Het vrachtschip met passagiersaccommodatie Sanyo Maru werd in 1930 in dienst genomen bij de Osaka Shosen Kaisha (OSK) uit Osaka. In 1941 werd het schip als enige uit de Kinai Maru-klasse niet ingericht als militair transportschip maar als vliegtuigmoederschip. In 1943 werd het schip weer verbouwd tot transportschip en als dusdanig door de Japanse Keizerlijke Marine gebruikt tot het schip op 26 mei 1944 door een Amerikaanse onderzeeboot tot zinken werd gebracht.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Mitsubishi
Zoshenso, Nagasaki |
26 december 1929 |
11 juli 1930 |
15 oktober 1930 |
26 mei 1944 (getorpedeerd) |
Bouwnummer : 473 |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
15 oktober 1930 |
6 augustus 1941 |
m.s. Sanyo Maru,
Osaka Shosen Kaisha (OSK), K. K. Line |
||
6 augustus 1941 |
15 augustus 1941 |
vliegtuigmoederschip
Sanyo Maru, Japanse Keizerlijke Marine |
||
15 augustus 1941 |
10 september 1941 |
vliegtuigmoederschip
Sanyo Maru, Sasebo Marinedistrict |
||
10 september 1941 |
1 april 1943 |
vliegtuigmoederschip
Sanyo Maru, 12e Watervliegtuig Tender Divisie |
||
1 april 1943 |
11 juli 1943 |
vliegtuigmoederschip
Sanyo Maru, Kure Basiseenheid |
||
11 juli 1943 |
26 mei 1944 |
transportschip Sanyo
Maru |
||
10 juli 1944 |
geschrapt van
marinelijst |
De kiel voor het derde schip uit de Kinai Maru-klasse (1930), de Sanyo Maru, werd gelegd op 26 december 1929 aan de scheepswerf van Mitsubishi in Nagasaki. Op 11 juli 1930 werd het schip te water gelaten en op 15 oktober 1930 afgeleverd aan de Osaka Shosen Kaisha (OSK), K. K. Line.[1]
De Sanyo Maru was een vrachtschip met luxe passagiersaccommodatie dat vanaf november 1930 voornamelijk werd ingezet op de handelsroute tussen Yokohama en New York, waarbij regelmatig China werd aangedaan. In 1933 werd het schip opnieuw gemeten en kreeg het een waterverplaatsing van 8.360 BRT toegewezen. Vanaf juli 1938 werd op de route van Japan naar New York als extra aanmeerhavens Londen en Hamburg ingelegd.[2][3]
Vanaf 6 augustus 1941 werd de Sanyo Maru gevorderd door de Japanse Keizerlijke Marine. Hierbij werd het schip als enige van haar klasse verbouwd tot een vliegtuigmoederschip voor watervliegtuigen met een waterverplaatsing van 8.360 BRT. Naast de installatie van een katapult, ontving het schip een bewapening van twee stuks 152 mm / 40 kaliber geschut en twee stuks 13,2 mm Type 93 machinegeweren. De verbouwing was al op 15 augustus gereed en het schip werd ingedeeld bij het Sasebo Marinedistrict. Het schip ontving zes Type 0 Mitsubishi F1M2 "Pete" verkenningsvliegtuigen, twee Type O Aichi E13A1 "Jake" verkenningsvliegtuigen en twee Type 95 Nakajima E8N2 "Dave" verkenningsvliegtuigen. De vliegtuigcode werd op dit moment "ZIII-xx" waarbij de xx voor het volgnummer van elk toestel stond.[4][5]
Op 10 september 1941 werd de Sanyo Maru ingedeeld bij de 12e Watervliegtuigtender Divisie van de Japanse 3e Vloot en vertrok het naar Camranh Bay in Indochina. Op 2 december 1941, vertrok de Sanyo Maru vanuit Samah op Hainan ten behoeve van Operatie E, de invasie van Maleisië. Vanaf 14 december nam het schip deel aan de invasie van de Filippijnen tot het schip vanaf 7 januari 1942 werd bestemd voor de invasie Nederlands Borneo, waarbij het op 11 januari werd ingezet bij de slag om Tarakan (1942) en vanaf 23 januari bij de invasie van Balikpapan. Op 1 februari volgde overplaatsing naar de Japanse 3e Vloot en nam het schip vanaf 18 februari deel aan de invasie van Java.[6]
