Titel: | De vele levens van Rosey Pool - strijdbaar van Westerbork tot Mississippi |
Schrijver: | Geerlings, L. |
Uitgever: | Atlas Contact |
Uitgebracht: | 2023 |
Pagina's: | 288 |
ISBN: | 9789045046440 |
Omschrijving: | Wanneer is het interessant om een biografie over iemand te schrijven? Als iemand bekend is of juist als iemand door de tijd vergeten is? Voor dat dilemma voelde Lonneke Geerlings zich geplaatst toen haar aangeraden werd om onderzoek te doen naar Rosey Pool (1905-1971). Voor haar dissertatie in kader van haar studie Algemene Cultuurwetenschappen en Geschiedenis zocht Geerlings een passend onderwerp. Haar promotor Susan Legęne, hoogleraar Politieke Geschiedenis, stelde haar voor om zich te verdiepen in Rosey Pool. In haar tijd was zij een zeer bekende vrouw. Ze gaf voordrachten, hield lezingen, gaf Engelse les aan Anne Frank en haar moeder Edith, schreef, was vertaalster, werkte voor zowel de Engelse BBC als voor de Nederlandse radio en tv, en reisde diverse keren naar de Verenigde Staten waar ze ook lezingen hield. Als witte, Joodse vrouw streed Rosey Pool haar hele leven voor de zwarte emancipatie. In onze tijd is ze bijna vergeten. Geerlings nam de uitdaging aan en dook in het afwisselende leven van deze vermaarde vrouw. Geerlings dissertatie is thans ook als boek verschenen: ‘De vele levens van Rosey Pool. Strijdbaar van Westerbork tot Mississippi’. Het is een opmerkelijk boek dat slechts ten dele een biografie te noemen is, want er loopt nog een andere rode draad doorheen, namelijk de verkenningstocht van de auteur. Geerlings laat de lezer letterlijk delen in haar reis naar het leven van Rosey Pool en alle verrassingen die zij daarbij tegenkomt. Aanvankelijk zijn het losse puzzelstukjes die geen verband lijken te houden. Sterker nog, de vertellingen lijken elkaar sterk tegen te spreken. Gaandeweg ontdekte Geerlings dat Rosey het niet altijd zo nauw nam met haar levensverhaal en al snel rees de vraag: wie is de echte Rosey Pool? Ze werd op 7 mei 1905 geboren als Rosa Eva Pool, maar werd in familiekring Roosje genoemd. Later, toen ze volwassen was, veranderde ze dat in Rosey. Haar wiegje stond in de Nieuwe Hoogstraat in Amsterdam, op de grens van de Jodenbuurt, waar haar ouders een sigarenwinkel hadden. Het leven speelde zich destijds grotendeels op straat af. Roosje stond al in haar jonge jaren bekend als intelligent, sociaal, charmant en leergierig, maar ook een beetje brutaal, want ze ging graag met volwassenen pittige discussies aan. Haar jeugd was vrij zorgeloos. De familie Pool was een Joods gezin, doch de gezinsleden leefden niet echt volgens de Joodse tradities, zij het dat in huiselijke kring wel spottende opmerkingen werden gemaakt over niet-Joden. Politiek gezien was het echtpaar Pool socialistisch. Rosey schreef later in haar autobiografie dat ze haar spirituele opvoeding had meegekregen van haar vader, en dat ze haar karakter van haar moeder had geërfd. Haar politieke interesse kwam dan ook van haar vaders kant. Toen Roosje negen jaar was, kwam er gezinsuitbreiding. De nieuwe telg, Jozef genaamd, was wat trager van begrip dan zijn zus, desondanks trok Roosje veel met haar broertje op. In 1918 mocht Roosje vanwege haar goede leerprestaties naar de Eerste Meisjes HBS aan de Keizersgracht. Ze leerde vlot talen als Duits en Engels wat haar later goed van pas zou komen. Maar op school had ze het niet makkelijk. Roosje had behoorlijk overgewicht en daar werd ze flink mee gepest. Ze zocht een tegenwicht en vond dat bij een Joodse amateurtoneelvereniging voor jongeren. Op zeventienjarige leeftijd stond ze voor het eerst echt op een podium. In diezelfde tijd sloot Roosje zich aan bij de Arbeiders Jeugd Centrale, de jeugdbeweging van de SDAP. Nadat ze de HBS had afgesloten wilde ze Germaanse Taal- en Letterkunde studeren aan de UVA. Doch, haar vader hield haar tegen: Roosje moest eerst een ‘nuttige’ opleiding volgen voor het geval haar studie mislukte. Pas daarna mocht ze naar de universiteit. Roosje ging naar de kweekschool en behaalde haar akte als lerares. Vervolgens schreef ze zich in aan de universiteit. Roosje, nu Rosey