HMS Renown was het eerste schip van de Renown-klasse die was ontstaan uit een herontwerp van de Revenge-klasse slagschepen uit de Eerste Wereldoorlog. De twee laatste schepen uit deze klasse, HMS Renown en HMS Repulse werden aan een herziening van het ontwerp onderworpen en afgebouwd als slagkruisers. Dit herontwerp was besloten omdat de Revenge-klasse slagschepen niet op tijd gereed zouden zijn om een bijdrage aan de strijd in de Eerste Wereldoorlog te kunnen leveren. Door het herontwerp dacht men de schepen sneller afgebouwd te kunnen krijgen.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Fairfield Shipbuilding & Engineering Company Ltd. Govan, Schotland |
25 januari 1915 |
4 maart 1916 |
20 september 1916 |
3 augustus 1948 (sloop) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
van: |
tot: |
||
20 september 1916 |
HMS Renown, Royal Navy |
|||
? |
1948 |
HMS Renown (72), Royal Navy |
Op 25 januari 1915 werd bij de scheepswerf van Fairfield te Govan de kiel gelegd voor een slagschip uit de Revenge-klasse. Nog tijdens de bouw werd besloten dat het schip, samen met de zusterschepen HMS Repulse (34) en HMS Resistance zouden worden afgebouwd als slagkruiser. HMS Resistance werd uiteindelijk afbesteld. Op 4 maart 1916 werd de Renown te water gelaten en op 20 september afgeleverd.[1]
De HMS Renown werd na de indienststelling in 1916 toegevoegd aan de Britse Grand Fleet voor operaties in de Noordzee en was daar toegevoegd aan het 1st Battlecruiser Squadron. Hier bleef het schip voor de resterende jaren van de Eerste Wereldoorlog. De enige actie die het schip kreeg was op 12 december 1917 toen haar eenheid erop uit werd gezonden om de Duitse 3.Halb-Flottille te onderscheppen, wat niet gelukte. De rest van de Eerste Wereldoorlog kwam het schip niet meer in actie[2].
Nadat in april 1919 de Grand Fleet werd opgeheven, werd HMS Renown ingedeeld bij het Battlecruiser Squadron, Atlantic Fleet. In juni werd het schip uit de vaart genomen voor een herinrichting. Beide vliegplatforms werden verwijderd en een vernieuwde afstandsmeter werd geplaatst. Tussen januari en maart 1920 volgde opnieuw een verbouwing, waarbij enkele geschutsopstellingen werden verwijderd om accommodatie te creëren voor het Koninklijk Gezelschap waarmee het schip op tour naar de Verenigde Staten zou vertrekken. Na deze verbouwing ondernam zij, samen met de toenmalige HMS Prince of Wales (53), een wereldtour naar Australië en de Verenigde Staten.[3]
In de periode 1923-1926 werd de HMS Renown wederom onderworpen aan een intensieve verbouwing. Ditmaal werd vooral de bescherming tegen geschutvuur en torpedoaanvallen onder handen genomen. Haar pantsergordel werd volledig vernieuwd en het achterste 102 mm geschut werd vervangen. Het vliegplatform op toren B werd opnieuw aangebracht en luchtafweergeschut werd vervangen door vier QF 4 inch Mark V luchtafweergeschut.[4]
In september 1926 werd het schip in de vaart genomen bij Battlecruiser Squadron, maar werd vervolgens gebruikt door Prince Albert of York voor een trip naar Australië. Hierna werd HMS Renown tijdelijk vlaggenschip van Battlecruiser Squadron tot HMS Hood (51) haar verbouwing had voltooid. HMS Renown werd nu onderworpen aan een intensieve verbouwing waarbij het schip volledig opnieuw werd uitgerust. Modernere bewapening werd geplaatst, waarbij met name de luchtafweer werd verbeterd. Tevens werd midscheeps een vliegtuigcatapult aangebracht voor een Fairey III drijvervliegtuig.[5]
