Titel: | De Sportpalastrede 1943 - Goebbels en de totale oorlog |
Schrijver: | Longerich, P. |
Uitgever: | Walburg Pers |
Uitgebracht: | 2024 |
Pagina's: | 223 |
Taal: | Nederlands |
ISBN: | 9789464563573 |
Omschrijving: |
De Sportpalastrede van Joseph Goebbels telt waarschijnlijk als de meest huiveringwekkende en retorisch effectieve tekst van de 20e eeuw. De toespraak zou het bestaan van het Derde Rijk met minstens drie maanden hebben verlengd. De rede zit al lange tijd in het collectieve geheugen, als schoolvoorbeeld van propaganda in het algemeen, van de doortrapte propaganda van Joseph Goebbels en als ultiem voorbeeld van massasuggestie. Zo introduceert Peter Longerich Goebbels’ beroemde ‘totale oorlog-toespraak’ van 18 februari 1943 in zijn boek ‘De Sportpalastrede 1943’. De term ‘totale oorlog’, legt Longerich uit, werd al in 1935 gebruikt door oorlogsheld Erich Ludendorf, die uit de Eerste Wereldoorlog had geleerd dat een hecht thuisfront essentieel was in een oorlog. Longerich wijst er in het begin van het boek op dat er sprake is geweest van nogal wat mythevorming rondom het concept, de organisatoren en het effect van Goebbels’ toespraak. Historisch onderzoek zou echter de achtergrond en de omstandigheden van Goebbels’ speech al gedemythologiseerd hebben en in een context hebben geplaatst van de interne machtsstrijd binnen het nazibewind. En op die historische benadering sluit dit boek aan. Longerich noemt Goebbels een professioneel propagandist met een narcistische persoonlijkheid, die nogal met zichzelf bezig was en vooral erkenning zocht van Hitler en van het volk. Hij toont een Goebbels die op het gebied van propaganda niet echt succesvol was toen het goed ging met de oorlog. Maar hij laat ook zien dat Goebbels vanaf het najaar van 1941 belangrijker werd, toen de opmars van het Duitse leger in Rusland stokte. Toen het in de periode daarna dan tijdelijk toch weer iets beter ging aan het front, maakte Goebbels zich zorgen over het overdreven optimisme onder het Duitse volk. En over dat van Hitler. Het lijkt erop dat hier de basis ligt van de noodzaak die Goebbels voelde om de beroemde rede over de totale oorlog te houden. Bij hoe Goebbels het idee van de totale oorlog omarmde, staat Longerich uitgebreid stil. De definitieve crisis die in de winter van 1942/1943 ontstond door de omsingeling van Stalingrad lijkt het concept voor Goebbels van essentieel belang te maken. Het is ook interessant te lezen over hoe Goebbels reageert op de verontrusting die ontstaat in het buitenland over het lot van de Joden in Duitsland. En over hoe de propagandaminister tijdens de Duitse crisis met een geheel nieuwe kerstgedachte op de proppen komt. Dat laatste past misschien bij zijn functie, maar om een totale oorlog te kunnen propageren, moest die ook uitgevoerd worden. En daarvoor waren meer mensen nodig, mensen met gezag. Op 8 januari 1943 zat Goebbels dan ook aan tafel met onder andere minister van bewapening Albert Speer, hoofd van de Wehrmacht Wilhelm Keitel en minister van economie Walther Funk. Welk effect die gesprekken al dan niet hadden, legt Longerich uit en hij staat verder stil bij een gesprek dat Goebbels voerde met Hitler. Goebbels zou zover zijn gegaan dat hij Hitler een reorganisatie van het vaderland presenteerde in het kader van zijn totale oorlog. Onderdelen daarvan waren de verplichting van vrouwenarbeid, de ontbinding van instituten die niet noodzakelijk zouden zijn en dergelijke. In hoeverre het Goebbels’ eigen ideeën waren, wordt niet helemaal duidelijk, maar bevoegd tot dat soort zaken was hij landelijk gezien niet. De band van Goebbels met Albert Speer wordt niet uitgediept, terwijl Goebbels nu juist samen met Speer op 5 juni 1943 optrad tijdens een volgende manifestatie in het Sportpalast. Speer legde toen met een saai, maar uiterst degelijk klinkend leugenachtig verhaal over productiecijfers de basis voor de inspanning van het Duitse volk, waarvan Goebbels de zaal vervolgens overtuigde met zijn toegankelijke en antisemitische verhalen. Over die bijeenkomst lees je helaas niet in het boek van Longerich. Daarvoor moet je de Speerbiografie van Magnus Brechtken lezen. De combinatie van de informatie van beide schrijvers werkt echter verhelderend. Een groot deel van het boek bestaat uit de tekst van Goebbels klassieke toespraak van 18 februari 1943, afgewisseld met het commentaar van Longerich. De tekst van Goebbels is helder en prima vertaald. De cadans van de middellange en wat kortere zinnen, lijken een indruk te geven van Goebbels handige manier van spreken in het Duits. Regelmatig onderbreekt Longerich Goebbels’ tekst met een toelichting, die helaas lang niet altijd iets toevoegt. Als er bijvoorbeeld in de spreektekst staat dat er gevaar dreigt, vat de schrijver dat, vreemd genoeg, letterlijk samen met de opmerking dat er gevaar dreigt. Of als Goebbels scheldt op Joden, volgt de analyse dat Goebbels in het stuk antisemitisch werd. Dat was dus al duidelijk. Gelukkig heeft die analyse van de spreektekst ook betere momenten. Interessant zijn Longerichs opmerkingen over de reacties van het publiek, bijvoorbeeld als de massa tijdens een tirade tegen de Joden, schokkend genoeg, scandeert: ‘ophangen!’ Deze combinatie van herhaling en interessante uitleg blijft zo doorgaan. Ronduit prettig om te lezen zijn de cynische opmerkingen die Longerich maakt over Goebbels’ eigen gebrek aan solidariteit en opofferingsgezindheid, dat nogal contrasteert met de dingen hij van het volk vraagt. Aan het einde van de toespraak stelt Goebbels tien vragen. Je vraagt je af op welke plek in de opsomming de vraag ‘Wollt ihr den totalen Krieg?’ staat. Wie dat wil weten, moet het boek aanschaffen… Net als het hoofdstuk over de voorgeschiedenis die leidde tot de toespraak is ook het hoofdstuk over de reacties op de rede boeiend. Dat geldt voor de reacties van de buitenlandse pers, maar vooral ook voor die in het binnenland. Longerich wijst bijvoorbeeld op een rapport van de Sicherheitsdienst over de stemming van het volk en over welke zaken Goebbels daarin, misschien moedwillig, over het hoofd zag. Alsof hij niet doorhad dat een deel van het volk de propaganda zag als een zeepreclame. Op de achterkant van het boek staat dat de schrijver de tekst van de toespraak ‘bijna zin voor zin’ stevig ontleed. Dat is dus helaas niet helemaal zo. Maar het wordt goedgemaakt door het inleidende en afsluitende hoofdstuk en de leesbaarheid van de vertaalde tekst zelf. Deze analyse van een historische tekst is, in conclusie, toegankelijk en boeiend materiaal voor wie geïnteresseerd is in de oorspronkelijk teksten van bekende nationaalsocialisten en hun context. |
Beoordeling: | Goed |