TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    John Dutton Frost (Poona, India, 31 december 1912 - West Sussex, Engeland, 21 mei 1993) was een Brits officier die als luitenant-kolonel in 1944 de Rijnbrug bij Arnhem probeerde te veroveren.

    Frost werd geboren in Poona (India) als zoon van General Frank Dutton Frost, die destijds diende in het Brits-Indische leger. Voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog keerde de familie terug naar Engeland. Zijn vader diende tijdens deze oorlog aan het front en kreeg hiervoor verschillende onderscheidingen. Na de oorlog werd Frosts vader naar het Britse mandaatgebied Mesopotamië (het huidige Irak) overgeplaatst. Daar leerde John Arabisch. In 1921 vestigde het gezin zich weer in het Verenigd Koninkrijk. Frost volgde zijn opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie te Sandhurst en deed dienst bij de Cameronians (Scottish Rifles).

    Definitielijst

    Eerste Wereldoorlog
    Ook wel Grote Oorlog genoemd, conflict dat ontstond na een groei van het nationalisme, militarisme en neo-kolonialisme in Europa en waarbij twee allianties elkaar bestreden gedurende een vier jaar durende strijd, die zich na een turbulent begin, geheel afspeelde in de loopgraven. De strijdende partijen waren Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland aan de ene kant (de Triple Entente), op den duur versterkt door o.a. Italië en de Verenigde Staten, en Duitsland, Bulgarije, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk aan de andere kant (de Centrale Mogendheden of Centralen). De strijd werd gekenmerkt door enorme aantallen slachtoffers en de inzet van vele nieuwe wapens (vlammenwerpers, vliegtuigen, gifgas, tanks). De oorlog eindigde met de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland en zijn bondgenoten in 1918.

    Afbeeldingen

    John Frost. Bron: The Pegasus Archive.

    Eerste oorlogsjaren

    In 1938 werd Frost als Captain in Irak gestationeerd en hij was daar nog steeds toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Toen zijn contract in de zomer van 1940 afliep, vroeg John of hij teruggeplaatst kon worden bij de Cameronians, maar zijn verzoek werd geweigerd omdat zijn kennis van het Arabisch meer bruikbaar werd geacht. Frost liet duidelijk merken het niet met deze beslissing eens te zijn en daarom kreeg hij alsnog order om zich te melden bij het 10th Batallion van The Cameronians. Als een afscheidscadeau kreeg hij van leden van de jachtclub 'Royal Exodus Hunt' een koperen jachthoorn.

    Zijn terugkeer bij de Cameronians liep echter op een teleurstelling uit. Het bataljon werd voornamelijk ingezet voor kustbewakingstaken en van enige actie was nauwelijks sprake. Daarom reageerde Frost direct toen er een oproep verscheen voor Captains om compagniescommandant te worden bij het pas opgerichte 11th Special Air Service Batallion. Dit was een commando- eenheid van parachutisten onder leiding van Major David Stirling. Tien dagen na de oproep was hij al aan het trainen bij deze nieuwe eenheid. Na vijf parachutesprongen in drie dagen, kreeg hij zijn parachutistenbrevet en nam hij het commando van C Company op zich.

    John Frost werd bevorderd tot Major en werd met zijn C Company verkozen om de beroemde Bruneval Raid (Operatie Biting) uit te voeren op 27 februari 1942. De operatie, een aanval op een radarinstallatie aan de Noord-Normandische kust met de bedoeling om vitale componenten van het nieuwe Duitse radarsysteem mee te nemen, werd een groot succes. De compagnie van Frost, werd per parachute gedropt en na de actie door geallieerde vaartuigen geëvacueerd. Zijn mannen slaagden erin geheime Duitse apparatuur mee te nemen, zodat die in Engeland kon worden onderzocht, terwijl ze de rest van de installatie opbliezen. Op acht man na waren alle manschappen door wachtende landingsschepen van het strand gehaald. Frost werd op 15 mei 1942 onderscheiden met het Military Cross (een Britse onderscheiding die werd uitgereikt voor het uitvoeren van heldhaftige of verdienstelijke gevechtsacties) voor zijn optreden tijdens deze missie.

