Op 29 januari 1856 tekende Koningin Victoria van Groot-Brittannië een Koninklijk Besluit waarin een nieuwe onderscheiding in het leven werd geroepen voor officieren en manschappen die enige vorm van erkenning verdienden. Op verzoek van de Koningin was het zeer wenselijk om deze onderscheiding met terugwerkende kracht in te laten gaan vanaf 1854, toen Groot-Brittannië in een oorlog verwikkeld raakte met Rusland, die bekend zou worden als de Krimoorlog.
In het Besluit stond dat het Victoria Cross alleen uitgereikt mocht worden aan officieren en manschappen die dienden tijdens contacten met de vijand en daarbij enige vorm van uitzonderlijke moed en toewijding toonden. Verder stond vast dat bij uitzonderlijk getoonde moed de staat van dienst, eventueel opgelopen verwondingen, enige vorm van rang of andere omstandigheden of redenen een eventuele nominatie voor deze onderscheiding niet in de weg mocht staan.
Het Victoria Cross staat hoog aangeschreven in de Britse krijgsgeschiedenis en heeft zich ontwikkeld tot de hoogste onderscheiding voor dapperheid in oorlogsonderscheidingen voor leden van de krijgsmacht van de Commonwealth vanaf 1854.
Het Victoria Cross is niet gemaakt, zoals algemeen aangenomen wordt, van de bronzen Russische kanonnen die werden buitgemaakt bij Sebastopol tijdens de Krimoorlog, maar van Chinese kanonnen die op de Russen werden veroverd. De onderscheiding heeft de vorm van een Malteser Kruis met daarin verwerkt de koninklijke kroon waarop een leeuw staat afgebeeld. Verder staat op de voorkant van de onderscheiding de tekst : "For Valour". Op de achterzijde van de onderscheiding staan enkele gegevens over de ontvanger van het Victoria Cross, zoals de naam van de drager, rang, onderdeel en wanneer deze onderscheiding is verleend. Voor volgende daden van dapperheid kan een gesp worden uitgereikt.
Het lint is 38 mm breed met een miniatuur VC in het midden. In eerste instantie was het lint blauw voor de marine en karmijnrood voor de landmacht, maar bij een Koninklijk Besluit van 22 mei 1920, ondertekend door Winston Churchill, is vastgelegd dat het lint karmijnrood zou worden voor alle onderdelen van de Britse Krijgsmacht.
Enkele feiten over het VC
Elk Victoria Cross wordt vanaf 1856 handmatig gemaakt door Hancock Juweliers te London en elke onderscheiding is daarom een uniek exemplaar.
Ongeveer twee derde van alle Victoria Crosses werd uitgereikt door de regerend vorst of aanverwanten.
Sinds de instelling van de onderscheiding is deze 1356 keer uitgereikt. De eerste keer was aan C.D. Lucas, voor zijn heroïsche actie in de Baltische Zee op 21 juni 1854.
De eerste keer dat het Victoria Cross werd uitgereikt was op 26 juni 1857 in Hyde Park. Op deze dag werden 62 officieren en manschappen onderscheiden door Koningin Victoria voor hun heroïsche acties tijdens de Krimoorlog.
Slechts drie mensen hebben twee keer het Victoria Cross verdiend, te weten Arthur Martin Leake, Noel Chavasse en Charles Upham.
Bij drie gelegenheden is het VC aan vader en zoon uitgereikt. In 1858, tijdens de Indiase Muiterij ontving Luitenant (later Veldmaarschalk) Earl Roberts van de Bengal Artillery de onderscheiding. Zijn zoon, de Hon. F.H.S. Roberts van het King's Royal Rifle Corps verdiende zijn VC in de Zuid-Afrikaanse oorlog tijdens de slag om Colenso, Natal op 15 december 1899. Op dezelfde datum werd Kapitein W.N. Congreve onderscheiden met het VC en zijn zoon, W. la T. Congreve verdiende het zijne voor betoonde moed in Frankrijk tussen 6 en 20 juli 1916. Majoor C.J.S. Gough van de 5th Bengal European Cavalry verdiende het VC bij vier gelegenheden tussen augustus 1857 en februari 1858 tijdens de Indiase Muiterij. Zijn zoon, Majoor J.E. Gough verdiende het zijne op 22 april 1903 wegens betoonde dapperheid in Somaliland.