genaamd, voelde zich eindelijk onafhankelijk van haar vader. Ze werd ook lid van de Sociaal Democratische Studentenclub, de enige linkse studentenvereniging in Amsterdam. Door diverse bestuursfuncties bouwde Rosey al een heel netwerk op. In 1926 kreeg ze de kans om voor de VARA op de radio te spreken. Een jaar later verliet Rosey onverwachts Amsterdam om zich te vestigen met haar verloofde, de Duitse rechtenstudent Gerhard Kramer, in Berlijn. Waarom ze haar studie afbrak, is onbekend. Door een Duitse vertaling te maken voor de politicus, vakbondsman en verzetsstrijder Henk Sneevliet kwam Rosey in aanraking met het communistische gedachtengoed. Kramer, inmiddels een gerenommeerd advocaat maar ook links activist, werd eveneens meer en meer aangetrokken tot het communisme. Hij begon lezingen te geven over de gevaren van het opkomend nationaalsocialisme. Berlijn werd echter steeds bedreigender voor de communisten en in 1931 keerden ze terug in Amsterdam waar ze zich aansloten bij de linkse anti-oorlogsbeweging. Kramer stond al snel in de schijnwerpers, mede dankzij zijn waarschuwende lezingen. Zoals gebruikelijk in die tijd verwachtte hij van Rosey dat zij een goede huisvrouw werd en haar ambities opgaf. Revolutie was immers een mannenzaak. Rosey leek daar in eerste instantie in te berusten… In 1935 kwam aan haar huwelijk een einde. Een van de aanleidingen was haar relatie met de Berlijnse Lena Fisher die al begonnen was tijdens haar huwelijk. Rosey was weer in Berlijn, maar door de gebeurtenissen tijdens de Reichskristallnacht (9-10 november 1938) besefte Rosey dat haar leven wederom gevaar liep en keerde ze opnieuw terug naar Amsterdam. Ze ging taalles geven aan Joodse vluchtelingen uit Duitsland. In 1942 werkte Rosey Pool in kamp Westerbork voor de Joodse Raad en sloot ze zich aan bij de verzetsgroep Van Dien. Maar eind 1942 was ze alweer terug in Amsterdam, waar ze samen met haar ouders, broer en schoonzus een woning betrok in het centrum van de Jodenbuurt. Nauwelijks een half jaar later hielden de Duitsers daar een razzia. Het hele gezin Pool werd opgepakt en op transport naar kamp Westerbork gezet. Haar ouders, broer en schoonzus werden vrij snel gedeporteerd naar Sobibor. Rosey bleef achter om onbekende reden. Toen ze alsnog op de transportlijst gezet werd, zag ze dit als een kans om te ontsnappen en dook onder in Baarn. Na de oorlog viel Rosey, zoals vele oorlogsslachtoffers, in een zwart gat, nu angst, spanning en alertheid niet meer zo het leven beheersten om te kunnen overleven. Onverwachts kwam ze Otto Frank tegen die haar vroeg om het dagboek van zijn dochter in het Engels te vertalen. Hoewel Rosey niet bijster onder de indruk was van het literaire niveau, nam ze evengoed de opdracht aan. Ondertussen voelde ze zich niet meer thuis in Amsterdam en vertrok naar Londen. Ze keerde nooit meer terug naar Nederland. In Engeland ontwikkelde Rosey zich tot expert in de Afro-Amerikaanse literatuur en cultuur en ze begon zich enthousiast in te zetten om de Afro-Amerikaanse dichters meer onder de aandacht te brengen. In haar huis hield ze voordrachtsavonden en bouwde ze een netwerk op van Engelse en Nederlandse kunstenaars. Onder hen bevonden zich onder meer de dichter Langston Hughes, danser en cabaretier Albert Mol en zanger en acteur Ramses Shaffy. In 1951 ging Rosey ook voor de BBC werken. In de jaren ’50 en ’60 werkte ze ook voor de Nederlandse radio en tv. Ze vertaalde onder andere hoorspelen en droeg gedichten voor. In 1958 kon ze haar lang gekoesterde droom in vervulling laten gaan. Rosey ging naar de Verenigde Staten en het zou niet bij een bezoek blijven. Het eerst bezocht ze Detroit waar ze lezingen hield over Afrikaanse poëzie, maar ook over Anne Frank. Steeds vaker werd ze gevraagd om over het Amsterdamse Joodse meisje te komen vertellen. Anne was in Amerika een begrip geworden dat onlosmakelijk verbonden was met de Holocaust. Tijdens Rosey’s bezoeken in Mississippi, vier jaar later, kwamen door de heftige rassenrellen dikwijls haar eigen oorlogsherinneringen weer naar boven, maar ze sprak er niet over. Haar roem en haar inzet voor de Afro-Amerikaanse