    Kort daarna kreeg hij het commando over het 2nd Batallion van de 1st Parachute Brigade van de 1st Airborne Division en vertrok hij naar Afrika. Zijn eerste missie in Noord-Afrika was tijdens de Operatie Torch het vernietigen van vijandelijke vliegtuigen op een vliegveld bij Depienne (Tunesië) op 19 november 1942. Toen John Frost met zijn mannen dichtbij het vliegveld gedropt werd, troffen zij daar geen vliegtuigen, maar wel zes zware tanks. De tanks openden onmiddellijk het vuur en ook uit de lucht werd de kleine eenheid bestookt. De volgende ochtend werd de Duitse strijdmacht versterkt met infanterie, waardoor de verliezen in het bataljon van Frost opliepen.

    Lieutenant Colonel Frost liet een klein groepje soldaten achter die de zwaar gewonden moesten beschermen. Hij blies op zijn jachthoorn om het restant van zijn manschappen te verzamelen en terug te trekken naar Medjez (Tunesië). Hoewel hij geheel ingesloten was door een grote Duitse strijdmacht, wist Frost met een groot deel van zijn bataljon uit de omsingeling te ontsnappen. Na een tocht van ongeveer 150 kilometer door vijandelijk terrein bereikte hij met ongeveer 120 mannen weer de geallieerde linies.

    Frost was boos over de falende inlichtingendiensten, maar zijn boosheid nam af toen hij hoorde dat hij door zijn actie veel vijandelijke troepen weggetrokken had bij een grote slag tussen de geallieerden en de Duitsers. Voor zijn dapperheid en koelbloedige optreden onder zwaar vuur en moeilijke omstandigheden kreeg John Frost op 11 februari 1943 de Distinghuised Service Order (een Britse onderscheiding voor officieren die zich in oorlogstijd verdienstelijk hebben gemaakt of op andere wijze onderscheiden hebben).

    Enkele weken later werd het 2nd Batallion aangevallen door een gecombineerde strijdmacht van artillerie en infanterie. Ondanks de eerder opgelopen verliezen, wist Frost deze aanval af te slaan. Toen er versterkingen van het 1st en 3rd Batallion kwamen, lukte het nog bijna om de bekende Duitse parachutistencommandant, Rudolf Witzig, gevangen te nemen.

    Gedurende de vier maanden die de brigade in Afrika doorbracht, had het bijna zonder onderbreking gevochten en meer dan 1500 doden en gewonden te betreuren. Het was ook in deze periode dat de militairen van de 1st British Airborne Division hun bijnaam ‘the Red Devils’ kregen naar de benaming die de Duitsers hen gaven (Rote Teufel).

    Tijdens de opmars in Noord-Afrika ontwikkelde Frost een reputatie als zeer bekwaam commandant. Brigadier General Gerald Lathbury, commandant van de 1st Parachute Brigade, zei over hem: "Hij had een zeer relaxte stijl van leiderschap. Buiten de gevechtsacties liet hij het meeste aan zijn compagniescommandanten over. Maar in actie was hij altijd vooraan te vinden en leek hij wel vijf jaar jonger."

    Op 13 juli 1943 nam Frost met de 1st Parachute Brigade deel aan ‘Operatie Fustian’ als onderdeel van de geallieerde invasie op Sicilië. Het doel van Operatie Fustian was de Primosole-brug over de rivier de Simeto in Oost-Sicilië. De brigade moest aan beide kanten van de brug landen, de brug veroveren en de directe omgeving zeker stellen. Deze positie moest vastgehouden worden, totdat de grondtroepen die enkele dagen eerder aan land waren gegaan, zouden arriveren.

