TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Heavy Tank T30

    Inleiding

    Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkelden de Amerikanen enkele zware tanks die nooit aan het front werden ingezet. Na de invasie van Europa op 6 juni 1944 was het Amerikaanse leger van mening dat een beperkt aantal zware tanks gebouwd moest worden dat geschikt was om het op te nemen tegen de zwaarste Duitse tanks zoals de Panzerkampfwagen VI Tiger (PzKpfw VI Tiger), Panzerkampfwagen V Panther (PzKpfw V Panther) en Panzerkampfwagen VI Ausf. B Tiger II (PzKpfw VIb Königstiger). De Heavy Tank T30 was een Amerikaans project om die nieuwe tanks op het slagveld te kunnen vernietigen. Niet alleen Duitse zware tanks moest de nieuwe tank aankunnen, maar ook de Duitse Jagdtiger (tankjager) en Sovjettanks zoals Jozef Stalin 2 (JS-2) en JS-3. Toentertijd had het Amerikaanse leger vooral middelzware tanks van het type M4 Sherman, maar dat model bleek vaak niet voldoende vuurkracht en bepantsering te hebben om het frontaal op te kunnen nemen tegen de genoemde Duitse tanks.

    Ontwikkeling en productie


    De T30 Heavy tank in Fort Benning. Bron: BlakeRichard00 (CC BY-SA 4.0)

    De Zware Tank T30 (Heavy Tank T30) werd op hetzelfde moment ontworpen als de T29 Heavy Tank (Heavy Tank T29). Het Amerikaanse leger had in 1944 geen zware tanks en had alleen ervaring met het bouwen en testen van de M6 zware tank. Dat voertuig werd echter nooit ingezet en had meerdere technische mankementen. Een van de Amerikaanse pogingen was om een krachtiger geschut op een tankonderstel te monteren. Begin augustus 1944 werd er binnen het Amerikaanse leger gediscussieerd om de afgedankte zware M6 tank (T1E1) om te bouwen of te moderniseren en een nieuwe tank te ontwerpen. Dat werd de M6A2E1, een verbeterde T1E1 tank met dikkere bepantsering, een nieuwe koepel en een krachtig 105 mm T5E1 geschut. Verschillende koepelontwerpen werden bedacht en de nieuwe tank, waarvan twee exemplaren gebouwd werden (M6A2E1-1 en M6A2E1-2), werd getest. Al snel bleek dat de nieuwe M6A2E1 niet erg geschikt was voor het ETO (European Theatre of Operations) vanwege het feit dat het voertuig erg zwaar was en de tank niet over steile hellingen kon rijden. Er liepen echter nog andere projecten om een nieuwe en geschikte zware tank te ontwerpen waarvan één project gebaseerd was op de zware tank T26 (Pershing). De koepel en de bewapening bleven hetzelfde als die van de afgewezen M6A2E1. Die nieuwe tank zou de Heavy Tank T29 worden met een zeer krachtig 105mm T5E1 kanon, een verlengd M26 Pershing onderstel, dikkere bepantsering en grotere afmetingen. Het idee ontstond om naast de T29 een andere zware tank te ontwerpen als een soort 'backup' of extra tank die naast het bestrijden van bunkers en verdedigingswerken ook Duitse zware tanks zoals de gevreesde Panzerkampfwagen VI Tiger II kon vernietigen. Op 14 augustus 1944 was dat idee al naar voren gebracht in de vorm van de Heavy Tank T30.

    Op 14 september 1944 werden plannen opgesteld om twee prototypes te maken. Anders dan bij de T29 waarvan 1.200 stuks geproduceerd moesten worden was de T30 niet voor massaproductie bedacht. Het voertuig zou vooral gebruikt worden om een 155mm geschut (155 mm T7) en een motor te testen. Het werd echter duidelijk dat de nieuwe tanks niet in de oorlog ingezet konden worden, maar wel gebruikt kon worden om motoren, kanonnen en andere technische onderdelen uit te testen. Aanvankelijk bestond het idee om een 27 L Ford GAC met 770 paardenkracht te installeren, maar al snel bleek dat een sterkere motor vereist was. Dit werd de luchtgekoelde 29 L Continental AV-1790 met 810 pk. De koepel van de T30 was dezelfde koepel als die van de T29 en van de M6A2E1 (de M6A2E1 had echter een koepel die ietwat verschilde van de T29 koepel. Het eerste prototype van de T30 was compleet in maart 1945 en kreeg het registratienummer USA 30162842. Eind maart werd dit prototype naar de Aberdeen Proving Ground gestuurd om daar te worden getest. Na de oorlog in 1947 werden meerdere T30 tanks besteld (met de registratienummers USA 30162842-USA 30162847). De Heavy Tank T30 werd echter nooit in grote aantallen geproduceerd en is nooit aan een oorlogsfront ingezet. Ook niet na de Tweede Wereldoorlog tijdens de Koreaoorlog (1950-1953).


