Brian Horrocks werd op 7 september 1895 in Ranikhet, India geboren. Hij was de zoon van Sir William Horrocks, een arts in het Royal Army Medical Corps. Brian Horrocks volgde het onderwijs op een kostschool in Engeland en kwam in 1913 bij het Royal Military College in Sandhurst terecht. Hij was niet bepaald een veelbelovende student en zou zelfs geen aanstelling krijgen als hij niet snel zijn prestaties zou verbeteren. In augustus 1914, bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, werd hij vanuit Sandhurst aangesteld bij het Middlesex Regiment. In oktober raakte hij in België bij Ieper gewond en werd hij gevangengenomen. Ondanks een aantal mislukte ontsnappingspogingen verbleef hij de rest van de oorlog (1914-1918) in gevangenschap.
Toen Horrocks weer terug was in Engeland had hij moeite om zich aan te passen en te wennen aan de vredesomstandigheden. Hij leefde een tijdje als een echte hedonist waardoor hij een schuldenlast opbouwde. Desondanks vond hij ook weer gauw een gelegenheid om terug te keren in actieve dienst.
In april 1919 belandde hij in Vladivostok, een stad in het uiterste oosten van Rusland, aan de Japanse Zee. Als onderdeel van een Britse missie vocht hij mee in de Russische burgeroorlog met de Witte Legers tegen de bolsjewieken. Hij verdiende daar het Military Cross (MC), maar werd ook weer gevangen genomen door het Rode Leger. Tijdens zijn tien maanden durende gevangenschap in ontstellende omstandigheden werd hij meerdere keren ernstig ziek. Na zijn vrijlating herstelde zijn gezondheid weer voldoende en besloot hij, nadat zijn actieve dienst erop zat, zijn tijd te besteden aan de moderne vijfkamp. Hij won het Britse kampioenschap en vertegenwoordigde zijn land in 1924 bij de Olympische Spelen in Parijs.
In de vijftien jaar dat Horrocks kapitein was, brachten zijn verplichtingen aan het regiment hem onder andere naar Duitsland (Silezië) en Wormwood Scrubs. In 1927 werd hij adjudant van het 9th Batallion Middlesex Regiment of the Territorial Army. Voordat hij Brigade Major werd van de 5th Infantry Brigade in Aldershot, volgde hij van 1931 tot 1932 een cursus aan het stafcollege van Camberley waarna hij twee jaar lang verbonden was aan de staf op het Ministerie van Oorlog. In 1938 keerde hij terug naar Camberley en werd hij staflid. Hij moest onderzoeken hoe men zich op een oorlog diende voor te bereiden en organiseerde korte cursussen voor toekomstige stafofficieren van de Territorial Army.
Toen Duitsland de aanval in het westen begon werd Horrocks naar Frankrijk gestuurd en hij belast met de leiding van het 2nd Batallion Middlesex Regiment dat weer deel uitmaakte van General Bernard Montgomery’s 3rd Division. In juli 1940, toen Horrocks nog steeds in Frankrijk zat, werd hij gepromoveerd tot Brigadier en kreeg hij de leiding over de 11th Brigade.. Horrocks was goed voor de dag gekomen tijdens de terugtocht van de Britten naar Duinkerken, maar wat nog belangrijker voor hem was, was dat hij het zo goed gedaan had onder toezicht van twee personen die de meest krachtige figuren zouden worden van het Britse leger in de oorlog: Alan Brooke, die het bevel voerde over het 11th Corps, en Bernard Montgomery, de bevelhebber van zijn divisie. Het zou echter meer dan twee jaar duren voordat Horrocks weer een schot zou horen.
In januari 1941 werd Horrocks Brigadier General Staff Eastern Command en in juni 1941 promoveerde hij tot Major General en werd hij aangesteld als commandant van de 44th (Home Counties) Division. Hij was er goed in zichzelf bemind maken bij zijn meerdere. Hij was helder, opgewekt en gretig, deed wat hem gezegd werd, zeurde niet en nam nooit een houding aan die het intellect van de ander uitdaagde.