    De operatie verliep niet zonder problemen. Veel vliegtuigen met parachutisten aan boord werden neergeschoten en de parachutisten die wel gedropt konden worden, kwamen voor een groot deel ver van de beoogde locatie op de grond. Ondanks deze hindernissen en de tegenstand van Duitse en Italiaanse troepen wisten de airbornes de brug te veroveren.

    De vijandelijke strijdmacht werd echter steeds sterker en het lukte de geallieerde versterkingen niet om voor de nacht bij de para’s aan te sluiten. Vanwege de oplopende verliezen en het groeiende gebrek aan voorraden, besloot Brigadier General Lathbury terug te trekken. De aangekomen versterkingen slaagden er pas na verschillende dagen vechten in om de brug te heroveren.

    De 1st Parachute Brigade werd niet verder ingezet bij de opmars in Sicilië, maar weer teruggebracht naar Malta. Na nog enige tijd ingezet te zijn bij en na de landing bij Taranto op het Zuid-Italiaanse vasteland (Operatie Slapstick) keerde de eenheid in september 1943 terug naar Engeland voor training ten behoeve van toekomstige operaties in Noordwest-Europa. Het 2nd Batallion werd gehuisvest in Stoke Rochford in de buurt van Grantham, Lincolnshire.

    Definitielijst

    artillerie
    Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.
    Brigade
    Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.
    geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
    infanterie
    Het voetvolk van een leger (infanterist).
    invasie
    Gewapende inval.
    Operatie Biting
    Overval op het Duitse radarpeilstation bij Bruneval te Frankrijk op 27 februari 1942.
    Operatie Slapstick
    Succesvolle Britse landing vanuit zee op de Italiaanse havenstad Taranto, uitgevoerd door de Britse 1st Airborne Division, 9 september 1943.
    Operatie Torch
    Geallieerde amfibische landingen in Marokko en Algerije op 8 November 1942. Voorgaande namen van Torch zijn (zie) Gymnast en Super-Gymnast.
    Raid
    Snelle militaire overval in vijandelijk gebied.

    Afbeeldingen

    Een foto van het doelwit van operatie Bruneval met links op de voorgrond de Duitse radar. Bron: Strijdbewijs.
    John Frost (rechts) op de terugweg na de geslaagde raid op Bruneval. Bron: Strijdbewijs.
    John Frost na de uitreiking van een onderscheiding voor zijn aandeel in de raid op Bruneval. Bron: nl.wikipedia.org.
    Een overzichtskaart van operatie Fustian. Bron: The Pegasus Archive.
    De brug bij Primosole nadat hij door de geallieerden veroverd was. Bron: Imperial War Museums.

    Market Garden

    Na het succes van de invasie in Normandië, waarbij de 1st British Airborne Division niet ingezet werd, rukten de geallieerden snel op door Frankrijk en België. In die periode werden er veel plannen ontworpen voor operaties die de divisie zou uitvoeren, maar geen van die plannen werd werkelijkheid. Dit veranderde met operatie ‘Market Garden’. Frost en de andere officieren van de brigade kregen op 15 september 1944 te horen dat zij zich moesten voorbereiden op een offensief in Nederland dat tot doel had om het Ruhrgebied in handen te krijgen en zo de Duitse oorlogsindustrie uit te schakelen.

    De parachutisten en luchtlandingstroepen moesten in Noord-Brabant en Gelderland de weg banen voor de grondtroepen van het 30th Corps die moesten oprukken naar het Ruhrgebied. De vitale punten die ingenomen en vastgehouden moesten worden, waren de bruggen over de Maas, Waal en Nederrijn. De 1st British Airborne Division kreeg de opdracht om de bruggen in Arnhem te veroveren. Het 2nd Batallion van Frost, aangevuld met onder meer het brigadehoofdkwartier, een eenheid van zesponder antitankgeschut (Royal Artillery) en een aantal Royal Engineers moest de zuidelijke route, de weg langs de noordelijke oever van de Rijn (codenaam ‘Lion’) nemen. Zij moesten de spoorbrug bij Oosterbeek en de verkeersbrug bij Arnhem bezetten en een compagnie moest een verdedigende opstelling op de zuidoever van de rivier, bij de verkeersbrug, innemen.