    T30 tijdens tijdens mobiliteitsproeven in Fort Knox, 1948. Bron: US Government (CC BY-SA 4.0)

    Techniek en overige kenmerken

    De T30 had hetzelfde onderstel (romp) en dezelfde koepel als de Heavy Tank T29 maar kreeg een andere bewapening. Ook had de tank een andere motor en een aangepast motorcompartiment. Omdat de tank onder andere een zwaardere bewapening kreeg steeg het gewicht. Het gezaghebbende boek 'Firepower: a history of the American Heavy Tank' (1988) noemt 64.68 ton. Andere bronnen noemen maximaal 88 ton. Voor de bewapening kreeg de tank een 155 mm geschut dat gebaseerd was op de 155 mm M1A1 'Long Tom'.


    Een M1A1 155mm kanon tijdens de Tweede Wereldoorlog met de bijnaam Long Tom, Bron: U.S. Army
    Dat kanon werd in grote aantallen (1.882 stuks) door Amerikaanse grondtroepen tijdens de Tweede Wereldoorlog ingezet. Het kanon was een verkorte versie van dat M1A1 kanon en kreeg de aanduiding '155 mm gun T7' (oftewel 155 mm T7 L/40). Voor het kanon waren in de Heavy Tank T30 vierendertig granaten beschikbaar die uit twee delen bestonden (huls en projectiel). De motor van de T30 was de 12 cilinder AV-1790-3 die 704 tot 810 pk leverde. De tank had acht dubbele loopwielen met rubberen banden en zeven kleinere wielen (return roller) aan elke kant. Ook waren aandrijfwielen aanwezig. De maximale snelheid van de tank bedroeg 35 kilometer per uur. De tank had een maximale bepantsering bestaande uit staalplaten met een dikte van 203 tot 279 mm aan de voorkant van de koepel. Op sommige plekken aan de voorkant van de koepel was dat maximaal 303 mm. Aan de zijkant van de koepel bedroeg de dikte ongeveer 127 tot 158 mm en aan de achterkant 102 mm. De voorkant van de romp had schuine staalplaten in een hoek van 54 tot 58 graden met een dikte van 102 mm (door de schuine staalplaten nam de dikte toe). De zijkanten waren voorzien van 51 tot 76 mm staal en de achterkant van 51 mm. Het dak van de koepel was 38 mm dik. De tank had een zeskoppige bemanning waarvan twee man ingezet werden als lader. Een telescoop van het type T143E1 en periscopen van het type M10E9, M13 en M15 waren in de tank aanwezig.

    Bewapening en munitie

    Zoals gezegd kreeg de Heavy Tank T30 een 155 mm T7 geschut. Het 6.7 meter lange en 2.38 ton zware T7 kanon kon, afhankelijk van het doelwit, een aantal munitiesoorten afvuren. Veel van die munitiesoorten konden ook in de 155 mm gun M1 ('Long Tom') gebruikt worden. Tegen vijandelijke tanks c.q. gepantserde doelen waren pantsergranaten beschikbaar. In totaal waren vijf munitiesoorten voor het 155 mm T7 kanon beschikbaar. Enkele munitiesoorten worden in het document 'TM 9-1901 Artillery Ammunition' uit 1944 genoemd. Dit waren de 155 mm M107 HE ('High-Explosive'), M110 WP ('White Phosphorous'), M112B1 APBC-HE ('Armour-piercing, ballistic capped high-explosive'), T29E1 APCBC-HE ('Armour-piercing, capped, ballistic capped high-explosive) en T35E1 APCR ('Armour-piercing composite rigid', soms ook aangeduid als 'Armour-Piercing Composite Rigid'). De M107 'HE' granaat was een granaat met een 6.86 kilogram wegende explosieve vulling waarvan het projectiel 43.09 kilogram woog. Deze munitie werd met een snelheid van 717 meter per seconde afgevuurd. De M107 granaat was vooral geschikt tegen bunkers of andere verdedigingsstellingen. De M110 WP was een fosforgranaat met een projectielgewicht van 44.63 kilogram en kon gebruikt worden om een rookscherm te creëren.

