De Britse torpedobootjager HMS Glowworm (H92) was een torpedobootjager van de Britse G-klasse (II), welke betroken was bij de internationale blokkade tijdens de Tweede Wereldoorlog en waarvan de bevelhebber zijn schip opofferde in een poging de Duitse zware kruiser Admiral Hipper een halt toe te roepen. Bij het treffen met de Admiral Hipper ging HMS Glowworm strijdend ten onder.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston, Hampshire |
15 augustus 1934 |
22 juli 1935 |
22 januari 1936 |
8 april 1940 (tot zinken gebracht door Admiral Hipper) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum in: |
Datum uit: |
Gegevens: |
|
22 januari 1936 |
oktober 1939 |
HMS Glowworm (H92),
1st Destroyer Flotilla, Mediterranean Fleet |
||
oktober 1939 |
12 november 1940 |
HMS Glowworm (H92),
1st Destroyer Flotilla, Home Fleet |
||
12 november 1940 |
20 maart 1940 |
HMS Glowworm (H92),
22nd Destroyer Flotilla, Home Fleet |
||
20 maart 1940 |
8 april 1940 |
HMS Glowworm (H92),
1st Destroyer Flotilla, Home Fleet |
De H-klasse (II) Torpedobotjager HMS Glowworm werd op 5 maart 1934 besteld op basis van het in 1933 opgestelde constructieprogramma voor de Royal Navy. De kiel werd op 15 augustus 1934 gelegd op de scheepswerf van John I. Thornycroft and Company in Woolston. Op 22 juli 1935 werd het schip te water gelaten en op 22 januari 1936 afgeleverd.[1]
Met een lengte van 98,50 meter en een doorsnede van 10,10 meter had HMS Glowworm een standaard waterverplaatsing van 1.370 ton en 1.913 ton bij volledige belading. De twee Parsons stoomturbines leverden 34.000 shp en een snelheid van 36 knopen (67 km/u). Met een snelheid van 15 knopen (28 km/u) kon een afstand van 10.240 km worden afgelegd. De hoofdbewapening was standaard met vier stuks 120 mm / 45 kaliber Mark IX geschut in vier opstellingen, twee op het voorschip en twee op het achterschip. Als luchtafweer had de Glowworm de beschikking over twee vierloops Mark I opstellingen met 12,7 mm Mark III Vickers machinegeweren. In tegenstelling tot haar zusterschepen, was HMS Glowworm uitgerust met de nieuwe, uit vijf torpedobuizen bestaande PR Mk I torpedolanceerinstallatie. Op het achterschip bevond zich één dieptebommenrails en twee dieptebommenwerpers voor de 20 meegevoerde dieptebommen.[2][3]
Na haar indienststelling werd de torpedobootjager gezonden naar de Middellandse Zee om deel uit te maken van de 1st Destroyer Flotilla. In het kader van de uitvoering van de zeeblokkade, opgelegd door het Non-Intervention Committee, opereerde het schip in 1936 en 1937 rond Spanje tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Hierna keerde de HMS Glowworm terug naar Portsmouth voor enkele aanpassingen. Na 8 juni 1937 keerde het schip terug naar haar flottielje in de Middellandse Zee. De torpedobootjager bleef in de Middellandse Zee, met uitzondering van een korte periode tussen 7 juni en 25 juli 1938, toen wederom verbeteringen aan het schip werden aangebracht in Portsmouth. Op 16 mei 1939 raakte het schip beschadigd bij een aanvaring met HMS Grenade (H86) en moest in Alexandrië worden gerepareerd zodat het naar Malta kon om daar tussen 23 mei 1939 en 24 juni 1939 definitieve reparaties te ondergaan. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, lat HMS Glowworm in Alexandria, waarna het gehele flottielje in oktober 1939 werd overgeplaatst naar Western Approaches Command.[4]