    De grootste zorg van Frost was dat de landingszones van zijn bataljon ruim tien kilometer westelijk van de bruggen lagen, waardoor het verrassingselement verdwenen zou zijn. Daarnaast zou er per dag maar één landing uitgevoerd worden, waardoor eventuele versterkingen pas een dag later zouden arriveren. Zijn ongerustheid werd minder toen hem verzekerd werd dat hij te maken zou krijgen met minimale Duitse tegenstand. John Frost was zelfs zo zeker van de goede afloop van de operatie dat hij zijn oppasser, private Wicks, opdracht gaf om alvast zijn jachtgeweer, patronen, smoking en golfclubs in de persoonlijke jeep van Frost te leggen die later overgevlogen zou worden.

    Operatie Market Garden ging op 17 september 1944 van start. Direct na de landing op de heide bij Renkum, haalde Frost zijn jachthoorn tevoorschijn om het signaal 'verzamelen' te blazen. Hij trok met zijn bataljon via Doorwerth en Oosterbeek naar Arnhem. De Duitse tegenstand bleek heviger dan verwacht en de radioverbindingen haperden. Ook werd de spoorbrug bij Oosterbeek voor hun ogen opgeblazen en werd de snelle opmars bemoeilijkt door de in grote getale toegestroomde burgers. Toch wisten in het begin van de avond de eerste Britse luchtlandingstroepen de noordelijke oprit van de verkeersbrug te bereiken. Minder dan de helft van hen behoorde tot het 2nd Battalion. In de loop van de nacht en ochtend druppelden steeds meer Britse luchtlandingstroepen de zone binnen. En nadat B-compagnie zich had losgemaakt van hun posities bij de schipbrug (waar tegenwoordig de Nelson Mandelabrug ligt), wisten ook zij de noordelijke oprit van de verkeersbrug te bereiken. Daarna bleef de samenstelling van de Britten bij de brug nagenoeg ongewijzigd. In de ochtenduren van maandag 18 september waren er ongeveer 750 Britten bij de brug in Arnhem, volgens de plannen hadden dat er 2000 moeten zijn.

    Die avond gaf Frost een peloton van A-compagnie onder leiding van Lieutenant Jack Grayburn, opdracht om de brug over te steken, maar zij kregen te maken met heftig vuur van mitrailleurs en een pantserwagen, bewapend met een 20 millimeter snelvuurkanon. Aan de westzijde van de noordelijke oprit stond een toren met daar bovenop een 2 centimeter Flak snelvuurkanon. Ook vanuit deze toren werd er met mitrailleurs op de manschappen van Frost geschoten. Later die avond werd deze bunker door anti-tankgeschut uitgeschakeld. Een houten hok, waar explosieven lagen opgeslagen, vloog de lucht in na beschoten te zijn met een Britse vlammenwerper. De explosie zette de brug tijdelijk in brand, maar deze doofde na korte tijd uit zichzelf.

    Die avond arriveerde eenheden van de 1e compagnie van de SS-Panzer-Aufklärungs-Abteilung 10 (1.(Pz.Späh) Kp.//SS-Pz.A.A.10) in Arnhem. Zij hadden na de eerste berichten van vijandelijke luchtlandingen verkenningen uitgevoerd richting Emmerich, Nijmegen en Wezel. Nadat zij aldaar geen vijandelijke troepen hadden waargenomen kregen zij het bevel via Borculo en Eibergen richting Arnhem te rijden. Toen zij de verkeersbrug opreden werden ze vrijwel direct onder vuur genomen. Ze beantwoordde dit vuur en trokken zich terug. Direct daarop werd contact gezocht met het hoofdkwartier van de divisie in Velp met de mededeling dat de Duitsers de bewaking over de brug hadden verloren en de Britten zich in de huizen rond de noordelijke oprit van de brug hadden verschanst.

