Kort daarna besloot de Sovjet-legerleiding om de overgebleven Polen in Sovjet-gecontroleerde legereenheden te voegen. Dit plan zou uitgevoerd moeten worden door de Vereniging van Poolse Patriotten, communistische Polen die de kant van de Sovjet-Unie hadden gekozen. De 1e Poolse Infanteriedivisie “ Tadeusz Kościuszko” was de eerste legerformatie die voortkwam uit dit plan en werd in mei 1943 gevormd. De Poolse kolonel (en tevens deserteur uit het ‘Anders Leger’) Zygmunt Berling werd aangesteld als divisiecommandant. Binnen drie weken hadden 6.200 Polen zich aangemeld. Deze Poolse ‘vrijwilligers’ meldden zich vooral aan omdat de overlevingskans aan het front hoger was dan in de gevangenissen en de goelag. Velen van hen waren afkomstig uit de Siberische strafkampen, zoals het onderstaande tabel laat zien:
Gebied | Aantal |
Chelabinsk: | 1094 |
Nowosybirsk: | 684 |
Omsk: | 364 |
Archangielsk: | 178 |
Totaal: | 2.320 |
Op 10 augustus 1943 werd door de Sovjet-Unie toestemming verleend voor de uitbreiding van de 1e Poolse Infanteriedivisie “ Tadeusz Kościuszko” naar korpsgrootte (het 1e Poolse Korps). Kolonel Zygmunt Berling werd op diezelfde dag op bevel van Stalin gepromoveerd tot generaal en kreeg de leiding over het gehele korps. De volgende militaire eenheden werden onder het korps geschaard:
- Twee infanteriedivisies (met een derde in de maak). | |
- Eén artilleriebrigade. | |
- Eén gemechaniseerde brigade. | |
- Eén ondersteuningsregiment. | |
- Eén luchtregiment. | |
- Vier onafhankelijke bataljons. | |
- Overige formaties met een ondersteunende rol. |
In het kader van de oprichting van het 1e Poolse Korps werd een Poolse officiersschool geopend en ook werden Poolse afdelingen (elk bestaand uit vijftig kadetten) gevestigd in de 3e Gepantserde Saratov School en de Ordzhonikidze Automobiel School. Het 1e Poolse Korps kreeg haar vuurdoop in 1943, tijdens de slag om Lenino. Deze slag mondde uit in een ramp en resulteerde bovendien in zware verliezen door het gebrek aan goede training, materiaal en goede legerleiding. In december dat jaar werd een derde infanteriedivisie toegevoegd aan het korps en ook werd de artillerie gereorganiseerd. Het 1e Poolse Korps had in december de beschikking over 32.400 manschappen.
In januari 1944 telde het 1e Poolse Korps 32.400 manschappen en in maart van dat jaar was dit aantal uitgegroeid tot 40.262. Op 13 maart 1944 gaf Stalin toestemming om het korps tot een volwaardig leger uit te breiden. Vanaf 31 januari 1944 verzamelde een reserveregiment nieuwe Poolse ‘rekruten’ in Sum (de Oekraďne). De basis van dit regiment werd vanaf maart 1944 gebruikt als centrum voor de oprichting van het toekomstige Eerste Poolse Leger (1 Armia Wojska Polskiego).
Het volgende tabel geeft een weergave van de troepensterkte van het Eerste Poolse Leger tussen maart en april 1944:
Onderdeel | Manschappen |
Reguliere Poolse Strijdkrachten: | 78.000 |
Poolse Legerformatiecentrum in Sum: | 27.300 |
Poolse Partizanencommando: | 2.500 |
Totaal: | 107.800 |
Het 1e Poolse Korps werd op 29 juli 1944 volledig gereorganiseerd tot het nieuwgevormde Eerste Poolse Leger. De Poolse generaal Zygmunt Berling (voorheen bevelhebber van het 1e Poolse Korps) werd aangesteld als bevelhebber van dit leger. Het Eerste Poolse Leger werd gevormd uit Poolse vrijwilligers en Sovjets met een Poolse achtergrond. De Poolse vrijwilligers waren in eerste instantie naar de Sovjet-Unie gedeporteerd na de Sovjet-invasie van Polen in 1939. Het volgende schema geeft een weergave van de verhouding tussen Poolse manschappen en degenen met een Sovjet-achtergrond binnen het Eerste Poolse Leger in 1944:
Nationaliteit | Lage officieren/ technische specialisten | Hoge officieren |
Pools: | 61% | 25% |
Sovjet: | 39% | 75% |
Het Eerste Poolse Leger bestond in eind juli 1944 uit 111.592 manschappen, bewapend met 1588 artilleriestukken, mortieren en 182 pantservoertuigen/tanks.
