De HMS LCI(L)-98 werd direct na de bouw volgens Lend-Lease Act eind 1942 overgedragen aan de Royal Navy. Begin 1944 werd het schip omgebouwd tot Landing Craft Headquarters HMS LCH-98. In 1945 werd het schip terug gegeven aan de US Navy. In 1948 werd het schip verkocht.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Bethlehem Steel, Hingham |
31 augustus 1942 |
9 oktober 1942 |
2 november 1942 |
16 januari 1948 (verkocht) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum in: |
Datum uit: |
||
2 november 1942 |
1944 |
Landing Craft
Infantry (Large) HMS LCI(L)-98, Royal Navy |
||
1944 |
27 februari 1946 |
Landing Craft
Headquarters HMS LCH-98, Royal Navy |
||
27 februari 1946 |
16 januari 1948 |
US Navy |
||
16 januari 1948 |
? |
verkocht |
De kiel voor de LCI(L)-1-klasse landingsboot LCI(L)-98 werd op 31 augustus 1942[1] gelegd bij de Bethlehem Shipyard Inc. (Hingham, Massachusetts, Verenigde Staten)[2]. Op 9 oktober 1942[3] werd het schip te water gelaten en op 2 november 1942[4] op basis van de Lend-Lease Act overgedragen aan de Royal Navy als HMS LCI(L)-98.
De HMS LCI(L)-98 vertrok op 12 december 1942 met een groep van zeven aan de Royal Navy overgedragen landingsvaartuigen (HMS LCI(L)-98, HMS LCI(L)-100, HMS LCI(L)-164, HMS LCI(L)-165, HMS LCI(L)-166, HMS LCI(L)-168 en HMS LCI(L)-239) onder begeleiding van HMRT Lariat (W17) en USS Sciota (AT-30) naar Bermuda en vervolgens als gehele groep met HMS LCI(L)7 en HMRT Destiny (W115) naar Gibraltar op 29 december[5].
Begin 1944 werd het schip ingericht als hoofdkwartier en in dienst genomen als Landing Craft Headquarters HMS LCH-98. In deze hoedanigheid nam het schip deel aan Operatie Tiger[6], de oefening voor D-Day waarbij Duitse E-boten een aanval op de schepen uitvoerden en nam het op 6 juni 1944 deel aan de invasie in Normandië. LCH-98 vervoerde hier de Deputy Senior Officer Assault Group J.3 voor Juno Beach, "NAN Green" sector[7]. Op 1 november 1944 nam de HMS LCH-98 deel aan de landing bij Westkapelle tijdens Operatie Infatuate[8]. Hierbij maakte het schip als één van de twee Headquarter landingsschepen, met HMS LCH-269, deel uit van Support Squadron Eastern Flank.
Op 27 februari 1946[9] werd het schip teruggegeven aan de US Navy die het niet meer in dienst nam. Op diezelfde dag werd het schip geschrapt uit het Naval Registry. De Maritime Commission verkocht het schip op 16 januari 1948[10].
Naam: | HMS LCI(L)-98 / LCH-98 |
|
Callsign/Registratie: |
LCI(L)-98, LCH-98 |
|
Bouwer: |
Bethlehem Steel, Hingham |
|
Bouwnummer: |
? |
|
Type/Klasse: |
Landing Craft Infantry (Large) /
LCI(L)-1-klasse |
|
Waterverplaatsing: |
216 t (standaard) 234 t (landing) 389 t (beladen) |
|
Lengte: |
48,30 meter |
|
Breedte: |
7,09 meter |
|
Diepgang: |
minimaal: 0,95 meter landing: 0,81 meter voor, 1,47 meter achter beladen: 1,63 meter achter, 1,80 meter achter |
|
Aandrijving |
2x4 General Motors 6051 series
71 Diesel motoren, 4 motoren per schacht 2 schachten 1x General Motors Main reduction gears 2x Diesel-drive 30Kw 120V D.C. generatoren 2.320 shp |
|
Snelheid: |
16 knopen (29,63 km/u) maximaal 14 knopen (25,93 km/u) kruissnelheid |
|
Bereik: |
6437 km (bij 12 knopen) |
|
Bewapening: |
? |
|
Bemanning |
? |
L.S. Stinton |
Lieutenant (Luitenant ter Zee
der 2e Klasse) |
1944 |
? |