    John Frost besloot om met deze mannen een perimeter te maken en te wachten op verdere versterkingen. De perimeter was oorspronkelijk circa 250 meter breed en ongeveer 270 meter lang. Rond het bruggenhoofd werd antitankgeschut gepositioneerd en op het talud van de oprit werden landmijnen gelegd. Ook werden op de bovenste etages van de pakhuizen en andere gebouwen machinegeweren in stelling gebracht.

    Diezelfde avond volgde de eerste serieuze Duitse aanvalspoging op de posities van Frost. Na een inleidende beschieting met mortieren probeerden grenadiers, vermoedelijk van de SS-Panzer-Aufklärungs-Abteilung 9 (SS-Pz.A.A. 9), onder dekking van één of twee pantserwagens de noordkant van de brug te bereiken. De aanval mislukte door zwaar Brits tegenvuur.

    Weer iets later op de avond probeerden enkele Duitse vrachtwagens, vol met Duitse soldaten, vanuit het zuiden richting Arnhem over de brug te rijden. Ook dit konvooi werd door de Britten tot stoppen gedwongen. De vrachtwagens werden vernietigd en slechts twee Duitsers overleefden dit gevecht. De SS-Panzer-Aufklärungs-Abteilung 9, onder commando van de SS-Hauptsturmführer Viktor Eberhard Gräbner, vertrok in de nacht van 17 op 18 september vanuit de omgeving van Nijmegen naar de zuidelijke oprit van de Arnhemse verkeersbrug.

    Rond 9:00 uur reed de colonne van Gräbner op topsnelheid richting de brug. Op kop reden de snelste, gepantserde voertuigen. Dit waren achtwielige pantserwagens die bewapend waren met een 2 centimeter Flak snelvuurkanon. Deze zes pantserwagens braken door de Britse verdediging heen en reden richting het centrum van Arnhem.

    Achter deze pantserwagens kwamen, in veel lager tempo, gepantserde halfrupsvoertuigen. De eerste werd uitgeschakeld toen de Britten er van bovenaf een handgranaat ingooiden. Het tweede voertuig werd tot stoppen gedwongen door de chauffeur en de bijrijder dood te schieten. Hierdoor ontstond er verwarring bij de Duitse aanvalsmacht. Die werd nog groter toen een derde voertuig in paniek achteruit reed en botste op de vierde wagen. De twee voertuigen raakten hopeloos in elkaar verward en waren daardoor een ideale schietschijf voor de luchtlandingstroepen. Tijdens deze actie werden er nog twee halfrupsvoertuigen uitgeschakeld. De Duitse bemanningen werden door het intensieve vuur van de Britten allemaal gedood toen zij de wagens wilden verlaten. Drie halfrupsvoertuigen die erin slaagden de brug over te steken, werden uitgeschakeld toen zij dicht bij de posities van de Britten kwamen. Een colonne ongepantserde vrachtwagens, die achter de halfrupsvoertuigen volgde, werd praktisch in zijn geheel vernietigd. De Duitse aanval was een fiasco geworden, de brug was bezaaid met brandende wrakken en vele Duitse doden.

    De Duitsers herpakten zich en voerden ’s middags de druk op de verdedigers van de Arnhemse brug op. De Duitsers wisten vele panden rond de noordkant van de brug in brand te schieten, maar de luchtlandingstroepen gaven geen krimp. Tijdens dit gevecht gaven de Britse kanonnen vanuit Oosterbeek accurate vuursteun. Dit geschut werd geleid door vooruitgeschoven observatieofficieren bij de brug. De granaten kwamen nauwkeurig neer en sloegen veel Duitse aanvallen uiteen. Na de balans van een dag vechten opgemaakt te hebben, kwam Frost tot de conclusie dat hun uithoudingsvermogen al zwaar op de proef was gesteld en hun voorraad aan middelen snel slonk.