Het Eerste Poolse Leger werd kort na haar oprichting ondergebracht bij het Sovjet 8e Gardeleger van het 1e Wit-Russische Front en kwam voor het eerst in actie in de zomer van 1944, tijdens het zogenaamde Lvov-Sandomierz offensief. Poolse artillerie-eenheden met een sterkte van 7000 manschappen en 260 artillerie- en mortierstukken ondersteunde de Sovjet 312e Infanteriedivisie in haar aanval nabij Turin. De Bug-rivier werd op 20 juli 1944 bereikt, na drie dagen van hevige strijd. De Poolse artillerie verloor in de gevechten om deze rivier 47 manschappen. Op 21 juli 1944 werd het Eerste Poolse Leger samengevoegd met het Poolse communistische Partizanencommando. Het volgende schema geeft een overzicht van de sterkte van het Eerste Poolse Leger op 22 juli 1944:
Manschappen | 100.000 |
Geweren en machinepistolen: | 61.626 |
Machinegeweren en anti-tankgeweren (PTR): | 3.714 |
Artilleriestukken en mortieren: | 1.513 |
Tanks, gemechaniseerd geschut en pantserwagens | 217 |
Auto's: | 3.011 |
Vrachtwagens: | 219 |
Motorfietsen: | 171 |
Vliegtuigen: | 66 |
Radiozenders: | 779 |
Op 26 juli 1944 werd het 1e Poolse Pantserdivisiekorps opgericht ter versterking van het Eerste Poolse Leger. Op diezelfde dag was het Leger betrokken bij gevechten om de Vistula-rivier bij de dorpen Deblin en Pulawy. Haar voornamelijk taak was om het bruggenhoofd op de oostelijke oever te verdedigen. Vanaf 1 augustus tot 12 september 1944 was het Eerste Poolse Leger betrokken bij zware gevechten om het Magnuszewski-bruggenhoofd.
Op 15 augustus 1944 vaardigde het Pools Comité van Nationale Bevrijding een decreet uit ter verlaging van de leeftijd van dienstplichten van 23 naar 20 jaar en om bovendien alle officieren en militaire deskundigen dienstplichtig te maken. Als gevolg hiervan kregen de Sovjet-Poolse legers aan het Oostfront in de navolgende maanden ongeveer 100.000 nieuwe rekruten uit het bevrijde gedeelte van Polen en enkele tienduizenden uit de Sovjet-Unie. Het was echter wel zo dat ongeveer 40% van de officieren en onderofficieren in het Eerste Poolse Leger de Sovjet-nationaliteit hadden. Eind oktober 1944 dienden maar liefst 11.513 Sovjet-officieren in het Eerste Poolse Leger.
Op 14 september 1944 bevrijdde het Eerste Poolse Leger de Warschause voorstad Praga, gelegen op de rechteroever van de Vistula. Tijdens de gevechten om de voorstad verloor het Leger 1792 soldaten, waarvan 310 doden en vermisten. Aan Duitse kant sneuvelden ongeveer 2000 soldaten en werden er 106 gevangengenomen.