In maart 1942 kreeg Horrocks het bevel over de nieuw geformeerde 9th Armoured Division. Tot op dat moment had Horrocks geen ervaring met het voeren van bevelen over tanks en de ervaring die hij opdeed, zou zijn waarde bewijzen bij zijn volgende aanstelling. In augustus 1942 werd Horrocks door Montgomery naar Noord-Afrika gehaald en kreeg hij het bevel over het Britse XIII Corps. Toen Horrocks in Noord-Afrika arriveerde kreeg hij tot taak om de verdedigingslinie op de heuvelrug bij Alam-el-Halfa te organiseren om aldaar de verwachte aanval van het Afrikakorps af te slaan. In zijn defensief plan liet hij onder andere zijn tanks ingraven rond de heuvelrug. Toen de Duitsers aanvielen waren zij niet in staat om hun 88mm kanonnen in te zetten tegen de Britse tanks en werden zij beschoten door de kannonen van de Britse 7th Armoured Division en gebombardeerd door de geallieerde woestijnluchtmacht. De luchtaanvallen, artilleriebeschietingen en een gebrek aan brandstof maakten het de Duitsers onmogelijk hun posities te verbeteren. Op 2 september 1942 was het voor Erwin Rommel duidelijk dat de aanval was mislukt. Hij gaf gedemoraliseerd zijn eenheden de opdracht zich georganiseerd terug te trekken. De Duitse verliezen waren hoog en Rommel kreeg zijn eerste harde les.
Na de slag bij Alam Halfa werd Horrocks het bevel aangeboden over het Britse X Corps. Hij weigerde het aanbod omdat hij Major General Herbert Lumsden een geschikter bevelhebber vond voor de rol die het X Corps moest spelen in de geplande slag. Horrocks behield de bevelvoering over het XIII Corps. Montgomery instrueerde Horrocks echter om zich geen tankverliezen te permitteren waardoor de rol van het XIII Corps in de offensieve plannen beperkt werd tot kleinschalige verrassingsaanvallen.
Nadat de gevechten bij El Alamein voorbij waren, werd Horrocks aangewezen tot commandant van het Britse X Corps. Tijdens operatie Pugilist, in zuidelijk Tunesië, voerde hij één van zijn meest succesvolle aanvallen uit van de oorlog. Montgomery had een aanval gepland op de Merethlinie die bestond uit twee assen, een frontale aanval op de Merethlinie en een 300 kilometer diepe zuidwaartse flankaanval. De frontale aanval liep al snel vast, waarna Montgomery besloot de zuidwaarts opgerukte eenheden te versterken. Lieutenant General Horrocks werd met zijn X Corps, inclusief de 1st Armoured Division naar de heuvels van Matmata gestuurd waar het de New Zealand 2nd Division van Lieutenant General Bernard C. Freyberg moest versterken. Inlichtingen van de Long Range Desert Group hadden Montgomery ingegeven dat de lijn daar kon worden overvleugeld. Op 27 maart brak men door de Tebagakloof waardoor de verdedigingslinie onhoudbaar werd en deze door de Asmogendheden moest worden opgegeven. Hiermee was er een linkse haak geslagen. De Astroepen van generaal Giovanni Messe konden aan een omsingeling ontsnappen omdat het X Corps nog werd opgehouden bij El Hamma. Uiteindelijk trokken zij zich 60 kilometer naar het noorden terug.
In de laatste fases van de campagne in Tunesië leende Horrocks zich in april 1943 uit als commandant van het British IX Corps van het Britse Eerste Leger onder Lieutenant General Sir Kenneth Anderson. Horrocks raakte in juni 1943 in Bizerta zwaar gewond toen hij onverwacht geraakt werd door een granaat van een eenzaam Duits vliegtuig.