    Op 19 september ’s morgens was de situatie voor de Britten bij de brug in Arnhem bedenkelijk, maar capitulatie werd niet als optie gezien. De troepen onder Frosts bevel hadden nog steeds een hoog moreel en hadden de Duitsers zware verliezen toegebracht. Zijn manschappen bleven de noordelijke oprit verdedigen, tevergeefs wachtend op de geallieerde grondtroepen die uit het zuiden moesten komen. Ook de rest van de 1st Parachute Brigade lukte het niet om zich bij de mannen van Frost te voegen, doordat de Duitsers in steeds grotere aantallen de geallieerden de weg naar de verkeersbrug afsneden.

    Hierdoor waren de airbornes bij de brug steeds meer ingesloten en lagen zij onder voortdurend vuur van een sterke en steeds groter wordende Duitse aanvalsmacht. Die bestond onder andere uit manschappen van de 9. en 10. SS-Panzer-Division. Onder dekking van tanks, kanonnen en mortieren begon de Duitse infanterie de stellingen te verkennen en te infiltreren. Hierbij braken er verbitterde huis-aan-huisgevechten uit waar ook van de bajonet gebruik gemaakt werd. De systematische vernietiging van de gebouwen verlamde de verdedigers, maar was een ramp voor de gewonden die in de kelders schuilden. Met een toenemend aantal gewonden en een tekort aan medisch personeel en materiaal ging het van kwaad tot erger.

    Ondanks dat er geen bevoorrading van wapens en voedsel plaatsvond, bleef de strijdmacht onder de bezielende leiding van Frost doorvechten. De vastberadenheid van John Frost om zijn opdracht uit te voeren, bleek ook uit zijn weigering om in te gaan op een Duits verzoek om overgave. De verdediging van de noordelijke oprit van de verkeersbrug ging zelfs nog door toen Frost in de middag van woensdag 20 september zwaargewond was geraakt aan zijn benen. Inmiddels verdedigden zijn mannen de brug al twee maal zo lang als de opdracht luidde. Op woensdagochtend lukte het contact te maken met het divisiehoofdkwartier in Oosterbeek (hotel Hartenstein). Frost drong aan op versterkingen, chirurgische teams, wapens en voedsel.

    Pas nadat Duitse tanks de huizen van de verdedigers één voor één kapot en in brand hadden geschoten, begon de verdediging af te brokkelen. Toen in de vroege ochtenduren van 21 september ook het huis van het brigadehoofdkwartier, waar meer dan 200 gewonden lagen, in brand geschoten werd, moesten de restanten van de oorspronkelijk 750 airbornes bij de brug zich overgeven. Frosts mannen, in aantal nooit meer dan een bataljon, hadden de noordkant van de brug drie dagen en vier nachten tegen voortdurende Duitse aanvallen weten te behouden. John Frost werd ook gevangen genomen en verloor daarbij zijn koperen jachthoorn.

    Frost verbleef tot het einde van de oorlog in krijgsgevangenschap. Eerst in het Offlag IX-A/H in het kasteel van Spangenburg in Hessen en later toen de wond aan zijn enkel weer open ging, kwam hij terecht in een hospitaal voor krijgsgevangenen in Obermassfeld in Thüringen. Hier werd hij in maart 1945 bevrijd door soldaten van de 3rd US Army van General Patton. Voor zijn aandeel in de slag om Arnhem kreeg John Frost een gesp (wordt uitgereikt aan een drager van een DSO als hij een prestatie levert die een DSO rechtvaardigt) op zijn Distinghuised Service Order.

    Definitielijst

    Abteilung
    Maakte meestal deel uit van een Regiment en bestond uit een aantal Kompanien. De Abteilung was de kleinste eenheid die individueel kon opereren en zichzelf kon handhaven. In theorie bestond een Abteilung uit 500 - 1.000 man.
    bajonet
    Steekwapen dat voor man-tot-man gevechten op het geweer geplaatst kan worden.
    brigade
    Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.
    bruggenhoofd
    Een aan de andere kant van een (natuurlijk)opstakel veroverd stuk land waaruit de aanvaller zijn aanval verder kan voorzetten.
    capitulatie
    Overeenkomst tussen strijdende partijen met betrekking tot de overgave van een land of leger.
    divisie
    Bestond meestal uit tussen de een en vier Regimenten en maakte meestal deel uit van een Korps. In theorie bestond een Divisie uit 10.000 - 20.000 man.
    Flak
    Flieger/ Flugzeug Abwehr Kanone. Duits luchtafweergeschut.
    geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
    infanterie
    Het voetvolk van een leger (infanterist).
    invasie
    Gewapende inval.
    offensief
    Aanval in kleinere of grote schaal.

