Titel: | Building Guderian's - Germany's Response to the Eastern Front Antitank Crisis, 1941-1945 |
Schrijver: | Chafian, S. |
Uitgever: | Createspace Independent Publishing Platform |
Uitgebracht: | 2004 |
Pagina's: | 94 |
Taal: | Engels |
ISBN: | 9781505408898 |
Omschrijving: | Het wetenschappelijke paper 'Building Guderian's Duck: Germany's Response to the Eastern Front Antitank Crisis, 1941-1945' werd geschreven door officier der marine Lt-Cmdr Scott M. Chafian, kwam uit in 2004 en werd in 2014 als boekje heruitgegeven door het U.S. Army Command and General Staff College. De publicatie telt 88 pagina's (2014) en gaat in op de vraag waarom de tankjager Jagdpanzer IV ontwikkeld werd en in hoeverre het voertuig een succesvol ontwerp was. Ook komen ontwikkelingen wat betreft antitankkanonnen van Hitler-Duitsland in 1940 tot en met 1945 aan bod. De thesis analyseert het dreigingsniveau van Sovjettanks, bestaande uit verschillende 'niveaus', bijvoorbeeld van juni 1941 tot en met december 1942. De verschillende Sovjettanks en tankjagers worden daarbij besproken. De kern van het boek staat in hoofdstuk 3 (The Crisis: Russian Armor And German Guns). Voorafgaand aan de tankcrisis in de Sovjet-Unie hadden Duitse frontervaringen in Polen (1939) en Frankrijk (1940) eigenlijk al aangetoond dat sommige Duitse tanks veel te zwak gepantserd en bewapend waren. Na Operatie Barbarossa op 22 juni 1941 werd nogmaals duidelijk dat sommige Duitse tanks gewoonweg te zwak waren. Sterke Sovjettanks zoals de T-34 en KV-series waren vrijwel onverwoestbaar voor Duits tankgeschut. Die Sovjettanks konden tussen 1941 en 1942 vrijwel alle Duitse pantservoertuigen zonder al te veel moeite uitschakelen. Ook het bestaand 3,7 cm PaK 36 antitankgeschut kon het T-34 en KV-pantser vaak niet doorboren. Daarom besloten de Duitsers om de in kleine aantallen beschikbare 5 cm PaK 38 en later (1942) ontwikkeld 7,5 cm PaK 40 antitankgeschut in te zetten waarvan vooral de laatste in staat was de Sovjettanks te vernietigen. Daarnaast werd gebruik gemaakt van veroverde Sovjetkanonnen (7,62 cm) om tankdreigingen het hoofd te bieden. Die wapens werden op verouderde tankonderstellen gemonteerd (Marder II). Ook was het infanterie ondersteuningswapen Stormgeschut (StuG III) een geschikt platform om nieuw antitankgeschut op te monteren (7,5 cm StuK 40). Met andere woorden: de Duitsers maakten gebruik van veroverde en eigen bestaande en nieuwe wapens om de T-34 en KV, en hun opvolgers, te vernietigen. Wat niet in het boek staat is dat de Duitsers ook van oorsprong Franse wapens (7,5 cm Pak 97/38) gebruikten om Sovjettanks te vernietigen. De meeste geïmproviseerde tankjagers waren echter slecht gepantserd (max 20-30mm), maar hadden vaak grote vuurkracht. De combinatie van zwaar pantser en goede vuurkracht in de vorm van de 7,5 cm PaK 39 L/48 of 7,5 cm PaK 42 L/70 (7,5-cm-Panzerabwehrkanone 42 L/70) werd gecombineerd in het ontwerp van de Jagdpanzer IV. De auteur van het boek gaat in op vuurkracht, bepantsering en mobiliteit, maar benoemt later ook economische aspecten. De publicatie is een interessant document over het 'waarom en hoe' van de Jagdpanzer IV. De historische context komt op een wetenschappelijke en goed onderbouwde manier aan het licht. Dat het paper in bepaalde details minder