De twee schepen uit de Renown-klasse, de HMS Renown en HMS Repulse, waren typische producten uit de Eerste Wereldoorlog. De luchtvaart stond nog in de kinderschoenen en de slagschepen werden nog steeds beschouwd als het belangrijkste marine wapen. Een afbesteld ontwerp voor drie verbeterde Revenge-klasse slagschepen werd gedurende de Eerste Wereldoorlog omgezet in twee schepen van een nieuw type, de Renown-klasse Slagkruiser.
Naam: |
Gegevens: |
HMS Repulse (34) |
25 januari 1915: kiellegging 8 januari 1916: tewatergelaten 18 augustus 1916: in dienst gesteld 10 december 1941: gezonken na bombardement |
HMS Renown (72) |
25 januari 1915: kiellegging 4 maart 1916: tewatergelaten 20 september 1916: in dienst gesteld 3 augustus 1948: gesloopt |
Volgens het 1914 bouwprogramma voor de Royal Navy, zouden er dat jaar drie schepen worden gebouwd in de Revenge-klasse slagschepen. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd de bouw van deze schepen echter vertraagd en enkelen (HMS Renown n HMS Repulse) zelfs afgezegd ten behoeve van op dat moment noodzakelijker schepen. De First Sea Lord, Admiral Lord Fisher, drong bij Winston Churchill aan de twee gecancelde schepen te mogen af laten bouwen als slagkruisers. Het zouden echter de ervaringen van enkele zeeslagen zijn die het tij deden keren ten voordele van het type slagkruiser. Men begon het nut in te zien van schepen met een slagkracht van een slagschip maar met de snelheid van een kruiser, de Slagkruiser. Nog voordat 1914 voorbij was, lagen de eerste ontwerpen al klaar en konden de bestellingen worden geplaatst. Met gebruik van de al voor de afbestelde slagschepen bestelde materialen, kon begin 1915 met de bouw worden aangevangen. Zo werd de kiel gelegd in januari 1915, terwijl de definitieve contracten pas in maart gereed waren.[1][2]
De specificaties bleven, hoewel moderner dan vele andere schepen, gebaseerd op verouderde tactieken. Met de mogelijkheid van vliegtuigaanvallen werd nog nauwelijks rekening gehouden. Hierdoor was de bepantsering van de romp en de dekken nog niet echt op de toekomst voorbereid. Beide schepen zouden dan ook in de loop der jaren diverse verbouwingen ondergaan. Met een lengte van 242 meter, breedte van 27,5 meter en diepgang van ruim 9 meter, kregen de schepen een standaard waterverplaatsing van 27.320 lt. De aandrijving vond plaats door twee gepaarde sets van Brown-Curtis stoomturbines, aangedreven door 42 Babcock & Wilcox boilers in zes kamers. Hiermee kon een vermogen van 112.000 shp, 84.000 kW worden bereikt.[3] Op dat moment werden zij hiermee met hun 32,5 knopen de snelste grote schepen van de Royal Navy.[4] De bewapening bestond uit zes stuks 381 mm/42 kaliber BL Mk I geschut in drie dubbele geschutstorens, een A, B en Y toren. Zeventien stuks 102 mm/45 kaliber BL Mk IX geschut in vijf drieloops en twee enkelloops opstellingen vormden de secundaire bewapening. Het luchtafweergeschut was met twee stuks 76 mm geschut minimaal. De bewapening werd gecomplementeerd met twee, onder de waterlinie aangebrachte, 533 mm torpedolanceerbuizen.[5][6][7]
Zowel de HMS Renown als de HMS Repulse waren ingericht om als vlaggenschip dienst te doen. Beide waren oorspronkelijk uitgerust met twee verkenningsvliegtuigen welke vanaf een katapult, op één van de geschutstorens, konden worden gelanceerd. Gedurende hun loopbaan zou met name het luchtafweer van beide schepen aanzienlijk worden uitgebreid, evenals de bepantsering van met name oppervlakten die gevoelig waren voor luchtbombardementen.
Hoewel bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog al bijna 25 jaar oud, werden beide schepen nog zeer waardevol geacht. De combinatie van de zware bewapening, passend bij een slagschip en de hoge snelheid, passend bij een kruiser, maakten het tot uitermate geschikte escorteschepen van onder andere slagschepen en vliegdekschepen. HMS Repulse ging tijdens de openingsfase van de strijd in het Verre Oosten al verloren tijdens een luchtbombardement. HMS Renown overleefde de oorlog en werd in 1948 gesloopt.
Klasse: | Renown-klasse |
Aantal in klasse: |
2 |
Land: |
Groot-Brittannië |
Type: |
Slagkruisers |
Waterverplaatsing: |
Standaard: 27.200 BRT Maximaal: 36.800 BRT |
Lengte: |
228,70 meter |
Breedte: |
27,50 meter |
Diepgang: |
8,20 meter |
Aandrijving: |
2 stoomturbines 42 boilers 4 schachten Dieselmotoren: 112.000 pk |
Snelheid: |
31,5 knopen |
Bereik: |
7.400 km bij 18 knopen |
Bepantsering: |
Romp: 76 - 152 mm Dek: 25 - 64 mm Geschutstorens: 178 - 229 mm |
Bewapening: |
6x 15"/42 Mk I (3x2) (380 mm), 2
voor en 1 achter 5x 3, 2x1 BL 102 mm Mk IX geschut 2x 76 mm luchtafweergeschu 2x 533 mm torpedolanceerbuizen onder water |
Bemanning: |
953 - 1223 |