opgewassen te zijn tegen de Tiger.
Op 4 januari gaf het Staatsverdedigingscomité (GKO) opdracht voor het ontwikkelen van een tankjager met een kanon dat krachtig genoeg was om het tegen de Tiger op te nemen. In slechts 25 dagen ontwikkelde het ontwerpbureau van Kotin twee ontwerpen die voldeden aan de eisen van het GKO.
Het eerste ontwerp was de KV-12, die bewapend was met de 203mm B-4 model 1931 houwitser. Maar vanwege de geringe mondingssnelheid van het kanon werd het project niet goedgekeurd voor massaproductie. Het tweede ontwerp was de KV-14, dat bewapend was met het krachtige 152mm ML-20 kanon en wel werd goedgekeurd. Op 14 februari werd opdracht gegeven voor de massaproductie van de KV-14. De KV-14 kreeg de benaming SU-152 (SU= Samakhodnaya Ustanovka). Het 152mm kanon had een mondingssnelheid van maar liefst 655 m/s en was in staat om door 110mm bepantsering door te dringen op een afstand van 2000 meter.
Het kanon had echter een groot nadeel. De munitie bestond namelijk uit twee delen en daarom konden er maar twee schoten per minuut worden afgevuurd. Ook de telescopen van de SU-152 waren van een matige kwaliteit, zodat er door de bemanningen vaak onnauwkeurig geschoten werd. De eerste exemplaren hadden geen bewapening tegen vijandelijke infanterie. De latere exemplaren hadden wel de beschikking over een 12,7mm DShK machinegeweer, gemonteerd op de bovenkant van de tankjager. De SU-152 werd geproduceerd in Cheljabinsk en toen de productie eind 1943 werd stopgezet, waren er 704 stuks van de lopende band gerold.
Uitvoering: SU-152 Gewicht: 45.500 kg Bemanning: 5 Motor: W-2K V-12 diesel met 600pk Snelheid: 43 km/u op verharde wegen Bereik: 240 km op de weg Afmetingen: Lengte: 8,95 m
Breedte: 3,25 m
Hoogte: 2,45 m Bewapening: 152mm ML-20 houwitser Munitie: 152mm - 20 granaten Bepantsering: 75 mm maximaal Productieaantal: 704 stuks
Het eerste regiment dat werd uitgerust met de SU-152 werd geformeerd in mei 1943 en naar het front gestuurd om net als de kleinere SU-76i deel te nemen aan de Slag bij Koersk. De SU-152 bleek meteen een succesvolle tankjager te zijn. Er waren maar twaalf voertuigen beschikbaar maar er werden in twaalf dagen van zware gevechten wel twaalf Tigers uitgeschakeld en zeven zware tankjagers van het type Ferdinand werden vernietigd, terwijl er geen enkele SU-152 verloren ging. De SU-152 bleek dus een uiterst effectief wapen en het kreeg de bijnaam Zvierboy, waarvan de vertaling dierendoder betekent, omdat het in staat was om de Duitse Tiger, Panther en Elefant uit te schakelen.
Na de Slag om Koersk nam de SU-152 deel aan de grote strategische offensieven in de herfst van 1943 en aan het grote zomeroffensief (Operatie Bagration). De SU-152 diende tot aan het einde van de oorlog en nam deel aan de Slag om Boedapest en de Slag om Berlijn, voornamelijk als ondersteuning van de infanterie, omdat de nieuwe generatie zware tanks de rol van de SU-152 had overgenomen.