De veerboot Prinses Astrid, bestemd voor de veerdienst Oostende-Dover, diende tijdens de Tweede Wereldoorlog als Landing Ship Infantry Small (LSI (S)) bij de Royal Navy, onder de naam HMS Prinses Astrid. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het schip weer in dienst op de lijn Oostende-Dover, tot het in 1949 op een oude zeemijn liep en zonk. De Prinses Astrid was het eerste schip van vier Belgische Ontwerp Plan No E schepen gebouwd door de scheepswerf Cockerill in Antwerpen.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
Afgebouwd/in
dienst |
Einde: |
Scheepswerf Cockerill, Antwerpen |
1929 |
20 juli 1929 |
april 1930 |
21 juni 1949 (gezonken) |
Bouwnummer: 638 |
||||
Indeling: |
24 april 930 |
26 mei 1940 |
Regie voor Maritiem Transport
(RMT) |
Oostende |
26 mei 1940 |
22 september 1940 |
War Ministry
(Troepentransportschip) |
Southampton |
|
30 september 1940 |
26 mei 1941 |
Ombouw |
Falmouth |
|
26 mei 1941 |
10 april 1945 |
HMS Princess Astrid (LSI(S)-4226) |
||
10 april 1945 |
7 oktober 1945 |
Ombouw Prinses Astrid |
||
7 oktober 1945 |
21 juni 1949 |
Regie voor Maritiem Transport
(RMT) |
De Prinses Astrid liep op 20 juli 1929 van stapel op de scheepswerf van John Cockerill in Antwerpen. Op 24 april 1930 ging het schip voor het eerst op overtocht van Oostende naar Dover.
Op 18 mei 1940 voer het schip met Belgische vluchtelingen over naar Southampton. Vanaf 23 mei 1940 voer het schip in dienst van het British Ministry of War Transport met Belgische bemanning. Tussen 12 en 15 juni werd de Prinses Astrid gebruikt bij de evacuatie van 1556 Brtise militairen gedurende Operatie Aerial. Tussen 20 en 22 juni 1940 nam het schip deel aan de evacuatie van de Kanaaleilanden Jersey en Guernsey. De Belgische bemanning bleef op het schip tot het op 28 september 1940 werd overgedragen aan de Royal Navy.
In januari 1941 begon de ombouw van het schip tot Landing Ship Infantry aan de Naval Dockyard in Devonport. Op 26 mei 1940 kwam het onder de naam HMS Prinses Astrid (LSI(S)-4226) officieel in dienst van de Royal Navy. De maand daarna kwam het schip aan in Inverary waar de vloot klaar lag ten behoeve van operatie Truster (landingen op de Azoren). In augustus 1941 ging het schip op oefening bij Scapa Flow. De technische problemen die hierbij optraden verhinderde inzet bij operatie Truster.
