De Britse 1st Airborne Division werd het meest bekend vanwege haar aandeel tijdens Operatie Market Garden in september 1944. Onderdelen werden echter al ingezet tijdens de raid op Bruneval in februari 1942 (2nd Parachute Battalion), in Noord Afrika in november 1942 (1st Parachute Brigade), Sicilië in juli 1943 (1st Airborne Division) en in Italië in september 1943 (1st Airborne Division). In mei 1945 werd de divisie voor het laatst ingezet tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen de 1st Parachute Brigade naar Noorwegen werd gezonden om toe te zien op de Duitse overgave aldaar. Op 26 augustus 1945 werd de divisie opgeheven.
Na de geslaagde Duitse luchtlandingsoperaties in Noorwegen in april 1940 en in Nederland en België in mei 1940, gaf de Britse premier Winston Churchill aan het War Office de opdracht om te onderzoeken of het mogelijk was een eenheid parachutisten te formeren welke zou moeten bestaan uit ruim 5.000 parachutisten. Op 21 juni 1940 resulteerde dit in de creatie van het Central Landing Establishment op RAF Ringway met als doel de opleiding van parachutisten en het onderzoeken of zweefvliegtuigen een rol kunnen spelen bij luchtlandingsoperaties. Op 22 juni begon No. 2 Commando aan een parachute opleiding welke resulteerde in de omvorming tot het 11th Special Air Service Battalion op 21 november.[1][2][3][4]
Dit 11th Special Air Service Battalion, werd op 10 februari 1941 voor het eerst ingezet tijdens een operationele inzet en wel Operatie Colossus, een aanval op een aquaduct bij Calitri in Zuid-Italië. Ondanks één dode en alle overige militairen krijgsgevangen, werd het doel, het opblazen van het viaduct, behaald. Hiermee werd aangetoond dat droppings van parachutisten achter de vijandelijke linies succes konden hebben. Ten gevolge hiervan werd op 31 mei 1941 een memorandum goedgekeurd waarin de oprichting van twee Parachute Brigades, één in Engeland en één in het Midden Oosten, en de oprichting van een 10.000 manschappen tellende Glider Force werden goedgekeurd.[5][6]
De restanten van het 11th Special Air Service Battalion, werden omgevormd tot 1st Parachute Battalion. Een 2nd Parachute Battalion en een 3rd Parachute Battalion werden geformeerd en tezamen werden deze drie onderdelen ondergebracht bij de 1st Parachute Brigade, onder bevel van Brigadier Richard Nelson Gale. In oktober 1941 werd Major General Frederick Browning aangesteld als Commander Parachute and Airborne Troops en kreeg de opdracht tot de doorontwikkeling van de Airborne troepen en tot het formeren van een hoofdkwartier. Op 10 oktober 1941 volgde de formatie van de 1st Airlanding Brigade door omvorming van de 31st Independent Infantry Brigade Group, onder bevel van Brigadier George F. Hopkinson. De 1st Airlanding Brigade bestond uit het 1st Battalion Border Regiment, het 2nd Battalion South Staffordshire Regiment, het 2nd Battalion Oxford and Bucks Light Infantry en het 1st Battalion Royal Ulster Rifles. Eind 1941 werd het hoofdkwartier van Browning omgevormd tot Headquarters 1st Airborne Division.[7][8][9]
Op 27 februari 1942 werd Company C, 2nd Parachute Battalion ingezet tijdens operatie Biting, veelal bekend onder de naam de Bruneval Raid. Het doel hiervan was de vernietiging van de Duitse Würzburg radar bij Bruneval. De operatie was een compleet succes. Browning had ondertussen zijn visie op luchtlandingsaanvallen, lerend van Operatie Colossus, doorontwikkeld en opteerde voor inzet van zijn divisie bij grote operaties en niet bij commando achtige kleinere operaties, die veelal tot opoffering van de ingezette troepen zouden leiden. Hiermee wist hij toestemming te krijgen voor de oprichting van een derde brigade. In juli 1942 werd de 2nd Parachute Brigade geformeerd, onder bevel van Brigadier Ernest Down. Deze brigade kreeg het al geformeerde 4th Parachute Battalion en twee omgevormde infanterie bataljons, het 5th (Scottish) Parachute Battalion dat was ontstaan uit het 7th Battalion Queen's Own Cameron Highlanders, en het 6th (Royal Welsh) Parachute Battalion, geformeerd vanuit het 10th Battalion Royal Welsh Fusiliers. In november 1942 kwam hier dan een 3rd Parachute Brigade bij, bestaande uit het 7th (Light Infantry) Parachute Battalion (voorheen 10th Battalion Somerset Light Infantry), het 8th (Midlands) Parachute Battalion (voorheen 13th Battalion Royal Warwickshire Regiment) en het 9th (Eastern and Home Counties) Parachute Battalion (voorheen 10th Battalion Essex Regiment). De 1st Parachute Brigade, werd rond dezelfde tijd tijdelijk uit de 1st Airborne Division verwijderd om als best getrainde eenheid, deel te nemen aan Operatie Torch, de landingen in Noord Afrika in november 1942.[10]