In de Poolse hoofdstad was inmiddels een grootschalige opstand georganiseerd door de Armia Krajowa (Poolse Thuisleger) en als reactie daarop waren de Duitsers een nietsontziende strijd in de binnenstad en de westelijke buitenwijken begonnen om met harde hand het verzet de kop in te drukken. Tussen 18 september en oktober 1944 probeerde het Eerste Poolse Leger de Vistula over te steken maar stuitte keer op keer op goed georganiseerd en hevig verzet van de Duitsers die zich aan de andere kant van de rivier hadden ingegraven. De verliezen van het Eerste Poolse Leger in deze periode waren hoog: 4.830 manschappen. Op 5 oktober 1944 werd generaal Zygmunt Berling als bevelhebber van het Eerste Poolse Leger vervangen door de Sovjet kolonel-generaal Vladislav V. Korchits. Hij werd op zijn beurt op 1 januari 1945 weer vervangen door de Sovjet-Poolse legergeneraal Stanislav Poplavsky, die tot de ontbinding van dit leger bevelhebber bleef.
- Het hoofdgedeelte van leger stak de Vistula over ten zuiden van Warschau. | |
- De 2e Infanteriedivisie viel Warschau vanuit het noorden aan. | |
- De 6e Infanteriedivisie stak de Vistula over vanaf Praga met ondersteuning van de Sovjet 31e Onafhankelijke Divisie van Pantsertreinen. |
Warschau zelf werd verdedigd door de Duitse 9.Armee, dat uit voorzorg een groot deel van haar troepen uit de stad had teruggetrokken. Op 17 januari 1945 was Warschau bevrijd na dagen van hevige strijd. Direct na de bevrijding begonnen de genietroepen van het Eerste Poolse Leger met de ontmijning van de stad en de bouw van een pontonbrug over de Vistula. Op 19 januari werd in de verwoeste binnenstad van Warschau een parade ter viering van de bevrijding door troepen van het Eerste Poolse Leger gehouden.
Na de bevrijding van Warschau rukte het Eerste Poolse Leger op 19 januari 1945 op richting Bydgoszcz, dat op 28 januari bevrijd werd. Vervolgens werd het leger in twee aanvalsgroepen gesplitst. Eén deel van het leger trok door Pommeren en was betrokken bij de doorbraak van de Duitse verdedigingslinie Pommernstellung in februari 1945. Tijdens de gevechten om deze verdedigingslinie lanceerde de 1e Cavaleriebrigade “Warszawa” de allerlaatste charge van de Poolse cavalerie uit de geschiedenis. De Poolse 4e en 6e Infanteriedivisies waren betrokken bij de zwaarste gevechten om de Pommernstellung. Op 2 februari 1945, begingen de soldaten van de Kampfgruppe “Elster” (dat onderdeel was van de Letse 15. Waffen-Grenadier-Division der SS) samen met Nederlandse troepen van de 48.SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Regiment “General Seyffardt” een oorlogsmisdaad, door bij het dorp Flederborn (Podgaje) 48 gevangengenomen Poolse soldaten van het 4e Compagnie (3e Infanterieregiment – 1e Infanteriedivisie) levend te verbranden in een schuur. Het volgende schema geeft een overzicht van de verliezen van het Eerste Poolse Leger tijdens de gevechten om de Pommernstellung:
Gesneuveld: | 1.780 |
Vermist: | 1.055 |
Gewond: | 2.767 |
Totaal: | 5.602 |
De volgende twee schema’s geven een overzicht van de (materiele) sterkte van het Eerste Poolse Leger op 31 januari 1945:
Manschappen:
Officieren: | 9.316 |
Onderofficieren: | 22.548 |
Adjudant-officieren: | 1.141 |
Soldaten: | 67.787 |
Totaal: | 90.787 |
Materiaal:
Artilleriestukken: | 789 |
Mortieren: | 696 |
Tanks: | 76 |
Gemechaniseerd Geschut: | 74 |
Vlammenwerpers: | 572 |
Auto's & vrachtwagens: | 3.172 |
Tractors: | 457 |
Motorfietsen: | 143 |
Paarden: | 6.957 |
Na de doorbraak van de Pommernstellung lag de weg open naar de belangrijke haven- en vestingstad Kołobrzeg (Festung Kolberg), dat verdedigd werd door een Duits garnizoen van meer dan 10.000 manschappen. Op 7 maart 1945 bereikte het Eerste Poolse Leger (dat de beschikking had over een Sovjet gemechaniseerde artillerieregiment) deze inmiddels belegerde stad en aan het einde van de dag was de 6e Poolse Infanteriedivisie tot diep in de zuidelijke buitenwijken binnengedrongen. Op 8 maart 1945 werd de omsingeling van Kołobrzeg afgerond door de 3e Poolse Infanteriedivisie. Op 12 maart 1945 werd de buitenste verdedigingslinie van de havenstad doorbroken en van 12 tot 17 maart 1945 werd er zwaar gevochten om de tweede verdedigingslinie. Op 14 maart, om half vier in de middag, eisten de Polen de capitulatie van het Duitse garnizoen, maar een antwoord van Duitse zijde bleef uit. Het Eerste Poolse Leger viel in de nacht van 17 op 18 maart 1945 de derde en laatste verdedigingslinie aan. In de ochtend van 18 maart 1945 viel de vestingstad en 8.000 Duitse soldaten en officieren werden krijgsgevangenen gemaakt. Ongeveer 1.300 Polen sneuvelden tijdens de gevechten om deze stad en 2.652 raakten gewond.