Hierna werd de Prinses Astrid vanaf 20 september 1941 gebruikt als accommodatie schip voor Combined Operations Training Classes om vervolgens klaar te maken voor inzet bij operatie Jubilee (de aanval op Dieppe). Op 16 mei 1942 kwam de HMS Prinses Astrid in aanvaring met een Tank Landing Ship waarna het schip tijdens reparaties gelijk werd klaargemaakt voor deelname aan operatie Jubilee. Op 7 juli 1942 werd het schip getroffen door een bom die gelukkigerwijze via een landingsschip in het water terecht kwam en aldaar explodeerde.[1] Na reparaties vertrok het schip op 18 augustus 1942 met Group 3 richting Blue Beach bij Dieppe. Na haar inzet trok het schip naar de Solent. In februari 1943 raakt ede Prinses Astrid beschadigd door een aanvaring met een kraan in de haven van Dartmouth
Op 10 juni 1943 ging de tocht naar Gibraltar vanuit Falmouth om deel te nemen aan operatie Husky, de landingen op Sicilië. Op 10 juli 1943 werden Amerikaanse Rangers getransporteerd. Op 6 september 1943 volgde de inzet met de Northern Attack Force voor operatie Avalanche, bij Salerno op 9 september.[2]
Op 27 oktober 1943 vertrok de HMS Prinses Astrid naar Engeland om te dienen als Submarine Target Ship. In januari 1944 raakte het schip buiten dienst doordat haar stuurboord turbine onklaar raakte, waarschijnlijk dor sabotage. Al snel werd het schip echter weer gereed gemaakt voor de volgende landingsoperatie. Op 5 juni 1944 vertrok de Astrid met Assault Convoy S7 richting Normandië. Op 6 juni 1944, om 05.42 lag het schip voor Sword Beach ten bate van Operatie Neptune, om haar troepen te laten landen. Bij de landingen in Normandië fungeerde het schip als moederschip voor de 500th Assault Flotilla van Force S.[3]
De maanden hierna maakte het schip diverse tochten om troepen over te brengen van Engeland naar het Europese vasteland. De Prinses Astrid raakte bij een aanvaring met een zandzuiger beschadigd op 18 oktober 1944 en op 28 november 1944 liep het lichte schade op door een brand aan boord. Op 26 december 1944 voer ze op een vaste dienst tussen Calais en Southampton, gevolgd door Tilbury-Oostende. Op 1 januari raakte het schip wederom beschadigd bij een aanvaring met de Seapool bij Gravesens. Tussen 17 januari en 12 februari 1945 voer het op de lijn Harwich-Calais. Die 12e februari kwam het schip in aanvaring met het havenhoofd van Calais, waarbij ernstige averij onder de waterlinie werd opgelopen. Vanwege reparaties kon het schip niet deelnemen aan operatie Nestegg (bevrijding van de Kanaaleilanden).
Op 10 april 1945 werd het schip teruggegeven aan de Belgische Staat en werd het ingezet, wederom als SS Prinses Astrid en met Belgische bemanning, als troepentransportschip vanaf 15 februari 1946 tot 12 juli 1946. Na herstel en renovatie kwam de Prinses Astrid op 7 oktober 1946 weer in de dienst tussen Oostende en Dover.
Op 21 juni 1949 liep de Prinses Astrid bij Duinkerken op een zeemijn uit de Tweede Wereldoorlog, waarna het schip zonk. Bij het ongeval kwamen vijf bemanningsleden om het leven en raakten 20 passagiers gewond. Bij de explosie raakten de reddingssloepen beschadigd waardoor er nog maar één beschikbaar was. De meer dan 270 passagiers en bemanningsleden konden door de hulp gesnelde SS Cap Hatid worden opgepikt alvorens de Prinses Astrid gezonken was.[note]Deglas, 2005, pag. 70
Naam: | HMS Princess Astrid |
Callsign/Registratie: |
LSI(S)-4226 |
Bouwer: |
John Cockerill, Antwerpen |
Ombouw LSI: |
Naval Dockyard, Devonport |
Bouwnummer: |
638 |
Type/Klasse: |
LandingsschipInfanterie /
Princess Astrid-klasse |
Waterverplaatsing: |
2960/3250 ton |
Lengte: |
109,60 meter |
Breedte: |
14,48 meter |
Diepgang: |
? meter |
Aandrijving: |
6 Boilers 2 propellors Stoomturbines 14.000 pk |
Snelheid: |
23,5 knopen (43,52 km/h) |
Bereik: |
? km (bij ? knopen) |
Bewapening: |
2x1 7,62 cm kaliber luchtafweer
geschut 2x1 40 mm luchtafweergeschut 6x1 20 mm luchtafweergeschut |
Lading: |
8 LCA's/LCS(M)'s of LCP(L)'s 250 militairen |
Bemanning |
207 (als LSI) |
acting Commander Stratford
Hercules Dennis (Kapitein-luitenant ter zee) |
8 januari 1941 - februari 1941 |
Commander Geoffrey Cornish
Forrest (Kapitein-luitenant ter zee) |
2 september 1941 - 21 mei 1942 |