De Japanse slagkruiser Kirishima werd tussen 1912 en 1915 gebouwd op de scheepswerf van Mitsubishi in Nagasaki. Tussen 1927 en 1930 en 1934 en 1936 werd het schip aanzienlijk verbouwd en gemoderniseerd en geclassificeerd als slagschip. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam het schip met de 3e Slagschip Divisie deel aan de aanval op Pearl Harbor, de strijd rond Nederlands-Indië, de slag om Midway, de slag bij de Oostelijke Salomonseilanden, de slag bij Santa Cruz en de strijd rond Guadalcanal. Tijdens de tweede slag bij Guadalcanal, werd de Kirishima op 15 november 1942 tot zinken gebracht door het Amerikaanse slagschip USS Washington (BB-56)
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Mitsubishi Goshi
Kaisha Nagasaki |
17 maart 1912 |
1 december 1913 |
19 april 1915 |
15 november 1942 (gezonken) |
Bouwnummer : 85 |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
19 april 1915 |
1e Slagschip Divisie |
|||
november 1915 |
3e Slagschip Divisie |
|||
december 1926 |
3e Reserve |
|||
november 198 |
3e Slagschip Divisie |
De kiel voor de Japanse slagkruiser Kirishima werd op 17 maart 1912 gelegd op de scheepswerf van Mitsubishi in Nagasaki. Op 1 december 1913 werd het schip te water gelaten en op 19 april 1915 afgeleverd. Het schip was vernoemd naar de berg Kirishima op Kyushu. De Kirishima was het derde schip van de Kongo-klasse (1912). Het schip werd geheel in Japan gebouwd met onderdelen die eveneens in Japan waren geconstrueerd, naar Britse voorbeeld van het slagschip HMS Erin (1913).[1][2][3]
De Kirishima had een waterverplaatsing van 31.980 ton bij een lengte van iets meer dan 222 meter. Het schip werd aangedreven door vier gasturbines en acht boilers. Deze aandrijving had een vermogen van 136.000 pk en kon een snelheid genereren van 30,5 knopen (55,56 km/u). De 6.330 ton brandstof kon het schip bij een kruissnelheid van 18 knopen (33,34 km/u) vervoeren over 18.520 km. De 1.437 bemanningsleden kregen de beschikking over een hoofdbewapening van 4x2 356 mm / 45 kaliber Type 41 geschut en een secundaire bewapening van 14x1 152 mm / 50 kaliber Type 41 geschut, 4x2 127 mm / 40 kaliber Type 89 geschut en 10 x 2 25 mm / 60 kaliber Type 96 luchtafweergeschut.[4][5][6]
Op 19 april 1915 kwam de Kirishima in dienst bij de 1e Slagschip Divisie binnen de Dai-ichi Kantai (1e Vloot). Nadat het schip zeven maanden zich had bezig gehouden met proefvaarten, volgde verplaatsing naar de 3e Slagschip Divisie binnen de Dai-ni Kantai (2e Vloot). Samen met de Haruna (1915) vertrok de Kirishima in april 1916 vanuit Sasebo naar de Oost Chinese Zee. Na tien dagen keerden de schepen terug en bleef de Kirishima tot april 1917 in Sasebo. Hierna volgde wederom inzet langs de Chinese kust, dit keer met de Haruna en de Kongo (1913). In april 1918 volgde een laatste inzet tijdens de Eerste Wereldoorlog langs de Chinese en Koreaanse kusten.
Na de Eerste Wereldoorlog werden diverse slagschepen, waaronder de Kirishima in reserve geplaatst. Op 1 december 1920 volgde wederom verplaatsing naar de 3e Slagschip Divisie. Kirishima verbleef hierbij voornamelijk in en rond Sasebo. In september 1923 werd het schip ingezet bij de hulpverlening na de Grote Kanto aardbeving tot het schip in december 1923 in reserve werd geplaatst.