In vier gevallen is het VC aan broers uitgereikt. Aan Majoor C.J.S. Gough, al eerder genoemd, en zijn broer, Luitenant H.H. Gough van de 1st Bengal European Light Cavalry tijdens de Indiase Muiterij in november 1847 en februari 1858. Aan Majoor R.W. Sartorius, 6th Bengal Cavalry, Ashanti 1874 en zijn broer, Kapitein E.H. Sartorius, 59th Foot, Afghanistan 1874. Aan 2de Luitenant A.B. Turner, Berkshire Regiment, Frankrijk 1915 en zijn broer, Majoor V.B. Turner, Rifle Brigade, Westelijke Woestijn 1942. Luitenant R.B. Bradford van de Durham Light Infantry verdiende zijn VC bij Eaucourt l'Abbaye in Frankrijk op 1 october 1916 en zijn broer, Lt-Cdr G.N. Bradford RN aan boord van HMS Iris voor een operatie bij Zeebrugge, België op 23 april 1918.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het Victoria Cross 182 keer uitgereikt, waarvan twee keer aan dezelfde persoon, Charles Upham van de New Zealand Military Forces. Hij verdiende het VC voor betoonde moed op Kreta tussen 22 en 30 mei 1941 (de Duitse luchtlandingen) en op 14 juli 1942 kreeg hij een gesp voor zijn moed in de Westelijke Woestijn. Tijdens de landing in Normandië op 6 juni 1944 is slechts één keer het Victoria Cross verdiend, namelijk door Stanley Hollis van de Green Howards.
Vanaf 1907 kan het Victoria Cross ook postuum worden toegewezen en tot 1977 was dit de enige Britse onderscheiding die postuum werd toegewezen.
Het grootste aantal Victoria Crosses dat op één dag werd verdiend, was op 16 november 1857 tijdens de Indische Muiterij. Op deze dag kwamen 23 personen in aanmerking voor toekenning tijdens acties bij Lucknow en één bij Narnoul, zuidwestelijk van Delhi.
Het grootste aantal Victoria Crosses dat tijdens één actie werd verdiend, was op 22 januari 1879 bij Rorke’s Drift tijdens de Zulu-oorlog. Naar aanleiding van deze actie werden 11 personen onderscheiden met deze Britse onderscheiding.
Zevenentwintig personen, van niet-Britse nationaliteit of een van de landen van de Commonwealth, hebben het Victoria Cross verdiend, te weten, 5 Amerikanen, 1 Belg, 3 Denen, 2 Duitsers, 1 Zweed, 1 Zwitser en 1 Oekraïener. Plus 13 Gurkhas uit Nepal. Nepal heeft namelijk nooit deel uitgemaakt van het Britse Rijk of de Commonwealth.
De Royal Artillery is de eenheid geweest die tijdens het bestaan van het Victoria Cross deze onderscheiding het meest heeft verdiend, namelijk 51 keer, gevolgd door de Royal Engineers met 41 onderscheidingen en daarna gevolgd door de Royal Army Medical Corps met 27 onderscheidingen. Ook bij de Rifle Brigade verkregen 27 personen het VC.
Naam | Geboortedatum | Overlijdensdatum | Onderscheidingen | |
---|---|---|---|---|
Barton, Cyril Joe | 05-06-1921 | 31-03-1944 | ||
Baskeyfield, John Daniel | 18-11-1922 | 20-09-1944 | meer | |
Bates, Sidney | 14-06-1921 | 08-08-1944 | ||
Bazalgette, Ian Willoughby | 19-10-1918 | 04-08-1944 | ||
Beattie, Stephen Halden "Sam" | 29-03-1908 | 24-04-1975 | meer | |
Beeley, John | 08-02-1918 | 21-11-1941 | ||
Bhanbhagta, Gurung | 01-09-1921 | 01-03-2008 | ||
Bishop, William Avery (Billy) | 08-02-1894 | 11-09-1956 | meer | |
Bissett, William Davidson | 07-08-1893 | 12-05-1971 | meer | |
Blaker, Frank Gerald | 08-05-1920 | 09-07-1944 | ||
Brunt, John Henry Cound | 06-12-1922 | 10-12-1944 | ||
Burton, Richard Henry | 29-01-1923 | 11-07-1993 |