    Afbeeldingen

    Overzicht van de posities in de laatste dagen van de strijd van de Britse eenheden bij de noordelijke oprit van de Arnhemse verkeersbrug. Bron: Strijdbewijs.
    Deze plaquette aan het Prinsenhof 1 in Arnhem duidt aan waar tijdens Market Garden het hoofdkwartier van John Frost stond. Bron: TracesofWar.com.
    De hedendaagse John Frostbrug in Arnhem. Bron: Arjan Vrieze.

    Naoorlogse jaren

    De jachthoorn van Frost werd in juli 1945 teruggevonden bij opruimwerkzaamheden van de puinhopen rond de Rijnbrug in Arnhem. De vinder schonk de jachthoorn in 1997 aan het Airborne Museum in Oosterbeek. Tijdens een inbraak in het museum werd de hoorn in augustus 1998 gestolen. De ‘bezitter’ kreeg echter spijt van zijn daad en gaf het in 2001 weer terug aan het museum.

    Na de oorlog zette Frost zijn militaire carrière voort. Hij was onder meer stafofficier bij de Gurkha Division en voerde het bevel over de 44th Parachute Brigade in Londen. Later werd hij commandant van de Britse troepen in Malta en Libië en nog weer later stond hij aan het hoofd van de Maltese landstrijdkrachten. In 1968 kreeg hij eervol ontslag uit het leger met de rang van Major-General. Gedurende zijn loopbaan ontving Frost diverse onderscheidingen.

    Hij bezocht regelmatig de herdenkingen van de Slag om Arnhem. Ook was hij in 1976 adviseur toen de slag om Arnhem verfilmd werd (A Bridge Too Far). Kort daarna kreeg hij het bericht dat de brug bij Arnhem naar hem vernoemd zou worden. Hij vond het eerst teveel eer, maar op aandringen van zijn vroegere strijdkameraden, accepteerde hij het. Op 16 september 1978 werd de verkeersbrug over de Rijn bij Arnhem omgedoopt in John Frostbrug. Vele jaren was hij aanwezig bij de herdenkingen in Arnhem, waarbij hij vaak fungeerde als ‘Leader of the Pilgrimage’.

    Frost schreef verschillende boeken. In 1980 kwam zijn eerste boek uit, getiteld: ‘A Drop Too Many’. Dit eerste deel van zijn autobiografie ging vooral over zijn leven tijdens de Tweede Wereldoorlog en de operaties waar hij bij betrokken was. Enkele jaren later, in 1988, verscheen een tweede boek van zijn hand, met als titel: ‘2 PARA Falklands: The Batallion At War’. Dit boek werd minder positief ontvangen, omdat Frost in zijn boek vooral kritiek uitte op de legerleiding. In zijn laatste levensjaren werkte hij aan zijn derde boek, het tweede deel van zijn autobiografie, ‘Nearly There’ dat in 1991 uitgegeven werd. Frost overleed op 21 mei 1993 op 80-jarige leeftijd aan een hartkwaal. Hij ligt begraven op het kerkhof van het dorpje Milland in West Sussex, Zuid-Engeland.

    Definitielijst

    Brigade
    Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.

    Afbeeldingen

    De jachthoorn die John Frost gebruikte en die vandaag de dag nog te bezichtigen is in het Airborne Museum in Oosterbeek. Bron: Strijdbewijs.
    John Frost in 1978. Bron: Strijdbewijs.
    Detail van de omslag van het boek van John Frost (1980). Bron: Strijdbewijs.