Door de internationale vlootverdragen mocht Japan geen nieuwe grote oorlogsbodems meer bouwen. De Japanse marine besloot hierop binnen de restricties van de verdragen de oudere slagkruisers te moderniseren tot slagschepen. Begin 1927 werd begonnen met de reconstructie van de Kirishima. Met name de bepantsering werd verbeterd en uitgebreid. Langs de romp werden uitstulpingen aangebracht ter bescherming tegen torpedo inslagen. De verouderde aandrijving werd gemoderniseerd door de kolen gestookte Yarrow boilers te vervangen door tien krachtiger Kampon boilers. De voorste bovenbouw werd gereconstrueerd en de voorste mast werd herbouwd in de typische Japanse pagode stijl. Door de nieuwe aandrijving en reconstructie van de bovenbouw kon één van de drie schoorstenen worden verwijderd. Het schip was op 16 april 1930 gereed.[7][8]
Tussen augustus en oktober 1930 werd de Kirishima uitgerust met hulpmiddelen om drijvervliegtuigen aan boord te kunnen nemen. In april 1932 werd het schip ingezet langs de Chinese kust bij Shanghai en ging korte tijd hierna weer in reserve. Toen begin jaren 1930 Japan werd veroordeeld door de Internationale wereld voor haar inmenging in Mantsjoerije, trok Japan zich terug uit alle vlootverdragen waarmee alle restricties op schepen werden opgeheven. Dit gaf de weg vrij voor een aanzienlijk bouw- en verbouwprogramma. Halverwege de jaren 1930 werd de Kirishima gemoderniseerd. Op 18 november 1934 ging het schip te Sasebo in het droogdok. Het achterschip van de Kirishima werd met 7,9 meter verlengd en de bovenbouw werd volledig gereconstrueerd. De aandrijving werd gemoderniseerd door toepassing van acht nieuwe Kampon Boilers en nieuwe geschakelde turbines. Het hoofdgeschut en secundaire geschut kreeg een beter schootsveld. De Kirishima ontving nieuwe Nakajima E8N en Kawanishi E7K toestellen waartoe tevens nieuwe katapulten werden geïnstalleerd. Het oude 76,2 mm geschut werd vervangen door acht stuks 127 mm geschut en er werden twintig stuks 25 mm luchtafweergeschut geplaatst in dubbelloops opstellingen. Twee stuks 152 mm geschut en de nog aanwezige torpedolanceerbuizen werden eveneens verwijderd. De bepantsering werd sterk verbeterd. Op 8 juni 1936 kon het schip als weer in dienst worden genomen. Door de nieuwe aandrijving kon dit slagschip nu 30,5 knopen (56,5 km/u) bereiken.[9][10][11][12][13][14][15]
Na de reconstructie werd de Kirishima vanaf augustus 1936 ingezet langs de Chinese kust. Na het uitbreken van de 2e Chinees-Japanse oorlog, nam het schip regelmatig deel aan transportoperaties met troepen en voorraden. Hierbij werd het schip vanaf november 1938 het vlaggenschip van de 3e Slagschip Divisie. In november 1939 werd de Kirishima wederom i reserve geplaatst en ontving het aanvullende bepantsering rondom de bewapening.
Vanaf november 1941 werd de Kirishima uitgerust voor inzet in oorlogsgebieden, waarna het op 26 november vertrok met de 3e Slagschip Divisie vanuit de verzamelbasis in de baai van Hitokappu. Het smaldeel voegde zich bij de vloot van vliegdekschepen voor de aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941. Na de aanval keerde de Kirishima terug naar Japan.[16]
De Kirishima verliet op 8 januari 1942 de marinebasis op Truk. Samen met vliegdekschepen werd het ingezet voor de invasie van New Britain op 17 januari. In maart 1942 was de Kirishima betrokken bij het tot zinken brengen van de Amerikaanse torpedobootjager USS Edsall (DD-219). Vanaf april 1942 opereerde de Kirishima met de Japanse vloot in de Indische Oceaan. Na de inzet alhier werd het schip in het droogdok binnen genomen voor onderhoud. Hierbij ontving de Kirishima aanvullend luchtafweer en een nieuwe radarinstallatie.[17][18]