    De M112B1 APBC-HE was een pantsergranaat met een ballistische kop. De granaat had een 653 gram wegende explosieve inhoud (Explosive D) met een projectielgewicht van 45.36 kilogram en een mondingssnelheid van 670 meter per seconde. De ontsteking was van het type B.D. M60. De M112B1 was vooral geschikt tegen gepantserde doelen zoals tanks of tegen beton (bunkers). Deze munitiesoort kon ongeveer 170 mm staal tot op een afstand van nul meter doorboren, ongeveer 170 mm tot op een afstand van vierhonderdzestig meter, ongeveer 160 mm tot op een afstand van negenhonderd meter en ongeveer 140 of 150 mm tot op een afstand van 1.8 kilometer (op een afstand van 0 meter doorboorde de granaat ongeveer 7 inch oftewel 170 tot 177 mm staal). De T29E1 APCBC-HE was een experimentele pantsergranaat met een projectielgewicht van 45.36 kilogram (hetzelfde als de M112B1). De T29E1 had een explosieve inhoud van 653 gram (Explosive D) en had een mondingssnelheid van 670 meter per seconde (hetzelfde als de M112B1). In een op archiefstukken gebaseerd technisch artikel met de titel ‘The T30’s Ammo Box’is te lezen: "The weapon loadout also specified different armor piercing capped, which is the T29E1. It was an experimental APCBC-HE shell developed for the 155 mm gun specifically to deal against heavily armored targets. The T29 was also known as M112 APBC-HE when the penetrating cap was removed. The explosive mass is 1.5% (653 gr) of the shell weight (100 lb), same as the M112. The muzzle velocity is also similar, depending on which gun fires the shell." De granaat kon maximaal ongeveer 195 mm staal op een afstand van 0 meter doorboren. De maximale penetratiewaarde lag tussen de 190 en 200 mm (volgens een wiskundige formule van militair Jacob de Marre kon de granaat maximaal 199 mm staal doorboren). Deze granaat was ook geschikt om tegen gepantserde doelen zoals vijandelijke tanks te worden gebruikt. De T35E1 was een wolfraamgranaat met een projectielgewicht van 25.94 kilogram. Deze munitiesoort had geen explosieve inhoud maar kon maximaal tussen de 300 en 316 mm staal doorboren.

    Het grote nadeel van het 155 mm T7 wapen was dat de projectielen van de granaten meer dan veertig kilogram wogen. Het totale gewicht van sommige granaten bedroeg ongeveer 61 kilogram. Ook de afmetingen van de granaten waren niet gering. Zo was het projectiel van de M112 granaat ongeveer zestig centimeter lang. Omdat de granaten zo zwaar waren kon de tank slechts twee keer per minuut vuren. Tijdens het testen van de tank bij de Aberdeen Proving Ground was nog een 'power lifting device' (hefapparaat) geïnstalleerd om te assisteren bij het laden. In totaal waren vierendertig granaten beschikbaar voor het kanon. Na de Tweede Wereldoorlog op 24 juli 1947 werd één T30 aangepast waarbij er een automatisch systeem werd gemonteerd dat assisteerde bij het laden (automatic ramming equipment), een automatisch ejectiesysteem waarbij de huls van de granaat uit de achterkant van de koepel werd geworpen en een systeem waarbij het kanon en het laadsysteem in de juiste positie werd gebracht om te worden geladen. Die aangepaste T30 tank werd 'T30E1' genoemd. Het kanon werd als '155 mm T7E1' aangeduid.

    Naast de hoofdbewapening had de Heavy Tank T30 ook nog twee .50 cal (12.7mm) MG HB M2 machinegeweren waarvan er één naast het kanon in de koepel en één op het dak (AA 'Anti-Aircraft') geïnstalleerd kon worden. Een .30 cal MG M1919A4 machinegeweer was ook nog beschikbaar.

    Heavy Tank T30: een succes?


