Titel: | Verzetsman Gerrit Kastein 1910-1943 |
Schrijver: | Buck Goudriaan |
Uitgever: | De Nieuwe Vaart |
Uitgebracht: | 2010 |
Pagina's: | 279 |
ISBN: | 9789080271753 |
Omschrijving: |
Gerrit Kastein is één van de slechts drie communistische verzetsstrijders aan wie het Verzetskruis toegekend werd. Ondanks dat er onder meer in Leiden en Den Haag een straat naar hem vernoemd is en er kort na de oorlog twee romans aan hem gewijd werden, geniet de verzetsman tegenwoordig weinig bekendheid. De aandacht van Nederlandse geschiedschrijvers ging jarenlang meer naar de Jodenvervolging en collaboratie en minder naar het binnenlandse verzet, waardoor mensen als Kastein in de vergetelheid raakten. Dit leidde ertoe dat Marjan Schwegman, directrice van het NIOD, in 2008 met haar lezing “Waar zijn de helden?” een oproep deed om de leden van het verzet hun verdiende plek in de geschiedschrijving terug te geven. Inmiddels verschenen er biografieën van de verzetsmannen Pim Boellaard en Peter Tazelaar, respectievelijk: “Weest manlijk, zijt sterk” door Jolande Withuis en “De grote Tazelaar” door Victor Laurentius. De op 25 juli jl. aan Marjan Schwegman gepresenteerde biografie van Gerrit Kastein, geschreven door de gepensioneerde socioloog Buck Goudriaan (1945), kan aan deze nog korte lijst toegevoegd worden. Gerrit Kastein, geboren in 1910 in Zutphen, studeerde geneeskunde en doorliep zijn coschap in Heidelberg aan de vooravond van de nationaalsocialistische machtsovername. Tijdens zijn studietijd was hij actief in linkse studentenclubs en ontplooide hij zich tot een overtuigd communist. In 1936 bracht hij een bezoek aan Sovjet-Rusland en reisde hij naar Spanje om medische steun te bieden aan de Republikeinen in hun strijd tegen de fascisten gedurende de Spaanse Burgeroorlog. Terug in Nederland promoveerde hij in Leiden in de neurologie. Hij was actief voor de Communistische Partij Nederland (CPN) en publiceerde artikelen in communistische publicaties, waaronder één waarin hij de rassenleer van de nazi’s afwees. Gedurende de bezettingsjaren was hij betrokken bij de Haagse verzetsgroep De Vonk, het Militair Contact, het Medisch Contact en de Amsterdamse verzetsgroep CS-6. Als lid van CS-6 verrichtte Kastein zijn belangrijkste verzetsdaden. Anton van der Waals, een Nederlandse spion in dienst van de Duitse Sicherheitsdienst (SD), karakteriseerde hem als “een communistische intellectueel van een vreeswekkende koelbloedigheid”. Als fanatiek voorstander van gewapend verzet had Kastein een belangrijk aandeel in de voorbereiding op de liquidatie van de collaborateur Hendrik Seyffardt. Op 5 februari 1943 werd de bevelhebber van het Nederlandse Legioen, dat aan het Oostfront meevocht met de Duitsers, in zijn woning in Den Haag neergeschoten door twee leden van CS-6. Volgens Goudriaan loste Jan Verleun en niet Kastein, zoals vaak nog aangenomen wordt, het fatale schot en was laatstgenoemde bij de liquidatie zelfs niet aanwezig. Daarbij baseert de schrijver zich op de verklaring die Verleun na zijn arrestatie gaf. Bij de liquidatie van de NSB’er Hermannus Reydon, secretaris van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, op 9 februari loste Kastein wel de fatale schoten. Ook de echtgenote van zijn doelwit werd door hem neergeschoten. De vrouw overleed ter plekke en haar man stierf een half jaar later aan zijn verwondingen. Het was Kasteins laatste verzetsdaad, want op 19 februari werd hij gearresteerd en overgebracht naar het hoofdkwartier van de Sicherheitspolizei en SD op het Binnenhof nr. 7 in Den Haag. In een poging om te ontsnappen of om te voorkomen dat hij zijn verzetskameraden zou verraden tijdens het verhoor sprong hij door het raam op de tweede verdieping. Enkele uren daarna overleed hij aan zijn verwondingen. Hij was toen 33 jaar oud. Buck Goudriaan geeft een gedetailleerde en goed gedocumenteerde beschrijving van zowel het vooroorlogse leven als de verzetsdaden van Kastein. Daarnaast geeft hij aanvullende informatie over de gebeurtenissen en ontwikkelingen die het leven van de hoofdpersoon bepaalden, zoals de Spaanse Burgeroorlog en de totstandkoming van het communistische verzet. In een aanhangsel beschrijft hij de geschiedenis van CS-6 na de dood van Kastein. De schrijver hanteert een duidelijke schrijfstijl, maar de grote hoeveelheid inhoudelijke noten, die aan het eind van elk hoofdstuk opgenomen zijn, doet enigszins afbreuk aan de vlotte leesbaarheid en overzichtelijkheid. Veel van deze inhoudelijke noten – niet te verwarren met de eveneens opgenomen eindnoten – bevatten essentiële informatie die veel beter in de tekst zelf tot hun recht had kunnen komen. Dat had het boek vooral voor de lezer met een minder wetenschappelijke inslag beter begrijpbaar kunnen maken. Degene die op zoek is naar een meeslepend verzetsverhaal, zoals “Soldaat van Oranje”, zal dit boek waarschijnlijk minder interessant vinden. Voor de lezer met inhoudelijke belangstelling voor de hoofdpersoon en het Nederlandse (communistische) verzet vormt het echter een waardevolle toevoeging aan andere verzetsliteratuur. Buck Goudriaan draagt met zijn boek eraan bij om Gerrit Kastein en het Nederlandse verzet de eervolle plaats toe te kennen die ze verdienen. |
Beoordeling: | Goed |