In juni 1942 was de Kirishima betrokken bij de slag om Midway en nam overlevenden op van de tot zinken gebrachte Japanse vliegdekschepen. Hierna keerde het schip terug naar Japan om in augustus 1942 met haar divisie naar de Solomon eilanden te vertrekken. Na de slag bij de Oostelijke Solomon eilanden, keerde de Kirishima terug naar Truk en was vervolgens weer betrokken bij de slag bij Santa Cruz. Op 26 oktober werd de Kirishima door Amerikaanse duikbommenwerpers aangevallen, maar werd niet beschadigd.[19]
Tijdens de nachtelijke slag bij Savo, 12 op 13 november 1942, raakte de Kirishima beschadigd door 203 mm marine geschut van één van de Amerikaanse tegenstanders, maar kon de strijd voortzetten. Tijdens de tweede slag bij Guadalcanal in de nacht van 14 op 15 november 1942, werd de Kirishima ten minste 49 keer geraakt door geschut van de USS Washington (BB-56) en de USS South Dakota (BB-57) en zonk het schip in de loop van de ochtend.[20]
Naam: | Kirishima |
Callsign/Registratie: |
? |
Bouwer: |
Mitsubishi Goshi Kaisha, Nagasaki |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Slagkruiser - Slagschip /
Kongo-klasse (1912) |
Waterverplaatsing: |
36.600 lt (37.187 ton) |
Lengte: |
222 meter |
Breedte: |
31 meter |
Diepgang: |
9,70 meter |
Aandrijving: |
4 schachten 136.000 pk (101.415 kW) |
Snelheid: |
30 knopen (56 km/h) |
Bereik: |
19.000 km bij 14 knopen (26
km/h) |
Bepantsering: |
Dek: 38 - 58 mm Geschutskoepels: 230 mm Barbetten: 250 mm Pantsergordel: 200–280 mm |
Bewapening: |
4x2 356 mm geschut 16x1 152 mm geschut 8x1 127 mm / 50 kaliber geschut 8x 530 mm torpedolanceerbuizen |
Bemanning |
1360 |
Kaigun Daisa Rokuro Kamaya
(Kapitein-ter-Zee) |
15 december 1914 |
Kaigun Daisa Takeshi Shima
(Kapitein-ter-Zee) |
13 december 1915 |
Kaigun Daisa Junichi Matsumura
(Kapitein-ter-Zee) |
1 december 1916 |
Kaigun Daisa Masaki Nakamura (Kapitein-ter-Zee) | 16 juli 1917 |
Kaigun Daisa Kinzaburo Mimura (Kapitein-ter-Zee) | 1 december 1917 |
Kaigun Daisa Genjiro Katsuki
(Kapitein-ter-Zee) |
10 november 1918 |
Kaigun Daisa Hisashi Yokoo
(Kapitein-ter-Zee) |
20 november 1919 |
Kaigun Daisa Sukeichi Yasumura
(Kapitein-ter-Zee) |
8 januari 1920 |
Kaigun Daisa Heigo Teraoka
(Kapitein-ter-Zee) |
1 december 1921 |
Kaigun Daisa Masataka Ando
(Kapitein-ter-Zee) |
1 december 1922 |
Kaigun Daisa Teiji Sakamoto
(Kapitein-ter-Zee) |
6 november 1923 |
Kaigun Daisa Hisanori Fujita
(Kapitein-ter-Zee) |
1 december 1924 |
Kaigun Daisa Takayoshi Kato
(Kapitein-ter-Zee) |
20 oktober 1925 |
Kaigun Daisa Naojiro Honshuku
(Kapitein-ter-Zee) |
1 december 1926 |
Kaigun Daisa Kanekoto Iwamura
(Kapitein-ter-Zee) |
1 december 1927 |
Kaigun Daisa Yoshikazu Furukawa (Kapitein-ter-Zee) | 10 maart 1928 |
Kaigun Daisa Choji Inoue
(Kapitein-ter-Zee) |
10 december 1928 |
Kaigun Daisa Minoru Hirota
(Kapitein-ter-Zee) |
8 februari 1929 |
Kaigun Daisa Takuo Fujisawa
(Kapitein-ter-Zee) |
1 november 1929 |
Kaigun Daisa Shigeru Kikuno
(Kapitein-ter-Zee) |
1 december 1930 |
Kaigun Daisa Sekizo Uno
(Kapitein-ter-Zee) |
1 december 1931 |
Kaigun Daisa Haruo Kitaoka
(Kapitein-ter-Zee) |
1 december 1932 |
Kaigun Daisa Ibo
Takahashi (Kapitein-ter-Zee) |
15 november 1933 |
Kaigun Daisa Kunji Tange
(Kapitein-ter-Zee) |
15 november 1934 |
Kaigun Daisa
Gunichi Mikawa (Kapitein-ter-Zee) |
15 november 1935 |
Kaigun Daisa Kakusaburo Makita
(Kapitein-ter-Zee) |
1 december 1936 |
Kaigun Daisa Masao Kanazawa
(Kapitein-ter-Zee) |
1 december 1937 |
Kaigun Daisa Takeo Tada
(Kapitein-ter-Zee) |
15 november 1938 |
Kaigun Daisa Saichiro Tomonari
(Kapitein-ter-Zee) |
17 december 1939 |
Kaigun Daisa Kazutaka Shiraishi
(Kapitein-ter-Zee) |
19 oktober 1940 |
Kaigun Daisa Jihei Yamaguchi
(Kapitein-ter-Zee) |
15 augustus 1941 |
Kaigun Daisa Sanji
Iwabuchi (Kapitein-ter-Zee) |
20 april 1942 |