Het Amerikaanse landingsvaartuig USS LCI(L)-269 werd op basis van Lend-Lease overgedragen aan de Britse Royal Navy, die het schip als hoofdkwartierschip HMS LCH-269 in dienst stelde. In 1946 keerde het schip terug naar de US Navy om in 1948 te worden verkocht als m.v. Quaker City.
Gebouwd door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
New Jersey Shipbuilding Corp., Barber |
januari 1943 |
januari 1943 |
22 januari 1943 |
? (verlaten) |
Bouwnummer : geen |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum uit: |
||
22 januari 1943 |
20 maart 1946 |
HMS LCH-269, Royal
Navy |
||
20 maart 1946 |
8 mei 1946 |
US Navy |
||
8 mei 1946 |
geschrapt uit Naval
Register |
|||
28 januari 1948 |
? |
m.v. Quaker City |
In november 1942 werd de kiel gelegd voor LCI(L)-269 bij de New Jersey Shipbuilding Corporation in Barber, New Jersey. Het schip werd op 7 januari 1943 te water gelaten. Bij de bouw werd al rekening gehouden met het toekomstige doel van het schip, het fungeren als hoofdkwartier. Op 22 januari 1943 werd het landingsschip overgedragen aan de Royal Navy in het kader van Lend-Lease.[1]
Bij de Royal Navy werd het schip ingericht als hoofdkwartier en in dienst gesteld als HMS LCH-269. In deze hoedanigheid nam het deel aan operatie in het Middellandse Zeegebied en in West Europa.[2] Een LCH was een landingsschip dat was ingericht met communicatie en radar apparatuur en werd gebruikt om leiding te geven aan een landingsoperatie.
HMS LCH-269 werd het hoofdkwartierschip van de Support Squadron Eastern Flank (SSEF) tijdens de vooravond van Operatie Overlord, de landingen in Normandië op 6 juni 1944. Hierbij opereerde het schip met haar eenheid op de Oostelijke flank van Sword en wel Queen Red Beach. Met dezelfde eenheid nam het schip deel op 1 november 1944 aan Operatie Infatuate II, de landing bij Westkapelle.
Het schip werd op 20 maart 1946 retour gegeven aan de US Navy, die het zelf niet meer in dienst nam. Op 8 mei 1946 werd het geschrapt uit het Naval Register. De Amerikanen verkochten het schip op 28 januari 1948.[3] Hierna werd het schip in de vaart gebracht als m.v. Quaker City.[4] Voor zover bekend kwam het schip terecht in Atlantic City, waar de restanten zich nog steeds op een modderbank bevinden.
Naam: | LCI(L)-269 / LCH-269 |
Callsign/Registratie: |
/ |
Bouwer: |
New Jersey Shipbuilding Corp.,
Barber |
Bouwnummer: |
geen |
Type/Klasse: |
Landing Craft Infantry (Large) /
LCI(L)-1-klasse |
Waterverplaatsing: |
236 t (minimum) 264 t (landing) 419 t (beladen) |
Lengte: |
48,70 meter |
Breedte: |
7,10 meter |
Diepgang: |
leeg: 0,96 meter landing: 0,85 meter (voor) - 1,25 meter (achter) beladen: 1,65 meter (voor) - 1,56 meter (achter) |
Aandrijving: |
2x4 General Motors 6051 series
71 Diesel motoren 1 General Motors Main 2x Diesel 30Kw 120V D.C. Ship's Service Generatoren twee schachten 2.320 shp |
Snelheid: |
16 knopen (29,63 km/u) |
Bereik: |
6.440 km (bij 12 knopen) |
Bewapening: |
5x1 20 mm geschut |
Bemanning |
28 |
Lieutenant Commander
John Arundell Holdsworth (Luitenant ter zee der
1ste klasse) |
22 mei 1944 - 31 juli 1944
(oktober 1944?) |
Commander Kenneth Sellars (Kapitein-luitenant
ter zee) |
oktober 1944 - ? |