De 1st Destroyer Flotilla bereikte Plymouth op 22 oktober 1939 en voerde escorte en anti-onderzeeboot patrouilles uit. Op 12 november 1939 werd HMS Glowworm overgeplaatst naar de 22nd Destroyer Flotilla in Harwich voor operaties in de Noordzee. Tegen deze tijd was haar voorraad dieptebommen uitgebreid naar 35. Na een reparatie aan schade die het schip had opgelopen na beschoten te zijn geweest door het Zweedse schip Rex, werd de torpedobootjager op 20 maart 1940 weer toegevoegd aan de 1st Destroyer Flotilla. HMS Glowworm werd op 5 april 1940 ingedeeld als escorte van de slagkruiser HMS Renown (72) voor deelname aan Operatie Wilfred. Het schip verliet de eenheid op 7 april 1940 om te zoeken naar een overboord geslagen bemanningslid.[5]
Op 8 april 1940 stuitte HMS Glowworm tegen 08.00 uur op de Duitse torpedobootjagers Z 11 Bernd von Arnim en Z 18 Hans Lüdemann. Gedekt door de mist, viel HMS Glowworm de torpedobootjager aan, die zich terugtrokken. Hun vlucht werd gedekt door de Duitse zware kruiser Admiral Hipper, die de Glowworm op 09.50 ontdekte. Het vierde salvo van Admiral Hipper trof doel, maar een rookgordijn aangelegd door HMS Glowworm voorkwam dat de Admiral Hipper haar doel kon terugvinden. Toen de Glowworm echter uit de rook tevoorschijn kwam, kon Admiral Hipper al haar geschut op de Glowworm inzetten. De kleine torpedobootjager werd zwaar getroffen. Toch wist Lieutenant Commander Gerard Broadmead Roope, de bevelhebber van HMS Glowworm, om 10.10 uur vijf torpedo's op de Admiral Hipper af te vuren, die geen doel troffen. HMS Glowworm trachtte nogmaals door een rookgordijn te ontsnappen, waarna haar bevelhebber wilde keren om nogmaals torpedo's te kunnen afvuren. Kapitän zur See Hellmuth Heye had zijn Admiral Hipper echter achter HMS Glowworm aan gestuurd. De twee schepen waren nu zo dicht genaderd en Heye probeerde de Admiral Hipper zodanig te sturen dat hij de Glowworm kon rammen. De Admiral Hipper was echter te traag en HMS Glowworm ramde in plaats daarvan de Admiral Hipper nabij het anker. Bij de aanvaring werd de boeg van de torpedobootjager volledig afgebroken. Het schip was ernstig beschadigd en stond in brand. Om 10.24 uur ontploften haar boilers en zonk het schip, samen met 109 van haar opvarenden. Lieutenant Commander Roope ging met zijn schip ten onder. Admiral Hipper redde 40 overlevenden van de torpedobootjager.[6]
Naam: | HMS Glowworm |
Callsign/Registratie: |
H92 |
Bouwer: |
John I. Thornycroft &
Company, Woolston, Hampshire |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager / G-klasse (II) |
Waterverplaatsing: |
Standaard: 1.350 BRT Maximaal: 1.883 BRT |
Lengte: |
98,50 meter |
Breedte: |
10,10 meter |
Diepgang: |
3,80 meter |
Aandrijving: |
Parsons Stoomturbines 3 x Admiralty Boilers Vermogen: 34.000 pk 2 schachten |
Snelheid: |
Max. Snelheid: 36 knopen |
Bereik: |
10.240 km bij 15 knopen |
Bewapening: |
4x 1 - QF 120 mm Mk IX geschut 2x 4 - 12.7 mm machinegeweren 2x 5 - 533 mm torpedolanceerbuizen 20 dieptebommen, 1 rail en 2 werpers |
Bemanning: |
137 - 146 |
Lieutenant Commander Charles Arthur de Winton Kitcat (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
27 augustus 1936 |
Lieutenant Commander
Gerard Broadmead Roope (Luitenant ter zee der 1ste
klasse) |
22 juli 1938 - 8 april 1940
(omgekomen) |