Het Eerste Poolse Leger veroverde in maart 1945 ook een andere belangrijke havenstad, namelijk Gdańsk en ook het stadsdistrict Kępa Oksywska van Gdynia werd bevrijd door de Poolse 1e Gemechaniseerde Brigade. Tevens was het Eerste Poolse Leger betrokken bij de vernietiging van de Duitse X S.S. Korps.
Het Eerste Poolse Leger staakte haar opmars in Szczecin om te hergroeperen vanwege de grote verliezen die het geleden had tijdens de gevechten om Pommeren en Gdańsk, namelijk 5.400 gesneuvelden en 2.800 vermisten. Het volgende schema geeft een weergave van de verliezen van het Eerste Poolse Leger tijdens de bevrijding van Polen (juli 1944 – maart 1945):
Gesneuveld: | 10.000 |
Vermist: | 6.000 |
Gewond: | 27.000 |
Totaal: | 43.000 |
Gesneuveld: | 10 |
Vermist: | 1 |
Gewond: | 43 |
Andere reden: | 228 |
Totaal: | 282 |
Vlak voor het offensief telde het Eerste Poolse Leger 78.556 manschappen. Het Eerste en Tweede Poolse Leger leverden samen ongeveer 10% van het totaal aantal manschappen voor het offensief tegen Berlijn. Het Eerste Poolse Leger zelf maakte 7,5% uit van het 980.000 man sterke 1e Wit-Russische Front.
Op 16 april 1945 werd het Berlijn-offensief gelanceerd en trok het Eerste Poolse Leger de Oder over. De eerste Poolse aanvalsgolf bestond uit de 1e Infanteriedivisie en elementen van de 2e Infanteriedivisie, die tussen Stara Rudnica en Stare Łysogórk aanvielen. De tweede Poolse aangolf bestond uit de 4e Infanteriedivisie en 6e Infanteriedivisie. De achterhoede werd gevormd door de 1e “Warszawa” Cavaleriebrigade. Op 19 april 1945 stortte het Oderfront in en begon het Duitse leger met het terugtrekken van haar eenheden richting Berlijn. Het Eerste Poolse Leger trok diezelfde dag nog richting Oranienburg en Berlijn om de achtervolging in te zetten. Het volgende schema geeft een weergave van de verliezen van het Eerste Poolse Leger tijdens de strijd om de Oder, tussen 16 en 19 april 1945:
Gesneuveld: | 644 |
Vermist: | 304 |
Gewond: | 2.163 |
Gevangengenomen: | 10 |
Totaal: | 3.121 |
Tussen 20 en 23 april 1945 vocht het Eerste Poolse Leger in Oost-Brandenburg en achtervolgde het Duitse S.S.-Korps "Oder". Op 21 april 1945 brak de rechtervleugel van het Eerste Poolse Leger door een Duitse verdedigingslinie bij Trampe en op de linkerflank bereikte de 4e Poolse Infanteriedivisie de Berlijnse voorstad Bernau bei Berlin. Door de vertraging die het Sovjet 61e Leger opliep in deze fase was er een gat ontstaan tussen de 4e Poolse Infanteriedivisie en andere Poolse divisies. Bevelhebber Poplavsky gooide daarom de 1e Poolse Cavaleriebrigade en de 6e Poolse Infanteriedivisie in de strijd om dit gat te dichten. In de avond van 22 april 1945 bereikte de voorhoede van het Eerste Poolse Leger het Hohenzollern-kanaal, dat door Waffen-SS troepen verdedigd werd. Na zware strijd werd ook dit kanaal overgestoken. Op 24 april 1945 veroverde het Eerste Poolse Leger Bernau bei Berlin, Sandhausen, het Ruppiner-kanaal, Kremmen, Flatow, Paaren, en Nauen. De volgende dag drongen Sovjettroepen Potsdam binnen en voltooiden zodoende de omsingeling van Berlijn. De reden van de snelle Poolse opmars tijdens het offensief is te danken aan de succesvolle tactische bijdrage van het Sovjet 47e Leger. Het volgende schema geeft een weergave van de sterkte van het Eerste Poolse Leger in april 1945, tijdens de gevechten in de provincie Brandenburg:
Manschappen | 77.293 |
Geweren: | 28.928 |
Machinepistolen: | 15.592 |
Machinegeweren: | 2.265 |
Artilleriestukken en mortieren | 1.326 |
Tanks & gemechaniseerd geschut: | 88 |
Pantserwagens: | 30 |
Auto's & tractors: | 10.980 |
Het volgende schema geeft een overzicht van de verliezen van het Eerste Poolse Leger tussen 20 en 24 april 1945:
Gesneuveld: | 975 |
Vermist: | 346 |
Gewond: | 2.784 |
Gevangengenomen: | 29 |
Totaal: | 4.134 |
Op 25 april 1945 lanceerde de Duitse Armeegruppe “Steiner” vanuit Forst Ruthnick een tegenoffensief om de omsingeling van Berlijn te doorbreken en drong met hulp van artillerie- en luchtondersteuning drie kilometer diep door in de verdedigingssector van de 2e Poolse Infanteriedivisie. De gevechten tussen deze Duitse legergroep en de Poolse infanteriedivisie duurden tot 27 april 1945, toen uiteindelijk met hulp van een tegenaanval van een Poolse infanterieregiment het gat in de verdediging werd gedicht. Na het afslaan van deze tegenaanval trokken de 3e, 4e en 6e Poolse Infanteriedivisies richting de Elbe. Op 30 april 1945 braken zij door de Duitse verdediging van het Linum-Braedikow gebied en het Havellendischer Grosser Haupt Kanal.
Ondertussen had maarschalk Michał Rola-Żymierski, opperbevelhebber van de Poolse Troepen in het Oosten (Ludowe Wojsko Polskie), een verzoek ingediend bij Zhukov om het Eerste Poolse Leger te betrekken in de slag om Berlijn. Zhukov op zijn beurt verwittigde Stalin, die daarmee instemde en toestemming gaf voor de overplaatsing van de 1e Poolse Infanteriedivisie naar Berlijn. Op 30 april 1945, om 7 uur in de ochtend arriveerde deze divisie in Berlijn en nam meteen deel aan de straatgevechten.
De eerste Poolse eenheid die deelnam aan de slag om de stad Berlijn was het 6e Pontonbrugbataljon, gevolgd door de 2e Houwitser Artilleriebrigade en de 1e Mortierbrigade. In totaal waren 12.700 Poolse soldaten betrokken in de slag om Berlijn. Elementen van de 1e Infanteriedivisie, ondersteund door de 2e Houwitser Artilleriebrigade en de 1e Onafhankelijke Mortierbrigade waren in het bijzonder verwikkeld in zware gevechten om de Technische Universiteit, de Reichskanzlei, de Reichstag en de zuidwestelijke zijde van Tiergarten, vlakbij de dierentuin.
Op 1 mei 1945 telde het Eerste Poolse Leger 74.530 manschappen. Op diezelfde dag werd de Brandenburg Tor in Berlijn veroverd door Poolse troepen en namen elementen van het Eerste Poolse Leger die niet verwikkeld waren in de strijd om Berlijn het dorp Friesack nabij de Elbe in. Op 2 mei hesen Poolse soldaten van het 1e Lichte Artillerieregiment de Poolse vlag bovenop de Siegessäule in het Tiergarten park. Op 3 mei 1945 bereikte het 14e Poolse Infanterieregiment de Elbe tussen Schönefeld-Stendal en maakte daar contact met de 9th U.S. Army. Op 6 mei 1945 veroverde de 4e Poolse Infanteriedivisie Klietz.