Brigadier George F. Hopkinson werd in april 1943 bevorderd tot Major General en kreeg toen het bevel over de 1st Airborne Division. De divisie vertrok naar Tunesië om de worden ingezet in het Middellandse Zeegebied. De 3rd Parachute Brigade, tezamen met twee onderdelen van de 1st Airlanding Brigade, het 2nd Battalion Oxford and Bucks Light Infantry en het 1st Battalion Royal Ulster Rifles, bleven in Engeland achter. Zij zouden de basis gaan vormen voor de nieuw op te richten 6th Airborne Division. Aangekomen in Tunesië, werd de 1st Airborne Division aangevuld met de 4th Parachute Brigade, welke in 1942 in het Midden Oosten was geformeerd. Deze bestond uit het 156th Parachute Battalion, het 10th (Sussex) Parachute Battalion en het 11th Parachute Battalion. In het Middellandse Zeegebied nam de 1st Airborne Division deel aan luchtlandingen tijdens de invasie van Sicilië en bij de invasie van Italië bij Taranto. In Italië ging het bevel van de divisie over naar Major General Ernest Down, nadat Hopkinson om het leven was gekomen. In december 1943 trok de divisie terug naar Engeland, waarbij de 2nd Parachute Brigade in Italië werd achtergelaten als eenheid met onafhankelijke status.[11]
Aangekomenen in Engeland, kreeg Major General Roy Urquhart het bevel over de divisie. In september 1944 werd de 1st Airborne Division weer operationeel ingezet tijdens Operatie Market Garden. Hierbij werd de divisie versterkt met de 1st (Polish) Independent Parachute Brigade. Na het debacle tijdens de gevechten bij Arnhem, was de divisie gereduceerd tot minder dan 2200 manschappen en werd de zwaar gehavende 4th Parachute Brigade opgeheven. In mei 1945 werd de divisie, hoewel nog steeds niet op volle sterkte, naar Noorwegen gezonden om toe te zien op de Duitse capitulatie aldaar. Na voltooiing van haar opdracht keerde de divisie terug naar Engeland, waar het op 26 augustus 1945 werd opgeheven. Gedurende haar bestaan maakte de 1st Airborne Division voornamelijk deel uit van het Britse I Airborne Corps.[12]
1st Airborne
Division bevelstructuur |
||
Commanding Officer: |
||
Major General
Frederick Browning Major General George F. Hopkinson Major General Ernest Down Major General Roy Urquhart |
3 november
1941 -
april 1943 april 1943 - 9 september 1943 9 september 1943 - 1944 1944 |
|
GSO 1
(Operations): |
||
Lieutenant-Colonel
Charles
Mackenzie |
1944 |
|
GSO 2 (Air): |
||
Major David Madden |
1944 |
|
GSO 2
(Intelligence): |
||
Major Hugh Maguire |
1944 |
|
Commander
Royal
Artillery: |
||
Lieutenant-Colonel
Robert
Loder-Symonds |
1944 |
|
Commander
Royal
Engineers: |
||
Lieutenant-Colonel
Eddie Myers |
1944 |
|
Commander
Royal
Electrical and Mechanical Engineers: |
||
Captain A. F. Ewens |
1944 |
|
Commander
Royal Army
Service Corps: |
||
Lieutenant-Colonel
Michael Packe |
1944 |
|
Assistant
Adjutant
and Quartermaster-General: |
||
Lieutenant-Colonel Henry
Preston |
1944 |
|
Assistant
Director
of Medical Services: |
||
Colonel
Graeme Warrack |
1944 |
|
Assistant
Director
of Ordnance Services: |
||
Lieutenant-Colonel Gerald
Mobbs |
1944 |
|
Assistant
Provost
Marshal: |
||
Major O. P. Haig |
1944 |
|
Defence
Platoon: |
||
Lieutenant A. D.
Butterworth |
1944 |
|
Divisional
Troops: |
||
1st
Airborne Divisional Signals 1st (Airborne) Divisional Ordnance Field Park, Royal Amry Service Corps 1st (Airborne) Divisional Workshops, Royal Electrical and Mechanical Engineers Workshop 1st Airborne Reconnaissance Squadron 1st Airborne Division, Provost Company, Royal Military Police 1st Airlanding Light Regiment, Royal Artillery 1st Forward (Airborne) Observation Unit, Royal Artillery 9th (Airborne) Field Company, Royal Engineers 21st Independent Parachute Company Army Air Corps 89th Field Security Section, Intelligence Corps 93rd Company, Royal Army Service Corps 163rd Field Ambulance, Royal Army Service Corps 250th (Airborne) Light Composite Company, Royal Army Service Corps 261st (Airborne) Field Park Company, Royal Engineers |
||
Naast de bevelstructuur en de Divisional Troops bestond de 1st Airborne Division uit diverse eenheden georganiseerd binnen een aantal Brigades. Daarnaast waren er gedurende verschillende perioden bepaalde eenheden aan de 1st Airborne Division toegevoegd.
1st Airborne
Division, samenstelling: |
|
1st Parachute Brigade |
september 1941 - 4 mei 1945 |
2nd Parachute Brigade |
juli 1942 - december 1943 |
3rd Parachute Brigade |
7 november 1942 - april
1943 |
4th Parachute Brigade |
juni 1943 - oktober 1944 |
1st Airlanding Brigade |
10 oktober 1941 - 26
augustus
1945 |
Toegevoegde
eenheden: |
|
1st Polish Independent Parachute Brigade |
17 september 1944 - 25
september
1944 |
1st Wing, Glider Pilot
Regiment |
|
2nd Wing, Glider Pilot
Regiment |
|
Dutch Liaison Mission
(No.2
(Dutch) Troop, No.10 (Inter-Allied) Commando) |
17 september 1944 - 25
september
1944 |
No. 6080 Light Warning
Unit, RAF |
17 september 1944 - 25
september
1944 |
No. 6341 Light Warning
Unit, RAF |
17 september 1944 - 25
september
1944 |
US Air Support Signals
Team,
306th Fighter Control Squadron |
17 september 1944 - 25
september
1944 |
GHQ Signal Liaison
Regiment
Detachment 'Phantom' |
17 september 1944 - 25
september
1944 |
Jedburgh Team |
17 september 1944 - 25
september
1944 |
Public Relations Team |
17 september 1944 - 25
september
1944 |