In september 1943 vloog Horrocks samen met de Amerikaanse Lieutenant General Omar Bradley terug naar Engeland. Daar hielden de artsen hem voor dat hij nooit meer zijn manschappen zou kunnen leiden in het veld. Hij werd enigszins getroost door zijn benoeming in de Companion of the Order of the Bath (CB) en het ontvangen van de Distinguished Service Order (DSO) onderscheiding. Hoe het ook zij, het zou een jaar duren voordat hij weer opnieuw als commandant werd aangewezen. Als één van Montgomery‘s favorieten werd hij eind augustus 1944 aangewezen om de in ongenade gevallen Lieutenant General Gerard Corfield Bucknall van het Britse XXX Corps te vervangen. Als bevelhebber leidde hij het XXX Corps bij de gevechten in de ‘Falaise pocket’, waar de geallieerden het Duitse 7e Leger versloegen. Horrocks behield de leiding van het korps ten tijde van de opmars door België. Hij bevrijdde Brussel en was op een gegeven ogenblik in 6 dagen tijd 400 kilometer opgerukt. Horrocks opmars werd onderbroken toen hij de opdracht kreeg om de haven van Antwerpen te veroveren. Een beslissing waar hij na de oorlog spijt van had, want het zorgde ervoor dat de Duitse troepen de tijd kregen om zich te herstellen. Antwerpen was van vitaal belang voor de geallieerden omdat alle andere diepzeehavens aan de Franse kust in Duitse handen bleven tot mei 1945 en de aanvoerlijnen helemaal vanuit Normandië liepen. In september 1944 stond het XXX Corps, zonder dat men dat wist, tegenover slechts één enkele Duitse divisie, maar tegen de tijd dat men klaar was voor de aanval naar het noorden, hadden de Duitsers de 1. Fallschirm Armee van Generaloberst Kurt Student in stelling gebracht.
Half september werd het Britse XXX Corps naar het oosten geleid en kreeg de 1st Canadian Army de opdracht om de versterkte Duitse verdedigingslinie van Antwerpen aan beide oevers van de rivier de Schelde tot aan de Noordzee op te ruimen. Ondertussen bedacht General Montgomery in september operatie Market Garden, hetgeen de belangrijkste opdracht zou worden voor de Britse 21st Army Group. Het Britse XXX Corps onder Brian Horrocks zou de leidende rol op zich nemen in de aanval over het land. Operatie Garden moest de Britse 1st Airborne Division ontzetten bij Arnhem aan wie op hun beurt verteld was dat de aansluiting met het Britse XXX Corps binnen twee dagen tot stand gebracht zou worden. Toen de aanval begonnen was werden er door Heeresgruppe B onder bevel van Generalfeldmarschall Walter Model een aantal tegenaanvallen ingezet waardoor de eenheden van Horrocks in de verdediging werden gedwongen. Ook het terrein waarover Horrocks mannen moesten oprukken was niet geschikt voor hun missie. Vaak werden gehele divisies door ongeschikt terrein beperkt in hun opmars en moesten zij over één verhoogde verkeersweg hun vorderingen maken. Uiteindelijk faalde Horrocks in zijn aanval over de grond en wist hij geen contact te maken met de belegerde 1st Airborne Division in Arnhem. Hij werd echter niet persoonlijk verantwoordelijk gesteld voor het falen van zijn Corps.
Aan het eind van 1944 werd Horrocks met verplicht ziekteverlof naar huis gestuurd. In maart 1945 was hij weer terug en loodste hij zijn XXX Corps over de Rijn. Van daar braken zij verder door in Duitsland, veroverden ze Bremen en werden ze blootgesteld aan de gruwelen van het concentratiekamp Sandbostel.
In 1945 werd Horrocks geridderd en bleef hij in het leger. Van 1946 tot 1948 was hij General Officer Commanding Western Command en van 1948 tot 1949 General Officer Commanding-in-Chief British Army of the Rhine. In 1949 werd hij lichamelijk ongeschikt verklaard voor het leger wegens zijn slechte gezondheid hetgeen een gevolg was van zijn verwondingen die hij had opgelopen in Afrika. Na zijn ontslag werd hij benoemd tot Gentleman Usher of the Black Rod, een functie in het Britse Lagerhuis, en was hij van 1963 tot 1977 directeur van een bouwbedrijf. In de jaren zestig had hij ook een succesvolle carrière als presentator van een aantal televisieseries die de militaire geschiedenis behandelden. Horrocks gaf aan dit succes opvolging door een aantal boeken uit te geven over de geschiedenis van diverse regimenten van het Britse leger. Hij bleef de laatste jaren van zijn leven actief in zijn liefdadigheidswerk en kreeg in 1979 nog een zware klap te verduren toen zijn dochter en enig kind verdronk bij het zwemmen in de Theems. Sir Brian Gwynne Horrocks KCB, KBE, DSO, MC overleed op 4 januari 1985.