De Poolse troepen die betrokken waren bij de slag om Berlijn veroverden aanzienlijke delen van de stad, zeven industriële complexen, vier metrostations en een groot deel van de polytechnische campus. Ook waren zij verantwoordelijk voor de gevangenname van 2.550 Duitse soldaten. De in Berlijn gesneuvelde Poolse soldaten werden begraven in het Volkspark Friedrichshain.
Het volgende schema geeft een overzicht van de verliezen van het Eerste Poolse Leger tussen 16 april en 6 mei 1945:
Gesneuveld: | 2.310 |
Vermist: | 967 |
Gewond: | 6.992 |
Gevangengenomen: | 116 |
Totaal: | 10.385 |
Het Eerste Poolse Leger werd op 22 augustus 1945 ontheven van haar taken en haar eenheden werden ondergebracht in het Poolse Volksleger van de nieuw gevormde Volksrepubliek Polen. Het volgende overzicht geeft een weergave van de verliezen van het Eerste Poolse Leger tussen 1944 en 1945:
Gesneuveld: | 12.320 |
Vermist: | 6.968 |
Gewond: | 34.035 |
Andere reden (Gevangengenomen,ziekte & ongelukken): | ? |
Totaal: | 53.323+ |
1e Poolse Leger | |
Commandant: | Divisiegeneraal Stanislav Poplavsky |
- 1e Infanteriedivisie "Tadeusz Kosciuszko" |
1e Infanterieregiment 2e Infanterieregiment 3e Infanterieregiment 1e Lichte Artillerieregiment Ondersteundende eenheden |
- 2e Infanteriedivisie "Jan Henryk Dabrowski" |
4e Infanterieregiment 5e Infanterieregiment "Kolobrzeg" 6e Infanterieregiment 2e Lichte Artillerieregiment Ondersteunenden eenheden |
- 3e Infanteriedivisie "Romuald Traugutt" |
7e Infanterieregiment "Kolobrzeg" 8e Infanterieregiment "Bydgoszcz" 9e Infanterieregiment "Zaodrze" 5e Lichte Artillerieregiment Ondersteunenden eenheden |
- 4e Infanteriedivisie "Jan Kilinski" |
10e Infanterieregiment 11e Infanterieregiment 12e Infanterieregiment "Bydgoszcz" 6e Lichte Artillerieregiment Ondersteunenden eenheden |
- 6e Infanteriedivisie |
14e Infanterieregiment "Bydgoszcz" 16e Infanterieregiment "Bydgoszcz" 18e Infanterieregiment "Bydgoszcz" 23e Lichte Artillerieregiment "Bydgoszcz" Ondersteunenden eenheden |
- 1e Gemechaniseerde Brigade "Bohaterów Westerplatte" |
1e Tankbataljon 2e Tankbataljon 3e Tankbataljon Ondersteunenden eenheden |
- 1e Cavalerybrigade "Warszawa" |
2e Regiment Ulanen 3e Regiment Ulanen 4e Gemechaniseerde Artillrie Ondersteunenden eenheden |
- 1e Leger Artilleriebrigade "Józef Bem" |
1e Artilleriedivisie Ondersteunenden eenheden |
- 2e Houwitser Artilleriebrigade |
7e Houwitser Artillerieregiment 8e Houwitser Artillerieregiment 9e Houwitser Artillerieregiment |
- 3e Houwitser Artilleriebrigade "Warszawa" |
10e Houwitser Artillerieregiment 11e Houwitser Artillerieregiment 12e Houwitser Artillerieregiment |
- 5e Zware Artilleriebrigade |
1e Artillerie 2e Artillerie 3e Artillerie |
- 1e Luchtafweerdivisie |
15e Lichte Artillerieregiment 16e Artillerieregiment 17e Artillerieregiment 18e Middelzware Artillerieregiment Ondersteunende Eenheden |
- 4e Anti-tank Artilleriebrigade |
4e Anti-tank Artillerieregiment 19e Anti-tank Artillerieregiment 20e Anti-tank Artillerieregiment |
