De in 1919 in dienst gesteld S-klasse (I) torpedobootjager HMS Tenedos bracht het grootste deel van de periode tussen de twee wereldoorlogen door bij de Reserve Fleet, behoudens enkele korte perioden van operationele activiteit. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het schip naar het Verre Oosten gezonden. Op 5 april 1942 lag het schip in onderhoud in Colombo, waar het door een Japanse luchtaanval tot zinken werd gebracht.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Hawthorn Leslie, Tyne |
6 december 1917 |
21 oktober 1918 |
juli 1919 |
5 april 1942 (gezonken) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
1919 |
HMS
Tenedos (FA4), 4th Destroyer FLotilla, Atlantic Fleet |
|||
1920 |
HMS Tenedos (FA4),
Reserve Fleet |
|||
1937 |
maart 1938 |
HMS Tenedos (H04),
China Station |
||
maart 1938 |
augustus 1939 |
HMS
Tenedos (H04), Reserve Fleet |
||
augustus 1939 |
24 augustus 1939 |
HMS Tenedos (H04),
Hong Kong Local Flotilla |
||
23 maart 1940 |
december 1941 |
HMS Tenedos (H04),
Hong Kong Local Flotilla |
||
december 1941 |
? |
HMS Tenedos (H04),
Force Z |
||
HMS Tenedos (H04),
Western Striking Force, ABDACOMMAND |
HMS Tenedos werd op 23 juni 1917 besteld als onderdeel van het Twelfth War Programme. De kiel voor het schip werd op 6 december 1917 gelegd bij Hawthorn Leslie te Tyne. Op 21 oktober 1918 werd de Tenedos te water gelaten en in juli 1919 afgeleverd.[1]
Met 84 meter lengte en een standaard waterverplaatsing van 920 t, kon het door drie Yarrow boilers en twee sets Brown-Curtis stoomturbines een snelheid bereiken van 36 knopen (67 km/u). Het schip kon standaard een afstand afleggen van 5.090 km bij een snelheid va 15 knopen (28 km/u). DE bewapening bestond uit drie stuks 102 mm QF geschut (voorschip, tussen de schoorstenen en op het achterschip), een 40 mm pom-pom luchtafweergeschut op het achterschip, 2x2 533 mm torpedolanceerinstallaties op het achterschip en twee 457 mm torpedolanceerbuizen nabij de brugopbouw.[2][3][4][5]
Na haar indienststelling werd het schip toegevoegd aan de 4th Destroyer Flotilla, Atlantic Fleet tot het werd overgeheveld aan de Reserve Fleet. In 1937 werd HMS Tenedos overgeheveld naar het Verre Oosten en ingedeeld bij China Station tot het in maart 1938 in Singapore in reserve ging. Opnieuw in dienst gesteld werd in augustus 1939 samen met HMS Scout (H51), HMS Thanet (H29) en HMS Thracian (D86) de Hong Kong Local Flotilla geformeerd. Tenedos en Scout verlieten op 24 augustus 1939 de haven voor Singapore waar beide schepen werden ingericht voor het leggen van mijnen. Hiervoor werd het achterste hoofdgeschut en de torpedolanceerinstallaties verwijderd om plaats te maken voor 40 mijnen en mijnenlegapparatuur. Tussen 4 en 8 september 1939 werden diverse mijnenvelden rond Singapore aangelegd. Eind 1939 werd HMS Tenedos weer omgebouwd tot volwaardige torpedobootjager en werd op 23 maart 1940 toegevoegd aan Malaya Force om Duitse scheepvaart in en rond Nederlands-Indië te controleren.[6][7]
In december 1941 maakte HMS Tenedos deel uit van Force Z met als thuisbasis Singapore. Samen met HMAS Vampire (D68), escorteerde het schip op 5 december 1941 de slagkruiser HMS Repulse (34) op haar bezoek aan de Australische havenstad Darwin. Op 9 december maakte het schip deel uit van Force Z op de dag dat HMS Repulse (34) en HMS Prince Of Wales (53) op weg gingen voor hun laatste tocht. HMS Tenedos moest op 9 december om 18.25 uur terugkeren naar Singapore om brandstof te halen. Onderweg werd het schip door Japanse vliegtuigen aangevallen maar wist te ontkomen, in tegenstelling tot Repulse en Prince of Wales de volgende dag. Hierna werd het schip toegevoegd aan de Western Striking Force, ABDACOMMAND, belast met het patrouilleren in de Straat van Soenda tussen Sumatra en Java tussen 18 februari 1942 en 8 maart 1942.[8]
Na afloop van de strijd rond Nederlands-Indië wist HMS Tenedos te ontkomen naar Colombo. Op 5 april 1942 lag het schip aldaar voor onderhoud toen de havenstad werd aangevallen door Japanse bommenwerpers. Hierbij werd het schip door enkele bommen geraakt waarna de op het schip aanwezige torpedo's en dieptebommen explodeerden en het schip zonk.[9]
Naam: | HMS Tenedos |
Callsign/Registratie: |
FA4, H04 |
Bouwer: |
Hawthorn Leslie, Tyne |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager / S-klasse (I)
, Admiralty S-klasse |
Waterverplaatsing: |
standaard: 905 lt (920 t) maximaal: 1.221 lt (1.240 t) |
Lengte: |
84,12 meter |
Breedte: |
8,13 meter |
Diepgang: |
3,00 meter |
Aandrijving: |
2 sets Brown-Curtiss
stoomturbines 3 Yarrow boilers 2 schachten 27.000 shp (20.000 kW) |
Snelheid: |
36 knopen (66,67 km/u) |
Bereik: |
5.090 km bij 15 knopen (28 km/u) |
Bewapening: |
3x1 QF 101.6 mm Mark IV geschut
(later 2) 1x 40mm Vickers luchtafweer 2x2 533 mm torpedolanceerbuizen (later verwijderd) 2x 457 mm torpedolanceerbuizen (later verwijderd 40 mijnen |
Bemanning |
90 |
Commander Commander Geoffrey N.
Henson (Kapitein-Luitenant ter zee) |
oktober 1919 |
Lieutenant Francis T. Hare (Luitenant
ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
oktober 1919 |
Lieutenant-Commander Lewes G.
Gardner (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
13 november 1919 - 1 juli 1921 |
Commander Alan F. W. Howard (Kapitein-Luitenant ter zee) | 10 juli 1924 - 2 februari 1925 |
Commander Philip G. Wodehouse (Kapitein-Luitenant ter zee) | oktober 1927 - 15 november 1927 |
Commander Reginald F. Morice (Kapitein-Luitenant ter zee) | 1 oktober 1930 |
Commander Philip H. Calderon (Kapitein-Luitenant ter zee) | 26 april 1932 |
Lieutenant-Commander John O'B.
Milner-Barry (Luitenant ter zee der 1ste klasse) |
20 juni 1939 |
Lieutenant Richard Dyer (Luitenant
ter zee der 2de klasse oudste categorie) |
juli 1941 - 5 april 1942 |