Op 23 januari 1935 kwam het schip in aanvaring met HMS Hood, waarna het schip werd gerepareerd en vervolgens naar Gibraltar werd gezonden in verband met de 2e Italiaans-Abbesijnse Oorlog. In januari 1936 diende het schip bij het 1st Battle Squadron in de Middellandse Zee. In september 1936 werd het schip andermaal gemoderniseerd. Hierbij werd ook de machinekamer aangepakt en kreeg het schip nieuw motoren. Ook werd de boven structuur van het schip aangepast.[6]
Het schip was zeer nauw betrokken bij de jacht op het Duitse vestzakslagschip Admiral Graf Spee. Bij de operaties in Noorwegen in april 1940 beschermde de HMS Renown de mijnenlegoperaties langs de Noorse kust. Hierbij was het vanaf 9 april betrokken bij gevechten met de Duitse slagschepen Gneisenau en Scharnhorst.[7] Na de operaties in Noorse wateren, werd de HMS Renown overgeplaatst naar Force H met als thuisbasis Gibraltar. Hier werd HMS Renown het vlaggenschip van Force H. In februari 1941 voerde Force H een bombardement uit op de Italiaanse havenstad Genua.[8] Tevens was het schip betrokken bij de invasie van Noord-Afrika.[9]
De jaren 1942 en 1943 waren voor de HMS Renown weer jaren bij de Britse Home Fleet. Het schip voerde hier voornamelijk opdrachten uit ter bescherming van de konvooien naar de Sovjet-Unie. In 1944 werd het schip naar het Verre Oosten gezonden om dienst te doen bij de Eastern Fleet. Vanuit de thuisbasis Ceylon voerde het operaties uit om te trachten de Japanse marine binnen een geconcentreerd gebied te houden. Het was aan boord van de HMS Renown dat in 1945 de Britse koning George VI en de Amerikaanse president Truman elkaar ontmoetten om de toekomst van Azië te bespreken.[10]
Na de Tweede Wereldoorlog sleet het schip haar laatste jaren in Britse thuiswateren, alwaar het in 1948 werd verkocht om te worden gesloopt.
Naam: | HMS Renown |
Callsign/Registratie: |
72 |
Bouwer: |
Fairfield Shipbuilding &
Engineering Co. Ltd., Govan |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Slagkruiser / Renown-klasse |
Waterverplaatsing: |
27.200 BRT standaard 32.220 BRT maximum 36.080 BRT vanaf 1939 |
Lengte: |
228,70 meter na 1939: 242,00 meter |
Breedte: |
27,50 meter na 1939: 27,40 meter |
Diepgang: |
8,20 meter na 1939: 9,70 meter |
Aandrijving: |
2 stoomturbines na 1939: 4 stoomturbines 42 boilers na 1939: 8 boilers 4 schachten Dieselmotoren: 112.000 pk na 1939: 120.000 pk |
Snelheid: |
31,5 knopen (58,34 km/u) na 1939: 30,75 knopen (56,96 km/u) |
Bereik: |
7.400 km (bij 18 knopen) na 1939: 10.590 km (bij 18 knopen) |
Bepantsering: |
Romp: 76 - 152 mm na 1939: 76 - 229 mm Dek: 25 - 64 mm na 1939: 25 - 127 mm Geschutstorens: 178 - 229 mm |
Bewapening: |
3x2 38 cm/42 Mk I, 2 voor en 1
achter 5x3, 2x1 BL 102 mm Mk IX geschut 2x 76,2 mm luchtafweergeschu 2x 533 mm torpedolanceerbuizen onder water na 1939: 3x2 38cm/42 Mk I, 2 voor en 1 achter 10x2 113 mm geschut 3x 40 mm pom-pom geschut |
Bemanning |
953 - 1223 na 1939: 1200 |
Captain Sidney Robert Bailey
(Kapitein ter Zee) |
1918 |
Captain Ernest Augustus Taylor
(Kapitein ter Zee) |
1919 - 1920 |
Captain Herbert Meade-Fehterstonhaugh (Kapitein ter Zee) |
1921 |
Captain Edward Glyn de Styrap
Jukes-Hughes (Kapitein ter Zee) |
21 december 1922 |
Captain N A Sullivan (Kapitein ter Zee) | 1926 |
Captain Henry Richard Sawbridge
(Kapitein ter Zee) |
1935 |
Captain Charles Edward Barrington Simeon (Kapitein ter Zee) |
15 mei 1939 |
Captain William George Tennant
(Kapitein ter Zee) |
1940 |
Captain Charles Edward Barrington (Kapitein ter Zee) |
1940 |
Captain John Henry Jauncy
(Kapitein ter Zee) |
4 januari 1940 - april 1946 |