- 1e Sappeurbrigade "Warszawa" |
8e Sappeurbataljon "Kolobrzeg" 9e Sappeurbataljon "Kolobrzeg" Ondersteunende eenheden |
- 2e Sappeurbrigade "Warszawa" | Ondersteunende eenheden |
- 1e Mortierbrigade (opperbevel reserve) | Ondersteunende eenheden |
13 maart 1944: | Stalin geeft toestemming om het 1e Poolse Korps uit te breiden naar legersterkte (Eerste Poolse Leger). |
Maart-juli 1944: | Vorming Eerste Poolse Leger. |
Juli 1944: | Het Eerste Poolse Leger wordt voor het eerst in de strijd geworpen aan de vooroorlogse grens van Polen. |
20 juli 1944: | Het Eerste Poolse Leger bereikt de Bug. |
21 juli 1944: | Eerste Poolse Leger verenigd met het Poolse communistische Partizanencomando. |
26 juli 1944: | |
29 juli 1944: | Het 1e Poolse Korps volledig gereorganiseerd in het nieuwgevormde Eerste Poolse Leger. |
1 augustus - 12 september 1944: | Zware gevechten om het Magnuszewski-bruggenhoofd |
14 september 1944: | Praga, een voorstad van Warschau wordt bevrijd door het Eerste Poolse Leger. |
18 september - oktober 1944: | Pogingen van het Eerste Poolse Leger om de Vistula over te steken mislukken. |
5 oktober 1944: | Generaal Zygmunt Berling vervangen als bevelhebber van het Eerste Poolse Leger door de Sovjet kolonel-generaal Vladislav V. Korchits. |
1 januari 1945: | Kolonel-generaal Vladislav Korchits vervangen als bevelhebber van het Eerste Poolse Leger door de Sovjet-Poolse legergeneraal Stanislav Poplavsky. |
4-17 januari 1945: | Strijd om Warschau. |
17 januari 1945: | Warschau bevrijd door Sovjettroepen en het Eerste Poolse Leger. |
28 januari 1945: | Het Eerste Poolse Leger en Sovjettroepen veroveren Bydgoszcz. |
5-20 februari 1945: | Strijd om de Pommernstellung. |
7 maart 1945: | Het Eerste Poolse Leger bereikt Kołobrzeg (Festung Kolberg). |
18 maart 1945: | Het Eerste Poolse Leger en Sovjettroepen veroveren Kołobrzeg. |
28 maart 1945: | Het Eerste Poolse Leger en Sovjettroepen veroveren Gdańsk (Danzig). |
13 april 1945: | Het Eerste Poolse Leger bereikt Stare Łysogórki en graaft zich in ter voorbereiding van het Berlijn-offensief. |
16 april 1945: | Het Eerste Poolse Leger steekt de Oder over. |
16-19 april 1945: | Het Eerste Poolse Leger is verwikkeld in gevechten om het Odergebied. |
21 april 1945: | |
22 april 1945: | Het Eerste Poolse Leger steekt de Hohenzollern- kanaal over. |
24 april 1945: | Bernau bei Berlin, Sandhausen, het Ruppiner-kanaal, Kremmen, Flatow, Paaren, en Nauen veroverd. |
25-27 april 1945: | Zware gevechten tussen Armeegruppe “Steiner” en de 2e Poolse Infanteriedivise. |
30 april 1945: | De eerste Poolse soldaten arriveren in Berlijn en worden direct in de strijd geworpen. |
2 mei 1945: | Berlijn valt. |
3 mei 1945: | Het Eerste Poolse Leger bereikt de Elbe en maakt contact met de 9th. U.S. Army. |
6 mei 1945: | Klietz veroverd (laatste wapenfeit van het Eerste Poolse Leger). |
29 mei 1945: | Het Eerste Poolse Leger behoort officieel bij het geallieerde bezettingsleger van Oost-Duitsland. |
22 augustus 1945: | Het Eerste Poolse Leger wordt ontbonden. |