Op 10 maart 1942 volgde indeling bij de Japanse 2e Zuidelijke Expeditievloot en wijzigde de vliegtuigcode naar "P-xx". Op 10 april 1942 volgde alweer overplaatsing naar de Japanse 2e Marine Basis Eenheid binnen de Japanse 12e Vliegdekschip Divisie van de Japanse 3e Vloot waarmee het vanaf 30 april deelnam aan de invasie van de Sunda eilanden en later Lombok. Op 3 juni 1942 kwam de Sanyo Maru aan in Sasebo en werd het gedokt voor nodige reparaties. Op 19 juni werd het schip weer vrijgegeven en vertrok het naar Soerabaja waar het op 5 juli aankwam. Op 14 juli wijzigde de vliegtuigcode naar "W-xx" en vanaf 24 juli nam het schip deel aan Operatie T, de Banda Zee operatie en ondersteunde het de landingen op de Tanimbar eilanden. Vanaf 10 augustus 1942 werd het schip ingezet bij de strijd om Guadalcanal.[7]
Na een kort verblijf in Yokosuka, eind oktober 1942 werd de Sanyo Maru op1 november te Rabaul ingedeeld bij de Japanse 4e Vloot ten behoeve van de Japanse 958e Luchtgroep. De vliegtuigcode werd nu "P2-xx". IN deze samenstelling nam het schip weer vanaf 10 november deel aan de strijd rond Guadalcanal. Hierbij raakte het schip op 21 november 1942 beschadigd. Hierna werd het schip regelmatig op sleeptouw overgebracht naar andere locaties om onderweg te worden onderhouden en gerepareerd. tijdens deze tochten werd de Sanyo Maru diverse malen getroffen door luchtaanvallen. De heftigste hiervan was op 4 januari 1943 waarna brand uitbrak aan boord van het schip. Vervolgens werd het schip overgebracht naar Truk voor verdere reparaties. Deze vingen op 21 januari 1943 aan tot het schip op 20 maart 1943 in Kure aankwam, waar het naartoe werd overgebracht. Op 1 april werd de Sanyo Maru ingedeeld bij de Kure Basiseenheid en ging vanaf 11 juli aldaar in intensief onderhoud. Hierbij werd het schip ingericht als marine transportschip en werd het bewapend met twee stuks 120 mm geschut, 2x2 25 mm luchtafweergeschut en 2x1 13,1 mm machinegeweren. Op 1 oktober 1943 volgde de formele indeling als transportschip. Hierna werd het schip voor dit doel ingezet in de Pacific en kwam het op 13 mei 1944 aan in Manila, Filippijnen. Op 24 mei vertrok de Sanyo Maru vanuit Cebu met als bestemming Kau op het eiland Halmahera.[8][9][10][11][12][13]
Op 26 mei 1944, vanaf 15.00 uur, werd de Sanyo Maru ten noordnoordwesten van Menado, Celebes, aangevallen door de Amerikaanse onderzeeboot USS Cabrilla (SS-288). Om 16.42 uur troffen vier van de vijf afgeschoten torpedo's het schip. Om 17.32 uur werd de Sanyo Maru door de nog in leven zijnde bemanningsleden en passagiers verlaten. Het schip zonk om 19.40 uur. Van de 600 aanwezige passagiers overleefden 23 het niet. Alle 212 bemanningsleden wisten zich in veiligheid te brengen. De Sanyo Maru werd op 10 juli 1944 geschrapt van de marinelijst.[14][15]
Naam: | m.s. Sanyo Maru (1930) |
Callsign/Registratie: |
VHMG / 36117 (1930) JJLC / 36117 (1934) |
Bouwer: |
Mitsubishi Zosensho,
Nagasaki |
Bouwnummer: |
473 |
Type/Klasse: |
Vrachtvaarder / Kinai Maru-klasse (1930) |
Waterverplaatsing: |
8.365 BRT (1930) 8.360 BRT (1933) ? NRT |
Lengte: |
138,70 meter |
Breedte: |
18,50 meter |
Diepgang: |
8,60 meter |
Aandrijving: |
2x 6 cilinder 2SCSA Sulzer
dieselmotoren á 1.495 nhp 8.262 pk 2 schachten |
Snelheid: |
18,4 knopen (34,08 km/u) |
Bereik: |
? km bij ? knopen (? km/u) |
Bewapening: |
Vliegtuigmoederschip: 2x 152 mm/40 kaliber geschut 2x 13,2 mm Type 93 machinegeweren 10 watervliegtuigen Transportschip: 2x 120 mm geschut 2x2 25 mm geschut 2x1 13,1 mm machinegeweren |
Bemanning |
Transportschip: 212 |
Dai-sa Takamasa
Fujisawa (Kapitein-ter-Zee) |
15 augustus 1941 |
Dai-sa Masaaki Ichiki
(Kapitein-ter-Zee) |
16 juni 1942 |
Dai-sa Ryo Mori
(Kapitein-ter-Zee) |
5 augustus 1943 - 26 mei 1944 |