literatuur verspreidden zich snel en Rosey maakte vele vrienden. Overal werd ze gevraagd voor lezingen en voordrachten, en ze begon ook met het geven van lessen in creative writing. Vanwege haar grote interesse in de Afrikaanse cultuur bracht Rosey in de jaren ’60 ook bezoeken aan Afrika en Senegal. Ondertussen publiceerde ze een aantal boeken, zowel eigen werk als vertaalde literatuur. In 1971 bleek dat Rosey Pool leed aan leukemie en overleed ze in een Londens ziekenhuis. Terug naar dit boek, want wie was Rosey Pool nu werkelijk? Lonneke Geerlings geeft eerlijk toe dat haar intensieve onderzoek niet heeft geleid tot het doorgronden van de ware Rosey Pool. Er zijn nog veel aspecten onduidelijk gebleven. Maar de auteur is hier en daar ook onduidelijk in haar boek. In 1931 woonde Rosey in Amsterdam tot ze de Berlijnse Lena Fischer leerde kennen. Dan blijkt ze ineens weer in Berlijn te wonen. Hoe die ontmoeting tot stand kwam en wanneer die verhuizing plaats vond, wordt niet vermeld. Een andere vaagheid heeft verband met Rosey’s werkzaamheden in kamp Westerbork. Hoe ze aan die baan kwam en waarom ze eind 1942 weer terug naar Amsterdam ging, blijft in nevelen gehuld. Of deze hiaten te wijten zijn aan Rosey’s eigen geheimzinnigheid over haar verleden wordt niet duidelijk. Wat kunnen we dan wel vaststellen na het lezen van dit boek? Rosey Pool was een sterke, zeer intelligente vrouw. Gezien haar scherpzinnigheid – wat onder meer blijkt uit de link die ze durfde te leggen tussen de Europese Jodenvervolging en de Amerikaanse rassenstrijd, haar gevoeligheid en haar veelzijdigheid kun je zelfs stellen dat ze hoogbegaafd was. Lonneke Geerlings was zelf het meest onder de indruk van Rosey’s veerkracht. Iedere keer weer was Rosey in staat om haar traumatische ervaringen om te zetten in het verbeteren van de wereld. Tegelijkertijd was ze ook een vrouw die worstelde met haar identiteit. In haar jeugd was ze behoorlijk corpulent. Rosey zag zichzelf als socialist, echter in de aanloop van de Tweede Wereldoorlog werd al snel duidelijk dat ze toch in de eerste plaats Joods was. In de ogen van de Duitse bezetter waren Joden een minderwaardig ras en in kamp Westerbork was ze ook niet meer Rosey Pool, maar slechts een nummer. Daarnaast was ze biseksueel, wat zeker in die tijd niet zo makkelijk geaccepteerd werd. Naarmate het duidelijk werd dat haar broertje niet ging studeren, was alle hoop door haar ouders op haar gevestigd. Dat legde een enorme druk op haar. Rosey wilde niet falen, maar ze was zich bewust van haar tekortkomingen. Om toch gehoord te worden, zocht ze compensatie in een schijnwereld. Zo beweerde ze dat ze al jong onder de indruk was geraakt van de dichtbundel ‘Color’ van Countee Cullen en dat ze sindsdien haar leven volledig gewijd had aan de zwarte poëzie. Deze bundel was echter nooit gepubliceerd in Europa, en haar werkelijke inzet voor de Afro-Amerikaanse literatuur begon pas na de oorlog. Ook matigde ze zichzelf een titel in de Germaanse talen aan in de hoop serieus genomen te worden. Al had deze stap ook een andere reden. Ze voelde zich vaak miskend. Toen haar man in de schijnwerpers stond voor zijn strijd tegen het fascisme, had Rosey moeite om op de achtergrond te blijven, zoals het een goede echtgenote in die tijd betaamde. Het gevoel van miskenning had ze ook bij de BBC. Haar baan kwam daar met moeite tot stand, telkens werden haar voorstellen afgewezen. Een ander voorbeeld is de Engelse vertaling van het dagboek van Anne Frank. Bij de publicatie van het boek ontdekte ze dat Otto Frank naar een andere vertaler gegaan zonder dat aan Rosey te laten weten. Die ontdekking kon ze maar moeilijk verwerken. Nog ander voorbeeld: In Amerika wilde Rosey graag haar kennis over de zwarte poëzie delen, maar telkens werd ze gevraagd om te komen vertellen over Anne Frank. Naar haar eigen ervaringen werd nooit gevraagd. Op een gegeven moment irriteerde dat haar steeds meer, toch gaf ze gehoor aan de verzoeken. Maar over haar persoonlijke ervaringen in de oorlog sprak ze zo min mogelijk, bang als ze was om kwetsbaar te zijn. Opvallend genoeg vroeg ook niemand