    T30E1 Heavy Tank op treintransport 1948. Bron: U.S. Army (CC BY-SA 4.0)

    Het eerste prototype of testmodel van de T30 (serial number 1) dat in 1945 op de Aberdeen Proving Ground werd getest bestaat nog steeds. Opmerkelijk is dat meerdere exemplaren van de T30 nog steeds te bezichtigen zijn. Zoals gezegd het eerste T30 exemplaar, maar ook het derde, het vijfde en het zesde exemplaar. In het National Armor and Cavalry Museum kan men tegenwoordig een T30 zien (waarschijnlijk tank nr. 5 c.q. het vijfde exemplaar). Afgezien van die feiten is de Heavy Tank T30 nooit aan een oorlogsfront ingezet (ook niet tijdens de Tweede Wereldoorlog). De oorspronkelijke motivatie of het idee achter de T30 was om een tank te ontwikkelen die opgewassen was tegen de sterkste Duitse tanks. Wat betreft bewapening en bepantsering was de T30 geslaagd in die zin dat de tank, gelet op de penetratiedata van het 155 mm T7 kanon, alle Duitse tanks aan de voorkant kon vernietigen. Op één-op-één basis was de tank de gelijke van de Duitse Panzerkampfwagen VI Tiger en Panzerkampfwagen VI Ausf B. Tiger II. Echter, door het grote gewicht en de afmetingen van het voertuig zou eventueel transport naar Europa, maar ook in Europa op verharde en onverharde wegen, complex kunnen worden. Omdat massaproductie belangrijk was en zware tanks zoals de Heavy Tank T30 waarschijnlijk veel tijd en geld zouden kosten om in aantallen te produceren en in te zetten, waren middelzware tanks zoals de M4 Sherman geschikter als oorlogswapen. Echter, de Heavy Tank T30 voldeed zoals gezegd grotendeels aan de oorspronkelijke vereisten of specificaties: een Amerikaanse zware tank als antwoord op bestaande zware Duitse tanks. Echter, omdat de oorlog in Europa in mei 1945 eindigde weten we niet hoe de T30 aan het front presteerde.


    De Zware Tank T30E1 had een verhoogde koepel voor de commandant en een luik in de achterkant van de koepel. Bron: Wikimedia Commons (Creative Commons CC0 1.0)

    Het idee van zware of superzware tanks was tussen 1944 en 1945 wijdverbreid. Zo testte niet alleen Amerika, maar ook Hitler-Duitsland enkele superzware tanks waaronder de 188 ton wegende Panzerkampfwagen VIII Maus. Die tanks bleken uiteindelijk niet erg praktisch door hun gewicht en afmetingen (en kosten). De Heavy Tank T30 is toch een succes in die zin dat het voertuig als testtank fungeerde om motoren en wapensystemen c.q. kanonnen uit te testen. Zo werd de T30 o.a. gebruikt om de AV-1790 motor uit te testen en gemodificeerde versies van die motor werden in latere en modernere tanks zoals de M46 Patton, M47 Patton II en M48 geïnstalleerd.

    Technische gegevens:

    Model: T30 (Heavy Tank T30)
    Gewicht: ongeveer 64.68 tot 88 ton (afhankelijk van belading)
    Bemanning:6 man
    Motor: Continental AV-1790-3 12 cilinder van 704 tot 810pk (er waren ook nog andere varianten zoals de AV-1790-5C en AV-1790-7C)
    Snelheid:maximaal 35 km/u
    Bereik: ongeveer 160 km op de weg
    Afmetingen:lengte: 11.57 meter (Hunnicutt (1988) noemt 10.90 meter), hoogte: 3.22-3.23 meter, breedte: 3.80 meter
    Bewapening:1 x 155 mm T7 kanon, 1 x .50 cal (12.7mm) Browning M2HB machinegeweer, 1 x .50 cal (12.7mm) Browning M2HB machinegeweer, 1 x .30 Browning M1919A4 machinegeweer
    Munitie: 155 mm T7 (34 granaten), .50 cal Browning (2.200 patronen), .30 M1919A4 (2.500 patronen)
    Bepantsering:voorkant koepel 203 tot 279 mm (maximaal 303 mm), zijkant ongeveer 127 tot 158 mm, achterkant 102 mm. Voorkant romp 102 mm (hoek van 54 tot 58 graden), zijkant ongeveer 51 tot 76 mm, achterkant ongeveer 51 mm
    Productie:6 stuks

    Definitielijst

    ETO
    European Theater of Operations. Het strijdtoneel in Europa.
    invasie
    Gewapende inval.
    kanon
    ook bekend als Kanone (Du) en Gun (En). Wordt vaak gebruikt om allerlei geschut aan te duiden. Eigenlijk slaat de term op vlakbaan geschut. Wordt gekenmerkt door een langere loop en grotere dracht.
    massaproductie
    Het maken van een grote hoeveelheid van hetzelfde produkt.

    Informatie

    Artikel door:
    Ruben Krutzen
    Geplaatst op:
    31-07-2024
    Laatst gewijzigd:
    12-08-2024
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde boeken

    British and American Tanks of World War Two