correct is wordt echter ook duidelijk. Er worden verschillende technische onjuistheden genoemd. Zo zijn de zware Jozef Stalin I en II tanks (zware tank IS-serie) tot op ongeveer 800 meter, of zelfs een kilometer, bij de koepel niet onkwetsbaar voor de 7,5 cm Panzergranatpatrone 39 (Pzgr. 39) van het 7,5 cm PaK 39 L/48 kanon. Een tabel stelt dat de Jagdpanzer IV de JS-2 tot op een afstand van 457,2 meter kon doorboren (500 yards). Dat is niet correct gelet op de theoretische penetratiewaarden van het 7,5 cm PaK 39 L/48 geschut. De tabel lijkt ook niet in te gaan op de Jagdpanzer IV/V of A versies die met het 7,5 cm L/70 geschut bewapend waren, maximaal 180 tot 190 mm staal doorboorden en meer dan 100 mm op een afstand van twee kilometer. Er is te lezen dat de Jagdpanzer IV 'had the potential to penetrate the turret front of either tank'. Dat geldt vooral voor de JS-2 tank, maar in veel mindere mate voor de JS-3 (die tank werd tijdens de Tweede Wereldoorlog waarschijnlijk niet ingezet). Ook worden soms tankkanonnen met foutieve namen aangeduid (de Panzer III Ausf. M heeft geen 7,5 cm KwK 37 L/24 geschut, maar een 5 cm KwK 39 L/60). Ook de dikte van de bepantsering van sommige tanks klopt niet. Wat betreft overige onjuistheden of minpunten kunnen we stellen dat een tabel in het boek vertelt dat het 76,2mm F-34 geschut in de KV-1A 60mm staal doorboorde en 78mm bij het T-34 Model 1941 en 1943. Het is onjuist dat het F-34 wapen dikker staal doorboorde in het T-34 Model 1941 en 1943 vergeleken met de KV-1A. Overigens, de KV-1A (het KV1 Model 1940) had een 76,2mm F-32 geschut. De kern van het paper is echter correct: de Jagdpanzer IV was een vrij krachtige tankjager, ondanks het gewicht door het later gemonteerde L/70 kanon en kon de meeste Sovjettanks tussen 1941 en 1945 vernietigen. Kanttekening daarbij is dat de Jagdpanzer IV met de 7,5 cm PaK 39 L/48 niet sterker bewapend was dan de bestaande StuG III voertuigen, maar in tegenstelling tot genoemd voertuig wel geüpgraded kon worden met het sterkere 7,5 cm PaK 42 L/70 geschut. De auteur noemt dat 'duplication of effort' en doelt op het feit dat de Jagdpanzer IV in eerste instantie hetzelfde antitankkanon had als sommige StuG III voertuigen. Wat hij niet zegt is dat veel voertuigen vaak dezelfde bewapening kregen. Het argument dat inzetten op een hogere StuG III productie beter doordacht was heeft een kern van waarheid. Echter, al zou de StuG III in grotere aantallen geproduceerd zijn, dan zou Hitler-Duitsland de tankoorlog nog verloren hebben. Ook was de StuG III niet onkwetsbaar. De voorkant van de StuG III was bijvoorbeeld minder goed gepantserd dan de Jagdpanzer IV en kon op grotere afstand door het Sovjet 85mm kanon (D-5T en ZiS-S-53) doorboord worden. Kortom: het paper is interessant om te lezen, over het algemeen goed onderbouwd, maar heeft verschillende onjuistheden en soms niet zo'n sterke conclusie (zou de inzet op de StuG III echt meer resultaat hebben?). Het is jammer dat er niet ingegaan wordt op frontervaringen met de Jagdpanzer IV (dagboekfragmenten of andere primaire bronnen). Het paper is vooral geschikt voor academici, militair-specialisten, en andere mensen met zeer grote interesse voor de militair-technische aspecten van de Tweede Wereldoorlog. |
Beoordeling: | Goed |