daar naar. Ook niet tijdens de lessen die ze gaf aan Amerikaanse kinderen. Ondanks dat diezelfde ervaringen een sterke motivatie waren voor haar om op te komen voor de onderdrukten in de wereld. Ze had ‘mede-lijden’ met de onderdrukten onder wie de zwarte bevolking in de Verenigde Staten, want Rosey zag de overeenkomst met het antisemitisme in de Tweede Wereldoorlog. Daardoor voelde zij zich een met hen die eveneens veroordeeld werden om hun ras. Rosey sprak overigens ook zelden over andere gebeurtenissen uit haar verleden. Het was alsof ze haar sporen wilde uitwissen. Voor haar was het ‘nu’ belangrijk en niet het verleden met al zijn teleurstellingen, want haar intensieve succesvolle openbare leven kende ook een trieste keerzijde. Uit angst om buitengesloten te worden, probeerde Rosey overal aansluiting te vinden. Haar leven lang was ze op zoek naar een plek waar zij zich thuis voelde. Wanneer ze dacht dat ‘thuis’ gevonden te hebben, bleek het toch weer een teleurstelling. Ze voelde zich niet thuis meer in Berlijn, toen het nazisme opkwam. Haar huwelijk mislukte. Na de oorlog voelde ze zich ook niet meer vertrouwd in Amsterdam, omdat veel Nederlanders een afstandelijke houding aannemen tegenover de terugkerende kampgevangenen. Toen ze de kans kreeg om naar Amerika te gaan, dacht ze eindelijk haar geluk te vinden, maar ook dat werd een desillusie. In Amerika groeide haar carričre een tijdlang tot daaraan een eind kwam door de opkomst van leiders als ds. Martin Luther King en Malcolm X. De Afro-Amerikanen werden zich meer bewust van hun eigen cultuur. Rosey was niet langer meer de enige expert. Daardoor speelde de link tussen de segregatie en de Holocaust nauwelijks meer een rol. Bij een fotosessie tijdens een bijeenkomst moest ze helemaal achteraan staan, omdat ze de enige blanke was. Waar Rosey Pool altijd bang voor was geweest, gebeurde uiteindelijk toch. Ze raakte in een isolement. Toen ze ziek werd, vergaten haar zwarte vrienden haar. Ze bleek toch niet echt ‘een van hen’ te zijn. Over het waarom deze bijzondere vrouw, ondanks haar vele contacten, in vergetelheid is geraakt, oppert Geerlings een aantal redenen. Als eerste verklaring geeft ze aan dat door de omvangrijkheid van de strijd tegen racisme in de Verenigde Staten, het baanbrekende werk van Rosey Pool al snel op de achtergrond raakte. Voorts speelt gender een grote rol volgens Geerlings. Vrouwen krijgen vaak minder erkenning en hun talenten worden veelal ondergewaardeerd. Een andere bijkomstigheid is, zo stelt de onderzoekster, dat Rosey’s herinneringen niet levend konden worden gehouden door familieleden. Rosey had zelf geen kinderen en de meeste familieleden waren omgekomen in de vernietigingskampen. Zoals eerder aangegeven doet Lonneke Geerlings naast de levensbeschrijving van Rosey Pool eveneens vrij uitgebreid verslag van haar onderzoek. Behalve onderzoek bij archieven bezocht de onderzoekster ook de werk- en woonplekken van Rosey en sprak ze met getuigen. Blijkbaar is het een nieuwe trend om binnen een (semi-) biografie je eigen mening of ervaringen te delen die niet per se ter zake doende zijn. Het kan dan wel een logisch gevolg zijn van je onderzoek en het is interessant om te lezen, maar het leidt wel de aandacht af van het hoofdonderwerp. Immers, de vraag ontstaat wat nu eigenlijk het doel van dit boek is. Gaat het om Rosey Pool of gaat het de auteur erom om te laten zien hoe ingewikkeld en lastig het is om het ware verhaal van iemand te achterhalen? Wetend dat het hier om een populaire versie van een dissertatie gaat, is dat mijns inziens toch een merkwaardige ontwikkeling. Daarentegen was meer accent op de diepere lagen van Rosey’s karakter hier beter op zijn plaats geweest. Daar gaat het immers om bij een goede biografie, om beter inzicht in de persoon Rosey Pool te krijgen en niet alleen om de levensgebeurtenissen te beschrijven. ‘De vele levens van Rosey Pool’ is een aardige kennismaking met een vrouw die in de vergetelheid geraakt was. Met de erin verwerkte ervaringen van de auteur is het ook een boek dat lezers op een andere manier zal inspireren. |
Beoordeling: | Goed |